Berichten Nabestaanden

Interviews en ingezonden brieven van nabestaanden, slachtoffers ernstige en fatale geweldsmisdrijven.

Over gepleegde roofovervallen, mishandelingen, verkrachtingen, moorden verschijnen veel sensatie makende artikelen en beelden. Niet alleen media, maar ook politie woordvoerders en justitie woordvoerders werkt mee aan deze trend van sensatie verslaggeving en voorlichting. Het liefst met foto en/of beelden van slachtoffers op de achtergrond doen verslaggevers en woordvoerders hun berichtgeving. Op voorhand gaat hun mening, visie de krant in, de buis op. Een misdrijf in de relatiesfeer / wij vermoeden een afrekening in het criminele circuit / het moet hier gaan over drugs. En zo nog veel meer suggesties / meningen, die het land ingaan. Niemand denkt hierbij aan het slachtoffer en/of de nabestaanden van het slachtoffer.

Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers zijn na herstel van letsel,
na een eventuele stille tocht en uitvaart voorlopig even geen nieuws meer.
De dader (op dat moment nog verdachte) is nu nieuws geworden.
Onbegrijpelijk dat een dader en advocaat wordt toegestaan dat zij aan interviews mogen en kunnen meewerken.
Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers moeten, helaas steeds vaker, ontwikkelingen uit de wandelgangen van de proces procedure uit de media vernemen. Gesprekken met advocaten van verdachten, politie en justitie worden meestal geheel onverwacht voor slachtoffer en nabestaanden van slachtoffers in de krant gepubliceerd. Zelfs op TV uitgezonden met het liefst met nog wat oude beelden van slachtoffers en de plek van misdrijf toegevoegd.
Rondom of tijdens de periode van rechtszittingen is er nog wel eens media aandacht voor emotioneel reagerende slachtoffers en nabestaanden. Maar dan moet dat wel smaakmakend zijn, anders zal de verkregen aandacht niet als artikel in de krant te lezen zijn of zullen opgenomen beelden niet op TV te horen en te zien zijn. Uitlatingen van slachtoffers en nabestaanden na de uitspraak die wel worden gepubliceerd of uitgezonden worden in bijna alle gevallen door toedoen van samenstellen interviews, overschaduwd door de uitlatingen van gladde advocaten en door de koel en zakelijk sprekende persvoorlichter van justitie. Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers zijn na de veroordeling van de dader geen nieuws meer.

Hoe ?gewoon? al vinden wij vecht, steekpartijen, mishandeling en verkrachting?

Vechtpartijen, zakkenrollerij, verkrachting, vandalisme en berovingen die 25 jaar geleden nog voorpagina nieuws waren en tegenwoordig veel massaler en gewelddadiger zijn worden is geen voorpagina nieuws of hot item meer. En als deze dagelijkse malaise nog wel eens wordt gepubliceerd dan vinden we kleine stukjes ergens ver voorbij de vele reclame advertenties.

Hoe ?gewoon? al vinden wij vuurwapens en geweldsmisdrijven?

Elke dag worden onschuldige mensen slachtoffer van geweld door gewelddadige berovingen, mishandeling, steekpartijen, verkrachting, poging tot doodslag en moord. Bijna dagelijks voorpagina en journaal nieuws zijn gewapende overvallen, ernstige mishandelingen, steekpartijen, verkrachtingen, moordaanslagen en schietpartijen. De boksbeugel, ploertendooier, knuppel, het zakmes en et knipmes hebben het veld moeten ruimen voor de stiletto, messen met de maat van een bajonet en het vuurwapen. We lezen het dagelijks, en het is echt niet anders, bedreigd met vuurwapen, neergeschoten op straat, jongeren aangehouden met doorgeladen vuurwapen.

Hoe ?gewoon? al vinden wij de strafmaten voor verkrachters en moordenaars?

Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers zijn na rechtszittingen en de veroordeling van de dader geen nieuws meer. Ook de daders en hun advocaten die verder geen gekke stunts willen uithalen zijn geen nieuws meer. Geen nieuws, dus wordt alles snel vergeten. Het slachtoffer of de nabestaande moeten zo snel mogelijk hun leven weer oppakken is het motto en het advies van alle deskundigen. Ook de werkgever van slachtoffers en of nabestaanden begrijpt zijn / haar werknemer niet echt goed. Blijft dat zo? Hoelang gaat dit nog duren?
De dader is toch gepakt en veroordeeld, dus wat wil je nog meer?
Nieuwe, volgende slachtoffers hebben en krijgen de aandacht en nieuws tot het moment dat ook zij geen nieuws meer zijn.
Geweldsmisdrijven en slachtoffers zijn altijd nieuws tot daders zijn veroordeeld zal media en medemens de ontwikkelingen blijven volgen. Daarna is het over!
Slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers zijn sinds het geweldsmisdrijf en na een langdurige periode van herstel / angst die misschien nooit meer weggaat / poging tot verwerking / slopende rechtszittingen toe aan rust en bezinning.
De daders, geweldplegers / verkrachters / moordenaars zitten hun straf uit in gevangenissen. Zowel in gevangenissen waar?streng regime? geldt of in ?open gevangenissen? zitten zij twee derde van de hun wettelijk opgelegde straf uit.
Na twee derde van hun straftijd kunnen zij in aanmerking komen voor ?vervroegde invrijheidstelling? een aftreksel van het eerder vrij komen door goed gedrag.
Ongeveer een jaar voor hun ?vervroegde invrijheidstelling? kunnen zij die in een gevangenis zitten waar een ?streng regime? van toepassing is, overplaatsing aanvragen voor een ?open gevangenis?. In een dergelijke ?open gevangenis? kunnen zij ook verzoeken indienen voor weekend verlof en dergelijke.
Hetgeen betekent dat een geweldpleger / moordenaar die tot 18 jaar is veroordeeld na 11 jaar alweer lekker de bloemetjes kan buiten zetten tijdens weekend verlof. En, zoals bewezen ?bloemetjes buitenzetten? kan fataal aflopen bij deze risico figuren. Hierin zit iets goed fout.
Indien een rechter vindt dat hij een geweldpleger een langdurige straf moet opleggen, geeft hij deze geweldpleger zonder blikken of blozen ook de grootste kortingsbonus die je maar krijgen kan.
Goed gedrag? Een pleger van de ernstigste geweldsmisdrijven kan zijn daden en lusten in gevangenschap niet uitvoeren, waarom spreekt men dan over ?goed gedrag? of ?vervroegde invrijheidstelling??
Deze regel kan en mag toch alleen maar van toepassing zijn voor een appel of fietsendief, die inziet dat zijn daad onjuist is geweest.
Maar, geweldplegers / verkrachters / moordenaars op voorhand een beloning / korting geven?

Johan Koensen slachtoffer van geweld, kleinkinderen laten opa voortleven

In Tilburg is zaterdagmiddag een monument onthuld ter herinnering aan het zinloos geweld tegen Johan Koensen. Omdat hij vier mannen met autopech wilde helpen, werd hij een jaar geleden door het hoofd geschoten. Camilia is 10, Mikey 8 en Demi 23 maanden. De jeugd is symbool van de toekomst en daarom mochten zij zaterdagmiddag een symbool van deze tijd onthullen: het zoveelste monument tegen zinloos geweld. Op de plaats waar op 27 november vorig jaar de zestigjarige Johan Koensen is doodgeschoten omdat hij vier mannen met autopech wilde helpen, herinnert een door de Oisterwijkse kunstenares Lies Potter gemaakte plaquette aan deze daad die heel Tilburg schokte. 'Zinvol was je leven, zinloos het geweld' is de tekst die langzaam zichtbaar wordt wanneer de drie kleinkinderen van Koensen een doek wegtrekken. Camera's van televisieploegen lopen, microfoons van radiomensen registreren het van emotie doordrenkte moment. Tientallen mensen zijn getuige. De politie heeft de weg afgezet zodat de plechtigheid in stilte kan verlopen. Bernard Koppens van de bewonerscommissie van de Valeriaanhof, waar ook Koensen woonde, neemt het woord. Het wordt een recht uit het hart gegrepen "protest uit het hart van de samenleving", aldus Koppens. Het is een pleidooi "voor tolerantie voor elkaar, voor respect voor mensen in je eigen omgeving".
En het is een hartenkreet tegen zinloos geweld, zegt ook Wim Koensen, zoon van het slachtoffer. Vertederd kijkt hij naar zijn kinderen, die alles waren voor Johan Koensen. Zeer ge?motioneerd zegt hij dat veel harder moet worden gestraft in zulke gevallen. De dader die de hulpvaardige Koensen zonder enige aanleiding door het hoofd schoot, is tot tien jaar cel veroordeeld, alsmede tbs en dwangverpleging. Koensen neemt zich voor zolang hij leeft voor het monument te zorgen. Daarna hoopt hij de zorg aan zijn kinderen Camilia, Mikey en Demi over te dragen. "Ik zal tegen ze zeggen: 'Hier is opa doodgeschoten'."

Martin Roos over de moord op zijn zoon Alan Roos

2000 - ,,Er was die zaterdag een toernooi geweest bij de voetbalclub. Mijn jongste zoon Maurice voetbalt daar, ik ben leider van zijn elftal. Alan is zelf geen voetballer, maar kwam even kijken bij het feest van zijn vader en broer, helemaal opgedirkt, hij zag er echt uit als zo'n showpikkie. Hij zou na het feest nog uitgaan.
Op de zondagochtend, het was 14 mei 2000, zou iedereen langskomen, het was Moederdag. Daarom vond Irene, mijn vrouw, het vreemd dat ze Alan niet kon bereiken. Ik was terug naar de club gegaan om na het feest op te ruimen. Maurice moest ook komen, discipline hé. We hebben alle twee met de kater in onze kop staan poetsen. Op weg naar de club reed ik nog langs die overdekte parkeerplaats, zag politieauto's met van die rood-witte linten. Ik hoorde dat er twee waren doodgeschoten. Ik dacht nog: begint dat nou hier ook al? Om één uur belde Irene weer, Alan liet nog steeds niets van zich horen. Toen dacht ik: hier klopt iets niet. Alan moest die zondagmiddag in het uitvaartcentrum waar hij werkte een uitvaart regelen. Hij neemt zijn werk zó serieus. Ik dacht van alles, dat hij misschien een slippertje had gemaakt, dat soort dingen.
We hebben iedereen gebeld, de ambulancedienst, het ziekenhuis, niemand had hem gezien. Mijn dochter en haar vriend gingen naar het politiebureau, om te zeggen dat haar broer zoek was. De politie vroeg of haar broer littekens had, zij dacht van niet. Ook niet op zijn pols, wilde een agent weten? Daar had Alan wel een litteken. Toen wisten ze het daar dus al. Irene werd ongeduldig, en is met de buurvrouw naar het bureau gegaan. Dus stond mijn dochter opeens oog in oog met haar moeder. Je kan je voorstellen hoe dat geweest moet zijn. Om een uur of zes stopten er auto's voor ons huis, er stapten allemaal vreemde kerels uit. Ik zag de gezichten van mijn dochter en Irene. Ze kwamen het huis in, voor mij leek het een hele massa, maar het waren er een stuk of vier. Voordat de politie iets zei wist ik het al. Ik hoorde iemand zeggen dat Alan dood was. Ik wilde wel direct weten hoe. Hij was in zijn hoofd geschoten. Ik ben naar achteren gelopen en heb een deur kapot geslagen. De politie moest me vasthouden, ik ging maar door. Mijn vrouw heeft ook van alles beetgepakt en kapot gegooid. Ze haalde haar hand ook open.
We hebben er later nog over gepraat, maar een heel stuk weet ik gewoon niet meer, de dagen erna zijn allemaal leeg. Ik ben gelijk mijn kamer ingedoken, Maurice zat bij me. Ik weet echt niet meer wat we daar deden. We zullen wel gepraat hebben. Ik denk er liever niet aan, ik krijg er hoofdpijn van.
Die rechercheurs moesten direct zoveel weten. Wat voor jongen het was. Ze deden huiszoeking, namen zijn computer en digitale agenda in beslag. Zelfs op zijn werk zijn ze geweest. Dan wordt je zó boos. Allemaal in het belang van het onderzoek, zeiden ze. We mochten Alan zondag niet zien, hij lag in Rijswijk voor forensisch onderzoek. Maandag lag hij in het uitvaartcentrum, waar hij werkte. Ik heb daar net als Alan gewerkt, duizenden doden gezien. Maar als je daar staat snap je er geen pest van. Nu nog niet.
We zijn daar een paar uur geweest. Staan, zitten, bij hem gaan staan, dan weer zitten. Je moet nog opletten ook. Hij was door zijn hoofd geschoten, je bent dan natuurlijk gerepareerd, mooi gemaakt. Mijn vrouw en zijn vriendin wilden hem steeds beetpakken, maar als ze te dichtbij kwamen haalde ik ze terug.
Gek eigenlijk, we hebben direct die parkeerplek waar ze gevallen zijn met bloembakken afgezet. Die bloemen groeien natuurlijk niet onder dat dak, dus we moesten steeds nieuwe planten. We zaten daar elke avond, op de grond. Samen met de moeder van die andere jongen. In het begin waren er ontiegelijk veel mensen. We hadden daar ook een tafel met een groot boek neergezet, voor als mensen iets wisten of zo. Een mens doet gekke dingen. Die strijd om die parkeerplek is gelijk al mijn afleiding geweest, ik ging niet piekeren of snotteren. Dat was mijn manier van wraak nemen, niemand mocht daar meer parkeren. Toen er eens een stel jongens luid toeterend langsreden ben ik ze achterna gereden. Ik heb ze tot Kijkduin achtervolgd. Ze reden de boulevard op en vluchtten in de duinen. Pas toen ik ze zag wegrennen, dacht ik, wat ben ik nou aan het doen?Nu zie ik die plek nog zo'n vier keer per week, ik kom er langs als ik boodschappen doe. En elke veertiende van de maand zetten we twee roosjes neer. Dat is Irene haar protocol. Ik moet rijden, dus ik ben erbij.
Ik doe het anders dan Irene. Soms denk ik wel, pleur nou maar op, nou ga ik alleen wonen. Je moet heel goed oppassen, want je kan heel weinig hebben van elkaar. Mijn vrouw heeft onnoemelijk veel gehuild. Ik keek heel lang geen tv, maar zij keek naar elke film waar veel in geschoten werd. Als ik dan binnenkwam ging ze huilen. Dan werd ik van binnen wel giftig.
We konden best wel een potje bekvechten, maar gelukkig had één van ons altijd een wijs moment. Je moet eigenlijk niets van elkaar vragen. Irene ging na de crematie elke middag naar de urn van Alan. Dat heeft ze een jaar uitgehouden. Ze kon daar uren zitten. Nu kan ze er niet meer alleen zijn.
Je gaat op zoek, ik ging de buurt in, sprak met allemaal bizarre mensen die van alles gezien hadden. Ik zat bijna dagelijks met die onzin bij de politie. Wat wel heel gek was dat ik meteen dacht dat het kampers waren, omdat die auto waarin ze dood zijn geschoten vlak bij het woonwagenkamp uitgebrand was teruggevonden. Daar ben ik door de politie nog over verhoord, want die wilden weten hoe ik dat wist.
Ik wist via een kennis binnen drie uur dat er kogelgaten in die auto zaten. En ik kwam er ook al snel achter van wie die auto geweest was. Ik was geen Sherlock Holmes hoor, ik vertelde alles direct door aan de politie. Die vond dat wel verwarrend, dat ik zoveel wist.
Ik heb wel eens voor dat huis van de eigenaar van die auto rondgehangen, maar er was nooit iemand. Toen mijn vrouw met de buurvrouw daar ook de hele dag gingen staan vond ik het gevaarlijk worden, dat wilde ik niet. Ik hoorde van de rechercheurs dat ze twee mannen op het oog hadden, een vader en zoon. Uiteindelijk hebben ze 150 ME'ers ingezet om die twee mannen uit het woonwagenkamp op te pakken, zo bang waren ze.
We hebben met het hoger beroep erbij bij elkaar elf dagen in de rechtszaal gezeten. Die zoon vertelde alles. Dat ze met z'n vieren terugreden van de discotheek, dat zijn vader opeens die andere jongen door zijn hoofd schoot, en toen Alan die voorin naast hem zat. En dat ze de jongens gedumpt hebben op de parkeerplaats. De jongens bewogen nog, vertelde die zoon, dus toen schoot zijn vader nog een keer.
Maar we weten nog steeds niet waarom, omdat die vader niets zei. En zijn zoon hem de schuld in de schoenen schoof. Wij geloven die zoon niet, die is heel gevaarlijk, volgens ons heeft hij geschoten. Mijn vrouw heeft zelfs gebruik gemaakt van het dadercontact. Ze is die zoon in de gevangenis gaan opzoeken om te vragen waarom Alan was doodgeschoten. Moet je aan m'n vader vragen, zei die jongen. Irene heeft nog geprobeerd bij die vader te komen, maar die wilde niet. Toen die vader en zoon maar twintig en twaalf jaar kregen, schrok ik, ik had gehoopt dat het levenslang zou zijn. Sindsdien heb ik zoiets dat ze van mij alle universiteiten waar juristen zitten mogen opblazen. Ik kon tijdens de zaak ook niets zeggen, dat vond die rechter niet nodig. Gelukkig bestaat er nu wel een slachtofferverklaring, daar hebben wij wel aan meegewerkt, ja. Het begon bij die rechtszaak. Ik voelde me daar behandeld als een bioscoopbezoeker, minder dan dat. En ik kwam er echt niet omdat ik mijn zakmes kwijt was. Zat ik buiten die zaal, moest ik daar ook die familie van die klootzakken in het gezicht kijken. We waren zo zenuwachtig, zo gespannen. Was het lunch, waren de broodjes in de kantine op. Een normaal mens gaat naar buiten, maar wij durfden niet. We waren bang iets te missen. En zag ik, met een lege maag, na de pauze die rechters nog de kruimels van hun lippen likken. Ik was woest, ik voelde dat ik voor joker stond. Die man in het verdachtenbankje was meer dan ik. Ik dacht, er moet wat gebeuren. Ik ging op zoek naar lotgenoten, een verschrikkelijk woord. Maar al snel bevielen die stille tochten, die praatavonden me niet. Ieder moet het op zijn eigen manier doen, ik ben meer een schopper. Dus ik richtte de stichting Aandacht Doet Spreken op. Op 2 januari 2003, Alan's geboortedag. Ik was er twintig uur per dag mee bezig. Ik wil dat mensen hun ervaringen kunnen delen, dat ze elkaar kunnen helpen. Ik wil dat slachtoffers meer aandacht krijgen in de rechtszaal. En ik wil zwaardere straffen. Maurice komt elke dag langs de parkeerplaats. Hij haat die plek. Vertelde hij me dat hij de broer van die man regelmatig zag. Ik moet hier weg, zei Maurice toen. We hebben zijn huis driftig verbouwd, tuin, schuur, we hebben zelfs een volière neergezet, allemaal afleiding natuurlijk. Hij is toch verhuisd. Vroeger woonden we allemaal tien minuten van elkaar. We waren zó hecht. We droomden ervan naar Limburg te verhuizen. Ik zou met de vut, misschien een herbergje of zo bij de Geul. Alan zou werk zoeken in de omgeving. We hadden plannen gemaakt, zelfs al wat plekken bezocht.
Het ergste is die twee kinderen, dat die nog zo lang moeten doorleven met die shit. Drie weken geleden trouwde mijn dochter. Dan straalt ze opeens, ze ziet er prachtig uit, het is een mooie meid. Maar dan zie ik al snel weer dat lege in die ogen. Ik geloof, dat het niet te repareren is. De kinderen lachen alleen als pap en mam in de buurt zijn, denk ik wel eens. Dat gaat op zijn Haags, iedereen lult er over heen. Vorige week was mijn zoon alleen thuis, ging hij opeens dingen kapot gooien. Hij vertelde mij: pa, het gaat niet goed met me, ik ben onredelijk tegen mijn vrouw. En dan zit ie steeds op zijn lip te bijten, dat deed ie nooit, daarvoor. En het houdt nooit op, als de een klaar is, begint de ander weer. Daar loop ik heel erg over te malen.
Over een paar jaar komt de eerste alweer naar buiten. Ik ben daarom serieus bezig met verhuizen. Ik zou het liefst heel ver weg gaan, maar ik krijg Irene niet meer mee. Ik wil eigenlijk in zo'n flat aan zee wonen. Die ruimte, als je uitkijkt over het water, die rust, dat lijkt me heerlijk. Lekker met mijn hondje door de duinen wandelen.
Na Alan heb ik nooit meer een voet in het uitvaartcentrum gezet. Ik ben nu weer halve dagen trambestuurder. Ik ben eigenlijk heel raar geworden, zeg wel eens lelijke dingen tegen mensen die het alleen maar goed bedoelen. Er zijn dagen dat ik jou geen kaartje verkoop als je op centraal station instapt. Want je mag daar niet zonder kaartje het perron op. Als je dan met mij in discussie gaat, denk ik, godverdomme klootzak, ik geef je een stomp. Klote vind ik dat, want normaal doe ik niet zo, maar op dat moment kan ik niet anders. Als ik zo'n bui heb, kan ik beter niet de straat op gaan. Dus dan zeg ik, laat mij die halve dag maar wc's schoonmaken, of de vloer vegen. Maar dan zeggen ze dat ik moet rijden of dat ik me ziek moet melden. Dus meld ik me ziek.
Soms heeft mijn vrouw slechte dagen, enorme huilbuien. Zitten we tot half vier half vijf 's nachts te praten. Al zuip ik een heel krat bier leeg, en zij een hele fles wijn, als je er maar uit komt. Dat helpt. Juist als ik te veel drink, kan ik makkelijker praten. Als ik me verslaap interesseert het me niet. Als mijn baas er wat van zegt, interesseert dat mij ook niet. Dan zegt hij dat ik meer mijn best moet doen. Ik doe mijn best, beter kan ik niet. Ik moet aan mezelf en mijn vrouw denken.
Vorige week kregen we een tip. Er zou een man in Groningen zijn die met een foto van Alan een portret van hem kan maken alsof het vijf jaar later is, zoals hij er nu uit zou zien. Maar dat kost wel weer twee honderd euro.

www.alanroos.nl

Jan Borger over de gruwelijke schietpartij in het winkelcentrum Kwelkade in Tiel.

In het afscheidsbriefje dat Sandra(29) op 3 maart voor haar latere moordenaar achterlaat, is al iets van de angst te bespeuren die de jonge vrouw moet hebben gevoeld.
Want nadat ze met de deur in huis valt: Zoals je al gemerkt heb, ben ik er niet meer. Ik hou niet genoeg van je om nog bij je te blijven, is er verderop de zinsnede: Ik vind het jammer dat ik het op deze manier moet doen, maar ik zou niet weten hoe je reageert als ik het je persoonlijk zou zeggen. Omdat ik bang ben voor je reactie.

Dat die angst niet overdreven was, blijkt als op 15 en 16 april alle nieuwsuitzendingen en kranten openen met de gruwelijke schietpartij in het kleine winkelcentrum aan de Kwelkade in Tiel. Daarbij waren drie doden gevallen en één zwaar gewonde; een jonge vrouw die kort daarna eveneens overlijdt. Na de eerste verwarrende berichten over een ‘roofoverval’ en zelfs een ‘afrekening in het drugscircuit’, wordt snel duidelijk dat aan het drama ‘relationele problemen ten grondslag lagen’.
De drie slachtoffers die vlak vóór en ín Scale Line liggen, de winkel waar modelbouwauto’s worden verkocht en die naar later zal blijken niet voor niets als plaats delict is uitgekozen, zijn: Sandra, haar vriendin Natasja en haar vermeende vriend Marco. De vierde dode, de schutter die zich na de liquidaties zelf door het hoofd heeft geschoten, is Sandra’s jaloerse ex-vriend Appie Jansen (31) uit Dodewaard.
Aan Sandra’s verzoek, verwoord in de laatste zin van haar brief: Verder hoop ik dat je gewoon verder kunt gaan met jouw leven, zoals ik verder ga met mijn leven, had Appie duidelijk niet kunnen voldoen.
Ik wil graag die dingen er in hebben die mij hebben bewogen om dit stuk te laten plaatsen.

a) Dat de schietverenigingen het wapen op de schietvereniging moet opbergen.
b) Dit moet dan door de politiek in wet gegoten worden om herhaling van het gebeurde te voorkomen.
c) Tevens zijn wij van oordeel dat de dader,nadat er wettig en overtuigend bewijs is ,veroordeeld moet worden voor zijn daad.
.
Vier maanden na de verbijsterende gebeurtenissen zijn Jan en Nel Borger uit Nijmegen, de vader en moeder van Sandra, nog steeds verbitterd. Zo hebben zij van de ouders van Appie nooit enige blijk van medeleven ontvangen. Ook de kille reactie van een woordvoerder van de schietvereniging waarvan de moordenaar van hun dochter lid was, heeft hen geschokt. Bovendien had de drievoudige moord naar hun idee voorkomen kunnen worden. Het is voornamelijk Jan die in afgemeten zinnen het woord voert.
“Ik vroeg aan die schietclub: hoe komt iemand bij jullie aan een wapen? En moet zo iemand nog een psychologische test ondergaan? Maar die man reageerde alsof híj slachtoffer was. Ook de politiek laat het erbij zitten. Hoeveel idioten als Appie lopen er nog meer met een wapen rond? Maar als de politie z’n werk goed had gedaan was het niet gebeurd. Vlak nadat zij uit elkaar gingen heeft Sandra aangifte gedaan van bedreiging. Als die politieman dat serieus had genomen, hadden ze uit voorzorg dat wapen en die munitie bij Appie kunnen ophalen.”
In de woonkamer van de Nijmeegse woning is Sandra alom tegenwoordig. Op de computer in de hoek kijkt zij als 12-jarig meisje melancholiek de kamer in. En vlak naast de kachel staat een glazen urn met haar as waarop permanent een kaarsje brandt.
Zeventien is hun dochter als ze Appie leert kennen. De vonk slaat over in de cafetaria Picadilly aan de Generaal Smitsstraat in Nijmegen waar de 19-jarige jongen op kamers zit. Enkele weken later al ontvlucht Sandra de ouderlijke woning. “Een kwestie van: liefde maakt blind,” zegt haar vader. De ouders komen er al snel achter dat hun dochter met haar vriend inwoont bij diens zuster. Sandra’s moeder probeert haar dochter te overreden weer naar huis terug te komen. Tevergeefs. Het bezoekje leidt slechts tot dreigementen van Appie.
In de jaren daarna is er geen contact met hun dochter. Dan overwint Jan Borger zijn Friese koppigheid en rijdt samen met zijn vrouw naar Dodewaard, waar het stel inmiddels een eigen woning heeft. Sandra is erg blij haar ouders te zien. Ook Appie gedraagt zich ‘correct’.
“We komen daarna af en toe langs. Dol op Appie zijn we niet. We gedogen hem. Voor Sandra. Dan hoor ik opeens dat ze inwonen bij de ouders van Appie, enkele straten verderop. Ze hadden huurschuld en waren door de woningbouwvereniging uit hun woning gezet. Vanaf dat moment ging het fout. Sandra moest haar geld afgeven aan zijn ouders die de schulden zouden afbetalen. Sandra had zelf niets meer.”
Jan en Nelly Borger komen wel eens langs op de Julianalaan. “Ons slag mensen was het niet. Vader was heel onderdanig en moeder heel dominant. Appie was duidelijk haar lievelingetje. Maar het waren geen onaardige mensen.”
De Borgers ergeren zich wel steeds meer aan hun inmiddels 130 kilo zware schoonzoon. Vooral aan het feit dat hij vaak ‘zonder boe of bah te zeggen’ op de bank naar de televisie ligt te kijken. “Het was een dooie. Er zat geen fut in.”
Sandra’s vader: “Werken deed Appie niet veel. Dat was een vies woord voor hem. Ik heb een keer een baas van hem gesproken die hem had ontslagen omdat hij te vaak ziek was. Zijn grootste wens was om in de WAO te komen, zei hij eens. Maar wel geld uitgeven. Aan computerspullen, modelbouwauto’s en die schietvereniging. Terwijl Sandra geen geld had om kleren te kopen. Ten einde raad heeft ze toen een paar keer geld uit de kassa genomen van de supermarkt waar ze werkte. Ze werd op staande voet ontslagen. Nee, gelukkig vonden we haar er nooit uitzien.”
Dan begint na bijna elf jaar de relatie te imploderen. Niet in het minst door Appies ziekelijke jaloezie. Volgens haar ouders wordt Sandra steeds meer door haar vriend gecontroleerd. Zelfs als ze telefoneert.
Op oudejaarsavond 2003 barst voor de eerste keer de bom. Sandra wil graag naar een feest. Appie heeft geen zin. Er ontstaat een heftige woordenwisseling waar de politie aan te pas moet komen.
Jan Borger: “Het wordt steeds duidelijker dat het over is tussen die twee. Wij hadden al een paar keer stiekem met haar gechat dat ze bij ons altijd welkom was.”
Dan komt op 3 maart het lang verwachte telefoontje van Sandra. Ze is alleen op de Julianalaan en wil worden opgehaald. De Borgers regelen een grote auto en Sandra wordt uit angst voor Appie op een geheim adres ondergebracht.
Jan Borger: “Ze was bang voor hem en we wisten dat hij een wapen had.”
Enkele weken later komt Sandra weer thuis wonen. Volgens haar ouders bloeit ze helemaal op. Appie probeert nog in contact te komen, maar Sandra stuurt hem een koel briefje. ‘Ik zal je nog even duidelijk maken waarom ik ben weggegaan. Ik had steeds het idee dat ik op de tweede plaats kwam. Alles wat jij wilde gebeurde en wat ik wilde, zoals mijn rijbewijs halen, werd afgeketst met de woorden: het is te duur.’ Bovendien schrijft Sandra dat zij niemand anders heeft. Verder wil ik dat je mij met rust laat en dat ieder zijn eigen weg ingaat.
Maar Appie laat haar niet met rust. Hij doet bij de politie in Kesteren aangifte van verduistering van wat spullen, onder andere een modelbouwauto. Sandra beweert dat de spullen van haar zijn, maar om de zaak te sussen geeft Sandra op verzoek van haar vader de auto terug. Tijdens het verhoor maakt Sandra er ook melding van dat zij van vrienden had gehoord dat Appie haar bedreigde. Met die opmerking doet de politie echter niets.
In Dodewaard wordt het voor vrienden en kennissen intussen steeds duidelijker dat Appie het verbreken van de relatie niet kan verkroppen. Hij is snel aangebrand. Nou was Appie nooit een makkelijke jongen. Altijd al ‘een beetje een macho’, ‘een opgefokt type’ en iemand ‘met losse handjes’. Volgens een bekende was Appie ervan overtuigd dat Sandra een relatie had. Dat maakte hem razend.
Volgens haar ouders was dat niet zo. Maar Sandra maakt er in de weken voor haar dood geen geheim van dat ze zeer goed kan opschieten met Marco. Een vrachtwagenchauffeur die ze heeft leren kennen in het clubje dat een fascinatie deelt voor radiografisch bestuurde auto’s en vaak samen komt in Scale Line.
Nu Sandra thuis woont, komt zij ook weer in contact met haar vroegere vriendin uit de buurt, Natasja Peeters. Het zal voor de 26-jarige moeder van twee kinderen een fatale hereniging worden. Op 15 april vergezelt Natasja Sandra naar het winkelcentrum in Tiel waar zij een afspraak heeft met Scale Line-eigenaar Ton. Natasja heeft volgens haar man Erwin wel zin in een verzetje na een dag vervelende onderzoeken in het Nijmeegse Radboudziekenhuis.
Erwin houdt zielsveel van Natasja. Zij is de vrouw die hem, zoals hij het zelf zegt, uit de goot heeft gehaald toen hij verslaafd was en dakloos. “Hoe ik verder moet, geen idee. Mijn hart en ziel is weggerukt. Soms denk ik aan zelfmoord. Maar ik heb twee kinderen van vijf en twee. Voor hen moet ik door. Ik vraag me alleen af hoe lang het verstand het wint van het gevoel.”
Somber kijkt hij naar het dressoir. Daar is met foto’s en waxinelichtjes een altaartje ingericht voor zijn overleden vrouw.
Was het trouwens die ‘zielsverwantschap’ met Natasja die hem die donderdagavond zo onrustig maakte? Had het te maken met de bedreigingen van die ex-vriend waar Sandra vaak over vertelde? Voorvoelde hij onbewust het drama dat hen beiden wachtte? Erwin weet het niet, maar feit is dat hij op hetzelfde moment dat Natasja door het achterhoofd wordt geschoten de drang voelt om alle nog niet ingeplakte foto’s van zijn geliefde uit het hele huis te verzamelen.
Vrijwel op hetzelfde moment staan Jan en Nel Borger voor het station in Tiel op hun dochter te wachten. Sandra had hen gevraagd haar rond acht uur op te pikken. Als het te lang duurt rijden ze naar het winkelcentrum aan de Kwelkade. Daar houdt een agent hen tegen. Jan vraagt of zijn dochter in het winkelcentrum is en geeft een pasfoto van Sandra af. Enkele ogenblikken later komt de agent terug om hen te condoleren. “Dan stort je hele wereld in”.
Pas om half tien wordt Erwin gebeld door een vriend. Die was op zijn beurt benaderd door Sandra’s vader die op het bureau van Tiel werd verhoord. Of hij het al wist. Wat wist? Dat Natasja bij een schietpartij betrokken was. Erwin belt meteen de mobiele van Natasja en krijgt een arts van het Radboudziekenhuis aan de lijn. Of hij zich kon identificeren. Erwin noemt de plekken op het lichaam van Natasja waar zij tatoeages en piercings heeft en hoort dan van de arts dat hij zich op het ergste moet voorbereiden. Rond tienen betreedt Erwin het ziekenhuis waar zijn vrouw diezelfde dag al urenlang heeft doorgebracht. Natasja blijkt met fataal hersenletsel te zijn binnengebracht en overlijdt een dag later.
Op 21 april wordt voor de twee vriendinnen een gezamenlijke uitvaartdienst gehouden. Jan Borger laat een tekst voorlezen waarin hij en zijn vrouw Sandra bedanken ‘voor die zes weken die wij samen hebben mogen beleven, die waren voor ons geweldig.’ Erwin draagt een door hem zelf gemaakt gedicht voor.
Ook Erwin kan drie maanden later zijn verbittering nauwelijks verbergen. Zo krijgt hij als alleenstaande vader van geen enkele instantie hulp. Bovendien voelt hij zich door politie en justitie met een kluitje in het riet gestuurd.
“De officier van justitie bij wie ik kwam met veertig vragen keek na drie vragen al op zijn horloge. En op die eerste drie kon hij niet eens antwoord geven.”
Erwins verwarring is begrijpelijk. Zo krijgt hij van agenten tegenstrijdige informatie over wat er zich ín en vóór de modelbouwwinkel heeft afgespeeld; of er nou wel of geen videobeelden zijn van de bewakingscamera’s en over wie nou die man was die Appie op die noodlottige avond naar het winkelcentrum heeft gebracht. Was het diens vader of een vriend? En hoe kon het dat die niets heeft gemerkt? Maar de twee meest prangende vragen zijn:
Wat voor man was Appie precies? Waarom is zijn vrouw doodgeschoten? En hoe kon de voor hem en zijn vrouw onbekende schutter weten dat de twee vriendinnen op die bewuste donderdagavond rond half acht in het winkelcentrum zouden zijn?
Voor het antwoord op de eerste vragen moet hij bij Appies ouders zijn. Erwin zoekt hen kort na het drama op. Het wordt een kort gesprek.
“Wie Appie was daar had ik eigenlijk niets mee te maken. En wat er allemaal was gebeurd waren mijn zaken niet, vond zijn vader. Maar als zijn zoon mijn vrouw doodschiet wordt het vanzelf mijn zaak. Ik vind dat de ouders verplicht zijn mij te vertellen wat voor een persoon hun zoon is. Omdat zij het ook moeilijk hadden, liet het maar zo. Ik heb ze mijn naam en telefoonnummer gegeven. Tot op heden heb ik niets van hen gehoord. Niet netjes. Maar dat gesprek moet natuurlijk nog wel volgen.”
Er is nóg een gesprek dat Erwin binnenkort gaat voeren. Niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. En dat is met de eigenaar van Scale Line, voor wiens deur zijn vrouw is doodgeschoten. Want Erwin is met name benieuwd naar zíjn rol. Want waarom belde hij die donderdagavond tussen tien over vijf en half zes tot drie keer toe met Sandra?
“Zij was hier bij ons en ik kon dat gesprek bijna woordelijk volgen. Komen jullie nog? Jullie komen toch wel he? Waarom deed hij dat? Was dat de afspraak met Appie? Probeerde hij te bemiddelen? Zijn ze onbewust in de val gelokt? Volgens de politie heeft Ton inderdaad met Appie gebeld, maar meer om hem te vragen weg te blijven. Hij wilde geen toestanden in de zaak. En hoe kan het dat Appie die daar in het winkelcentrum met een pistool en twee volle magazijnen rondloopt, op Ton schiet en juist hem mist? Terwijl de politie tegen mij zegt dat ze die kogel nooit hebben gevonden. Wat weet Ton? Wat is daar in die zaak gebeurd. Ik wil antwoorden.”
In het Tielse winkelcentrum waar het bloedige drama zich heeft afgespeeld is het deze woensdagmorgen nog rustig. Een forse blonde man ontsluit rond tien uur de deur van een zaak die vol staat met modelauto’s. We stellen ons voor. Hij deinst bleek achteruit. “O nee, ik zeg niks. Ga maar weg.” En hij verdwijnt snel achter de toonbank. Maar hij moet zich toch kunnen voorstellen dat de nabestaanden nog veel vragen hebben?
“Dan moeten ze niet bij mij zijn, maar bij de politie. Ik sta nog steeds onder behandeling. Er zijn hier drie moorden gepleegd en er is ook op mij geschoten...” Ton doet met duim en wijsvinger een pistool na. “...Dat doet je wat hoor als iemand dat bij je doet. Daar kan ik nog steeds niet over praten. Het spijt me.” Er staan tranen in z’n ogen.
Bij het verlaten van zijn zaak lopen we over de plek waar die vijftiende april de lichamen lagen van de twee jonge vrouwen. Onwillekeurig denken wij aan de woorden van de zuster van Appie die de dag ervoor eveneens in tranen had verteld:
“Appie deed nooit iemand een vlieg kwaad. Hij was mijn lieve broertje. Het is voor ons een raadsel.”
Een norse man kijkt vanachter de half geopende deur in de Julianalaan in Dodewaard naar de verslaggever. “Ik praat met niemand. Er wordt toch alleen maar slecht over mijn zoon geschreven. En als je er toch over schrijft doe ik je een proces aan.” Dan knalt hij de deur dicht.
Appies zuster Ria in Nijmegen is vriendelijker. Met betraande ogen vertelt zij over ‘haar broertje.’ In Hart van Nederland zag ze die donderdagavond een item over een schietpartij in Tiel en een dode die op een brancard werd weggevoerd. “Ik zei nog tegen mijn man: Dat zal je thuis krijgen.”
Om twee uur ’s nachts staat er twee politieagenten voor Ria’s deur. Zij vertellen haar over de schietpartij en de dood van haar zeven jaar jongere broer. Verdoofd regelt ze oppas voor de kinderen en laat zich naar haar ouders rijden die een uur eerder al uit bed waren gebeld.
“Dan gaat de deur open, zie je je vader... en wat moet je dan zeggen? Mijn vader hoort nog elke donderdagnacht om één uur de deurbel. Niemand had dit van Appie verwacht. Hij was een lieve jongen. Behulpzaam. Hij werkte ook hard. Hij sjouwde tegels.
Een beer van een vent, maar nooit agressief. De dag ervoor was hij hier nog geweest. Zat hij hier met m’n zoontje te spelen. Hij was redelijk vrolijk. Er was niets aan hem te merken. Natuurlijk was hij erg verdrietig. Hij had een klap gehad van het verbreken van die relatie en was erg afgevallen. Hij was er kapot van. Mag het ook na elf jaar? En dan de manier waarop. Dat had Sandra ook wel anders kunnen doen. Ze hebben twee keer bij mij ingewoond. Mijn type was het niet, maar het was de keuze van m’n broertje.
Die donderdagmiddag heeft hij mij nog gebeld. Hij zou naar Tiel gaan zei hij. Ook toen heb ik niets aan hem gemerkt. Het blijft een raadsel. En wat ik zo erg vind dat hij nu bekend staat als het Monster van Tiel. Terwijl het zo’n goeie, hartelijke jongen was. Wat Appie gedaan heeft is niet goed te praten. Maar voor mijn ouders is het ook erg. En voor mij. Ik heb Appie moeten identificeren. Dat beeld raak ik nooit meer kwijt.”
Ria zou graag nog veel meer over haar ‘broertje’ vertellen maar wil eerst toestemming van haar ouders. Die komt niet. Alleen nieuwe dreigementen.

Dood Floor rijt oude wonden open

‘Leren ze er dan niets van?’, vroeg Wil Berends uit Lieren zich meteen af toen ze in het kerstweekeinde hoorde van de tragische dood van Floor Garst uit Deventer.
Zelf verloor ze haar zoon Jeffery (19) op 16 maart 1997. Na een schermutseling tussen een groep mensen bij een cafetaria in Twello bleef hij levenloos op straat liggen. ‘Verschrikkelijk, dat zoiets zich wéér voordoet’, vindt de Lierense. ‘En vreselijk dat er nu weer ouders zijn die diezelfde weg moeten gaan die wij gegaan zijn.’ Een jonge man, na een avondje stappen dood na een schermutseling op straat. Het doet meteen denken aan andere soortgelijke incidenten. Op de condoleance-website werden gisteren diverse namen genoemd.
Zoals van Henk Top, die aan de vooravond van de kermis in 1987 na een mishandeling op de Deventer Brink aan zijn verwondingen bezweek.
Han Zantinge uit Twello moest in 1999 een woordenwisseling over een barkruk in een café aan de Brink met dodelijke messteken bekopen.
In 2000 werd Deventer op Bevrijdingsdag opgeschrikt door de dood van Twellonaar Björn Leerkes. Hij liet het leven bij een vechtpartij op de Brink.
De familie van Jeffery Berends heeft een lange en moeilijke weg afgelegd na de dood van haar zoon en broer. Het echtpaar Berends sloot zich aan bij verschillende zelfhulpgroepen. Daarnaast schreef Wil Berends een boek over haar leven in de jaren na de dood van haar zoon. Ze geeft - op verzoek - lezingen. ‘Toevallig volgende maand bij de politieschool in Apeldoorn.’ Ook staat ze geregeld ouders bij die hetzelfde meemaken. Moeilijk is het wel, maar zo heeft ze het gevoel dat de dood van niet helemaal voor niets is geweest, dat ze er op deze manier in elk geval nog iets mee kan doen.

Dood Floor rijt oude wonden open

Het lezen van de cocon ( VOVK blad) brengt weer vele emoties naar boven.
Toch loopt er een rode draad door heen, “vertrouwen”
Hoe men er mee omgaat vult ieder weer anders in, door verlies woede en onmacht.
De aangewezen instanties justitie enz. vullen een belangrijke rol in de verwerking als zodanig. Ik wil wel even zeggen dat wij als ouders veel tegen werking en mismaakte tegenstand hebben ondervonden, voordat de recht zittingen afgesloten waren. De tegen werking gaf hierdoor veel frustratie. Als er op een waardige wijze met ons als ouders van een overleden kind was omgegaan, had ons verdriet om verlies van onze zoon Jeffery.heel wat beter gedragen en gedeeld kunnen worden. Ondanks dit bleven wij goed van vertrouwen. De dader die de dood van Jeff op zijn geweten heeft, moest jaren later uiteindelijk zijn straf alsnog ondergaan.
De knellende vraag kwam naar boven , is de dader wel lang genoeg gestraft.?
Ieder die met justitie in aanraking is geweest , weet uit ervaring al dat de celstraffen
na goed gedrag voor één derde worden kwijtgescholden.
Wij willen ons hierover niet meer bezig houden, het heeft geen enkele zin om hierin tegen, in opspraak te komen. Als je dit wel doet , heb je er zelf enkel en alleen maar last van.
Toch moet ieder zelf invullen hoe men hiermee wil omgaan.
In de crisis jaren waar wanhoop en onmacht hoogtij voeren ,was er een innerlijke kracht die ons stuwde.
Als je geen vertrouwen meer kunt opbrengen is er een heel groot risico dat je, je zelf verliest in alle ellende. Jou leven mag hierom nooit verloren gaan. Dit is nimmer de bedoeling na de moord of doodslag van je kind. Ons kind zou dat nimmer toestaan.
Deze mening gaf mij weer sterkte en vertrouwen in het leven als zodanig.
Mijn mening is, als je te weinig vertrouwen hebt ben je wankel en sneeuw je onder.
De sneeuwlaag blijft liggen als de temperatuur onder nul blijft. Blijft het sneeuwen dan wordt het alsmaar zwaarder om weerstand te bieden tegen deze zwaartekracht.
De warmte bron waar wij ons vertrouwen in hebben gesteld,bied steun op de ‘onbegaanbare’ weg van kou, sneeuwbergen en diepe valkuilen.
Deze bevindingen zijn voor ieder duidelijk herkenbaar. De warmte van omstanders gaf ons doorstroming naar een tijd waarnaar werd uitgekeken.
Het gemis blijft als een rode draad mijn leven beheersen, met het vertrouwen in mensen die mij in liefde omringen.
Door deze ontwikkeling ben ik strijdbaar geworden in mijn leven, en vertel aan ieder die dit wenst hoe kwetsbaar het leven in werkelijkheid is.
Ik wil graag alle lotgenoten het vertrouwen wensen wat nodig is, om te kunnen overleven. Want ik had niet kunnen denken dat er ooit nog een dag zou komen dat ik weer zou kunnen genieten. Gelukkig dat die dag weer aangebroken is voor mij, dit wens ik alle lotgenoten toe , dat voor u ook deze dag komen mag….

Wil Berends

Dood Floor rijt oude wonden open

Beste lotgenoten,

Dit is mijn reactie op het ADS journaal 21. Ik blijf me ergeren aan al deze mishandelingen moord en doodslag. Met alle aandacht heb ik deze 'verhalen' door gelezen. Wij blijven alle dagen bezig om de mentaliteit van de mensen bij te schaven. Jullie strijden voort, met alle bewondering. Jullie weten ook hoe wij er mee bezig zijn, en toch gebeurt het steeds weer. Je kan er niet in berusten, volgens mij is dit bij alle lotgenoten voelbaar aanwezig. Velen zetten zich in om de ' buiten -wacht', bewust te maken wat de slachtoffers en lotgenoten door dit onnozel geweld moeten mee maken. Daar willen wij onze mede mens voor behoeden, het is alleen zo verrekte jammer dat ze niet willen luisteren. Er wordt zoveel gedaan om dit geweld tegen te gaan, maar toch staan alle dagen de kranten vol met misplaatst gedrag en alle gevolgen van dien. Als ik even te fel uithaal , is dit omdat het mij mateloos erger aan al het geweld.
Ik word er zelf onderhand ontzettend moe van dat het zo weinig zoden aan de dijk zet. Er luid een gezegde: die vecht zich dood.
Soms voel ik me net als een pitbúll die zich vast heeft gebeten. Door de jaren ben ik aan het eind van mijn Latijn gekomen. Ik moet mij erbij neerleggen, of ik wil of niet. De gezondheid van mijzelf komt anders in het geding. Het is een hele opgave voor mij om dit duidelijk uiteen te zetten, deze strijdbijl wegens gezondheidsreden te moeten neerleggen. Met de site "Waarom nou jij?" wil ik blijven doorgaan, maar bij de vereniging VOVK stop ik eind 2005 als contactpersoon. Op doktersadvies moet ik mij ontladen van teveel spanningen. Hoe doe je dat? Hopelijk door alvast deze stap te doen. Al kost het mij heel veel moeite...maar het moet zogezegd...
Vriendelijke groet Will Berends

Wil Berends, Waarom nou jij

Een boek die de maatschappij iets te vertellen heeft. Een boek met gedichten verzen en verhalen woorden recht uit het hart van een moeder die haar zoon verloren heeft. Een dappere moeder die nooit opgeeft.
Ik heb wel eens tegen haar gezegd waar haal je de energie vandaan. Ik werd er soms beu van. Toen ik een paar maanden geleden het manuscript op mijn bureau kreeg heb ik het in een ruk uitgelezen. Het begon als een ikke boek zo’n baby boek met een plukje haar en eerste melktandje de eerste stapjes enzovoort. Maar al gauw zat ik midden in het leven van een opgroeiend kind dat een gelukkige jeugd genoot. Op een manier geschreven die je niet losliet ondanks dat ieder weet hoe het afloopt is de weg daar naar toe zeer boeiend. De laatste maanden heb ik vaak met Wil en Frans om de tafel gezeten om over de cover van het boek te brainstormen. De cover daar hebben we heel goed over nagedacht en uiteindelijk hebben we een foto genomen waar de zon op de grafsteen van Jeff schijnt. Heel symbolisch als het boek gelezen hebt weet je wat dit inhoud.
Er zijn spannende momenten geweest tijdens het persklaar maken van het boek. We hadden alles gepland en toen de uitnodigingen de deur uit waren ging er van alles mis. De computer van Toni en Juriaan liep in de soep. Je mag best weten ik heb er wel een paar slapeloze nachten van gehad. Er was zelfs sprake van dat het boek niet op tijd klaar kon zijn. En ik wist bij god niet hoe ik dit verschrikkelijke nieuws aan Frans en Willy moest vertellen. De drukker heeft zijn uiterste best gedaan, het enige wat niet meer te realiseren was dat was de harde kaft. Het bleef spannend tot het laatste moment afgelopen woensdagnacht klokslag twee uur is het boek ter perse gegaan. Donderdag is het gebonden en vrijdagmiddag om drie uur werd het bij mijn uitgeverij afgeleverd de dozen voelden nog warm net versgebakken brood. Je mag best weten toen het vrachtwagentje voor mijn deur stond, heb ik een vreugde dansje gemaakt. Er viel een last van mijn schouder. Maar het boek is verschenen ‘Bedankt. Juriaan en Toni Esther en Ivon die ook een beetje de eindredactie van het manuscript hebben gedaan. Ook Harrie Hurenkamp die de boekenlegger en de uitnodiging heeft ontworpen. Drukkerij Jellema niet te vergeten, en iedereen die er aan meegewerkt heeft om het manuscript van Willy Berends tot een boek te maken. Wie schrijft die blijft en Jeff waar het uiteindelijk over gaat blijft ook voort leven onder ons en alle mensen die het boek lezen.

Ik geef nu het woord aan Jan Hurenkamp,
Op 16 maart 1997 overleed mijn neef Jeffery Berends. Omdat in een brute uiting van geweld iemand buiten alle proporties reageerde op een situatie die normaal gesproken op professionele wijze opgelost had moeten worden. Hij kwam om het leven door zinloos geweld, zoals dit soort rampen in één woord worden samengevat. Zinloos omdat er absoluut geen reden voor is. Er gebeurt vooraf niets dat deze mate van geweld rechtvaardigt. Er is vaak alleen een ondergeschikte aanleiding, zoals in dit geval een rumoerige situatie en een cafetaria .Zinloos ook omdat er geen enkel zinnig doel mee wordt nagestreefd. Pure agressie om de agressie. Om te laten zien dat je er bent, dat je dat durft en kunt.
Wat de gevolgen waren van dit geweld voor Jeffery weten we allen. Wat de gevolgen zijn voor de naast betrokkenen van het slachtoffer weten velen minder. Al helemaal niet als het gaat om de moeder . Daarover gaat dit boek
Wat is dit boek?
Intense beschrijving van de manier waarop een moeder een ingrijpende gebeurtenis als het verliezen van een kind, een zoon, van een belofte voor de toekomst persoonlijk heeft ervaren. Hoe zij het noodlot ervan heeft verwerkt, het noodlot van Jeffery’s aanwezigheid op de verkeerde plaats op het verkeerde moment en het onomkeerbare daarvan.
Het is een beschrijving van de eenzaamheid van ieder mens bij het verwerken van verdriet en woede. Uiteindelijk sta je alleen, in het diepst van je gevoelens. Aansluiting vind je (en vermoed je ook) alleen binnen je eigen gezin, dus personen die het zelfde verdriet en de zelfde woede ondergaan. Dat zoeken naar deelgenoten in het verdriet, naar medelijden van dat verdriet, leidt vervolgens als vanzelf tot contactgroepen van mensen die gelijke ervaringen hebben in dit geval de groep van ouder die een kind verloren hebben. Dat proces staat in dit boek. Dwars door alle maatschappelijke en politieke verschillen heen bindt de pure ervaring van het verlies, hier voelt men de eenzaamheid het minst.. Men is deelgenoot. Zelfs het niet kunnen invoelen door anderen van datgene wat je hebt ondergaan in ondergaat, ervaar je en herken je als een gemeenschappelijk gemis. “Lege dozen” noemen meneer en mevrouw Zantinge dat fenomeen.
In welke vorm heeft Willy dat nou gedaan?
Het is opgebouwd uit korte snelle passages. Dat houdt de spanning erin en maakt het boek leesbaar. Het geeft vooral de eigen mening weer, het eigen gevoel. Het boek debatteert niet. Ook bij controversiële zaken als het gedoogbeleid voor drugs en het donorschap van ledematen wordt er een mening geponeerd zonder onderbouwing. Daar moet u ook niet naar zoeken. In die zin is het niet onderbouwen geen gemis. Het boek is niet bedoeld om u te overtuigen. Het getuigt van de eigen ellende en binnen die ellende van de eigen kijk op bepaalde maatschappelijke gebeurtenissen…
Het is ook een getuigenis voor Jeffery geworden. Als moeder sta je voor en achter je kind. Wat het doet, heb je zelf gedaan. Wat het lijdt, onder ga je zelf. Als moeder identificeer je je zelf met hem.
Het dooreenlopen van de schrijversrol en de moederrol wordt het mooist zichtbaar in de bijna vanzelfsprekende overgang naar de jijvorm in plaats van over hij-vorm. Een paar keer maar het sterkst opvollend bij beschrijven van Jeffery’s eerste verliefdheid.
Waarom schreef ze dit boek?
Vluchten kan niet meer… De moeder moet een uitweg vinden uit haar verdriet.
De lieveheersbeestjes: ze schrijft het als een aanklacht tegen het zinloos geweld. Om bewustzijn bij te brengen voor de gevolgen en bezinning.
Om onze overheden en maatschappelijke instituties te confronteren met hun wijze van hulpverlening. Hoe men langs de meest elementaire gevoelens van de slachtoffers heen werkt. Hoe die gevoelens vaak helemaal geen voorwerp van zorg zijn bij de processen die plaats vinden. Slachtofferhulp staat nog in de kinderschoenen.
Sterk vind ik de letterlijke brieven in het boek. Ze staan op de goede plekken, in de goede samenhang en zijn krachtige getuigenissen van menselijke betrokkenheid. De brief van mw , IJseldijk is een prachtig voorbeeld. Ook de teksten van de viering gaan krachtig leven.
Het schrijven van dit boek was een manier om het verdriet te verwerken. In die zin is het natuurlijk autobiografisch. De functie kennen we al wel in de vorm van een dagboek. Dit is geen dagboek. Het is ook geen roman. Ik zou niet weten tot welk genre we het moeten rekenen. Het is een beschrijving van de invloed van een zoon op de moeder. Niet in de zin van overreding of overtuiging. Neen, de emotionele indruk die het kind maakt op de moeder, nog vet gezegd: de door het kind door zijn handel en wandel bij de moeder opgewekte emotie. Het leven van Jeffery staat als een film gezien door de ogen van de moeder.
Het past wel in onze tijd, waarin we in de media en met name bij de televisie een toenemende belangstelling zien voor de gevoelens van de mensen. De loutere feiten zijn niet meer het interessantste.
Leven gaat door en dingen gebeuren onafhankelijk van je eigen situatie. Jij zelf verbindt ze wel. Klein verdriet sluit je op. Je merkt de buitenwereld niet. Bij zeer intens verdriet valt dat scherm. Je kijkt er door heen en ziet dat niemand zijn handelen erop af stemt. Dat leidt tot een intens gevoel van eenzaamheid. Kinderen fietsen naar school over de Kanaal dijk door de regen…
Woorden moeten ons verdriet en onze woede temperen. We hebben geheugen en bewustzijn.. Verdriet slijt maar niet vanzelf.
Overgang en verdriet, verbijstering , ongeloof naar woede, uitmondend in een drang naar gerechtigheid. Daarmee eindigt ook dit boek.
Wij wensen Willy toe, dat de uitgaven van dit boek het einde mag zijn van haar terecht vechtproces. Niet van het verdriet. Dat is niet te helen. Maar wel dat zij en haar naaste, Frans en de kinderen een beetje vrede mogen vinden. Dat de zon weer achter de wolken heen komt en warmte gaat verspreiden.

Ik geef nu het woord aan de schrijfster van het boek Waarom nou jij?
Wij zijn hier bijeen om een speciale reden die voor iedereen wel bekend is.
Het verlies van onze zoon Jeff door zinloos geweld is het ergste wat ons is overkomen.
Dit zullen wij altijd blijven betreuren. Wij zien de vele problemen om ons heen en vinden het belangrijk dat deze ter harte worden genomen. Het is belangrijk voor iedereen dat men dit leert inzien. Niemand alleen kan de wereld verbeteren. Dit moeten we samen doen.
Daarom geef ik het boek uit met de titel ” Waarom nou jij? ”
Wij willen onze beide dochters als eerste het boek overhandigen met blijvende herinnering aan Jeff voor de 20 mooie jaren die we samen als gezin hebben gedeeld. Zo dadelijk laten wij symbolisch een boek met luchtballonnen in alle kleuren van de regenboog opstijgen.
Niemand weet hoelang en ver deze met de wind zal meevoeren, het is niet te voorspellen.
Net zo min als het leven zelf door niemand te voorspellen is. Ik spreek de wens uit dat ieder kind veilig mag opgroeien in liefde, tot een waardig volwassen mens.
Ik hoop dat dit boek ertoe zal bijdragen dat ieder leert inzien hoe belangrijk de gevolgen van eigen handelen zijn.
Ik wil geen uitzondering maken door iemand speciaal bij name te bedanken. Anders zou ik soms iemand kunnen vergeten. Het kleinste gebaar was voor ons soms o zo belangrijk.
Wij willen in het algemeen iedereen bedanken die ons hebben gesteund , in het verlies.

Er is veel verandert, nadat onze zoon Jeff op 16 maart 1997 door zinloos geweld is overleden ...
Zijn dood heeft grote sporen na gelaten, door verlies verdriet pijn en gemis.
Door de vele tegenslagen zijn we gesterkt in de strijd tegen zinloos geweld.

Via deze weg hoop ik steun te kunnen geven aan lotgenoten .
door wat zij met mij willen delen en toevertrouwen.
Het is belangrijk dat men een klankbord vindt waar men met zijn vragen terecht kan.
Dat er bovenal wordt geluisterd naar de problemen waar men zelf geen antwoord meer weet

Willy Berends

Mijn naam is Willy Berends, moeder van de op 16 maart 1997 vermoordde Jeffery Berends.
Op dinsdagavond 4 juni 2002, had ik de T.V aanstaan en zag opeens twee bekende gezichten op het scherm. Er waren vier ouders van een vermoord kind in die uitzending. Het onderwerp ging over vergeving, dit was voor mij erg belangrijk en heb het met alle aandacht gevolgd. De reacties van deze ouders waren verschillend, toch hebben ze mij een persoonlijke aanvulling gegeven na aanleiding van hun betoog. Ook aan ons heeft de dader op geen enkele wijze wat van zich laten horen nog spijt getoond. Dit heeft ons erg veel pijn en verdriet gedaan. Al veel eerder heb ik met deze vraag geworsteld, nadat het boek gepresenteerd werd. Zelf was ik van mening dat de dader ongetwijfeld het boek in handen zou krijgen. Dit kun je niet voorkomen en dat hoeft ook niet, vind ik. Ook hij mag weten wat ik geschreven heb. Inmiddels heb ik via een omweg bericht gekregen dat de dader het boek gelezen heeft. Mijn reactie was: als hij het boek goed leest weet hij alsnog wat hij moet doen. Wat waren wij kwaad op de dader omdat hij onze zoon Jeff het leven heeft afgenomen, door zinloos geweld. Wij hebben de dader in de rechtszaal gezien en gehoord, wat een hele zware en moeilijke opdracht was voor ons als gezin, toch moesten wij er zijn, in naam van Jeff. Wij wilden niet dat er over zijn laatste uur op aarde gesproken werd zonder ons. Nu we vijf jaar verder zijn , willen we niet dat ons leven geruïneerd wordt door verbittering. Omdat er geen enkel woord van spijt door de dader in al die voorbijgaande jaren ons is toegedaan. Wij hebben onze mening gevormd omtrent vergeving, het staat omschreven in het boek. Daarom willen wij over deze vraag niet verder meer na denken het doet enkel maar verdriet. Op mijn manier wil ik, met mijn idee een positieve invulling geven, door lezingen te geven aan jeugd en jongeren. Voor informatie kan men via email een oproep doen.
Met vriendelijke groet, Wil Berends

Susan van den Berg, vijf jaar na de gewelddadige dood van Natasja

Wat rest zijn de gedachten aan en de liefde voor Natasja.
Enkele schriften vol en een foto van een vrolijke jonge vrouw; dat zijn onder andere de zaken die vijf jaar na de geweldige dood van Natasja Veenman nog steeds centraal staan bij haar familie. De 26-jarige Hoekse werd vijf jaar geleden door messteken om het leven gebracht."Nog dagelijks worden we geconfronteerd met nieuwe slachtoffers van geweld. Waarbij de dader (maar ook veelal de omgeving) vergeet dat ook de hele familie en vriendenkring slachtoffer wordt en blijft,"aldus de moeder van Natasja Susan van den Berg, die na vijf jaar de moed kon en wilde opbrengen haar verhaal te doen.
"Natasja had kort een relatie, maar daar maakte ze na enkele weken al een einde aan. Die vriend kon dat echter niet verwerken en dat werd haar fataal. Hij heeft zeven jaar gekregen en loopt nu weer rond, want zeven jaar gevangenisstraf betekent in Nederland, dat je na vier en een half jaar vrij komt." De dader had al eens eerder bij het RIAGG en andere hulpverlenende instanties aangeklopt om hulp, maar niemand zag toen in hoe ver hij heen was. "Na een film gezien te hebben bedacht hij;'als ik Natasja dood maak hoef ik niet meer aan haar te denken'. Dat zat in zijn hoofd. Pas vorig jaar, na zijn vrijlating, hoorden we van hem de ware toedracht." Onze dochter was de dupe van een slachtoffer van de maatschappij'.
In vijf jaar tijd is Susan een 'ervaringsdeskundige' geworden in het signaleren van ellende rond slachtoffers en de kring daar omheen. Susan met een familie die troost zocht en vond bij elkaar, maar niet van professionele zijde. "Je loopt constant met de kop tegen de muur. Alle aandacht gaat naar de dader. Die wordt opgepakt, onderzocht, er wordt uitgebreid mee gesproken en alle facetten van zijn leven en bestaan worden aan een nader onderzoek onderworpen. Kosten noch moeite worden gespaard om te kunnen achterhalen waarom hij of zij iets heeft gedaan, of er misschien verzachtende omstandigheden waren, of er kans op herhaling bestaat en ga zo maar door. Maar wie denkt er aan de mensen die achterblijven? Ja, je kunt terecht bij Slachtofferhulp: op werkdagen tussen 9 en 5 uur. Maar dat zijn net de tijden dat je zelf 'tussen de mensen zit' en je zinnen probeert te verzetten. 's Avonds en in de weekenden stapelen echter de problemen zich op in je hoofd en juist dan kun je nergens terecht." "Hoe leefbaar is Nederland?" vraagt Susan zich al vijf jaar in alle ernst af. "Je kent de weg niet die volgt of te volgen is na een ernstig misdrijf, je moet toevallig van iemand iets horen. Hoe werkt het op de rechtbank? Wanneer, hoe en door wie wordt de zaak behandeld? Wat moeten we wel en wat juist niet doen? Wat moeten met een strafmaat van 7 jaar, met wie kunnen we daarover praten? Pas na drie jaar ontdekten wij dat er een vereniging is voor ouders van een vermoord kind. Waarom wordt daar niet eerder op attent gemaakt? Waarom meldt de politie niet elk slachtoffer aan bij Slachtofferhulp, zodat meteen actie ondernomen kan worden?" Sinds kort is er een stichting opgericht: 'Slachtoffers van Geweld'. "In je omgeving vindt men het veelal vervelend dat je na een bepaalde tijd nog steeds over je kind of de omstandigheden loopt zeuren. Bij dergelijke verenigingen kun je echter altijd je verhaal kwijt, want men weet waar je het over hebt. Het verliezen van een kind of een familielid door moord is als een amputatie; dat blijft je hele leven bij je!" Besef. Na gesprekken met de dader, die vrij is maar de maatschappij niet in durft, kent de familie van Natasja nu de ware toedracht rond de moord. "Met elkaar hebben we zoiets van: wat er ook gebeurt, we leggen ons bij de uitslag van de zaak neer. Dat laten we verder achter ons. Door de gesprekken is het plaatje rond. We weten nu wat we wilden weten. Wel besef je in de loop der jaren hoeveel je om elkaar geeft. Dat zeggen we ook tegen elkaar, nu het nog kan!" Doorleven kost soms erg veel energie. "Je moet constant opkomen voor je eigen belangen, je eigen gevoelens. Menig keer wordt je in de verdediging gedrukt. Moord in je directe omgeving heeft een geweldige impact op jezelf, op de mensen om je heen.
Niet iedereen realiseert zich dat en het gebeurt eigenlijk nog dagelijks om je heen: sla de krant er maar op open." Helpen. Om mensen, die geconfronteerd worden met dezelfde ellende als Susan en haar kinderen ondervonden, te helpen is zij een van de initiatiefnemers van de stichting Aandacht Doet Spreken.
"Een stichting met name voor kinderen, partners, familieleden en vrienden van het slachtoffer. We hebben inmiddels een nieuwe website www.aandachtdoetspreken.nl met daarop tal van gegevens die van belang kunnen zijn. Dan kan men tenminste ergens terecht; bij mensen die weten wat het is om - buiten je wil om - geconfronteerd te worden met zo iets vreselijks als moord."
je me nooit zou vergeten.

Natasja.

Als ik morgen dood ga
leef dan gewoon door
want je hebt me laten weten
dat, als je me verloor

De gewelddadige dood van Max schokt personeel en klanten

Business as usual bij het tankstation De Slaag langs de A1 tussen Baarn en Amersfoort. Op het personeel na lijkt geen mens zich ervan bewust dat juist hier een pompbediende met zijn leven moest betalen voor een tank benzine. Auto's rijden af en aan. Tanken bij één van de vele pompen, netjes betalen en snel de weg weer op, richting eindbestemming. Zo hoort het. Zo ging het zaterdagavond niet. Een 27-jarige man uit Eemnes, met een flinke slok teveel op, heeft helemaal geen zin te betalen voor zijn tank brandstof. Hij wil wegrijden, maar dat gaat een pompbediende te ver. Hij loopt richting de auto, maar krijgt geen kans de automobilist aan te spreken. Voor hij het beseft, ligt hij op de motorkap om pas tientallen meters verder van de woest optrekkende, slingerende en slippende wagen gesmakt te worden. Half dood. Maandagnacht bezweek de vijftigjarige man uit Harderwijk aan het opgelopen hersenletsel.
Bij het Shell-tankstation is van het drama niets te merken. Geen bloemen, geen enkel aandenken. ,,Oh, was dat hier?'', zegt de Amsterdamse A. Disbudah. Ze slaat de hand voor de mond. ,,Verschrikkelijk.'' Even is het stil. Dan klinkt het beslist: ,,Het is de almaar stijgende criminaliteit. En de slechte economie. Mensen doen rare dingen. Raken in een depressie, gaan drinken, willen besparen door te stelen. Het is beangstigend.'' In de shop doet het in gele polo's gestoken personeel hard z'n best zo normaal mogelijk het werk te verrichten. Een jonge medewerker begint koortsachtig te vertellen. ,,Ja, natuurlijk heb ik hem gekend. Ik zag hem wel eens. Mijn vader kende hem beter. Die had afgelopen weekeinde eigenlijk dienst tegelijk met hem. Maar hij had een paar vrije dagen opgenomen. Anders was hij erbij geweest.'' Het personeel is zaterdag na het ongeluk gebeld door de werkgever, zegt de jongen. Hij weet precies waar het is gebeurd. ,,Daar'', wijst hij, bij pomp 12. ,,En daar helemaal is hij pas neergekomen'', zegt hij met een wijds armgebaar. Gisterochtend kwam een tweede telefoontje van de baas. ,,We gaan met z'n allen naar de begrafenis.'' M. de Vries uit Deventer zegt dat benzinediefstal veel voorkomt. Niet alleen bij de pomp, maar ook uit de eigen auto. ,,Als je geen sleuteltje hebt voor je tankdop, ben je gewoon aan de beurt. Mijn moeder laatst nog. Ze had net getankt. 's Nachts hebben ze er een slangetje in gehangen. Even zuigen en de tank loopt leeg in een jerrycan. Je kent dat wel van vroeger, van de lessen natuurkunde'', zegt de elektricien. ,,Maar voor een paar honderd kilometer gratis rijden, vermoord je toch niet iemand? Een mensenleven is onbetaalbaar.'' H. de Kluis, medewerker buitendienst van een bedrijf uit Ede, noemt het voorval 'belachelijk'. ,,Dat zoiets in Nederland kan. Voor vijftig euro iemand doodrijden. Echt heel erg. Die pompbediende deed gewoon z'n werk. Kwam zonder na te denken op voor de centen van zijn baas, wilde die beschermen.''

Politie en O.M. grote afwezigen bij uitreiking boek over Tinka

Schitterend onderzoek teleurstellend afgerond

BREDA – Het was op vrijdag 2 juni 2006een druk bezochte persmeeting in Motel Brabant aan de Heerbaan in Breda. Cees van Rooij, vader van de in 2004 vermoorde Tinka, presenteerde daar het echte verhaal over de moord op zijn 27-jarige dochter. Uit dankbaarheid voor de wijze waarop zij te werk is gegaan wilde Cees het eerste exemplaar van zijn boek overhandigen aan het ‘fenomenale’ rechercheteam van de politie in Midden en West Brabant.” Geheel onverwachts en tot grote teleurstelling van Cees en zijn vrouw Ria verbood het Ministerie van Justitie dat. Ook de Bredase Officier van Justitie mr. Ria Lemstra mocht de presentatie niet bijwonen.

‘Vermist en vermoord: Tinka van Rooij’, is de titel van het boek dat Cees van Rooij ten doop hield. Op de persbijeenkomst was het een drukte van belang. Lang voordat Cees en de presentator van het TROS programma ‘Vermist’, Jaap Jongbloed, arriveerden stonden er al veel tv-camera’s opgesteld. Jaap Jongbloed kwam met Cees mee omdat hij de presentator en de bewerker van het boek was. Bovendien had hij over deze roemruchte moordzaak een documentaire gemaakt die afgelopen zaterdagavond is uitzonden op TROS TV. De afwezigheid van politie en justitie bleef als een grauwe sluier over de bijeenkomst hangen, een tegenvaller voor Cees van Rooij die het er zichtbaar erg moeilijk mee had.

“Ons wordt de mogelijkheid ontnomen om onze dankbaarheid te tonen voor de enorme inzet van het rechercheteam, de persoonlijke begeleiding door Henk Roovers en Jan Leemans en de officier van justitie. Ik ben gedesillusioneerd,“ liet hij bij zijn inleiding weten. Ook Jaap Jongbloed had er geen goed woord voor over. “Ik kan dit niet uitleggen. Onzin dat de neutraliteit van het strafproces in het geding is. Formeel is de zaak nog wel onder de rechter, maar voor wie treedt het Openbaar Ministerie eigenlijk op? Voor slachtoffers en voor nabestaanden. Zo krijgt de familie nog eens een knauw. Dit is een heel grote inschattingsfout van justitie,“ liet hij verwijtend aan het adres van het Openbaar Ministerie weten. Een schitterend onderzoek is door toedoen van het Openbaar Ministerie teleurstellend afgerond. Juridische gronden zijn tot op de dag van vandaag nog steeds sterker dan de emotionele.

Jammer dat alles zo moest lopen. Uit het boek van Cees van Rooij blijkt dat politie en justitie door hun voortvarende en methodische aanpak een flinke pluim verdienen. “Het rechercheteam, dat ons onder leiding van de onvolprezen Jan Leemans en Henk Roovers van het begin tot eind heeft begeleid, heeft fenomenaal werk gedaan,” schrijft hij Cees in het nawoord van zijn boek. Over de staande magistratuur schrijft hij: “Ook de officier van justitie en de advocaat-generaal verdienen alle lof voor hun deskundigheid en toewijding”. In zijn boek beschrijft Cees hoe hij en zijn vrouw de dagen na de moord op hun dochter Tinka doorkwamen. Groot verdriet vooral ook omdat hun dochter Tinka in de media in een vals daglicht werd geplaatst. Om het echte verhaal bekend te maken schreef hij aan de hand van zijn dagelijkse aantekeningen het boek: ‘Vermist en vermoord: Tinka van Rooij.’ “Het boek is ook monument voor Tinka,” laat Cees nog steeds met pijn in zijn hart weten.

Het door Jaap Jongbloed tot boek bewerkt verhaal werd aangeboden aan Mieke van Dorst van de stichting ‘Aandacht doet spreken’. Cees en Ria van Rooij hebben zich daar als lotgenoten bij aangesloten. Mieke Van Dorst is de moeder van de in Roosendaal door haar vriend vermoorde Sabrina Smit. Bij de overhandiging van het boek zei Cees: „Het gaat niet om aandacht voor ons, maar voor Tinka. Het is een boodschap aan de daders, aan de maatschappij en aan lotgenoten.“

Het boek is in de winkel verkrijgbaar onder ISBN nummer 90-808267-9-0 en kent een oplage van 15.000.

zaterdag 27 mei 2006

Inleiding:
Als rechtbankverslaggever voor BN/DeStem heeft Vif Janssen het strafproces tegen de vier verdachten van de moord op de 27-jarige Tinka van Rooij, een van de gruwelijkste, meest berekende misdrijven in dit land, van A tot Z meegemaakt. Geen luguber detail werd tijdens de vele zittingen uit de weg gegaan. Niet bij de rechtbank in Breda, niet tijdens het hoger beroep in Den Bosch. Rechters moeten zich een objectief oordeel vormen. De behandeling is zakelijk en kil. De verslaggever heeft tot taak de lezers een objectief verslag van de feiten en gebeurtenissen te geven.
Een journalist is echter ook een mens. Als het zoveelste gruwelijke detail tijdens de voorbereiding, de moord, het verdonkeremanen van het levenloze lichaam en de dagen erna wordt besproken, heb je wat weg te slikken. Als moeder van een even oude dochter dwalen de gedachten niet zelden af. Wat moeten de ouders en de zus, op een halve meter achter je in de bankjes in de rechtszaal, in vredesnaam doorstaan. Je hoort het gesnik, de worsteling, de pijn, het instorten. Je hoort de slachtofferverklaring aan van vader Cees in Breda, de slachtofferverklaring van moeder Ria bij het Gerechtshof in Den Bosch. Dat is emotie, en over het feit dat die er is, kun je berichten. Je praat met ze na over het verloop van het proces, de strafmaat en de frustratie dat Betty B. uit Oosterhout tot tweemaal toe wordt vrijgesproken. Zakelijk, want je bent verslaggever. Je kent de feiten, maar als mens wil je echter antwoorden op persoonlijke vragen, ook de lezer op afstand. Die geeft vader Cees van Rooij in zijn boek ‘Vermist en vermoord: Tinka van Rooij.
EEN MONUMENT VOOR TINKA

Precies twee jaar geleden, op 26 mei, werd de 27-jarige Tinka van Rooij uit Breda op gruwelijke wijze om het leven gebracht in een wiethok in Zevenbergschen Hoek. Veertien dagen later wordt haar lichaam, verpakt in plastic en omwikkeld met touwen en een loodzware ankerketting, gevonden in de Biesbosch. Het levensgeluk van haar ouders Ria en Cees en haar zus Mariëlle sloeg 24 maanden geleden om in een nachtmerrie die tot op de dag van vandaag duurt. Vader Cees van Rooij schreef het verdriet, de woede, het onbegrip, de onmacht en verontwaardiging in een boek van zich af. Woensdag 31 mei ligt ‘Vermist en vermoord: Tinka van Rooij’ in de boekhandel.

Door Vif Janssen

Hoe is het om in oog in oog met de moordenaars van je kind te staan? Waarom sla je er dan niet op los? Hoe kom je de dagen en nachten van onzekerheid en angst door als je dochter wordt vermist? Hoe vertel je ouders dat hun dochter in het water is gevonden? In verregaande staat van ontbinding nog wel. Wie passeren er in je hoofd als mogelijke moordenaar? Wie vertrouw je nog? Wat vertelt de politie je tijdens het intensieve, langdurige onderzoek? Hebben ze hun dode dochter en zus nog gezien? Hoe was dat dan? Hoe leef je verder? Kun je nog verder leven? Ben je tevreden met de langdurige gevangenisstraffen die drie van de vier verdachten zijn opgelegd? Hoe kijk je aan tegen de vrouw die tot tweemaal toe werd vrijgesproken?

Het boek dat Cees van Rooij heeft geschreven, geeft antwoord op die talrijke vragen. Al is het niet op de hamvraag waarom hun kind dood moest. Was hoofddader Arno N. uit Made verliefd op Tinka en jaloers op haar nieuwe lover? Wist ze te veel? Of wilde Angelo de B. uit Oosterhout Tinka’s plaats als hulpje in wiethokjes overnemen? Het ware antwoord zal nooit boven water komen.
De vader probeert toch het meest waarschijnlijke scenario te schetsen op basis van het dossier. Een scenario van een levensechte, maar niet waargebeurde film. Een griezelig draaiboek van Tinkeltjes walgelijk goed voorbereide dood.
In ‘Vermist en vermoord: Tinka van Rooij’ worden alle facetten van de traumatische moord belicht. Het politieonderzoek, de verhoren en de rechtszittingen. De personen van de moordenaars: de griezel (Arno N. uit Made), de gluiperd (Angelo de B. uit Oosterhout), de gek (Jack(y) B. uit Ulvenhout) en de vrouw die van niks wist (Betty B. uit Oosterhout). De weerzinwekkende details worden daarbij niet uit de weg gegaan. Die zijn ook nodig, anders ontgaat de lezer de context, de ernst en de diepte van het verdriet.

‘Vermist en vermoord’, uitgegeven door Jaap Jongbloed, is vooral een boek van emotie. Knap dat het geschreven is. Knap hoe het geschreven is. Niet ranzig, niet sensationeel. Niet uit winstbejag, want het kost maar 9,95 euro.
Natuurlijk passeren ‘ellendige schoften, sensatielijers met zero inlevingsvermogen en gewetenloze beesten de revue. De vader heeft echter niet alleen een uitlaatklep willen vinden voor de ellende, het hartverscheurende verdriet, de machteloosheid en woede. Hij heeft vooral ook een monument neer willen zetten voor zijn dochter’, die tussen de moord en heden nog steeds door sommigen wordt gecriminaliseerd. Hij wil door genuanceerde informatie de indianenverhalen en het beeld corrigeren dat Tinka is afgerekend, omdat ze in een crimineel circuit verkeerde. Het eigen-schuld-dikke-bult-principe.
Hij wil afrekenen met gewetenloze journalisten die zonder hoor en wederhoor, zonder feitelijke kennis van zaken zich een ongenuanceerd oordeel hebben gevormd over zijn dochter.
Hij geeft ook lucht aan zijn onbegrip, ongenoegen en pijn dat familieleden in de eerste lijn, bepaalde vrienden en kennissen het helemaal hebben laten afweten. Ook Jeroen, de militair die Tinka’s grootste liefde was toen ze werd vermoord.

Cees heeft niet de illusie dat hij en zijn vrouw en dochter het immense verdriet ooit zullen kunnen verwerken. Ze zijn geamputeerd zonder verdoving. Maar Tinka heeft nu twee monumenten:
De urn in de vorm van een goudkleurige dolfijn met haar as op het gedenkkastje in het huis van Cees en Ria. En het boek. De lezer zij gewaarschuwd: het grijpt je regelmatig naar de strot.

Uit het dagboek van zus Mariëlle:
“ Het is donderdagavond 10 juni, 21.00 uur. De recherche belt dat ik NU moet komen. Ik mag vanaf dit moment met niemand meer contact hebben. Ik begin te trillen, te huilen en te roken. Ik roep: Ze is dood. Mijn zus is dood.” (…)
“Rechercheur Henk neemt het woord: We hebben een lijk gevonden in de Biesbosch en we hebben het vermoeden dat het om Tinka gaat. Dat kan niet, denk ik.
Vrouw, mist hoektand, blauwe spijkerbroek, witte Adidas-schoenen, witte korte badstof sokjes. Langzaam dringt de werkelijkheid tot me door. De lijst gaat verder:
Hennes en Mauritz lingerie, wit T-shirt van Donna Karan, groen met aqua jasje, gelnagels, 1.73 meter lang, tatoeage met vlecht bij enkel.
Alles klopt, dit moet Tinka wel zijn.
“Het kan ook een ander zijn, toch? De rechercheurs zien het aan en laten ons dan de sieraden zien die ze van het lichaam hebben af gehaald. Daaronder een nieuwe armband. De letters J. en T. staan erin: Jeroen en Tinka.
Nee!!! Schreeuw ik en ik laat mijn hoofd op tafel vallen.” (…)
En nu… Naar mijn ouders om hen te vertellen dat hun dochter dood is. Dit is de verschrikkelijkste avond van mijn leven. Hoe ga ik dit in godsnaam vertellen.”
Op de parkeerplaats voor het huis bij mijn ouders kan ik nog wel zo helder denken dat ik om een dokter vraag en een ambulance. Dit overleven ze niet, denk ik…”

Uit het dagboek van vader Cees:
“Een witte kist, zegt Ria resoluut. En dan krijgen we de volgende klap te verwerken. De uitvaartverzorger zegt dat Tinka’s lichaam in de aula niet in de kist kan liggen. Ze is erg verminkt en doordat ze twee weken in het water heeft gelegen, is haar lijk onwelriekende geuren gaan afgeven. Die zouden de aula naargeestig doen ruiken.
Wat, roepen Ria en ik in koor. Dat kan toch niet waar zijn. We gaan niet voor een lege kist zitten. Tinka moet erbij zijn. Het is of er naalden gestoken worden in een open wond. “En ik wil haar ook nog zien, voegt Ria er meteen aan toe. Als moeder wil ik haar hoe dan ook even aanraken. Al is het naar een hand of been.”

“Tinka ligt in een oranje kist. Ria en Mariëlle dragen mondkapjes en handschoenen. Ze mogen Tinka niet helemaal zien. De witte bodybag is een stukje opengeritst. Ria kan alleen Tinka’s been zien met de tatoeage. Ze raakt het aan en wrijft over de afbeelding. Dan wil ze Tinka een kus geven maar ze wordt tegengehouden. Er zijn op het lichaam te veel bacteriën aanwezig door de lange periode in het water…”

Tinka’s avontuur eindigde in grauwe garagebox

Uitbundig en levenslustig was de Bredase Tinka van Rooij. Met haar ouders reisde ze de hele wereld over. Maar ze had ook dubieuze vrienden, mannen die actief waren in de wiethandel. Tinka deed mee om wat extra geld te hebben voor een auto, nieuwe kleren en uitgaan, zegt haar vader Cees. De dood van Tinka bleek nog gruwelijker dan de ouders zich in hun ergste nachtmerries voorstelden. Ze werd vermoord in een garagebox in Zevenbergschen Hoek en haar lichaam werd in het water van de Biesbosch gegooid.
Woensdagavond 26 mei rond zes uur hebben Ria en Cees van Rooij hun dochter Tinka een kwartiertje aan de lijn. Ze is uitbundig, zoals altijd, en verheugt zich in het bijzonder op de dagelijkse chat-sessie die ze straks zal houden met haar grote liefde Jeroen. Met deze naar Irak uitgezonden militair wil de 27-jarige blondine in juli gaan samenwonen, een nieuw leven beginnen. Zoals altijd als pa en ma voor langere tijd in Zuid-Frankrijk op vakantie zijn, heeft de blijmoedige Tinka echter ook last van heimwee. Plagend eist ze dat haar ouders snel naar huis terugkomen.

Vier dagen later, weken vroeger dan gepland, staan beiden inderdaad op de stoep van Tinka’s woning aan ‘t Blokje in Breda. Niet om hun dochter in hun armen te sluiten, maar om haar te zoeken. Sinds de bewuste woensdagavond hebben Cees (60) en Ria (57), andere familieleden, vrienden en kennissen taal noch teken van haar vernomen. Dat is abnormaal voor de hoogst communicatieve vrouw, die bij wijze van spreken met haar mobieltje naar bed gaat. Zus Mariëlle heeft al aangifte van de vermissing gedaan. Pa Cees heeft vrijdagnacht heel angstig over Tinka gedroomd.

Onderweg in de auto naar huis hebben de ouders telefonisch contact gezocht met vrienden en kennissen van hun dochter. De eerste aan wie ze dachten, was Arno. Met deze 33-jarige man uit Made onderhoudt Tinka bij wijze van bijverdienste een aantal wiethokken die ze huren van particulieren. Dat gebeurt in dienst van een grotere, regionale wietorganisatie.

Arno heeft de nagelstiliste in de henneporganisatie geïntroduceerd, waar ze binnen een jaar tijd is opgegroeid van eenvoudige knipster van henneptoppen tot ophaalster van oogsten. Maar er is meer. Tinka weet dat de man verkikkerd is op haar. De sociaal begaafde en knappe jonge vrouw hoeft maar te kicken en Arno draaft op. Hij schenkt haar cadeautjes, zoals Lexus-achterlichten en dure velgen voor haar nieuwe Peugeot 206. Op de dinsdag voor Tinka’s verdwijning legt de handige Madenaar nog graszoden in haar achtertuin en grind in de voortuin. Ook timmert hij een nieuwe kleerkast op de eerste verdieping, want Tinka wil haar huisje keurig op orde hebben als Jeroen straks bij haar intrekt.

Arno vertelt de verontruste ouders telefonisch dat hij evenmin iets van Tinka heeft vernomen, wat hem bevreemdt. Hij zegt dat hij vrijdag nota bene voor niets bij haar aan de deur stond om een bed met elektrische lattenbodem te installeren. Als Cees en Ria zaterdagavond om half elf in Breda aankomen, belt Arno tien minuten later al aan. De man maakt een wat angstige en chaotische indruk: uit bezorgdheid over Tinka nemen de ouders zonder meer aan. Hun ongerustheid groeit alleen maar als de vriend wijst op een bijzondere gebeurtenis: op de avond van de verdwijning van Tinka is in Zevenbergen een kennis van haar aangehouden. Deze sportschoolhouder wordt verdacht van een geruchtmakende moord in België. Arno gelooft niet in toeval en suggereert dat dit met de verdwijning te maken heeft. Anders, zo houdt hij de radeloze ouders voor, is er wel een verband met het overhaaste vertrek naar Turkije van een andere ex-vriend van Tinka.

Mede op grond van deze informatie gaat het rechercheteam van de Bredase politie dat de verdwijning onderzoekt aan de slag: aanvankelijk in de verkeerde richting, want de mede door Arno verdacht gemaakte personen hebben niets met de zaak te maken, zo blijkt later.

Op tweede pinksterdag, vijf dagen na de vermissing, staat Arno opnieuw opnieuw op de stoep bij Cees en Ria. Dit keer met een vriend. Hij doet het dringende verzoek om de politie niets over hem te vertellen. Anders zou de recherche op het spoor komen van de wiethandel, wat zowel voor de organisatie als de spoorloze Tinka niet goed is. Op verzoek van Arno brengen de ouders met hem een bezoekje aan de woning van Tinka, waarbij de man uit Made onder meer zoekt naar lijstjes met namen en telefoonnummers welke verband houden met de hennepteelt.

De dagen verstrijken zonder bericht van Tinka. Moeder Ria ontpopt zich in deze periode als een rechercheur die met de moed der wanhoop eigenhandig adressen afrijdt in de hoop een spoor van haar dochter te vinden. Tevergeefs.

Langzaam maar zeker slaat totale paniek toe. Cees en Ria moeten slaap- en kalmeringsmiddelen slikken om overeind te blijven. Dat is des te moeilijker, nu in diverse media verhalen verschijnen over dubieuze vrienden die Tinka er op na houdt. Het zou gaan om zware criminelen uit West-Brabant met connecties in het xtc- en wapenmilieu. De ouders staan hier nagenoeg machteloos tegenover. Ze weten dat Tinka een feestbeest is dat met volle teugen van het leven geniet en mede door haar uiterlijk de aandacht trekt van mannen, onder wie mogelijk ook criminelen die goed in de slappe was zitten..

„Tinka is een sociaal slimme, ietwat naïeve meid, die goed in dat wereldje kan manoeuvreren. Maar ze is geen crimineel en heeft zelf zeker niet veel geld. Van de wietteelt kan ze alleen haar autootje rijden, leuke kleren kopen en uitgaan, meer niet“, weet vader Cees.

Ria omschrijft haar dochter als een ‘echte mammie- en pappie-meid’ die ‘ons verrast door aan te komen met kaartjes voor Lionel Richie en dat soort dingen’. Met hun levenslustige dochter reisden de ouders - op hun kosten - ook de hele wereld over: vakanties naar Mexico, Zuid-Afrika, Amerika, wintersport en autoraces. Tinka mag van avontuur houden, wereldvreemd is ze niet.

Dagen van wanhoop rijgen zich aaneen zonder echt nieuws, goed of slecht. In huize Van Rooij lopen vrienden, kennissen, schrijvende pers en cameraploegen af en aan. Vooral Cees zoekt de publiciteit in de hoop zijn dochter zo terug te krijgen. De ouders verschijnen bij het tv-programma Vermist en de zaak Tinka is niet weg te slaan uit de media.

Dan zorgt de familie zelf voor een kleine doorbraak. Op de dag van haar verdwijning heeft Tinka tegen bekenden gezegd dat ze ‘s avonds met een kennis naar een garage moest. Wie die man is en naar welke garage, blijft een raadsel. Totdat Ria in het toilet in Tinka’s woning een kalender ziet hangen die de politie kennelijk over het hoofd heeft gezien. In het vakje van woensdag 26 mei staat in het handschrift van haar dochter: ‘s avonds Arno.

De man, telg van een keurig gezin, wordt meteen verdachte nummer één. Hij blijkt een verleden te hebben dat het ergste doet vrezen: veertien jaar geleden kreeg Arno een celstraf met tbs opgelegd, omdat hij zijn toenmalige (ex-)vriendin met een honkbalknuppel zwaar had mishandeld.

Als ze dat al niet deed, houdt de familie Van Rooij vanaf nu rekening met het allerergste. Is Arno door het lint gegaan, toen hij, bijvoorbeeld tijdens het werk in een wiethokje, seksuele toenadering zocht tot Tinka? Kon hij het niet verkroppen dat de mooie vrouw voor wie hij alles over had, ging samenwonen met een ander? Is een wiethok niet een uitstekende plek om iemand ongezien te vermoorden? Talloze vragen spoken door de hoofden van de familieleden.

Een dag later stort de wereld van Cees en Ria compleet in elkaar: het lichaam van hun dochter wordt gevonden in de Biesbosch bij Lage Zwaluwe. Wat de ouders niet te horen krijgen, maar wat de recherche meteen weet, is dat Tinka door slagen met een hard voorwerp op het hoofd is vermoord. Haar lichaam is ingepakt in folie die veel wordt gebruikt in de wietteelt. Het pakket is verzwaard met stukken ankerketting.

Tot ontsteltenis van de ingestorte familie verschijnt Arno enkele dagen later gewoon op de crematie. Hij condoleert de familie niet, maar geeft wel een kus op Tinka’s doodskist.

Was het een Judaskus? De recherche denkt van wel. Op donderdag 1 juli houdt ze Arno aan op verdenking van de moord. De Madenaar ontkent elke betrokkenheid, wijst in vage verklaringen aanvankelijk beschuldigend naar anderen en beroept zich na tussenkomst van zijn advocaat Michel van Stratum vervolgens consequent op zijn zwijgrecht.

Intussen luistert de politie de telefoons af van bekenden van Arno, onder wie zijn vriend en hennepkweker A. de B. (40) uit Oosterhout en diens zwager S.B. (42) uit Ulvenhout. Het tweetal voert opmerkelijke gesprekken over de boot waarmee B. vaak gaat vissen in de Biesbosch. De B. waarschuwt zijn zwager onder meer om zijn fuiken niet meer te gaan lichten omdat ‘de politie anders te weten komt waar de boot ligt’. Is de boot gebruikt om het lichaam te dumpen?

Langzaam sluit het net zich. De recherche gaat zeer behoedzaam en tegelijk doortastend te werk. Want Arno en zijn medeverdachten hebben weken de tijd gehad om hun verhalen op elkaar af te stemmen en bewijsmateriaal te laten verdwijnen. Wat tevens zand in de onderzoeksraderen gooit, is dat de moord en het onderzoek zich afspelen tegen de achtergrond van een henneporganisatie. In die criminele omgeving praten getuigen niet graag, zeker niet omdat de bende volgens zegslieden wordt geregeerd door een als gewelddadig bekend staande crimineel. Deze veronderstelde leider wordt ook aangehouden ( en later weer in vrijheid gesteld). De politie onderzoekt zijn mogelijke betrokkenheid bij de moord.

Weken blijft het voor de buitenwacht stil aan het recherchefront, maar de speurders werken hard door. De weken worden frustrerende maanden waarin het leven van Cees en Ria zich voortsleept als een stroperige nachtmerrie: „Van slapen komt niks. De hele nacht lig je te malen: hoe is Tinka om het leven gebracht? Heeft ze pijn gehad? Waar is het gebeurd? Elk detail wil je weten.“

Begin oktober krijgen de ouders alle vreselijke antwoorden te horen. Door tactisch slim te manoeuvreren, en na N. de B. later ook diens vrouw aan te houden, weet de recherche de Oosterhouter in verhoren zodanig onder druk te zetten dat hij een bekentenis aflegt. Daardoor kan de politie een dag later ook zijn zwager J.B. aanhouden. Hij slaat eveneens snel door vertelt in geuren en kleuren over de leidende rol van Arno bij de moord.

Geconfronteerd met deze zwaar belastende verklaringen legt de hennepkweker uit Made na drie maanden van absoluut stilzwijgen ook een volledige bekentenis af. Hij heeft Tinka naar een garagebox in Zevenbergschen Hoek gelokt om haar daar met een hamer de schedel in te slaan.

De werkelijkheid blijkt nog gruwelijker te zijn dan Cees en Ria zich in hun ergste nachtmerries hadden kunnen voorstellen. Hun dochter Tinka is slachtoffer geworden van een weldoordachte moord. Een misdrijf met voorbedachte rade dus en geen opwelling of een pure crime passionel, zoals ze eigenlijk stiekem hadden gehoopt.

„Het is onvoorstelbaar. Arno heeft Tinka’s tuin omgespit, terwijl hij wist dat hij haar een dag later ging vermoorden. Ze kan nooit iets hebben vermoed“, weet Ria zeker. De drie (hoofd)verdachten blijken de moord tot in de puntjes te hebben voorbereid. Zo werd in de weken voor het misdrijf een geschikte locatie gezocht en gevonden in de vorm van het wiethokje met garage, dat Arno en De B. in Zevenbergschen Hoek huurden. Ook kochten ze speciaal voor het misdrijf drie prepaid gsm’s en werden stukken ankerketting gereed gelegd om het lichaam van Tinka met de boot van B. in de Biesbosch te gooien.

Als Cees en Ria hebben uitgevogeld waar in Zevenbergschen Hoek hun dochter is vermoord, nemen ze subiet ter plekke poolshoogte. Het bezoekje wordt een zeer emotionele maar ook ontnuchterende ervaring. „Als je dat kleine, armetierige garageboxje aan die winderige dijk ziet, dan kun je je toch niet voorstellen dat jouw lieve, prachtige dochter, die je hebt opgevoed en de hele wereld hebt laten zien, daar is vermoord. Het contrast is te verschrikkelijk voor woorden.“

Op maandag 11 oktober verschijnt Arno tijdens een proformazitting voor de Bredase rechtbank in het openbaar. Het heeft bijna drie maanden geduurd, maar nu zien Cees en Ria de man weer die heeft bekend hun dochter uit dit leven te hebben geslagen. Voor de gelegenheid hebben ze zich volgestopt met kalmeringsmiddelen. De ouders koken en staan niet voorzichzelf in. Vechtend tegen emoties en bevend van top tot teen weten ze de pijnlijke confrontatie echter te doorstaan zonder van de publieke tribune te vliegen. De pijn is er niet minder om.

Cees: „In het begin probeerden we elk detail te weten te komen en nu we alles weten, malen de gedachtes nog elke nacht door mijn hoofd. Elke keer draai ik de film van de moord terug en probeer ik me voor te stellen hoe Tinka’s laatste momenten waren in dat sullige schuurtje.“

De ouders twijfelen aan het motief dat Arno voor de moord heeft gegeven: chantage. Tinka moest volgens hem dood, omdat ze uit de hennepteelt wilde stappen en dreigde naar de politie te stappen, als ze haar deel van de opbrengst niet doorbetaald zou krijgen.

„Onzin, want dan zou ze zich zelf toch verraden? Die bende had haar net zo goed kunnen bedreigen. Dat is veel minder riskant“, meent vader. Dat hun dochter uit de wiethandel wilde, klopt volgens de ouders wel: „Ze was vastbesloten met Jeroen een nieuw leven beginnen.“

Die keuze is haar in hun ogen fataal geworden. „Arno, die zo veel voor Tinka had gedaan, wist definitief dat hij geen kans meer bij haar had.“

De gedachte aan de hennepkweker doet de ouders huiveren: „Stel je voor dat ze wel genoeg ankerketting hadden gebruikt en het lichaam van Tinka was nooit gevonden: dan hadden we nou nog gepraat over ‘die goede vriend uit Made’.“

Onbegrip bij moeder van Tinka over vrijspraak Betty B.

Woensdag 22 februari 2006 - DEN BOSCH – De 27-jarige Bredase Tinka van Rooij werd op 26 mei 2004 in een als wiethok ingerichte garage in Zevenbergschen Hoek vermoord. Op 9 juli van dat jaar werd haar in zwart plastic verpakte, met ankerkettingen verzwaarde lichaam aangetroffen in de Biesbosch.
De ouders en zus van Tinka kunnen in principe vrede hebben met de straffen die de Bredase rechtbank de drie mannelijke verdachten heeft opgelegd. Dat Betty B. werd vrijgesproken, vinden ze echter tot op de dag van vandaag onverteerbaar. In de aangrijpende, met verdriet doorspekte slachtofferverklaring die deze keer de moeder van Tinka, Ria van Rooij, uitsprak, klonk het onbegrip en de machteloosheid stevig door. Hoewel door de presidente van het Hof gemaand elke opmerking over de persoon van de verdachten en de strafmaat te mijden, kon de moeder het niet laten. „Wat moet je nog zeggen, als je weet dat de vrouw ervan op de hoogte was dat Tinka omgebracht zou worden en nog steeds probeert onder haar verdiende straf uit te komen. Dat zij de dans wil ontspringen, daarmee is voor ons niet te leven. Ze had alles moeten doen om de moord te voorkomen, desnoods anoniem. Als je een jong mensenleven kunt sparen, hoef je blijkbaar niets te doen. Er is dan toch iets goed mis met ons rechtssysteem.“ De voorzitter van het Hof, mevrouw J. Huurman, onderbrak moeder Van Rooij een aantal keren en wees haar terecht, toen ze zich toch uitliet over de verdachten. „U mag het alleen over de gevolgen voor u en uw gezin hebben.“ Uiteindelijk liet ze de vrouw vrijuit spreken en bood zelfs excuses aan voor de eerdere onderbrekingen.

Ria van Rooij zei te hopen dat de laffe, intens gemene, meedogenloze moord de daders tot hun laatste snik zal achtervolgen. Ze vroeg tot slot het Hof begrip voor hun ontreddering en boosheid en riep de rechters op ervoor te zorgen dat alle, maar dan ook alle verdachten hun straf ‘in deze voor ons zo duidelijke zaak’ niet ontlopen.

Belastende verklaringen

Dat advocaat-generaal J. Fröberg de vlak voor kerst onverwacht afgelegde, voor Betty B. zeer belastende verklaringen van Angelo de B. niet mag gebruiken, was gisteren een lelijke streep door de rekening. De aanklager blijft van mening dat ze goed heeft gehandeld door de politie Angelo de B. alleen op die punten nader te laten horen, waarop hij zich tijdens alle eerdere verhoren op zijn verschoningsrecht jegens zijn toenmalige partner beriep. „Hoe kun je in een ook voor mij zo belangrijke strafzaak met zo grote belangen dergelijke informatie links laten liggen?“ Ze vindt echter ook in de oude reeksen verklaringen genoeg wettelijke en overtuigende aanwijzingen dat de vrouw een rol van betekenis heeft gespeeld in de voorbereidingen tot de moord. „Ze was een gelijkwaardige gesprekspartner, had Arno N. dagelijks over de vloer, wist wat er ging gebeuren en verrichtte zelf een aantal cruciale handelingen. Ze pakte de kaart van de Biesbosch waarop Arno en Jack de diepste putten aanwezen waarin het lichaam van Tinka moest worden gedumpt; ze programmeerde op de avond van de moord de speciaal gekochte mobiele telefoons en onderhield de bewuste avond van 26 mei telefonisch contact met alle betrokkenen.“ De aanklager erkent dat de eisen opnieuw hoog zijn. „Wat zwaar gewicht in de schaal legt, is de professionele manier waarop de moord is voorbereid en uitgevoerd en de wijze waarop het lichaam aan de opsporing is onttrokken.
Door Vif Janssen

Moeder Tinka wil naar Hoge Raad stappen
Dinsdag 7 maart 2006

Als een mokerslag daalt het vonnis van president M. de Vries van het Gerechtshof in Den Bosch neer over de hoofden van de ouders en zus van Tinka van Rooij. Vrijspraak voor Betty B. De eerste reactie van vader Cees volgt onmiddellijk, nog in de rechtszaal: "Belachelijk. Hoe is dít mogelijk." Later zegt hij spijt te hebben van zijn emotionele uitval. "Ik ben zo gefrustreerd. Ik wilde nog excuses aanbieden aan het Hof."
De emoties zijn tijdens de vier procesdagen van het hoger beroep in de afgelopen maanden dan ook enorm opgelopen. Steeds weer passeren de gruwelijke details van de moord en het verbergen van het lichaam de revue. De inzet van officier van justitie R. Lemstra van het Openbaar Ministerie in Breda en advocaat-generaal J. Fröberg (de openbaar aanklager in Den Bosch), en niet in het minst van Ria en Cees van Rooij en hun andere dochter Mariëlle, is het achter de tralies krijgen van Betty B. In hun ogen is de Oosterhoutse vrouw net zo medeplichtig aan de moord op Tinka als Angelo de B en Jacky B. "Wat heet", zegt Cees, "ze was misschien wel de grote stoker erachter."
In de hoop en ook verwachting dat de vrouw op zijn minst een paar jaar cel het Paleis van Justitie. Als geslagen honden vertrekken ze weer richting Breda. De advocaten Jan-Hein Kuijpers (van B.) en Bo Tieman (van De B.) hebben veertien dagen de tijd om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad in Den Haag. Ze twijfelen aan de haalbaarheid ervan. Ria van Rooij heeft geen seconde nodig. "Ik ga hogerop. Tinka zou hebben gezegd: Écht wel doorgaan. Dan nog maar een jaar wachten erbij. Het onmetelijke verdriet zit er toch, ik krijg haar ook niet terug." Haar man Cees weet het zo net nog niet. "Alleen als er een grote kans van slagen is, ga ik in cassatie. Weer een jaar wachten op gerechtigheid. Weer die martelgang."

De advocaat-generaal (AG) overlegt komende dagen met een team van specialisten over het nut, de zin en de mogelijkheid van cassatie. Daar moeten vooral juridische handvatten voor zijn, en het heldere vonnis van het Hof laat in die zin weinig ruimte. De hoop van de ouders en de AG is erop gevestigd dat bij de Hoge Raad wél de voor Betty B. zeer belastende verklaringen van Angelo mogen worden meegenomen. Die legde hij net voor kerst uit eigener beweging af, nadat Betty hun relatie had beëindigd. Van wraak zou geen sprake zijn. Het Hof oordeelde echter dat die niet voor het bewijs mochten worden gebruikt, omdat het jongste politieverhoor had plaatsgehad zonder aanwezigheid van advocaat Adam van Doesburg van de vrouw. Die protesteerde met succes. Dat was twee weken geleden een flinke streep door de rekening.

Maar ook zonder die nieuwe verklaring ligt er volgens Cees en Ria van Rooij zoveel bewijsmateriaal tegen de Oosterhoutse. Ze kennen het dossier van binnen en van buiten. "Ze is bij de besprekingen geweest; ze heeft een kaart van de Biesbosch aangereikt; ze heeft de gsm's geprogrammeerd en uitgedeeld op de avond van de moord, waardoor het stel contact met elkaar kon zoeken; en ze heeft de auto van Arno van bloedvlekken ontdaan. Wat moet je nou nog meer voor bewijs hebben? Dit snapt toch helemaal niemand?"

Het Hof is in navolging van de Bredase rechtbank echter streng in de leer. Twijfel mag nooit leiden tot een veroordeling. Door de talloze, zowel uiteenlopende als telkens wisselende verklaringen van N., De B. en B. is het bewijs in het dossier niet wettig en overtuigend. Het Hof: "Heeft ze op eigen initiatief de kaart van de Biesbosch aangereikt? Pakken en op tafel leggen is geen medeplegen van moord. Heeft ze daadwerkelijk deelgenomen aan de voorbereidende gesprekken? Alleen vast staat dat die in haar woning waren. Hen in haar woning laten levert geen medeplegen op. De kettingen in de schuur: wist ze waarvoor die waren? Het programmeren van de telefoons, het uitdelen ervan, het verschaffen van alibi's aan elk? Te weinig duidelijke aanknooppunten voor haar rol in het dossier. De auto achteraf schoonmaken? Als ze al heeft geweten, waarom dat van N. moest, dan nog is dat alleen het wegmaken van sporen. Dat is geen medeplegen, zoals in de
tenlastelegging staat."
Het verrichten van voorbereidingshandelingen is niet ten laste gelegd. Vrijspraak. Het gevecht om de moordenaars van hun dochter in het gevang te krijgen, is voor 75 procent gelukt. De teleurstelling en frustratie over de vrijspraak overwoekert de (relatieve) vreugde over de zwaardere straffen voor Angelo de B. en Jacky B. Cees van Rooij: "Ze hadden van mij die extra jaren eigenlijk niet hoeven krijgen. Ze hadden die aan Betty moeten geven."

Aandacht doet spreken november 2005

Na het hoger beroep in Den Bosch en een kort interview op de radio van Omroep Brabant hebben Ria en ik aan die radiojournalisten verteld dat we met een boek bezig zijn om alle dramatische gebeurtenissen rondom de moord op Tinka van ons af te schrijven. Een paar uur later was het al terug te vinden op de website van Omroep Brabant . In gedachten het gevoel dat elke aandacht aan de moord op Tinka besteed voor ons een extra uitlaatklep is om het diepe verdriet rondom onze nachtmerrie te uiten zijn Ria en ik de volgende dag al in het SBS programma Actienieuws te zien. In dit 121 misdaadprogramma lezen we teksten voor die in het boek verwerkt zijn. Al met al een mooi document. Datzelfde geldt voor de uitzending van Vermist waar we een paar dagen later wat stukjes uit het boek mogen voorlezen. Presentator Jaap Jongbloed spreekt in zijn uitzending over een aangrijpend boek waarin alle details over de gruwelmoord op Tinka zijn terug te vinden alsmede onze emotionele beleving daarbij. Op de vraag of we met het schrijven van dit boek ook het figuurlijke boek denken te kunnen sluiten is het antwoord van Ria dat de gevolgen van het misdrijf zo diep in ons zijn geworteld dat het intense verdriet en het gemis altijd nadrukkelijk in ons leven van alle dag verweven zal blijven.
De aandacht in de pers over de op handen zijnde uitgave van ons boek doen Ria en mij erg goed. Je moet het zien als een steunpuntje in je niet aflatende ijver om over de moord op je kind constant te verhalen en de daarmee gepaard gaande gevolgen,teleurstellingen en irritaties van je af te praten. Zeg maar schreeuwen !!!
Een organisatie die zorg en aandacht besteed aan de nabestaanden van slachtoffers van een geweldsmisdrijf de stichting Aandacht doet Spreken heeft als uitgangspunt die nabestaanden bij te staan en activiteiten te ontwikkelen zodat er naar hen wordt geluisterd wanneer ze vast lopen in de grote ambtelijke molen. ADS is ook een organisatie waar de nabestaanden van slachtoffers van een geweldsmisdrijf hun verhaal kwijt kunnen. Er wordt in dit kader wel gesproken over lotgenoten die hetzelfde hebben meegemaakt en elkaar dus als geen ander begrijpen. Begrip ook bij alle problemen die zich ineens op het pad van die nabestaanden voordoen om vervolgens te trachten samen aandacht voor die problemen te vragen. Het maken van een vuist zogezegd. Om bijvoorbeeld geweldplegers zwaarder te straffen wanneer zij blijk hebben gegeven geen respect meer te hebben voor een mensenleven. Een goed punt in de aandacht voor de nabestaanden van slachtoffers van een geweldsmisdrijf is de invoering van het spreekrecht in de rechtszaal.
Zoals ik reeds eerder in dit boek heb vermeld zijn Ria en ik in contact gekomen met “Aandacht doet spreken” ( ADS) door Mieke en Rinie uit Roosendaal. Hun dochter Sabrina is met messteken vermoord door haar ex. Ook een zeer dramatische gebeurtenis. We hebben steun aan elkaar als we elkaar zien of spreken. Een vooral…we huilen met elkaar.
Als we bericht krijgen dat er 30 oktober in Amsterdam een concert is voor ons als lotgenoten( eigenlijk vind ik dat wel een rot woord, maar ja) besluiten we er samen naartoe te gaan. Het is voor Ria en mij de eerste keer dat we naar zo’n contactbijeenkomst gaan . Met Mieke en Rinie erbij is onze eerste introductie een stuk gemakkelijker uiteraard.

Het blijkt een benefietconcert te zijn .Het televisieprogramma Twee Vandaag is er met televisiecamera’s en besteedt aandacht aan ADS en hun doelstellingen en deze keer met name ook welke financiële gevolgen een misdrijf voor de nabestaanden van slachtoffers van een geweldsmisdrijf kan hebben. Ik heb zelf in het betreffende hoofdstuk in dit boek al aangegeven dat er via voeging in een strafproces dikwijls wel een veroordeling volgt waarbij daders veroordeeld worden voor de financiële consequenties die een misdrijf voor de nabestaanden heeft ,maar om dan ook dat bedrag binnen te krijgen is een ander verhaal . Ook extra kosten die gemaakt moeten worden om achtergebleven kinderen na een misdrijf adequaat te kunnen opvoeden verdriet extra aandacht. Er wordt wat dat betreft door ADS een warm pleidooi gehouden om ook de slachtoffers van overheidswege rechtsbijstand te verlenen. De dader kan overal een beroep op doen ,maar de slachtoffers staan dikwijls in de kou wat dat betreft.
Als we die zonnige en uitzonderlijke warme zondag van 30 oktober 2005 in Amsterdam aankomen bij het Werktheater waar het concert wordt gegeven, ontmoeten we de oprichter van ADS. Dat is Martin Roos. Zijn zoon Alan is vermoord, doodgeschoten nog wel. Op 2 januari, de geboortedag van Alan, richt hij in het jaar 2003 de Stichting Aandacht doet Spreken op .
Martin komt tijdens ons gesprek over als een man die nog met enorm veel opgekropte emoties en woede zit. Het is duidelijk dat de moord op zijn kind zijn sporen nog dagelijks na laat. Bij wie niet trouwens. Ook bij zijn vrouw Irene .In de vele werkzaamheden voor ADS vindt Martin zijn uitlaatklep en kan hij zijn opgekropte woede kwijt. Vooral als hij eens lekker tegen instanties kan aantrappen. Vele vele uren steekt hij in ADS . Zeg maar dat het zijn levensopdracht is geworden om alle lotgenoten een meer dan aanvaarde plaats in het hele strafproces tegen de dader of daders geven .

Aanwezig bij het benefietconcert is ook Maarten Fortuyn, de vader van Joost Kloppenburg, de ouders Bert en Gerda Dekkers en familie van Jeroen Dekkers die twee maanden na Tinka zes weken was vermist en uiteindelijk is teruggevonden in een dichtgemetselde ruimte in een pand van een huisjesmelker in Den Haag. Daarnaast natuurlijk tal van andere lotgenoten die met volle teugen genieten van het warme programma dat we krijgen voorgeschoteld. Een dans met de symboliek van witte en rode rozenblaadjes treft me erg en ook het lied van Mike. Hij is familie van Mieke en Rinie en zingt een lied speciaal voor dochter Sabrina. Medewerking is er ook van Willeke Alberti, Sandra Reemer en Judith. En Jacques D ‘Ancona verzorgt de presentaties van het geheel op een meer dan prima wijze.
Als we later horen dat ook de burgemeester Cohen is uitgenodigd, maar dat hij heeft afgezegd ben ik eigenlijk wel een beetje kwaad. Ja wij zijn natuurlijk geen bekende Nederlanders die een verschrikkelijk misdrijf is overkomen. De andere dag bij Theo van Gogh is hij er natuurlijk wel. Ik vind het meten met twee maten….

Fijn te horen was dat Peter R de Vries en donatie heeft gedaan voor de stichting ADS.
Als we in het voorbijgaan, tijdens de pauze , in de lounge Maarten Fortuyn aanspreken weet hij mij een goede gedachte mee te geven. Tijdens het concert verzwelgen we min of meer in veel verdriet als we de treffende teksten goed beluisteren van de liedjes die op het podium ten gehore worden gebracht. Maarten geeft aan dat het goed is om samen je verdriet te delen, maar dat we met z’n allen verder moeten kijken. Met ADS moeten we met voorbeelden vanuit de praktijk de politiek trachten duidelijk te maken wat een misdrijf of moord voor de nabestaanden betekent en welke terechte tekortkomingen er wat dat betreft nog in de wetgeving schuil gaan.
Er moet goede wetgeving komen en we moeten constant aan de bel trekken wanneer lotgenoten weer eens niet op de juiste waarde worden behandeld. De oogkleppen moeten eens en voor altijd van veel regelgevers af.. Fortuyn zegt verder dat de term ZINLOOS geweld niet een juiste is, immers is geweld niet altijd als zinloos aan te duiden.?

Erg veel indruk, tijdens het concert, op mij maakt het voorgedragen gedicht van Christa Jongkind. We willen u het gedicht dan ook zeker niet onthouden.

Alles in mij….

Met al mijn tranen zou ik het vuur willen doven
Zodat het nooit meer oplaaien kon.
Met dichte ogen zou ik willen aanschouwen
Hoe men met liefde de haat overwon.

Met mijn blote handen zou ik willen graven
Eenieder boven halen die wordt vermist.
Op mijn voeten mijlenver lopen
Naar alle landen waar zo hevig wordt getwist

Op mijn knieën zou ik willen vragen
Om te stoppen met zoveel geweld.
En hen mee terug willen dragen
Hen, voor wie nog steeds een mensenleven telt.

In mijn armen zou ik willen koesteren,
Al die mensen, vol afschuw, angst en verdriet.
Maar alles in mij, kan deze wereld niet veranderen
Omdat men tussen oorlog en vrede
Het verschil al lang niet meer ziet…

Wanneer Ria en ik na het fijne concert aan de praat raken met de familie Dekkers blijkt dat we als familie veel dezelfde dingen meemaken. Van het ineens niet meer zien van bepaalde mensen om je heen. Alles wat er zich afspeelt rondom de rechtspraak en valse publicaties waarmee je moet leren leven. Dan vertelt de vrouw van de broer van Gerda Dekkers dat die verhalen in de Telegraaf van Jolanda van de Graaf tot stand komen omdat de “journaliste” goed bevriend is met advocaat van Stratum en laat deze laatste nu net de hoofddader van Tinka en die van Jeroen Dekkers verdedigen…Ook wordt duidelijk dat die van Stratum, die we zelf verbaal maar erg zwak vinden en zeker ook in zijn presentatie bij de rechtbank door veel aanwezigen als een lulletje rozenwater wordt gezien, voor zichzelf als strafpleiter is begonnen. Ja het zal wel , denken we dan…Aan het slot van ons gesprek zeggen we elkaar toe bij elkaars rechtszaken aanwezig te zijn. Wij bij die van Jeroen en zij bij het hoger beroep van Tinka.
Wel erg toevallig vinden we die middag in Amsterdam het verhaal van een persoon die via via in de gevangenis van Vucht heeft gehoord dat medeverdachte Jack Bogaarts voor zijn medegevangenen daar nog steeds volhoudt dat hij pas een kwartier voor de dropping in de Biesbosch wist dat het om een lijk ging. Insiders weten inmiddels als geen ander dat de waarheid anders is. Toen die medegedetineerde dat Jack, na juist ingewonnen informatie, hem dat te verstaan had gegeven had de zielige man uit Ulvenhout geen verweer…
Ook met Arno is via via door een bekende in de gevangenis van Breda gesproken. Arno begon over zijn misdaad met de woorden dat Tinka ook met andere dingen bezig was. Toch weer het vingertje naar een ander wijzen dus. Voorts bracht hij naar voren dat hij inmiddels op de hoogte was dat wij als ouders met een boek bezig zijn over de gruwelmoord op Tinka om er direct aan toe te voegen dat hij de moord met name voor ons heel erg vond en dat hij met ons meeleeft !!!! Had ie eerder aan moeten denken ..

En nu we het toch over de gevangenis hebben. Gedetineerden hebben er geen inkomen. Ze krijgen er eten en dat is het dan. Ze beschikken alleen over geld wanneer er betaalde werkzaamheden in de gevangenis worden verrichten. Televisie kunnen ze huren en alleen als ze zelf geld op hun rekening hebben staan kunnen ze met dat geld aankopen in de gevangeniswinkel doet. Artikelen die bovendien nog behoorlijk aan de prijs zijn ook. Het doet me deugd dit te horen. Het saldo van de rekening van een gedetineerde neemt dus al snel af wanneer die niet aangezuiverd wordt. Je komt normaal gesproken dus al gauw in geldzorgen in de gevangenis en je kunt niet meer kopen wat je wilt. Alleen wanneer het thuisfront geld stort kunnen ze wat doen. Kijk, het geeft weer wat voldoening als je weet dat misdadigers achter de tralies niet als een prins kunnen leven en zelfs telefoonkaartjes moeten kopen als ze naar huis willen bellen. Lucht me toch een beetje op als ik dit hier schrijf…Alleen wanneer het om gedetineerden gaat die goed bij kas zitten is het uiteraard een ander verhaal…Ik weet niet hoed dat zit bij Arno, Jack en Angelo. Dat merk ik gelijk wanneer ze Ria en mij de door ons gemaakte kosten in verband met de moord op Tinka moeten gaan vergoeden. Al met al een goede stok achter de deur dus..

Een aanwezige informatiestand bij het benefietconcert leert ons dat naast “Aandacht Doet Spreken” ook andere organisaties actief zijn om lotgenoten van geweldsmisdrijven te ondersteunen. “Kappen Nou” is een landelijke organisatie ter voorkoming van geweld in het openbaar en de doelstelling van de vereniging “Ouders van een vermoord kind” spreekt voor zich. De leeftijd van het kind is daarbij overigens niet het uitgangspunt. Immers, je kind blijft je kind.

Die avond rijden Ria en ik samen met Mieke en Rinie met een prettig gevoel weer naar Breda. We hebben weer kracht opgedaan en weten nu dat wij niet alleen zijn in ons verdriet. Als we onderweg stoppen om wat te eten betrap ik mezelf er zelfs op dat ik al wat vrolijk begin te worden. Vreugde die een paar dagen later nog eens extra voeding wordt gegeven wanneer Jaap Jongbloed mij belt met de mededeling dat hij na het lezen van het manuscript “ De Gruweldood van Tinka “, samen met zijn compagnon Simon Vuyk, voornemens is om het gelijknamige boek uit te gaan geven. Voor Ria en mij is daarmee het monument voor Tinka werkelijkheid geworden. En het dient gezegd te worden dat we er in al ons verdriet erg trots op zijn dat nu ook de hele buitenwereld en de daders kunnen laten kennis nemen van alle feiten en het criminaliseren van ons kind kunnen ontzenuwen . Ook expliciet met de gevolgen van wat er ons is aangedaan met de moord op ons Tinkeltje. We hebben het allemaal eens lekker van ons af kunnen schrijven….en dat lucht op, zeker weten.

Cees van Rooij

‘Is die dierenbeul bij jullie en de moordenaar van mijn broer één en de zelfde?

Ze is stomverbaasd, in een onmiskenbare zuidelijke tongval. ‘Is die dierenbeul bij jullie en de moordenaar van mijn broer één en de zelfde? Ongelooflijk’ zegt ze met een typische zachte G. Ilse Bouwens-Storm uit Beek in Limburg, (46) valt even stil.
Zij is de oudste zuster van Frank Storm, de zwerver die van vrijdag 27 op zaterdag 28 juni 2003 in het Enschedese Volkspark in hals keel en gezicht is gestoken. Onder een luifel, bij de zijingang van De Jaargetijden, bloedt ie dood.
Hij wordt zaterdagsavonds door passanten gevonden. ‘Dat van die dierenbeul bij jullie hebben we hier wel meegekregen. Dat was op ‘Hart van Nederland’. hè? De zelfde man? Ongelooflijk’ Verbijsterd hoort ze het nieuws uit Twente. Rudolf K. (49), die als ‘beul’ tientallen dieren moet hebben mishandeld, bekende de ‘parkmoord’ op haar broer. ‘Ongelooflijk’. Zij kreeg donderdag al een telefoontje. De boodschap van de Twentse recherche is duidelijk: in verhoren heeft een verdachte de gewelddadige dood van de ex-onderwijzer toegegeven. Dat Rudolf K. nog veel meer op zijn kerfstok moest hebben, getuige een persbericht dat de politie gistermiddag verspreidde, is Ilse niet meegedeeld. Het met een mes steken naar passanten op de UT-campus en op de aanpalende Hengelosestraat in Enschede, een zomer eerder? ‘De politie zei alleen dat hij van verschillende misdrijven wordt verdacht en wel lang zal worden opgesloten’. Als Ilse hoort dat K. is uitbehandeld in tbs-kliniek Oldenkotte, in het Achterhoekse Rekken en sinds ongeveer acht jaar in een duplexhuisje aan de Hulsmaatstraat woonde, is ze met stomheid geslagen. ‘Een tbs’er? Mijn god!’ Ze vindt dat het nog lang heeft geduurd voor het levensdelict, de brute aanvallen op voorbijgangers en de langdurige reeks dierenmishandelingen nu opgelost lijken. Het uitloven van 10.000 euro voor de gouden tip over de dood van Frank Storm, door de Almelose hoofdofficier van justitie, haalde eerder niks uit. de politie schetste niet hoe en wanneer ex-tbs’er K., die eerder werd veroordeeld voor het misbruiken van vrouwen en daarbij ook messen zou hebben gebruikt, in het vizier kwam. ‘Daar zeiden ze niets over’. Ilse is ‘heel erg opgelucht dat ie eindelijk gepakt is geworden. Beter laat dan niet. Nu kunnen we het ook afsluiten’. De politie heeft haar ‘heel netjes’ ingelicht, vindt ze. Ilse vroeg zelf naar het motief voor de moord/doodslag. Roof, was het antwoord. Dat betwijfelt ze. ‘Wat moet je nu van een dakloze stelen?’ Frank Storm kwam rond 1975 naar Twente, maar hield contact met zijn familie in Limburg. Samen met verslaggever Jan ter Haar van deze krant zat hij begin jaren tachtig in de werkgroep Enschede tegen apartheid. ‘Frank was begaan met de zwarte bevolking in Zuid-Afrika en het Nederlandse aandeel in het voortbestaan van het blanke regime’, aldus ter Haar. Storm vergaderde mee, maar was geen haantje de voorste. Het stak Frank dat hij niet als vaste kracht in het onderwijs aan de bak kwam. Hij deed her en der invalwerk, tot in Losser. Dat werd hem te veel; hij lag erover in de clinch met een onderwijsambtenaar. Storm was sociaal strijdbaar, sloot zich aan bij de SP en was actief in een werkgroep voor uitkeringsgerechtigden en woningzoekenden. Daar wilde hij een zwartboek over maken, maar in die tijd maakte hij al een verwarde indruk. Gaandeweg raakte Storm geleidelijk het spoor bijster. De Limburger werd na overlast uit zijn laatste woning aan de Lintveldebrink gezet. Frank verbleef een poos bij het Leger des Heils aan de Molenstraat, pleisterplaats voor ‘broeders’. Hij aardde er niet en besloot definitief voor de straat te kiezen. Hij was een bekende verschijning in de Enschedese binnenstad. Met de fiets aan de hand, zware tassen aan het stuur. Een tijd gebruikte ie een onderstel van een kinderwagen om zijn schamele bezit te vervoeren: een rugzak, kleren, spullen voor zijn verzorging. Hij snijd de band met thuis niet door. Zaterdag 14 juni 2003 is het laatste contact met zijn zus Ilse. Hij belt haar met zijn gsm, zoals iedere veertien dagen. Ze feliciteert hem; hij wordt die dag vijftig. Abraham. Ilse en haar zus Marjo (45) laten Frank in Usselo cremeren. De zussen zien hun eigen broer er niet meer. Dat is afgeraden door de uitvaartleider. Een bidprentje naar goed katholiek gebruik is er niet. ‘Het moest allemaal snel; we moesten alles zelf betalen. De crematie kostte drieduizend euro; dat is voor mij en mijn gezin niet misselijk. We konden het niet over ons hart verkrijgen om hem heel goedkoop te laten begraven. ‘`t is toch een mens hè’

De familie Roos

De familie Roos is heel hecht, maar niet zo aanrakerig – geen klef gedoe. Dus vond Alan Roos het leuk zijn vader te pesten, vooral als er anderen bij waren, door hem bij vertrek een zoen op zijn wang te geven: ‘Dag pap!’ Vader Martin reageerde altijd op dezelfde manier, verlegen lacherig: ‘Sodemieter op! Rot op joh!’

Op de feestavond ter afsluiting van het voetbalseizoen, 13 mei 2000, draaide Martin het ‘s om. Toen Alan tegen een uur ’s nachts aankondigde met nog wat vrienden te gaan stappen, liep Martin (‘Ik had een biertje op he’) naar zijn zoon toe en gaf hém een zoen. Alan was helemaal beduusd: ‘Hee, sodemieter op!’

Gek he, zegt trambestuurder Martin Roos, in zijn flat, waar op de schoorsteenmantel allemaal waxinelichtjes branden, naast de foto van een glimlachende jonge man. ‘Dat je precies op zo’n avond…daarna heb ik hem nooit meer gezien. Ik heb hem nooit meer gezien.’
De ochtend erop reed hij naar het voetbalveld in Loosduinen, hij moest de boel opruimen, met zijn duffe kop. Roos kwam langs een parkeerterrein, afgezet met rood-wit lint, en zag een boel agenten lopen. Een ‘ouwe Loosduiner, op z’n fietsje’ sjeesde naar hem toe: ‘Heb je het al gehoord? Een afrekening. Er zijn er twee doodgeschoten daar.’ Nou ja zeg, reageerde Roos: ‘Begint het hier ook al? Da’s lekker dan.’
Een uurtje later belde Irene, de vrouw van Martin. Alan was die nacht niet thuisgekomen, had ze gehoord van de vriendin van haar zoon. ‘Misschien is ie wel tegen een mokkel opgelopen’, probeerde Martin zichzelf gerust te stellen, ‘het is een man van vlees en bloed.’ Rond de klok van een uur besefte hij dat het mis moest zijn: uitvaartverzorger Alan was niet komen opdagen voor het regelen van een begrafenis van een doodgeboren kindje.
Een paar uur later stond de politie bij Martin Roos voor de deur, in gezelschap van zijn vrouw, dochter, jongste zoon en de vriendin van Alan – ze waren een voor een naar het bureau gegaan om naar hem te informeren. Een blik op de gezichten was genoeg voor Roos. ‘Ik schreeuwde het uit: Alan is dood!’ Hij ‘sloeg dwars door een dichte deur’ en sloot zich op in zijn kamer. De deur ging pas open toen er twee rechercheurs kwamen om met hem te praten: zijn zoon was met een andere jongen gevonden op het parkeerterrein in Loosduinen. Allebei hadden ze drie pistoolschoten in het hoofd.

‘Ik ben bang dat hier sprake is van killing for fun’, zei de aanklager later bij het gerechthof over het ontbrekende motief van de moordenaars van de 31-jarige Alan en de 21-jarige Daan. Vermoord voor de lol, suggereerde de aanklager. In koelen bloede.
Van de crematie herinnert Roos zich alleen nog flarden, flitsen. ‘Ik snapte er niks van joh.’ Er waren een heleboel bloemen, weet hij nog. Roos heeft gesproken, ‘we hebben allemaal wat gezegd, geloof ik’, maar wát? Een vriend van hem zong My Boy, van Elvis. En hij heeft nog dat beeld op zijn netvlies van die twee grote honden van Alan en zijn vriendin. ‘Die hebben de hele dienst stil voor de kist gelegen. Onvoorstelbaar.’
Niet lang daarna werden de daders gearresteerd, een vader en een zoon, uit het woonwagenkamp in Loosduinen. ‘Met 150 man ME zijn ze binnengevallen in het kamp’, zegt Roos, ‘kun je nagaan.’ Nooit hebben vader en zoon willen zeggen waarom ze Alan en Daan hebben vermoord, nadat ze de jongens rond vijven ’s nachts waren tegengekomen voor een discotheek. Ook van de rechtszittingen herinnert Roos zich alleen flitsen. ‘Die vader heeft zo’n kop als uit een film, keihard. IJs, zie je in die ogen. Gek. Gewoon gek.’ Een detail staat hem nog helder voor de geest. Hoe ‘die ouwe’ ineens een beweging maakte alsof hij een keel doorsneed, tegen een van de rechercheurs, in de rechtszaal. ‘In de rechtszaal!’, zegt Martin Roos.

In dat recht heeft hij niet veel fiducie meer. Zowel voor de rechtbank als het hof werd tegen beide daders levenslang geeist. Het hof veroordeelde de zoon tot 12 jaar en de vader tot 20 jaar. Tot groot onbegrip van de familie Roos – de zoon is door de automatische straftrek in 2008 alweer vrij. Sterker nog: hij zou binnenkort wel eens met proefverlof kunnen zijn. Sinds een tijdje weet Roos dat de zoon is overgeplaatst naar een half open inrichting. Het was voor zijn vrouw en hem de reden om hun geliefde Loosduinen na 23 jaar te verlaten en te verhuizen naar deze flat ergens in het Westland, waarvan hij absoluut niet wil dat de precieze ligging bekend wordt. ‘Ik weet niet wat ik doe, als ik hem tegenkom’, zegt Roos (57). ‘Ik ben door de moord op Alan anders in mijn hoofd geworden. Ik herken mezelf soms niet.’

Zijn vrouw Irene wandelt af en toe de woonkamer in en is dan snel weer weg: ze kan het niet aan met buitenstaanders te praten over de dood van haar oudste zoon. Sinds de verhuizing is ‘Alan weer thuis’, zoals zijn vader het uitdrukt. In de vitrinekast staat zijn urn, naast zijn foto met gedicht en een fles rode wijn plus twee glazen - Alan en zijn vriendin hielden van een glaasje wijn. De Boeddhabeeldjes in dezelfde kast hebben niks met het geloof te maken. Alan had een beginnend buikje. Vandaar zijn bijnaam: Boeddha.
In alles voel je het grote verdriet dat hangt in de flat. ‘Alan, 75 maanden’, staat er op de verjaardagskalender in de wc, bij de datum 14 augustus 2006 – 75 maanden dood. Martin Roos klopt op de leuning van de nieuwe witte leren bank: ‘Dit is maandagavond bezorgd, eindelijk, na acht weken. “So what”, dacht ik.. So what!? Man, vroeger moest de hele wereld weten dat je een nieuw bankstel had.’
Het leven heeft zijn glans verloren, bedoelt hij maar te zeggen, sinds het verlies van Alan. Hij put kracht uit de stichting die hij heeft opgericht voor nabestaanden van slachtoffers van ernstige geweldsdelicten. ‘Aandacht Doet Spreken’, is de naam, ADS, de initialen van zijn zoon. De stichting is bedoeld om lotgenoten bij elkaar te brengen (inmiddels zijn er ruim 300 mensen bij aangesloten), maar vooral om te ijveren voor langere straffen voor moordenaars en de positie van nabestaanden te verbeteren. Elke brief die Martin Roos verstuurt, aan justitie, politie, slachtofferhulp en noem maar op, verstuurt hij op de veertiende, die zwarte dag dat alles veranderde.
Ja, natuurlijk is het ook afschuwelijk iemand te verliezen aan een ziekte of auto-ongeluk, zegt hij, ‘maar dan heb je alleen verdriet en gemis te verwerken. Dan is het je eigen plekje, dan is niemand anders er schuldig aan. Nu zit er een heleboel onmacht en woede en kwaadheid bij, waardoor je geen rust kunt vinden. Altijd blijft het gevoel: die klootzakken hebben het gedaan. Die gaan straks weer naar huis. En die zoon wordt misschien nog wel eens vader van drie kinderen. Dat vreet aan je.’

Tot de moord woonden alle leden van het gezin Roos op vijf minuten van elkaar, niet ver van het woonwagenkamp. Dochter Cynthia woonde samen, jongste zoon Maurice woonde samen, oudste zoon Alan woonde samen, maar ouders en kinderen zagen elkaar nog bijna elke dag. Op foto’s in de gang is te zien wat voor familie het toen was - zo een van kom-erbij-en-pak-een-biertje. Martin dacht in die tijd: ‘Ik ben klaar, met de opvoeding. Nou gaan we genieten.’ En nu is Maurice verhuisd, weg van Loosduinen, Cynthia verhuisd, zijn Martin en Irene zelf verhuisd. Het tapijt onder het gezin Roos is weggetrokken.

Cynthia heeft tegenwoordig ‘onuitstaanbare buien’, Maurice (‘Willem de Zwijger’) belt huilend allerlei bekenden als hij alleen thuis zit en te veel heeft gedronken en Irene, zegt Martin zacht, terwijl hij een blik werpt op de gang, ‘Irene moet ik heel goed in de gaten houden’. Een huwelijk in stand houden na zoiets onvoorstelbaars: ‘Het is best moeilijk hoor. Ik zie het bij andere nabestaanden. Ze wonen nog wel bij elkaar, maar leven niet meer met elkaar.’

Hij heeft na de moord ruim een jaar niet gewerkt. ‘Zou je niet weer eens wat willen gaan doen, want het wordt voor ons nu wel lastig’ zei zijn chef- wat denk je zelf? ‘Ik denk helemaal niks, zei Roos, wezenloos. ‘Ik heb helemaal nergens aan gedacht.’ Voorzichtig is hij weer begonnen, ‘stempelautomaatjes repareren, lege trammetjes naar de remise brengen.’ Een instructeur reed een tijdje met hem mee. ‘Als ie weer de wagen opmoet’, adviseerde die man de leiding, ‘dan kan dat alleen ‘s morgens vroeg en alleen op lijn 2. Hij belt niet als er mensen oversteken en hij remt veel te laat.’ Zijn chef zei later: ‘Je belt dan toch? Je remt toch af?’ Nee hoor, antwoordde Roos, ‘Ikke niet. Dan moeten ze maar wachten.’ Dat zei hij niet uit gemenigheid, dat zei hij uit een soort leegte. ‘Heel raar was ik.’

Nu werkt hij halve dagen, ’s ochtends, op lijn 2, de gemakkelijkste lijn. Het is goed om op de tram te zitten. ‘Als je niks doet, blijf je weer hele nachten op’, weet hij nog uit de eerste jaren. Al die nachten dat zijn vrouw en hij maar door bleven praten over Alan, zij met een glas wijn erbij, hij met een biertje. Tot ineens tot hem doordrong hoe gemakkelijk een mens alcoholist kan worden.
Sinds de verhuizing in mei staat ook zijn vrouw weer bijtijds op. Maar Alan is er altijd – ze leven nu al zes jaar in zijn schaduw en geloven niet dat de pijn en woede ooit over zullen gaan. ‘Je moet verder met je leven’, horen Irene en hij vaak. Maurice en zijn vrouw hebben intussen twee kinderen gekregen. ‘Mooi he, twee kleinkinderen, om het gemis op te vangen’, zeggen buitenstaanders. Martin Roos: ‘Van binnen denk je dan: joh, waar slaat dat op, dat kan toch nooit?’

De stilte na een jaar van rouw

2004 - Het is stil in het park. Alleen de regen tikt op de blaadjes en paraplu’s. Daar tussendoor klinkt een enkele snik en de stem van Hans Meesters. „Precies 365 dagen geleden stonden we hier ook al. Hopeloos verslagen, diep bedroefd, radeloos, reddeloos, redeloos.“
Midden in de nacht van zondag op maandag, in de stromende regen, zijn zo’n 25 mensen bij elkaar gekomen om Stuart Kerstens te herdenken. De 21-jarige Etten-Leurenaar werd een jaar geleden in het wijkpark aan de Wildbaan in Etten-Leur doodgestoken.

Naar die plek wilden zijn familie en vrienden een jaar later terugkomen. Om drie uur ‘s nachts steekt het groepje aan de rand van het park scherp af tegen de lege straten en donkere huizen. Half op straat, tussen de geparkeerde auto’s, op het gras staan Stuarts vrienden met petten op en kraag omhoog tegen de stromende regen. Een aantal broeken met legerprint, een Lonsdale-trui erboven en een bomberjack er overheen. Een enkeling draagt een bloem mee. Midden op straat parkeert een politiebus en twee agenten sluiten aan bij het groepje.

De familie Kerstens stalt bloemen en kaarsen uit rond de boom waaronder Stuart is neergestoken. De kaarsen worden aangestoken. Maaike Kerstens, de moeder van het slachtoffer, zeult met een zware steen die ze bij de boom zet. ‘Eens was je de zoon in ons huis, nu ben je de zon in ons hart’, luidt het opschrift.

„Eigenlijk is het een rotplek om heen te gaan“, zegt Maaike Kerstens van tevoren. Maar ja, er is niets anders. Stuart ligt nergens begraven en zijn as heeft nog geen definitieve bestemming. „Toch wilde ik heel graag juist nu hierheen. Anderen wilden gewoon mee.“ Familie en vrienden hebben zich verzameld. Geen massabijeenkomst zoals vorig jaar. De dood van Stuart Kerstens bracht toen zo’n duizend mensen op de been in een stille tocht tegen zinloos geweld. „Familie, vrienden, kennissen, de bevolking van Etten-Leur en heel Nederland was diep geschokt van datgene wat gebeurd was. Dit kon toch niet bij ons“, zegt Hans Meesters onder de paraplu. Als vader van Jaap, vriend van Stuart Kerstens, houdt hij vanonder zijn paraplu een toespraak. Van een afstand luisteren de bezoekers. Ze kijken naar de boom waar een jaar geleden de steekpartij plaatsvond. Daar zit de familie in een klein kringetje rond de kaarsen.

Als de toespraak voorbij is, bedankt moeder Kerstens de aanwezigen, nauwelijks verstaanbaar. Ze pakt de steen weer op en loopt naar de agenten. „Zal ik hem meenemen? Ik ben bang dat hij hier gestolen wordt.“ De agenten knikken. Alleen de bloemen en kaarsen blijven staan.

Zwaagwesteinde, Dag Tegen Geweld 2004

Ieder jaar wordt eind september een Dag tegen Geweld georganiseerd. Dit jaar 2004 werd de Dag tegen Geweld in Zwaagwesteinde gehouden, waar naast de andere slachtoffers speciaal Marianne Vaatstra werd herdacht. Er staat nu een monumentje ter nagedachtenis aan haar tegenover het winkelcentrum in Zwaagwesteinde waar zij zo graag met haar vrienden en vriendinnen vertoefde.
Zo’n evenement biedt de gelegenheid om stil te staan bij de ontwikkelingen van het afgelopen jaar. De maand september is ook de periode, waarin de regering de Rijksbegroting presenteert en de plannen voor het komend parlementaire jaar aan de Tweede Kamer voorlegt.
Positief in het afgelopen jaar is geweest, de invoering van het spreekrecht en de mogelijkheid om een slachtofferverklaring te laten voorlezen in de rechtzaal. Het initiatiefwetsvoorstel over het spreekrecht is echter niet zonder slag of stoot aangenomen.
In december 2003 dreigde het voorstel nog te stranden in de Eerste Kamer vanwege de kritiek van de kant van de Rechterlijke Macht, die vreesde, dat de strafrechter door de invoering van het spreekrecht overbelast zou raken. Mede dankzij reacties van de kant van de stichting Kappen Nou van Jan Kloppenburg, de Vereniging Ouders van een vermoord kind (VOVK), de stichting Aandacht Doet Spreken (ADS) en de Vereniging voor Veiligheid, Respect en Solidariteit (VVRS) is het wetsontwerp in de Eerste Kamer tenslotte toch aangenomen.
Een beetje positief is, dat nabestaanden van geweldsslachtoffers binnenkort nu ook van de dader smartengeld kunnen vorderen vanwege zogenaamde affectieschade. Teleurstellend is echter, dat het smartengeld aan een maximum van slechts €10.000,- is gebonden.
Negatief is de voorgenomen opheffing van het landelijke rechercheteam kindermoorden en dat nog veel onopgeloste moordzaken, zoals de zaak van Marianne Vaatstra bij de politie nu “op de plank liggen” en nooit meer opgelost dreigen te worden.
Negatief is ook, dat het middel van een “second opinion” nog altijd in een veel te laat stadium en veel te weinig wordt toegepast. Voor ouders als Bouke en Maaike Vaatstra is het onverteerbaar, dat het onderzoek stil ligt en dat zij een voor hen zo heel belangrijk hoofdstuk niet kunnen afsluiten. Een heleboel vragen waarmee zij al jaren worstelen blijven zo bovendien onbeantwoord. Aan hun leed wordt zo nog eens extra leed toegevoegd.
Teleurstellend is verder, dat het voorstel van een solidariteitsfonds door minister Donner is afgeschoten met als argument, dat die verantwoordelijkheden bij de burger behoort te liggen en niet bij de overheid. Daarin manifesteert zich nu juist de zwakte van het huidige kabinetsbeleid. De burger moet er wel zijn voor de samenleving, maar de overheid is er in steeds mindere mate ook voor de burger. De gewelddadige dood van een familielid is nooit te voorzien. De gevolgen voor de nabestaanden zijn immens. Individuele burgers kunnen zich onmogelijk wapenen tegen zo’n ramp met alle gevolgen van dien. De sociale verzekeringen en –voorzieningen zijn op dergelijke gebeurtenissen ook niet berekend. Goede hulp, als die er overigens is, is duur. Bij de daders gaat het bovendien meestal om de spreekwoordelijke “kale kip”, waarvan niets te plukken valt. Op dit punt laat de overheid de ergst getroffen burgers volledig in de steek.
Als wij nu naar de plannen en voornemens kijken van de huidige regering, dan valt op, dat zowel de centrale overheid in Den Haag als alle Nederlandse gemeenten dit jaar miljoenen euro’s extra gaan besteden aan veiligheid. Op zich zelf is hier niets op tegen.
Op alle bestuursniveaus wordt echter niets extra gedaan aan slachtofferhulp en –zorg. Met name de slachtoffers van de meest ernstige geweldsdelicten en vooral de nabestaanden zijn zonder uitzondering in de huidige plannen volledig buiten beeld gebleven. Voor één van de ergst getroffen groepen in de samenleving en hun organisaties heeft de overheid in feite geen stuiver over.
De inzameling van gelden voor goede doelen is in Nederland een miljarden industrie geworden. De spotjes en de programma’s voor goede doelen vliegen het hele jaar op het televisiescherm voorbij. De Nederlanders, de diverse fondsen en delen van het bedrijfsleven zijn dan zo gul om miljoenen te geven. De slachtoffers van ernstige gewelddelicten en nabestaanden, die door de gevolgen van geweld niet meer in staat zijn om de eindjes aan elkaar te knopen, worden daarbij volstrekt vergeten. Vrijwel altijd tevergeefs kloppen organisaties van/en voor deze slachtoffers en nabestaanden zowel bij overheden als particuliere fondsen aan voor een bescheiden financiële steun om het vele werk te kunnen doen wat er ligt. Heel incidenteel wordt uit die hoek iets gedoneerd. Omdat zij in geen enkel hokje vallen van het miljarden bedrijf worden al hun verzoeken systematisch afgewezen. Dat steekt!
Temeer als wij bedenken, dat wanneer iemand door geweld het leven heeft gelaten en dat net is gebeurd, wel massa’s mensen met een stoet van autoriteiten voorop, zich dan wel in een massaal rouwbeklag op straat begeven om daarna vrijwel onmiddellijk weer over te gaan tot de orde van de dag. Voor hen, die door de gebeurtenis voor het leven zijn getekend en jarenlang moeten vechten om hun leven weer in een zekere balans te brengen, wordt het daarna angstwekkend stil. Zij worden vergeten ook door de autoriteiten, die er wel als de kippen bij zijn om zich als het om repressieve maatregelen gaat te beroepen op het leed van de slachtoffers en nabestaanden. Is het in dat licht vreemd, dat slachtoffers van de meest ernstige delicten zich dan niet alleen vergeten, maar zelfs gebruikt voelen? Houdt de solidariteit met het slachtoffer en de nabestaanden in Nederland dan na de uitvaart van het slachtoffer op?
Wat is het hele huidige veiligheidsbeleid in Nederland nog waard als nergens in dat beleid zelfs niet een heel klein plaatsje is ingeruimd voor deze ergst getroffen groep?
Organisaties als de VVRS en zusterorganisaties staan met uiterst beperkte middelen voor een enorme taak. Enige steun of hulp hebben zij nog niet, zelfs niet voor een noodfonds om mensen in de meest schrijnende situaties te kunnen helpen. Het plan van zo’n noodfonds moest in de ijskast worden gezet omdat het maatschappelijk draagvlak voor de oprichting en de uitvoering voor de doelen van zo’n fonds ontbrak. Deze groep mag niet vergeten worden!

Dit artikel is een bewerking door Jaap van zijn toespraak op 25 september 2004 tijdens de Dag tegen Geweld in Zwaagwesteinde
Jaap de Ruijter de Wildt is vader van Anne, die in Groningen in 1997 is vermoord. In het dagelijks leven is hij advocaat.
Jaap is één van de vijftig oprichters geweest van de VVRS en functioneert als adviseur en één van de woordvoerders van de vereniging.

JAAP DE RUIJTER DE WILDT

t 'Sedar, zonder jou is er niks meer aan'

Ondanks de aanwezigheid van vele honderden mensen is het stil op Plein 1953. Oorverdovend stil. Voor sommigen is de opluchting dan ook groot als na enkele minuten van stilte de tocht ter nagedachtenis aan Sedar Soares van start kan gaan. Door het luide tromgeroffel dat volgt, kunnen met moeite ingehouden snikken eindelijk de vrije loop worden gelaten.
Vanuit de hele stad kwamen gisteren omstreeks zeven uur mensen met bloemen naar Rotterdam-Pendrecht om de plek te bezoeken waar afgelopen weekeinde de 13-jarige Sedar werd doodgeschoten vanwege het gooien van een sneeuwbal. ,,Niets is kwetsbaarder dan een kind,'' sprak pastor Timmermans de menigte voorafgaande aan de tocht toe. ,,Wat kunnen we meer doen dan bij elkaar schuilen, elkaar vasthouden en een lichtje branden.''
Voorzitter R. Hokke van Transvalia, de voetbalclub waar de talentvolle Sedar lid van was, vroeg zich hardop af of stil zijn wel een goed protestmiddel is. ,,Deze stille tocht is de zoveelste, terwijl we het moeten uitschreeuwen van verdriet. De stilte moet maar eens overgaan in een schreeuw van gerechtigheid.''
Dat laatste is iets waar burgemeester Opstelten zich kost wat het kost sterk voor zei te maken. ,,Het is onaanvaardbaar dat in onze stad zo'n laffe daad is gepleegd.. Dat mogen we niet tolereren. We zullen er alles aan doen om dit niet onbestraft te laten.''
De burgemeester prees Sedars 15-jarige zus Janet omdat ze eerder deze week de moed had om zelf voor de klas van haar broertje te gaan staan om ze te vertellen wat er was gebeurd. ,,Zo'n dappere dochter moet een troost zijn voor de familie.''
Moedig bleek ook een nicht van Sedar die, onvoorbereid, het podium op klom om de toegestroomde mensen te bedanken voor hun komst. ,,Ik ben zeer verdrietig dat ik mijn neef heb moeten verliezen door een spel dat al jaren wordt gespeeld. Ik weet niet waar deze wereld naartoe gaat,'' zei ze zichtbaar geëmotioneerd. ,,Ik hoop echt dat we hiervan kunnen leren.''
De stoet trok vervolgens dwars door Pendrecht naar het parkeerdek onder metrostation Slinge, de plek waar Seder omkwam en waar inmiddels een zee van bloemen en kaarsen is verrezen. Daar legden de in blauwwit clubtenue gestoken voetbalvriendjes van Seder onder meer een leren bal onder zijn foto.
Een man die het tafereel gade sloeg vanaf het hoger gelegen metrostation knikt instemmend. ,,Het is goed dat er zoveel mensen zijn gekomen. Dit is een eerbetoon voor de familie.'' De man vermoedt dat de dader, die nog niet is opgespoord, volkomen in de war moet zijn geweest. ,,Die man moet veel spanningen en problemen hebben gehad. Een normaal mens reageert zo niet.''
Naast de herdenking van gisteravond vond ook 's middags al een stille tocht plaats voor Seder. Hierin liepen honderden leerlingen mee van scholengemeenschap Maarten Luther aan de Dorpsweg. Ze herdachten hun schoolgenoot, die op de havo zat, met tekeningen en enkele gedichten. Zonder Sedar is er niks meer aan in klas 2b, stelden klasgenoten Lucas en Igor. ,,Hij liet je altijd voelen dat je erbij hoorde,'' zei Anouska. ,,Zonder Sedar wordt het nooit meer hetzelfde als vroeger.''
Het was de afgelopen dagen stil op school, sprak algemeen rector E. Roodvoets. ,,We kunnen niet geloven dat spelen niet meer veilig is.'' Met de stille tocht wilden schoolleiding en leerlingen protesteren tegen zinloze incidenten die het leven kosten aan onschuldige jongeren. ,,En we protesteren tegen de angst. Zouden wij dat niet doen, dan zij we ook eigenlijk niet meer aan het samenleven. Dan zijn we alleen nog maar aan het overleven.''

Moeder Wil maakt verdriet en respect tastbaar

De temperatuur van de Pax Christi-dependance was recht evenredig met de warme betrokkenheid van de leerlingen die Wil Vreeburg mochten ontmoeten. De moeder van de vermoorde Beuningse Caroline Pino.
Op de dag dat Wil Vreeburg zes jaar geleden te horen krijgt dat haar dochter Caroline Pino vermoord is gevonden in Frankrijk, heeft ze een gedicht geschreven dat eindigt met:

Nu ik goed kijk
Mijn baby huilt niet
Ze deed haar oogjes nog niet open
Ik bleef vergeefs op leven hopen
De baby in mijn schoot
Is dood

Toeval of is er toch meer tussen hemel en aarde?
Voor de schrijfster staat vast dat het laatste waar is. In elk geval weet ze dat de dood van haar dochter haar behalve verdriet en veel kwaadheid ook een opdracht heeft bezorgd. De missie om te pleiten voor meer respect voor elkaar. "Als je voor iemand respect hebt, zul je die ander niet zo snel iets aandoen", zegt ze eenvoudig. Wil Vreeburg is deze middag in Druten.
In de lessen Nederlands hebben de leerlingen van de onderbouw van het Pax Christi College fragmenten gelezen uit Caroline. Het verhaal van de waargebeurde zoektocht van Wil Vreeburg naar haar vermoorde dochter. Op deze dinsdag ontmoeten enkele klassen de schrijfster van het boek in een lokaal van de locatie Klepperheide.
De leerlingen komen binnen en geven de schrijfster een hand. Iedereen gaat zitten, de jongens links, de meisjes rechts van Wil Vreeburg. Even is het stil.
De schrijfster begint te vertellen. Ze legt meteen de link naar het heden. Haar dochter werd zes jaar geleden op brute wijze om het leven gebracht. Maar geweld behoort helaas tot de dagelijkse actualiteit. "Kijk maar naar de dood van Pim Fortuyn. Jullie zien hier een verdrietige moeder, maar ik ben ook een actieve vrouw. Ik heb het stokje van mijn dochter overgenomen om mensen respect voor elkaar bij te brengen. 'Ieder mens is zo uniek dat je er met geen vinger mag aankomen' , schreef mijn dochter zes jaar voordat ze werd vermoord. Daar gaat het om", zegt de moeder van Caroline.
De leerlingen branden allerlei vragen op de lippen. Ze schuifelen wat onwennig op hun stoelen tot er een directe uitnodiging komt om vragen te stellen.
Hoe is Caroline herkend na de moord?, wil een jongen weten. "Aan het gebit", zegt Vreeburg na een korte pauze. "Haar lichaam was in vergaande staat van ontbinding. Maar ik had gehoord dat ze een hangertje hadden gevonden. Dat had Caroline van haar vriend gekregen. Toen wist ik zeker dat zij het was." En dan emotioneler: "Dat hangertje ligt nu al zes jaar bij de onderzoeksrechter. Ik krijg het niet terug. Dat doet zo veel pijn. Dat snapt niemand."
Haar dochter was op reis naar Portugal met een vriend, Marc. Die nam afscheid van haar zodat ze alleen naar Parijs verder kon reizen om daar haar moeder te treffen. Ze kwam er nooit aan.
Was Wil niet kwaad op die Marc, dat hij Caroline alleen had gelaten?, vraagt een andere leerling.
"Zeker, ik ben heel boos op hem geweest. We hebben elkaar boze brieven geschreven. Het is ook nooit meer goed gekomen. Ik weet nu dat ik niet mag denken dat hij misschien iets met haar dood te maken heeft gehad", bekent de schrijfster.
Maaike leest een persoonlijke brief voor die elke leerling aan Wil heeft geschreven. "Ik vind het heel knap en moedig wat u hebt gedaan. En dat u voor een groep erover durft te vertellen." Maaike bloost. "Dat is mijn manier om met het verdriet om te gaan", zegt de schrijfster. "Ik doe het voor Caroline. En het is ook iets wat zij mij heeft gegeven. Je kunt het positief zien: ik probeer de wereld een beetje mooier te maken door de cultuur van de afzijdigheid te doorbreken.

Gerda Dekkers over haar zoon Jeroen,

Op donderdag 12 augustus ging Jeroen met Rob naar Den Haag. Zoals hij zelf de dag ervoor zei: “Voor een leuk dagje”. Hij is echter nooit meer thuis gekomen.

Hij gaf zijn vader die ochtend een kus, vroeg waar we ’s avonds zouden eten en ging om 10.45 uur de deur uit. Mijn vader was erg ziek (terminaal) en Bert en ik hadden die laatste vakantieweek de zorg voor mijn ouders, omdat mijn broer en zus met hun gezinnen nog op vakantie waren. Daardoor hebben wij er niet zo op gelet dat hij niet gebeld had. Toen wij ’s avonds laat naar bed gingen was hij er nog niet, maar we dachten dat hij wel zo thuis zou komen. Voor een jongen van 24 eigenlijk niet zo vreemd.

De volgende ochtend merkten wij dat hij er nog niet was, maar we namen aan dat hij elk moment thuis zou komen. Jeroen had namelijk last van clusterhoofdpijnen en moest daar elke dag medicijnen voor slikken. Die had hij donderdagochtend, voor zijn vertrek, voor het laatst ingenomen. Die dag moesten wij weer naar mijn ouders en ’s avonds toen wij thuis kwamen belde een vriendin (Roos) van Jeroen. Zij zei dat er volgens haar iets niet klopte. Diverse mensen hadden de vorige dag geprobeerd Jeroen en Rob mobiel te bereiken, maar dat was niet gelukt. De telefoons gingen wel over, maar werden niet aangenomen. Vanaf een uur of 1 waren ze zelfs uit! Dat had ik zelf ook opgemerkt met betrekking tot Jeroen’s telefoon, maar ik nam aan dat zijn batterij leeg was. Eigenlijk wel vreemd voor Jeroen, want dat gebeurde bijna nooit. Ik had er dus niets achter gezocht..

Roos was met Sharita (de vriendin van Rob) vrijdagochtend naar het politiebureau geweest om aangifte te doen van vermissing. Wij wisten hier NIETS van. Roos deed alsof ze Jeroen’s vriendin was om zijn vermissing aan te kunnen geven. De politie ging er vanuit dat de jongens wel weer boven water zouden komen en vertelde dat je pas na 2 x 24 uur aangifte kon komen doen. Dat betekende dus dat dat op zaterdag kon gebeuren. Roos belde nu om te vragen of wij mee wilden. Vanaf dat moment werden wij zeer ongerust. Natuurlijk wilden wij ook naar de politie gaan. Op dat moment drong het eigenlijk niet eens tot ons door dat het wel erg vreemd was, dat de meisjes al op het politiebureau waren geweest zonder ons daar van tevoren over in te lichten.

Vrijdagavond heb ik alle ziekenhuizen in Den Haag en omgeving gebeld om te vragen of er misschien 2 jongens waren opgenomen na een ongeval.

Zaterdag 14 augustus zijn wij bij de politie in onze woonplaats geweest om officieel aangifte te doen van vermissing. We probeerden de politie duidelijk te maken dat ze dit zeer serieus moesten nemen. Immers, Jeroen had zijn medicatie dagelijks nodig en daar kwam nog bij dat zijn opa (mijn vader) ernstig ziek was en Jeroen had bijna dagelijks contact met hem. Tot slot: zijn zus Yvonne was na een doodgeboren kindje in november 2002 en een miskraam in 2003 eindelijk weer zwanger en dat verliep allemaal voorspoedig. Jeroen was daar heel erg blij mee en zou niet ‘zomaar’ weggaan en dit allemaal achter zich laten. Dat werd namelijk min of meer gesuggereerd op het politiebureau.

Zondagmiddag 15 augustus kwamen twee vrienden van Jeroen (Benny en Dennis) bij ons thuis om te vertellen dat er toch wel ‘wat meer aan de hand was’. Wij waren met stomheid geslagen. We wisten niet beter dan dat de jongens voor een gezellig dagje naar Den Haag waren . Nu bleek ineens dat Rob ongeveer 2 jaar geleden was opgelicht door een makelaar uit Den Haag en hij was die bewuste dag naar Den Haag gegaan om geld op te halen. Volgens het verhaal van de jongens had hij dat al vaker gedaan, maar er waren nooit problemen geweest. Benny vertelde dat hij al een paar keer met Rob was mee gegaan. Eigenlijk zou hij die donderdag ook meegaan, maar hij moest werken. Daarom had Rob Jeroen gevraagd hem te vergezellen. De jongens hadden een lijst bij zich met adressen waar Rob en Jeroen mogelijk waren geweest en ze vertelden dat ze al vanaf donderdagavond met zijn allen (de vrienden van het voetbalteam werden daarmee bedoeld) aan het zoeken waren in Den Haag. Benny zei dat het om een bedrag van Euro 260.000 zou gaan. Toen hebben wij meteen het gesprek beëindigd en zijn met de lijst naar het politiebureau gegaan. Toen de politie dit verhaal hoorde, werd de zaak meteen serieus opgepakt. Men vertelde ons dat als ze dit donderdagavond of vrijdagochtend (toen de meisjes naar het bureau waren gegaan) hadden geweten, ze de zaak niet 2 x 24 uur hadden laten rusten.

Zondagavond kwam mijn broer Martin met zijn gezin terug van vakantie. Martin werkt als inspecteur bij de politie in onze woonplaats, dus wij zijn ’s avonds meteen naar hem toe gegaan om de hele zaak te vertellen. Hij is die avond meteen naar het politiebureau gegaan en heeft ook telefonisch contact gehad met een aantal collega’s.

Maandag 16 augustus kwam Sharita met een nichtje bij ons op bezoek. Zij had een paragnost ingeschakeld en kwam met de meest vreselijke verhalen. De jongens zouden zwaargewond zijn en ergens in Den Haag in een pand liggen. We moesten ze snel vinden anders zouden ze aan hun verwondingen overlijden. We dachten dat we gek werden! Sharita kwam op ons niet oprecht over. Het was sowieso heel vreemd dat zij niet donderdag alarm had geslagen toen Rob niet op was komen dagen bij het kinderdagverblijf om zijn zoontje op te halen.

Later bleek zelfs dat zij die donderdagavond al met Benny in Den Haag was wezen zoeken. Op dat moment wisten wij nog van niets! De informatie die de jongens ons zondag kwamen brengen kwam bij haar vandaan (het was immers een zaakje waar haar vriend bij betrokken was), maar zij wilde eigenlijk niet dat wij hiervan wisten. Ze heeft tot het laatste moment geprobeerd de jongens ervan te weerhouden ons het hele verhaal te vertellen.

Vanaf dinsdag 17 augustus is de hele zaak zeer serieus opgepakt door de politie, zowel in Zaanstad als in Den Haag. Het onderzoek is die dag officieel overgedragen aan de politie Haaglanden.

Woensdag 18 augustus hebben wij contact gezocht met een paragnost. Met deze man (JP) hebben wij gedurende de 6 weken dat Jeroen vermist was heel intensief contact gehad. Hij heeft met zijn aanwijzingen ons als die weken op de been gehouden. Al bleek achteraf dat hij het eigenlijk vanaf het begin niet bij het rechte eind heeft gehad.

Donderdag 19 augustus is er een politiebericht uitgegaan op de TV, aansluitend aan het NOS journaal. Helaas leverde dat weinig tot niets op.

In de daarop volgende weken zaten we in een soort draaikolk van roddels, praatjes, aanwijzingen, hoop, wanhoop, angst en allerlei andere emoties.

Er gebeurde van alles: rechercheurs kwamen bij ons thuis om DNA-materiaal van Jeroen veilig te stellen. Zijn kamer werd doorzocht op zoek naar aanwijzingen. Wij gaven foto’s mee en probeerden op onze eigen manier mee te denken en te zoeken. De informatie van JP werd door ons van A tot Z uitgeplozen in de hoop Jeroen terug te vinden.

Het contact met de politie (in principe verliep dat via Martin) was erg goed. Ze zijn diverse malen bij ons thuis geweest en we konden ze altijd bellen met vragen enz. Ook zijn we in Den Haag geweest o.a. voor een gesprek met de officier van justitie. De mensen met wie Rob contact had gehad in Den Haag waren bekend bij de politie. Dus men wist hoe en waar te zoeken.

Op maandag 23 augustus is aan de vermissing aandacht besteed in het programma Opsporing Verzocht. Naar aanleiding hiervan kwam een tip binnen waardoor de auto terug werd gevonden op donderdag de 26e.

Op dinsdag 7 september verslechterde de situatie van mijn vader in snel tempo. Die dag zijn wij met z’n allen naar mijn ouders gegaan en daar 2 dagen lang gebleven. Mijn vader overleed op 8 september. Het regelen van de begrafenis e.d. hebben we gezamenlijk gedaan, maar het verscheurde ons wel van binnen, want alle tijd die we daar in stopten betekende tijd die we niet konden gebruiken om naar Jeroen te zoeken. Op dinsdag 14 september was de begrafenis. In de overtuiging/hoop dat Jeroen nog leefde hebben wij uit zijn naam een rouwadvertentie geplaatst voor opa en was er bij het dragen van de kist een lege plek.

Inmiddels waren wij zo wanhopig, dat wij zoveel mogelijk de publiciteit zochten voor deze zaak. Op de regionale TV (TV Noord-Holland) waren wij al te zien geweest met een interview. De regionale krant (Dagblad Zaanstreek) had er ook al aandacht aan besteed. Via Martin (hij is voorlichter bij de politie) zochten we nu ook landelijk publiciteit. We hebben een interview gegeven aan De Telegraaf en zijn op vrijdag 17 september in Tros Vermist geweest. Op zondag 19 september zaten wij in het nieuwe SBS-programma Meldkamer.

In de week daarna (week 39) waren we aan het eind van ons latijn. We wisten niet meer wat we moesten doen en waar we konden zoeken. Vrijdag 24 september hadden we een afspraak bij de politie Den Haag. We wisten dat er in die week huiszoekingen gedaan zouden worden en het was de bedoeling dat men ons die dag op de hoogte zou brengen van de resultaten daarvan. Men hoopte sporen te vinden die zekerheid konden geven dat Jeroen (en Rob) in bepaalde panden geweest zouden zijn. Tot onze grote schrik werd ons verteld dat donderdagavond in een leegstaand pand in de Boerenstraat twee lichamen gevonden waren ingemetseld in een muur. Het was vrijwel 100% zeker dat het om Jeroen en Rob ging.

Lamgeslagen zijn wij naar huis gegaan. We moesten onze dochter en andere familie vertellen dat Jeroen nooit meer thuis zou komen. Dat weekend hebben we als verdoofd thuis zitten wachten. Zaterdagmiddag kwam het bericht dat de lichamen eindelijk vrij gemaakt waren uit de muur. Zondag om 10.00 uur begon de sectie en die heeft tot 20.00 uur geduurd. Maandagmiddag om 13.30 uur kwamen 2 mensen van de politie Haaglanden bij ons thuis met foto’s van kleding, tatoeages en tot slot toonden zij sieraden. Toen was het voor ons duidelijk dat het écht om Jeroen ging.

’s Middags zijn wij de begrafenis gaan regelen, mensen gaan bellen enz. Dinsdagochtend werd Jeroen’s lichaam vrijgegeven en zijn wij mee geweest om hem op te halen uit Den Haag. Hij was al 6 weken alleen geweest, dus we lieten hem de reis terug naar de Zaanstreek niet alleen maken!

Op vrijdag 1 oktober hebben wij hem begraven. De belangstelling was overweldigend! Zoveel mensen, zoveel bloemen, het was ongelofelijk.

Maar in tegenstelling tot het overlijden van mijn vader was deze begrafenis niet een afsluiting, maar juist een begin.

Er zitten 3 verdachten vast sinds 23 en 25 september. De politie is nog volop bezig met het onderzoek. Vorige week hebben de verdachten weer 30 dagen ‘gekregen’, met alle beperkingen. Helaas blijven zij ontkennen. De politie is echter van mening dat zij een goede zaak tegen deze mannen kunnen maken. Meer aanhoudingen worden niet uitgesloten.

En wij zitten maar thuis te wachten op …. Ja, op wat eigenlijk? Nieuws uit Den Haag, de rechtszaak, de uitspraak…. We weten niet wat ons nog allemaal boven het hoofd hangt en dat is misschien maar goed ook. Als we de diverse berichten op deze en de site van Aandacht Doet Spreken lezen, dan slaat ons de schrik om het hart.

Gerda:
Twee jaar geleden had ik nog nooit een rechtszaal van binnen gezien, nu ben ik hier bijna kind aan huis. Twee jaar geleden had ik nog nooit van spreekrecht voor nabestaanden gehoord. En nu sta ik hier omdat onze Jeroen is vermoord en ik u wil uitleggen wat voor impact dat op ons leven heeft. En ik weet eigenlijk niet waar ik moet beginnen.
Dus ik begin met Jeroen. Er wordt tijdens dit proces over hem gesproken. De Jeroen uit het proces-verbaal, de Jeroen van de foto’s waarop hij uitgebikt wordt, de Jeroen uit de krantenartikelen, de Jeroen die geassocieerd wordt met dat vreselijke woord ‘metselmoorden’ is niet de échte Jeroen.
En dan Jeroen’s zus Yvonne. In de tijd dat Jeroen verdween was ze voor de 3e keer in verwachting. De eerste keer werd haar dochtertje dood geboren. De tweede keer kreeg ze een miskraam. En met deze derde zwangerschap moest voorzichtig om worden gegaan. Gelukkig heeft ze Jeroen nog kunnen vertellen dat ze in verwachting was. En hij was vreselijk blij met deze zwangerschap. In de weken dat Jeroen vermist werd zei ze dat ze dit kindje zo zou opgeven als we Jeroen daarmee terug zouden kunnen krijgen. En ze was juist zo blij met deze zwangerschap! Als door een wonder werd er een gezond dochtertje geboren. Maar Yvonne heeft zoveel verdriet dat ze mij vraagt of een kindje van de moeder moet leren lachen. Want dat kan ze niet meer.
Zo’n zin snijdt door je hart, want ze had zielsgelukkig met haar dochter moeten zijn. En écht gelukkig wordt ze nooit meer, want het gemis van Jeroen blijft. Haar broer is vermoord.
Ze kan niet meer met Jeroen praten en lachen over de dingen die ze vroeger samen deden. Er zijn geen telefoontjes en dagelijkse SMS-jes meer en als wij er niet meer zijn, heeft zij niemand meer om herinneringen op te halen aan vroeger, hoe het ging in ons gezin. Dit is haar allemaal afgenomen. Onze Yvonne is óók een slachtoffer. Ze kan niet genieten van wat de mooiste tijd van haar leven had moeten zijn. Nee, ze heeft de hulp van een psycholoog nodig. Ze is aan de anti-depressiva en ze vertrouwt niets en niemand meer. Onze zoon is lichamelijk kapot gemaakt, onze dochter geestelijk.
En onze kleindochter Zoë. Geboren in een familie waar de mensen kapot zijn van verdriet. Die een moeder, een opa en een oma heeft die nooit meer echt blij en gelukkig kunnen zijn. Geboren in een familie waarin iedereen vreselijk bang is dat ook haar iets zal overkomen, want elke keer als ik haar vasthoud denk ik: hoe zal ik jou wel kunnen beschermen, zoals ik het bij Jeroen niet heb kunnen doen. We zullen haar over Jeroen vertellen, want hij zal altijd bij ons horen. En zij moet weten hoe haar oom was. Hoe vreselijk blij hij was, toen hij hoorde dat zij verwacht werd. En dat ook aan iedereen vertelde. We zullen haar vertellen hoe iedereen die hem kende, van hem hield. Dat hij altijd voor iedereen klaarstond. En altijd iedereen wilde helpen.
Maar ook zullen wij haar eens moeten vertellen wat er met Jeroen gebeurd is. En waarom, terwijl we dat zelf nooit zullen begrijpen. Ons verdriet is er altijd, 24 uur per dag. En alleen als we bij onze kleindochter zijn doet dat verdriet niet letterlijk pijn, maar wordt de ergste pijn door haar aanwezigheid iets verzacht. Dit kleine mensje geeft troost aan iedereen om haar heen. Wat een zware last voor zulke kleine schoudertjes.
Jeroen’s vader. Dat was altijd zo’n daadkrachtige man. Hij regelde alles en nam alle beslissingen. Als Bert iets op zich nam, dan kwam het voor elkaar. En deze sterke man is helemaal kapot. Zo kapot van verdriet en schuldgevoel dat hij niet in staat is hier zelf het woord te nemen. Hij kan zich niet meer concentreren, twijfelt aan alles en iedereen, maar vooral aan zichzelf.
Zoals tussen veel vaders en zonen heeft het ook tussen Jeroen en zijn vader gebotst. En naar nu blijkt is daar zoveel kostbare tijd aan verloren gegaan…. Elke dag vraagt Bert zich af wat er van Jeroen geworden zou zijn. Wie zijn vrouw of kinderen geweest zouden zijn. Door deze afschuwelijke daad, zal hij zich dit altijd blijven afvragen. Bert is een schim van de man die hij voor 12 augustus 2004 was. Hij hield altijd zo van een stukje rijden met de motor en nu zegt hij tegen mij dat hij, als hij op de motor zit, eigenlijk tegen de eerste de beste boom aan wil rijden. Dan is alles voorbij: de slapeloze nachten, het onrustige gevoel en het allesoverheersende, alles verterende verdriet.
Ik vind het erg moeilijk om iets over mezelf te vertellen. Het verbaast me dat ik nog leef, want ik ben kapot van verdriet. Sinds 24 september 2004 heb ik het koud. Het voelt alsof er een stuk uit m’n hart is gerukt. Elke ochtend is mijn eerste gedachte: oh God, Jeroen is dood. Jeroen is vermoord. En hoe vroeg het dan ook is, dan moet ik m’n bed uit, want dan stik ik bijna. De zes weken van zijn vermissing waren vreselijk, maar nu denk ik soms: toen hadden we nog hoop. Want ook al had de politie gezegd dat Jeroen volgens hen niet meer leefde, het kon er bij mij niet in dat iemand Jeroen zou willen vermoorden. Jeroen, die zijn maandsalaris aan iemand gaf, die het op dat moment volgens hem harder nodig had dan hij. Jeroen, die altijd voor iedereen klaarstond, iedereen hielp. Wij wisten dat hij dat deed, maar na zijn dood beseften wij pas hoeveel hij voor anderen betekende, door alle verhalen die we hoorden. Daarom begrijpt niemand waarom juist Jeroen vermoord is. Eigenlijk wil ik niet verder leven, want het leven dat ik nu leid is geen leven. Ik speel voortdurend toneel. Praat, lach, doe met iedereen mee en ik kijk vanaf een afstand naar mezelf. En begrijp niet hoe ik dit allemaal doe. Telkens weer beleef ik 12 augustus 2004. Jeroen die vermoord wordt. Die 33 messteken in zijn lichaam krijgt. Ook al zou het, zoals gezegd is, maar 5 minuten geduurd hebben, geloof me, 5 minuten klinken kort, maar zijn erg lang. 33 messteken. Bij de hoeveelste stierf hij? Bij de vijfde, de zeventiende, de drieëndertigste? Steeds als ik een mes zie, denk ik: was het er zo een? Was het zo groot, zo scherp, ging het zo diep? Ik voel zijn angst. Dat vind ik nog het ergste. Mijn kind in doodsangst. En ik was er niet bij, om hem te helpen. Mijn gevoel zegt dat ik bij hem had moeten zijn toen hij in doodsangst was. Ik heb hem op de wereld gezet en ik had hem moeten vasthouden toen hij stierf. Hij had mijn ogen moeten zien, toen hij voorgoed zijn ogen sloot.
Dit schuldgevoel praat niemand me uit m’n hoofd. Ik ben Jeroen’s moeder. Het was mijn taak hem te beschermen. Dat er na zijn dood op zo’n respectloze manier met zijn lichaam is omgegaan, beneemt me nog steeds de adem. Er is gezeuld met zijn lichaam, dat daarna in het beton is verstopt, in de hoop dat we hem nooit meer zouden vinden. Ook dit beleef ik steeds weer. Zie ik in gedachten de ene na de andere laag cement bovenop onze Jeroen gegooid worden. En als hij dan na 6 weken door Indy en Mouse gevonden wordt, mogen wij hem niet meer zien. Ik kan niet vertellen wat het met je doet als je thuis op de bank zit en weet dat hier in Den Haag mensen bezig zijn je zoon uit het cement te bikken. Dat je wacht op het bericht dat ze daarmee klaar zijn, maar dat er dan ook gezegd wordt dat we Jeroen niet meer kunnen zien. Geen afscheid kunnen nemen van je kind is het allerergste wat je als ouder kan overkomen. Je kunt hem geen kus geven, geen hand op z’n wang leggen of hem aanraken. Nee, ik zat op mijn knieën bij zijn gesloten kist en vertelde hem zo hoeveel ik van hem houd. Altijd als ik onze deur uitloop zie ik weer die begrafenisauto de straat inrijden met Jeroen erin. Zo kwam hij nog even thuis om ons op te halen, zodat we hem konden begraven.
Op een zonnige zomerdag 12 augustus 2004 is hij van huis weggegaan. Op een mistige herfstdag 1 oktober 2004 kwam hij weer heel even naar huis, om daarna voorgoed weg te gaan. Ik kan niet onder woorden brengen, wat deze gedachten met me doen. Hoe ik me van binnen voel.
En dan komen de negatieve krantenberichten, waarin een Jeroen wordt beschreven, die door niemand die hem heeft gekend wordt herkend. Dan komt de eerste proforma waarin over mijn zoon gesproken wordt als de als uiterst gewelddadig bekend staande Jeroen Dekkers. Dat heeft ons erg veel pijn gedaan. We krijgen geen tijd om te rouwen, daar zorgen sommige verslaggevers en advocaten wel voor. Razend van woede zijn we op iedereen die hieraan meegedaan heeft.
We zijn veranderd in de afgelopen tijd. We bekijken iedereen van een andere afkomst argwanend. We voelen een diepe haat tegen een hele bevolkingsgroep, terwijl we eigenlijk weten dat dit onrechtvaardig is. Nooit heeft afkomst of huidskleur een rol in ons gezin gespeeld, mede doordat Jeroen zoveel vrienden van verschillende afkomst had, die allemaal bij ons thuis kwamen. Dit gevoel hoort niet bij ons. Dit argwanende. Deze haat.
We zijn nu ruim 2 jaar verder sinds Jeroen vermoord is en we zijn nog steeds lamgeslagen en verbijsterd. Niet alleen wij, maar iedereen om ons heen. We leven niet, we overleven.
Voor mij is elke dag een opgave. Als ik ’s nachts huilend door ons huis loop en er stopt een auto in de straat, denk ik nog steeds: Zou dat dan toch Jeroen zijn? Ik wacht nog steeds op hem. Het lijkt wel of het nog niet voor 100% tot me is doorgedrongen dat hij er niet meer is. We hebben geen afscheid kunnen nemen. Mijn verstand weet het, mijn hart nog steeds niet. Op 12 augustus 2004 is in 5 minuten tijd onze zoon vermoord en ons leven kapot gemaakt. In 5 minuten tijd is er een streep getrokken door alles wat ons blij en gelukkig maakte. Ik hoop en bid dat het ‘maar’ 5 minuten geduurd heeft, maar tegelijkertijd maakt het me witheet van woede. Waar haalt iemand het lef vandaan in 5 minuten, of in wat voor tijd dan ook, kapot te maken wat ik al 24 jaar gekoesterd en liefgehad heb. En op een manier alsof Jeroen’s leven van geen betekenis was.
Ik ben nu 50 jaar en u mag best weten dat ik elke avond op mijn knieën lig om God te vragen of ik alsjeblieft geen 51 hoef te worden.
Tot aan dit proces heb ik, voor zover het in mijn macht lag, gevochten voor Jeroen. Om zijn naam en nagedachtenis zuiver te houden. Na vandaag hoeft dat niet meer. Voor mij hoeft het dan ook niet meer. Elke dag wakker worden en weten wat er allemaal met Jeroen is gebeurd, is de zwaarste straf die er is. Ik kan niet meer!
Ik ben begonnen met Jeroen en ik wil eindigen met Jeroen. Mijn aller-, allerliefste zoon, die ik altijd zal blijven missen. Elke dag, elk uur, elke seconde, voor de rest van mijn leven.
Gerda en Bert Dekkers.

Brenda, nicht van Ellis Windhorst

Ik moet zeggen dat ik het op zich prettig vindt om te lezen dat er mensen zijn die zich druk maken over de strafmaten in Nederland...de oneerlijkheid...en inderdaad hoe de moordenaars behandeld worden (als VIP personen)...en hoe de nabestaanden de uiteindelijk overgebleven slachtoffers
worden vergeten...Maar helaas moet ik ook constateren dat het allemaal niks helpt...de agressie in onze samenleving lijkt alleen maar toe te nemen...3 jaar geleden is mijn nichtje Ellis Windhorst vermoord, moeder van drie heerlijke kinderen...dat de vader van deze kinderen überhaupt nog mag leven vind ik persoonlijk al een straf...en een ieder die een moord van een naaste heeft meegekregen...weet wat een impact dit op je leven hebt...vooral in het begin heb je het gevoel in een thriller te leven...je leven gaat na een lange tijd wel verder...maar het is iets van je elke dag met je meedraagt...en of je het nu wilt of niet...je wordt er ook elke keer weer mee geconfronteerd...en die hufter die dit allemaal veroorzaakt zit fijn in de gevangenis (best luxe), wordt behandeld en geholpen aan alle kanten en komt ooit misschien gewoon weer vrij...maar wat wordt er nu eigenlijk helemaal gedaan voor de nabestaanden...en dan wetende dat dit zoiets extreems is...je denkt niet dat je zoiets ooit nog 's van zo dicht bij gaat meemaken...en dan vorige week wordt er in IJmuiden een vader doodgeslagen..de vader van Stan ('t zoontje van mijn goede vriendin)...nu ken ik dus al 4 kinderen die een ouder moeten missen door afschuwelijk geweld...ik heb meegelopen met de stille tocht met een ontzettend dubbel gevoel...wat heeft dit voor nut en gebeurt er nu echt nooit meer zoiets afschuwelijks...zaterdag op de begrafenis was ik woedend... maar wat kun je met die woede? Niks...ook deze knakker die veroorzaakt heeft dat Stan zijn vader kwijt is...wat zal hij helemaal aan straf krijgen...ik durf er niet eens aan te denken...want waarschijnlijk zal deze dood niet als een moord met voorbedachte rade uit de bus komen...en wat krijg je dan in Nederland...over een jaar of wat loopt deze hufter vrij rond en Stan is moet in alles voor de rest van z'n leven z'n vader missen! Waar gaat het naar toe in deze maatschappij...Maar goed...een heel verhaal...het greep me ineens weer even allemaal aan...want ik begrijp zo goed dat jullie zoveel willen doen...en ik begrijp ook jullie drijfveer...en ik hoop voor jullie en mijn gevoel dat er ooit iets van terecht komt...dat er ooit eens naar de echte slachtoffers geluisterd wordt...
Ga vooral door...

Brenda Windhorst

Ons kind van onschatbare waarde.

2004 - De rechtbank in Den Bosch uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen Nurul Wilkens, de moordenaar van Robbert. Net als in de vorige rechtszaak is hij wederom tot zeven jaar cel veroordeeld.
Zijn verweer dat hij uit noodweer gehandeld heeft is door het hof afgewezen, omdat hij bij zijn bekentenis aan de politie verklaard heeft dat hij door het lint ging toen Robbert hem vertelde dat hij de zakelijke banden met hem wilde verbreken. Het feit dat hij geen hulp heeft ingeschakeld om Robbert nog te kunnen redden, toen deze op de grond viel tijdens het wurgen, wordt hem zwaar aangerekend. Volgens zijn verklaring bij de politie had Robbert dan nog gered kunnen worden, maar toen was hij egoïstisch.
Volgens de rechtbank is hij koelbloedig en calculerend te werk gegaan door de auto te verschuilen, Robbert in een afgelegen stuk bos te begraven en 15 weken lang te zwijgen. Met dit laatste heeft hij de familie de mogelijkheid ontnomen om op waardige wijze afscheid van Robbert te nemen.
Met het bovenstaande is weer duidelijk geworden dat Robbert op lafhartige, koelbloedige wijze door een gestoorde gek om het leven gebracht is. Dat deze gek, na aftrek van een derde van de opgelegde straf en de 15 maanden voorarrest, over drie jaar weer op straat staat, is onverteerbaar.
Hij heeft nu 14 dagen de tijd om in cassatie te gaan en aangezien hij ervan overtuigd is dat hij onschuldig is zal het ons niet verbazen als hij dat ook doet. Wij houden jullie op de hoogte.

20 deecember 2005 - Vandaag zouden wij samen je 36ste verjaardag vieren. Dat is jou en ons echter niet gegeven. Heb met pa je graf bezocht. Ik stond er en vroeg me af wat ik daar deed. Een vraag die ik mezelf elke keer weer stel als ik daar sta. Het kan nog steeds niet tot me doordringen dat je nooit meer thuis zal komen. Heb het gevoel dat ik je gisteren nog gezien en vandaag aan de telefoon gehad heb.
Mijn omgeving praat over mijn pijn? Wat is pijn? Ik voel niets. Ik KAN het niet toelaten!!! Of WIL ik het niet toelaten? Zal ik dat ooit KUNNEN of WILLEN??? Ik weet het niet. Ik wil het ook niet weten.
Ik lees regelmatig de herinneringen en condoleances en vraag mij af waar mijn herinneringen aan jou gebleven zijn. Ik zoek ze, maar kan ze niet vinden. Hoe zal ik je ooit tot een herinnering kunnen maken, als ik geen afscheid van je heb kunnen nemen??? Slaap zacht mijn kind. Mam xxx

Wina, na de moord op haar zoon, maakte gebruik van spreekrecht .............

op 24 augustus 2003 - gisteren precies anderhalf jaar geleden, kreeg ik een hoofdrol in een horror, die nog steeds voortduurt en die mijn leven veranderde in één grote afschuwelijke nachtmerrie, een nachtmerrie die helaas een harde, bittere werkelijkheid is.
Op die 24ste augustus verdween het meest dierbare dat ik bezat voorgoed uit mijn leven.
Over de persoon Robbert zal ik hier niet uitweiden Ik hoef maar te wijzen op de getuigenverklaringen, op de ruim 500 mensen die ondanks de zware storm bij zijn uitvaart aanwezig waren en op de reacties die te lezen zijn op de website die voor Robbert gemaakt is.
Robbert was een goed mens die voor iedereen klaarstond. Hij had recht op een lang en gelukkig leven. Hij had nog zoveel liefde te geven. Die liefde moeten wij nu missen.
Op die 24ste augustus braken voor mijn man Henk, mijn zoon Jerry en voor mij 15 folterende weken van onzekerheid aan.
15 Weken die ons zowel lichamelijk als geestelijk volledig gesloopt hebben.
Dat Nurul Wilkens, de moordenaar van Robbert, mij op de dag van Robberts verdwijning zeker 5 keer aan de telefoon verzekerd heeft dat Robbert voor 8 uur terug zou zijn omdat hij moest werken, terwijl Robbert daar vlak naast hem dood in huis lag….. Onbegrijpelijk!

In die weken is Nurul zelfs tot tweemaal toe bij ons thuis geweest. Hij heeft bij mij op de bank zitten eten en drinken en ik heb hem geholpen om zaken met de huisbaas en van het danscafé te regelen, terwijl hij Robbert vermoord had en als een beest in een bos had begraven ……onbegrijpelijk!!

Dat Nurul Wilkens, de moordenaar van Robbert, na de moord op Robbert gewoon in het huis van Robbert is blijven wonen en doorgegaan is met zijn leven, alsof er niets aan de hand was. ……Onbegrijpelijk!!

Ik heb nog steeds een sms-bericht van hem uit die periode in mijn telefoon, dus ik heb het niet gedroomd.
In de periode van Robberts vermissing zijn wij een keer, op een zondagavond in september, gebeld door Sidhatha, de vriendin van Nurul Wilkens. Zij vertelde ons dat Robbert op die 24ste augustus een afspraak met iemand gemaakt had en dat hij, omdat hij te laat op die afspraak kwam, doodgeknuppeld en gedumpt is.
Mijn man heeft maandenlang de slagen van die knuppel in zijn nek en op zijn schouders gevoeld. Hij ging er kapot aan.
Vanaf begin november 2003, nu 15 maanden geleden, heeft hij door psychische problemen niet meer kunnen werken in zijn eenmansbedrijfje. Niet werken betekent voor hem geen inkomsten.
15 Slopende weken waarin Jerry niet meer in staat was om in zijn poolcafé in Oss te werken. Begin november 2003, nu 15 maanden geleden, is hij gestopt met zijn zaak. Teveel herinneringen, omdat Robbert het poolcafé in Oss had opgezet.
15 Weken waarin ik op de automatische piloot af en toe naar mijn werk ging en zo goed en zo kwaad als het ging probeerde mijn werkzaamheden uit te voeren.
Niet alleen de onzekerheid over de verdwijning van Robbert, maar ook het feit dat al onze telefoons maandenlang afgeluisterd werden, omdat wij voor de politie ook verdachten waren, heeft het ons erg moeilijk gemaakt.
Het feit dat Robbert in oktober 2003 onterecht in het programma Opsporing Verzocht als een randcrimineel is afgeschilderd en dat de politie dit naderhand tegen beter weten in niet gerectificeerd heeft, heeft het er voor ons niet makkelijker op gemaakt en heeft ons veel pijn gedaan.

7 december 2003 - Ik zat in de kerk en werd gebeld dat ik meteen naar huis moest komen.
Op die dag kregen wij te horen dat Robbert gevonden was. Onze grootste angst was waarheid geworden. Op die dag stortte onze wereld en ons gezin helemaal in elkaar. De zeer warme, hechte familieband van mijn gezin was uniek en voor Nederlandse begrippen haast onbegrijpelijk. Die band was onverbrekelijk.
Wij hebben Robbert niet meer mogen zien en geen afscheid van hem kunnen nemen.
Waarom heeft Nurul Wilkens pas na 15 weken bekend, vraag ik mij af.
Waarom heeft hij ons die folterende weken bezorgd. Hij wist hoe hecht ons gezin was. Waarom heeft hij ons de gelegenheid ontnomen om afscheid van Robbert te nemen.
Op die 7de december ben ik het vertrouwen in de mensen kwijtgeraakt. Ik vertrouw niemand meer. Mensen kwamen graag bij ons over de vloer en wij waren overal graag geziene gasten. Overal waar ik kwam bracht ik altijd sfeer en gezelligheid. Dat is allemaal voorbij. Wij gaan nergens meer naartoe en houden de boot af als mensen bij ons op bezoek willen komen.
Toen ik tijdens de vorige rechtszitting hoorde dat Robbert nog een poosje geleefd had ging dit als een dolksteek door mijn moederhart. Hij had misschien nog gered kunnen worden. Hij heeft echter geen schijn van kans gehad. Hij heeft beseft dat hij doodging.
Bij ons wisselen gevoelens van boosheid, verbittering, machteloosheid, verdriet en onzekerheid elkaar af.
Mijn kleinzoon is zijn enige oom, die zielsveel van hem hield, voorgoed kwijt.
Wij worden sinds februari 2004 door een psychiater behandeld. Onze toekomst is hopeloos en uitzichtloos.
Jerry’s huwelijk heeft deze storm niet doorstaan.
Mijn man is pas zes weken geleden weer voorzichtig begonnen met werken.
En ik, ik probeer af en toe naar mijn werk te gaan, maar ik functioneer niet.
Ik ben medewerker toetsing bij het Cito en moet examenopgaven redigeren.
Ik kan mij echter niet meer concentreren en het sloopt mij om steeds weer aan collega’s te vertellen hoe het met mij gaat.
Ik ga verder alleen uit huis om naar de begraafplaats, de bedrijfsarts of de psychiater te gaan.
Ik, een superactieve, ondernemende, vrolijke meid, ben veranderd in een zombie. Ik ben verdoofd. Ik doe niets meer in de huishouding. Ik kan niet meer zonder slaapmiddelen slapen en ik gebruik kalmerende middelen om op de been te blijven. De kilo’s vliegen eraf, net als mijn haar dat bij bosjes uitvalt.
Het kan nog steeds niet tot mij doordringen dat Robbert dood is.
De schok die ik gehad heb op die 7de december 2003 toen ik, geheel onvoorbereid, op tv Gelderland beelden zag van het stoffelijk overschot dat in een zwarte zak in oranje kist geworpen werd, is met geen pen te beschrijven.
Soms, als ik stil op de bank zit, dan flitst het beeld van Robbert in doodstrijd ineens door mijn hoofd. Dan krijg ik verschrikkelijke hartkloppingen. Zo erg, dat het lijkt alsof mijn hart uit mijn borstkas zal barsten. Mijn hart klopt in mijn keel en ik word kotsmisselijk. Op dat moment grijpen mijn hersens in.
Weg, weg weg. Weg met die onverdraaglijke beelden en gevoelens. En dan is het weg en het blijft weken weg, om in één keer weer toe te slaan op een onbewaakt ogenblik.
Ik ben confuus. Ik weet niet wanneer mijn kind gestorven is. Welke datum van overlijden moet ik aanhouden: 24 augustus of 7 december. Robbert is volgens zeggen 24 augustus om het leven gebracht. Op 7 december kregen wij te horen dat hij niet meer in leven is. In de overlijdensakte staat vermeld: datum van lijkvinding 7 december. IS HIJ WEL ECHT DOOD??? Ik heb hem niet gezien.
Ik heb geen afscheid van hem kunnen nemen.
Op 12 december mochten wij naar een gesloten kist kijken. Afscheid nemen van een gesloten kist. Lag mijn kind in die kist? Ik weet het niet. Ik zal het ook nooit te weten komen.
Op 13 december hebben wij die kist op de begraafplaats Moscowa begraven.
Mijn plannen om, na 42 geweldige dienstjaren, over twee jaar met VUT te gaan, zijn in duigen gevallen. Eergisteren, 23 februari, heb ik een WAO keuring ondergaan. Wat daar de uitslag van zal zijn, weet ik niet.
Feit is dat ik nooit meer 100% zal kunnen functioneren, àls ik ooit weer zal kunnen functioneren.
De laffe moord op Robbert, en alles wat daarna gebeurd is, heeft diepe wonden in mijn ziel geslagen. Wonden waarvan ik de lidtekens mijn hele leven lang zal blijven dragen.
Wat ik wel weet dat is dat Henk en Jerry op die 7de december niet alleen hun zoon en broertje, maar ook hun vrouw en moeder zijn kwijtgeraakt.
Op die 7de december is het beste deel van mij samen met Robbert gestorven.

Onze bevindingen met de Nederlandse justitie !

Onze dochter Nicolette werd in de nacht van 24 januari 1999 door haar neef in haar eigen huis in Maassluis vermoord. De dader is na zijn daad naar huis gegaan en heeft na een nachtje slapen zich aangegeven bij de politie in Schiedam.(zijn woonplaats). Op zijn aanwijzingen is politie Maassluis gaan kijken en hebben Nicolette gevonden.
2 Agenten in burger hebben ons de bittere boodschap overgebracht en ons redelijk opgevangen totdat er vrienden en familie was. Met achterlating van enkele folders over slachtofferhulp en schadefonds geweld misdrijven zijn zij vertrokken en hebben nooit meer iets van zich laten horen. Ook van de gemeente hebben wij nooit iets vernomen.

Waarom brengt justitie slachtofferhulp niet op de hoogte van dit soort misdaden zo dat zij een helpende hand toe kunnen steken voordat het slachtoffer en/of de nabestaande in een te diepe put vallen. Na verloop van tijd hebben wij zelf slachtofferhulp gebeld.

Dit moet je wel zelf doen en op het moment dat je het diepst in de put zit bel je dan.

Van slachtofferhulp mevr. Tineke Fiegen hebben wij redelijk veel steun gehad tijdens onze bezoeken aan de rechtbank. Zij was het ook die ons in contact gebracht heeft met de officier van justitie (de naam van deze mevr. zijn we helaas vergeten) maar zij heeft ons goed te woord gestaan. Wij mochten het proces verbaal inzien (zij had op ons verzoek de foto’s er uitgehaald).
Wij en onze kinderen kregen ruim de tijd om het een en ander in te zien en uit te pluizen.
Op mijn vraag wat kan ik de dader aandoen (je zou hem op dat moment wel kunnen wurgen) kregen we als antwoord als nabestaande kan je niets doen, mocht er iets met de dader gebeuren zijn wij als eerste verdacht.
Deze officier van justitie vertelde ons dat zij zich terug trok van deze zaak en dat de nieuwe officier van justitie de heer Notenboom onze zaak verder zou behandelen, zij vroeg ons namens Mr. Notenboom een afspraak met hem te maken voor een later tijdstip.
Deze afspraak hebben wij dan ook graag gemaakt en wij zijn enkele weken later op bezoek geweest bij Mr. Notenboom. Hij heeft ons goed te woord gestaan en ons een heleboel duidelijk gemaakt omtrent de gang van zaken tijdens de rechtszitting.
Ook aan hem heb ik de vraag gesteld wat kan ik de dader aan doen.
Zijn antwoord was als nabestaande kan je weinig doen maar je kan tijdens de rechtszitting een schade claim indienen via een bestaand formulier namelijk Voegingformulier benadeelde partij in het strafproces .
Er is ook een folder hierover en deze heet Voegen in het strafproces.
Dit is een folder uit 1998 van het Min. van Justitie en deze moet bij alle rechtbanken zijn.
Hij vertelde ons dat we de kosten moesten opmaken welke gemaakt en nog te maken zijn, echter we moesten niet te veel in details gaan anders zou het mogelijk zijn dat de rechtbank het terug zou verwijzen naar het kantongerecht.
Wij zijn ook met de vraag wat kan ik de dader aandoen en zou het mogelijk zijn het proces-verbaal in te zien bij een advocaat in Maassluis geweest. Deze kon ons geen antwoord geven. Proces-verbaal inzien zal zeer moeilijk worden en als nabestaanden kan je niets tegen de dader beginnen. Wij vragen ons af hoe het mogelijk is dat de ene officier van justitie en de advocaat niets weten omtrent dit Voegingformulier terwijl de andere het op zijn bureau had liggen.

Wij zijn op de rechtszitting geweest en omdat wij vrienden meegenomen hadden om ons tegen eventuele uitvallen naar de dader te beschermen werden wij boven op de publieke tribune achter glas gezet.
Tijdens de ontvangst werd ons gevraagd waar is het slachtoffer (bij een moordzaak)
Wij werden ontvangen in een centrale hal met veel te weinig stoelen.
Ook waren in die zelfde ruimte de familie en bekenden van de dader.
Tevens was het een doorloop voor andere rechtszalen wat je gemoedsrust niet ten goede komt.
Voor de rechtszitting heb ik het Voegingformulier aan de gerechtsdeurwaarder gegeven met de vraag dit in het proces mee te laten nemen dit was geen bezwaar.
Tijden het proces heeft de president van de rechtbank mij verzocht naar voren te komen om de eis toe te lichten.
Er viel niet veel toe te lichten want alles stond op papier.
Maar de rechtbank accepteerde mijn uitleg en nam de eis in de zitting mee.
De eis van de Officier van Justitie was 6 jaar gevangenis straf en TBS.
Verder verliep alles zoals het hoorde en de uitspraak was 14 dagen later.
Wij waren teleur gesteld over de eis wat is nou 6 jaar op een mensenleven.?
14 dagen later was de uitspraak gelijk aan de eis Incl. de claim. Wat ons mee viel want meestal gaat er nog wat af.
Na de uitspraak hebben we nog met Mr. Notenboom gesproken en deze vroeg ons onder andere of we op hoogte wilde blijven omtrent het wel en wee van de verdachte. Wij hebben hiermee ingestemd en dan ook keurig een bevestiging van het vonnis gehad. Daarna niets meer over de dader. Wel een brief waarin stond dat we geen stappen moesten ondernemen om de claim te innen alles zou via het Centraal Justitieel Incasso Bureau in Leeuwarden geïnd worden.
Later kregen we bericht dat er een regeling getroffen was, hij zou Fl. 25.00 per maand aan ons afbetalen.
Dat kon nog wel even duren voor hij aan ca.Fl.13.000,00 was.
Hij heeft redelijk trouw ongeveer 2,5 jaar betaald . Ineens werd het totale rest bedrag over gemaakt.
Wij vroegen ons af of hij een kraak gezet had in de gevangenis .
Tot zover ging alles redelijk, alleen we hoorden niets over hoe het verder met de dader ging (waar en hoe lang hij zat).
Ongeveer 3,5 jaar na het gebeurde bemerkten we (bij navraag bij justitie over hoe het verloop was van zijn gevangenschap) dat hij al geruime tijd in een TBS kliniek zat.
We vroegen ons af hoe dit mogelijk was en wij kregen van de justitie te horen dat ze daar geen inlichtingen over konden geven.
Wel waren ze bereid ons in contact te brengen met de inrichting waar hij zat. Wij hebben contact gehad met de inrichting de Kijvelanden in Rhoon. Dit is maar 25 km bij ons vandaan.
In Januari 2003 zijn er 2 dames van de Kijvelanden bij ons thuis geweest. Zij werden met gemengde gevoelens door ons ontvangen. Het gesprek liep redelijk echter op rechtstreekse vragen werd een ontwijkend antwoord gegeven.
b.v. Waarom zit hij ,voordat hij zijn straf uitgezeten heeft al in de TBS kliniek.
Zij beloofde ons dat ze ons op de hoogte zouden houden van eventuele proefverloven. Dit hebben ze ons schriftelijk medegedeeld.
In die brief stond ook dat ze ons niet op de hoogte houden wanneer de 2 jaar in de TBS kliniek voorbij zijn en de rechter moet beslissen over nog 2 jaar in de TBS kliniek of voorwaardelijk in vrijheidstelling.
Bij de brief had men een folder gedaan over de instelling de Kijvelanden.
In deze folder stond duidelijk dat als een verdachte 1/3 van zijn straf er op heeft zitten hij de rechter kan verzoeken met TBS aan te vangen. Wij hadden heel anders gereageerd als we dit van te voren wisten.
Ik ben toen weer naar de justitie in Rotterdam gaan bellen (met de wet TERWE in de achterhand) waarom we niet zoals op de rechtszitting beloofd was we op de hoogte gebracht waren omtrent de veranderingen van de verblijfplaats van de verdachte.
Deze vraag is een ramp bij slachtoffer informatie. Men begrijpt het niet of wil het niet begrijpen . Ik heb diverse mensen aan de bel gehad en hen de problemen verteld.
Steeds werd ik weer doorverbonden en eindelijk kreeg ik iemand die mij vertelde dat ze het originele vonnis zou opsturen. Dit heb ik al sinds de uitspraak was mijn antwoord. Wat wil U dan???? Pas 4 keer uitgelegd. Dus nog maar eens verteld dat wij op de hoogte moeten zijn wat er met de verdachte gebeurd. Ik wil in ieder geval weten waar en hoe lang hij heeft gezeten en een schriftelijke bevestiging dat als er een vervolg zitting komt voor wijziging in de TBS dat wij tijdig daarvan op de hoogte gebracht moeten worden. Aan het eind van het gesprek beloofde ze mij de gegevens toe te zenden. Wij hebben een schrijven gehad waarin bevestigd werd dat wij op de hoogte blijven van eventuele vervolgzitting en waar en hoe lang hij heeft vast gezeten. Alleen missen we ca.8 maanden ( misschien ontsnapt?)
Ik wacht nog op gegevens over deze 8 maanden.
Totaal heeft het ongeveer 6 maanden geduurd voor wij de schriftelijke bevestigingen kregen voor iets wat ons tijdens de rechtszitting toe gezegd was.

Waarom moeten nabestaande alles in het werk stellen om te krijgen wat ze allang beloofd is?????

We waren gebleven dat de justitie ons een brief had gestuurd dat we op de hoogte zouden blijven wanneer de TBS rechtszitting zou zijn. Volgens eerdere gegevens zou dit voor 22 november moeten zijn.
Maar op 22 november nog steeds niets gehoord. Dus je raad het al de telefoon gepakt en via enkele dames degene aan de telefoon gekregen die ook de bewuste brief ondertekend had.Mijn vraag waarom ik nog niets gehoord had over de zitting en het intussen 22 november was kreeg ik als antwoord:Wij waren niet van plan U de brief te sturen want wat heeft U er aan het kan best emotioneel zijn.
Ik deze dame als antwoord gegeven dat ik er op stond deze brief te ontvangen en het onze zaak was of wij wel of niet naar de zitting zouden komen. Per omgaande post hebben wij de brief gekregen en de zitting zou 12 december zijn,ook stond er in de brief dat de zitting openbaar was dus wij welkom waren.
Op 12 december zijn Lenie, Piet en zoon Arthur naar de rechtbank gegaan en wij troffen in de wachtruimte de vader van de verdachte (onze zwager) aan. De zitting was er een van de meervoudige kamer.
De zitting verliep enerverend want de verdachte was er ook met z'n advocaat.
Nadat de medewerker van de TBS kliniek gehoord was en de officier van justitie zijn verhaal gehouden had, kreeg de advocaat het woord en toe gingen onze haren overeind staan.
Want uit zijn pleidooi bleek dat de verdachte, volgens een second opinion niet aan de ziekte van ASPERGE lijd.
Op grond hiervan vroeg hij vrijspraak.
Was 7 weken in het Pieter Baan centrum dan voor niets geweest?
De medewerker van de TBS kliniek stelde 2 jaar verlenging voor en de officier van justitie eiste dit.
De rechtbank schorste de zitting voor 15 min. en in deze 15 min. zag ik kans om met de advocaat een gesprek aan te gaan. Je begrijpt dat hij niet dieper op de zaak kon ingaan, maar op mijn vraag wat zou er gebeurd zijn bij tijdens de eerste rechtszitting bekent was dat hij niet leed aan de ziekte van Asperge, dan zou hij 12-15 jaar gehad hebben volgens deze advocaat. In dat geval zouden we minstens 8 jaar van hen verlost zijn.
De rechtbank heeft na de schorsing uitspraak gedaan en hem veroordeeld tot 2 jaar TBS.

Na de zitting hebben we nog even met zijn vader nagepraat en op mijn vraag als je iets weet over in beroep gaan wil mij dat dan laten weten.Nou daar hoef je niet lang op te wachten was zijn antwoord want ze gaan in hoger beroep.
Dus maar weer de mevrouw bij de rechtbank gebeld en deze beloofde mij zo gauw er iets bekend was dit ons mee te delen. De mededeling volgde al snel en wij kregen ook medegedeeld dat het hoger beroep in Arnhem zou dienen. Tevens stond er in de brief een telefoon nummer van de rechtbank aldaar wat we zouden kunnen bellen om informatie. Ik heb dit telefoon nummer gebeld en kreeg een keurige mijnheer aan de telefoon aan wie ik mijn vragen voor legde. O mijnheer Beekenkamp wij zullen U op de hoogte houden wanneer de zitting is, vermoedelijk eind maart. Op mijn vraag of ik hiervan een bevestiging zou kunnen krijgen kreeg ik als antwoord dat doen we niet maar als we iets beloven doen wij dat ook. Ik heb hem toen maar verteld wat ons in Rotterdam overkomen is dus was mijn vraag niet zo vreemd. Maar we kregen geen bevestiging. We wachten maar af.

Het vervolg na de zitting van december in Rotterdam. Uitspraak 2 jaar blijven zitten
Hij is toen in hoger beroep gegaan en de zitting was op 29 maart in het gerechtshof in Arnhem.
Wij Piet, Lenie en Arthur waren hierbij aanwezig.
Ik had op aanraden van een advocaat een brief naar de advocaat generaal van het gerechtshof in Arnhem gestuurd met onze problemen omtrent de verdachte. Ik heb per omgaande een antwoord gehad wat voor ons zeer bevredigend was.
Hij schreef dat indien mogelijk hij ons even te woord zou staan.
Wij hebben hem voor de zitting even gesproken en dat even kwam omdat de zaak waar wij voor kwamen naar voren gehaald werd omdat voor de andere zaak de advocaat niet aanwezig was. Jammer maar het was niet anders.
Hij vond dat de zaak er voor ons redelijk voor stond gezien de papieren die hij had.
Tijdens de zitting kwam de verdachte met het verhaal dat een dokter in de TBS kliniek gezegd had dat hij zo goed als genezen zou zijn. Dit werd door zijn advocaat beaamd.
De voorzitter van de rechtbank vond dat hij niets aan mondelinge toezeggingen had.
Voor hem lag een schrijven van de kliniek waarin verklaard werd dat hij nog niet genezen was en verdere behandeling noodzakelijk was. Er werden nog enkele andere goede dingen van de dader naar voren gebracht maar deze werden redelijk vlot van de tafel geveegd. Voor ons was dit een reden om te vertrouwen dat de TBS verlengd zou worden.
Uitspraak op Vrijdag 9 april.
Op 9 april naar Arnhem gebeld om de uitslag. Ik kreeg een aardige dame aan de lijn en deze kon mij vertellen dat de zitting aangehouden was tot 28 juni. Men wil toch de dokter uit de kliniek horen. Dit was voor ons best een teleur stelling.
Ik heb van zijn vader gehoord dat de kans toch wel bestaat dat het gerechtshof aan zal nemen dat hij niet de ziekte van Asperge heeft en hij op deze grond misschien vrij zal komen?????

Ik heb in een brief aan de Advocaat Generaal in Arnhem gevraagd of hij mij kon vertellen wat er gebeurd als hij vrijgesproken wordt van het feit dat hij de ziekte van Asperge niet heeft.
Immers als dat niet klopt, klopt ook zijn gevangenisstraf niet want zonder de ziekte zou hij volgens zijn Advocaat 12-15 gehad hebben. Ik ben benieuwd wat ik voor antwoord krijg.
Ook blijf ik met het probleem zitten wat gebeurd er met de 14 maanden welke hij nog niet uit gezeten heeft. Immers 6 jaar +TBS is 4 jaar zitten dan TBS. Hij is immers al na 2 jaar en 10 maanden in de TBS kliniek opgenomen. Dit mag volgens de folder van de TBS kliniek maar daar staat niet in wat er met de resterende 14 maanden gebeurd. Ik heb in een brief naar de officier van justitie in Rotterdam om opheldering gevraagd. Ik wil graag weten, al moet ik naar onze volksvertegenwoordigers, wat er gebeurd als hij de ziekte van Asperge niet heeft met de gevangenisstraf. En waar in de wet staat wat er met de resterende gevangenisstraf gebeurd i.v.m. het TBS geval. Voorlopig wacht ik even de antwoorden af.
P.J. Beekenkamp

“Zoiets verwacht je niet. Neerschieten, dat gebeurt toch alleen in films?”

De broer van Cynthia (26) werd op 31-jarige leeftijd vermoord. Neergeschoten. Zomaar. Killing for fun noemde de openbare aanklager dat. Nu, vijf jaar later heeft ze nog steeds moeite de gruwelijkheden een plek te geven.
“Er zit zoveel frustratie in mijn lichaam! Ik heb op tae bo gezeten, boksen, heb aan hardlopen gedaan, zelfs een crosstrainer aangeschaft. Ik trap me een ongeluk op dat ding. Het enige wat ik er van krijg, zijn slanke billen, maar de stress zit er nog. Onbenulligheden waar ik vroeger geen enkele moeite mee had, zoiets als een acceptgirokaart invullen, daar zie ik nu als een berg tegenop. Het liefst stop ik ook met werken. Ik heb geen zin meer in die verplichtingen. Negen van de tien keer heb ik een verschrikkelijke nacht gehad met nachtmerries waarin ik de daders voor me zie, maar dan gaat de wekker wel gewoon weer ’s ochtends vroeg. Er heeft zich een gevoel van frustratie, verdriet en onbegrip in mij genesteld dat nooit meer overgaat. Nooit.”
“We hadden die zaterdagavond een feestje, dat mijn vader had georganiseerd op de voetbalvereniging. Daarna is Alan met vrienden op stap gegaan. Ik zou eigenlijk meegaan, maar was niet lekker, dus ging naar huis. De volgende dag sprak ik mijn moeder aan de telefoon toen op de achtergrond bij haar de bel ging en ik mijn schoonzus hoorde roepen “Hij is nog niet thuis!”. Dat was gek, het was 12.00 uur ’s middags. Mijn broer was uitvaartleider en had beloofd een nieuwe collega te helpen met de uitvaart van een kindje. Alan kon het laat en gek maken, maar hij nam zijn werk zo serieus dat het vreemd was dat hij niet kwam opdagen. Natuurlijk denk je niet meteen het ergste, eerder: die is bij een ander blijven slapen. Ik dacht: als ik hem zie, krijgt hij er van langs! Maar omdat mijn ouders erg ongerust waren, ben ik gaan zoeken. Bij de voetbalclub, in zijn huis. Misschien was hij ondertussen thuisgekomen en schaamde hij zich voor al die bezorgde voicemails. Maar nee. Toen ik terugkwam, hadden mijn ouders hem als vermist opgegeven. De paniek sloeg echt toe op het moment dat mijn vader zei: ‘ik heb vanochtend niet zo’n leuk verhaal gehoord’. Hij was op de voetbalclub de troep van de vorige avond aan het opruimen toen er een oud baasje langskwam: ‘Heb je het al gehoord? Ze hebben twee gasten neergeschoten’. Mijn vader dacht nog: ‘Komt dat tuig nu ook al hierheen?’ Maar dat bericht is in zijn hoofd blijven zitten. Toen ik dat hoorde, hield ik het niet meer en ben naar het politiebureau gereden. Daar werd ik in eerste instantie streng ondervraagd. Hoe mijn broer eruit zag, of hij littekens had? Ik at letterlijk mijn nagels op van zenuwen. Ik was gestopt met roken, maar vanaf toen ben ik twee pakjes per dag gaan roken. Na veel heen en weer geloop, kwam een van de rechercheurs terug: ‘Je zei dat hij geen littekens had, maar…’ En toen wreef hij over zijn pols. Mijn broer heeft ooit op Koninginnedag een meisje geholpen die lastig werd gevallen in de kroeg. Die jongens kwamen later terug met een groep en hebben hem door een ruit gegooid. Hij had een slagaderlijke bloeding en heeft daar een litteken aan over gehouden. Dat herinnerde ik me ineens weer. Op dat moment bevestigde de rechercheur de geruchten die wij al eerder hadden gehoord: Alan was vermoord.”
“Er zijn die nacht in de Haagsche wijk Loosduinen twee jongens neergeschoten: mijn broer en Daan. Alan was met een groep vrienden op stap en is Daan tegengekomen, een oude bekende. Aan het eind van de avond zijn ze samen naar buiten gelopen en daar hebben ze nog een praatje gemaakt met de portier. Die is vervolgens naar binnen gegaan en vanaf dat moment is over het verloop niks zeker. De oudste dader, beroept zich op zijn zwijgplicht, de jongste hangt nog altijd verschillende verhalen op en de man die medeplichtig was, de broer van de vader, zwijgt ook. We vermoeden dat ze op de parkeerplaats stonden te wachten. Dronken en onder de drugs. Ze hebben Alan en Daan naar buiten zien komen en dachten: kijken of we iets kunnen uithalen. Misschien waren ze op zoek naar drugs, naar geld, misschien wilden ze gewoon ruzie. Ik weet bijna zeker dat Daan en Alan onder dwang zijn ingestapt. Mijn broer was slim genoeg om niet met zulke types mee te rijden. Als je de oudste dader ziet, word je vanzelf al bang. Hij heeft een verschrikkelijk enge kop. Vroeger is hij al eens veroordeeld voor het plegen van incest en er gingen zelfs geruchten dat er in de omgeving moorden zijn gepleegd waar hij best verantwoordelijk voor zou kunnen zijn. Hij woonde met zijn zoon, de andere dader, op een woonwagenkamp in Den Haag. De zoon heeft verklaard dat hij reed, Alan zat op de passagiersstoel, de vader op de achterbank, net als Daan. Ze waren gewoon aan het praten toen de oudste plotseling Alan twee keer door zijn achterhoofd schoot. Mijn broer is waarschijnlijk met zijn hoofd voorover gevallen, alles zat onder het bloed. Toen hebben ze Daan van de zijkant neergeschoten. Zomaar, zonder reden. De openbare aanklager sprak tijdens de zitting van een typisch voorbeeld van killing for fun’. Omdat ze de lichamen kwijt moesten, zijn ze vervolgens naar een parkeergarage gereden. Daar hebben ze die jongens er letterlijk uitgegooid en een genadeschot gegeven door hun achterhoofd. Met die auto, onder het bloed, zijn ze weggereden en die hebben ze later op een terrein vlakbij het woonwagenkamp in de fik gestoken om sporen uit te wissen.”
“Voor dode mensen ben ik altijd angstig geweest, maar bij mijn broer heb ik dat geen moment eng gevonden. Het liefst had ik hem gewassen, maar zijn collega’s vonden dat niet verstandig. Er was sectie gepleegd op zijn lichaam en dat is geen fijn gezicht. Dat zou niet goed zijn voor de herinnering. Dat heb ik geaccepteerd, maar achteraf heb ik spijt. Ik kon al niks meer voor hem betekenen, dit was nog het enige wat ik kon doen.
Als familie verwacht je nooit dat zoiets je overkomt, want waarom? Dit gebeurt alleen in films. Bij criminelen. Terwijl wij in zo’n veilige wereld leefden. We hadden een intense familieband, woonden op 5 minuten lopen van elkaar en we hadden altijd familiefeesten en gezelligheid met elkaar. Met Alan had ik dan ook een heel sterke band. Behalve mijn broer was hij ook mijn maatje. Hij was bijvoorbeeld de eerste die hoorde dat ik ontmaagd was. En in de periode dat hij veel verdriet had om zijn ex, huilde hij uit bij mij. Omdat we tien jaar schelen, was het eigenlijk net voor zijn dood dat we over de echte grote dingen in het leven praatten. Kinderen, de liefde, relaties. Daarom denk ik nu vaak: als hij nog had geleefd, was het zo leuk geweest. Natuurlijk wil ik hem niet verheerlijken en kende ik ook zijn streken, maar het was zo’n lieve, gevoelige jongen. Die duwde me bij wijze van spreken nog opzij als ik bijna op een mier stond. Daarom was het zo erg dat na zijn dood de wildste verhalen de ronde deden: hij zou pooier geweest zijn, drugskoerier, hij zou een affaire gehad hebben en Daan zou maffiageld onder zijn huis hebben verstopt. Maar ik dacht: doe maar. Laat maar gaan. Het is voor een buitenstaander natuurlijk ook niet te begrijpen dat iemand zonder reden wordt vermoord. We zijn nu vijf jaar verder, maar ik heb nog steeds moeite om erover te praten. Het heeft zo’n impact gehad op onze familie, alles en iedereen is door de moord veranderd. Mijn ouders, mijn andere broer, ikzelf. Mijn kijk op het leven is negatiever. Ik zie alles nu zwart wit. Mensen kunnen lang lief en aardig tegen me zijn, maar als iets gebeurt dat me niet zint, hoeft het voor mij meteen niet meer. Mij is zo intens veel verdriet aangedaan, ik wil er niet nog meer bij hebben. Misschien is het niet eerlijk, maar het is zelfbescherming.”
“Omdat ik emotioneel gezien de sterkste was van de familie, werd ik aangewezen als contactpersoon. Ik weet nog goed dat ik ’s ochtends uit bed werd gebeld: “Cynthia” zei de rechercheur “hou je vast, we hebben ze opgepakt!”. Op 14 mei 2000 werd Alan vermoord, in oktober zijn de daders gearresteerd. Die periode daar tussenin was afschuwelijk. Vanwege verdriet ben ik anderhalf jaar de deur niet uit geweest, maar die eerste periode vooral ook omdat ik doodsbang was. In het belang van het onderzoek vertelde de politie ons helemaal niets. Al die maanden liep ik dus rond met ontzettend veel vragen. En in iedereen zag ik een mogelijke dader. Tot het moment van het verlossende telefoontje.
Tijdens de rechtszittingen zagen we ze voor het eerst. Dat was… heel onwezenlijk. Van die blik in hun ogen werd ik bang. Zo brutaal. Op een gegeven moment deed de jongste dader, Tommix R., een spelletje met mij: wie het langst kan blijven kijken. Ik hield het niet vol, moest mijn hoofd wegdraaien. Nog nooit van mijn leven had ik hem gezien, maar hij keek alsof hij mij ook kon doodschieten. Er was levenslang geëist. De vader, Cobus R., heeft uiteindelijk twintig jaar gekregen. Met aftrek van voorarrest en de standaard aftrek van éénderde wegens goed gedrag staat hij in 2014 weer buiten. De rechter vond dat hij nog een tweede kans verdiende in deze maatschappij. De jongste heeft in eerste instantie veertien jaar gekregen. Maar omdat hij in grote lijnen het verloop van die avond heeft verteld, vond de rechter dat moedig en heeft hij er in het hoger beroep nog eens twee jaar vanaf gehaald. Terwijl wij juist vermoeden dat hij de grootste gluiperd is. Tommix komt dus in oktober 2008 al op vrije voeten, Cobus een paar jaar later. Voor ons is dat onbegrijpelijk. Daarom heeft mijn hele familie zich voorgenomen te verhuizen. Mijn andere broer is al verhuisd, mijn ouders zijn op zoek naar een huis en ik wil hen achterna. Waarom? Ik moet er niet aan denken deze mensen tegen te komen. Vooral omdat ik niet weet hoe ik reageer. Word ik hysterisch? Woedend? Zou ik naar ze toe gaan? Dat wil ik voorkomen. Het zijn criminelen, ze lopen altijd met een pistool op zak, dus als er wat gebeurt, verlies ik altijd. Dan maar verhuizen en een nieuw leven opbouwen. Het is me al eens eerder gebeurd dat ik de medeplichtige tegen het lijf liep. Er is sprake geweest van een derde persoon, maar wegens gebrek aan bewijs is hij vrijgelaten. Hij is de broer van de vader: ze noemen hem Ome Tom. Hij was ook die avond in de discotheek en hij was erbij toen de auto in de fik ging. Misschien was hij er ook wel bij ín de auto. Maar omdat er geen getuigen zijn, valt niets te bewijzen. Twee jaar geleden zat ik te eten met mijn vriend in een restaurant, wie loopt daar voorbij: die zogenaamde Ome Tom. Ik werd gek! Ik ben naar buiten gerend, stond te trillen als een rietje, maar moest hem confronteren. Ik vroeg hem of hij zich wel realiseerde wat voor een verdriet hij ons heeft aangedaan. Het is een boomlange kerel, maar door mijn woorden werd hij piepklein. Het enige wat hij kon uitbrengen was: “Mevrouw, ik vind het heel erg. Ik weet het allemaal niet.” Als ik er nu over nadenk, denk ik: dat ik dat heb gedaan! Maar het was een reflex.”
“Ik leef nog elke dag met Alan. Zijn foto staat in mijn huiskamer en ik brand ieder dag een kaarsje voor hem. Pas geleden ben ik getrouwd met een jongen die Alan niet heeft gekend, maar ik voel dat mijn man wel van hem houdt. Een mens kan veel hebben, maar omdat het ‘waarom’ nog zo onduidelijk is en omdat de manier waarop het gegaan is zo vreselijk hard is, heb ik er nog steeds zoveel moeite mee. Iedere keer zie ik voor me dat mijn broer in zijn kist ligt met de gaten in zijn hoofd. En over twee jaar komt de dader vrij! Dat rijmt niet met elkaar. Meestal ga ik door, maar op sommige momenten meld ik me ziek op mijn werk. Dan lukt het me niet meer. Op die momenten stuit ik vaak op onbegrip. Mensen zeggen nogal eens: ‘ben je nou weer ziek?’ Maar dan antwoord ik alleen maar: ‘Wil je ruilen?’. Natuurlijk ga ik ook liever fluitend door het leven, maar helaas lukt dat niet altijd.”

Stichting Aandacht Doet Spreken

“Tijdens de rechtszittingen voelden we ons heel erg in de steek gelaten. Er is gewoonweg geen goede begeleiding en hulp. Een voorbeeld: een van de zittingen begon 8.30 uur ’s ochtends en om 19.00 uur ’s avonds zaten we er nog. De kantine dicht, de broodjes op, mijn moeder die uit de zaal verwijderd werd omdat ze een hoestbui kreeg. En de daders namen rustig een slokje water. Je zit vol spanning, je begrijpt helemaal niks van wat je overkomt en je zit een hele dag in een ruimte met de mensen die je geliefde hebben doodgemaakt. We hadden graag willen spreken, maar ook dat mocht niet. Om nabestaanden van slachtoffers in de toekomst in dit proces te kunnen begeleiden heeft mijn vader de stichting opgericht. Met deze contactgroep willen we bereiken dat er uiteindelijk echt wordt geluisterd naar al die slachtoffers en nabestaanden die nog steeds vastlopen in het ambtelijk apparaat. De stichting wil een luisterend oor bieden en een informatiebalie zijn waar mensen terecht kunnen met vragen en klachten.” Meer informatie:< a href="www.aandachtdoetspreken.nl"> www.aandachtdoetspreken.nl

Cynthia Roos

Defensie betaalt begrafenis

Het ministerie van Defensie gaat de begrafeniskosten betalen van de vermoorde Nadia van de Ven (25). Van de Ven werd in 2002 vermoord door ex-militair Pascal F. Voordat hij de moord pleegde was hij als militair uitgezonden naar Bosnië. Nadia’s Moeder, Minke van de Ven-De Jong, ontving maandag 26 maart 2007 de toezegging van het ministerie. Ze ziet die als een bekentenis dat er ‘grote fouten zijn gemaakt met Pascal’. Volgens Minke was Pascal F. al niet in orde voor hij werd uitgezonden, of is het daar mis met hem gegaan. In beide gevallen acht zij Defensie op zijn minst mede-verantwoordelijk. ,,Dat zullen ze nooit erkennen omdat ze weten hoeveel leed veteranen in ons land hebben aangericht. Als iedereen dat gaat verhalen, gaat dat flink in de papieren lopen.’’ Defensiewoordvoerder Revis zegt dat de uitkering bij hoge uitzondering is gedaan, maar ontkent dat defensie hiermee aansprakelijk is voor de daden van een ex-militair. De woordvoerder wil het besluit niet verder toelichten omdat persoonlijke omstandigheden een rol hebben gespeeld. De Utrechtse rechtbank -en later het Hof Arnhem- had Pascal F. opgedragen de begrafeniskosten te betalen, maar tot nu toe hebben de nabestaanden daar geen cent van gezien. Mocht dat alsnog gebeuren, dan wil defensie het bedrag terugzien. Van de Ven-De Jong is opgetogen dat er eindelijk duidelijkheid is over de begrafeniskosten. Maar wat Minke betreft blijft het daar niet bij. Ze bekijkt of de staat aansprakelijk kan worden gehouden voor al het leed dat is aangericht. Pascal F. is veroordeeld tot twintig jaar cel en opname in een tbs-kliniek.

Door ARD SCHOUTEN

Moeder van door VN-militair vermoorde Nadia teleurgesteld in Defensie

Ze verloor drieënhalf jaar geleden haar oudste dochter Nadia door de moordlustige praktijken van een doorgedraaide oud-VN-militair. Sindsdien doet de Noord-Hollandse arts Minke van de Ven (61) onderzoek naar de trauma’s die uitgezonden militairen kunnen oplopen. Defensie neemt in haar ogen echter geen enkele verantwoording voor deze wandelende tijdbommen. Afgelopen donderdag sprak de vertwijfelde medicus en moeder voor het eerst met de top van de krijgsmacht. Maar dat liep uit op een grote teleurstelling... „Ik had me weinig illusies gemaakt over het gesprek over de moord op mijn dochter met de staatssecretaris van Defensie. Maar dat het zo waardeloos zou verlopen, had ik vooraf niet kunnen bedenken. Ik heb er echt een kater aan overgehouden.” De Noord-Hollandse arts Minke van de Ven werd afgelopen donderdag door CDA staatssecretaris Van der Knaap (Defensie) uitgenodigd voor een langverwacht gesprek. Minkes dochter Nadia (25) werd al in oktober 2002 doodgeschoten door een ex militair die naar Joegoslavië uitgezonden was geweest. Tot afgelopen week had zij echter nooit iets van de krijgsmacht vernomen.

Sinds het drama dat haar gezin verwoestte, heeft Van de Ven zich intensief verdiept in de blijvende trauma’s die een deel van de uitgezonden veteranen mee naar huis neemt. „Ik had gehoopt op meer begrip van defensie en een verandering in de starre denkwijze. Want ik vraag me af hoeveel onschuldige burgers nog door getraumatiseerde ex-soldaten moeten worden omgebracht, voordat de krijgsmacht eindelijk zijn verantwoording neemt en erkent dat sommige jongens als tikkende tijdbommen terugkeren.” Afgelopen december betichtte zij defensie in een reportage in De Telegraaf ervan dit probleem in de doofpot te stoppen. Over de meeste gewelddadigheden door geestesziek geworden soldaten – mishandeling van hun echtgenotes en kinderen, maar ook zelfdoding – komt volgens haar niets naar buiten. Minke van de Ven liet zich in deze krant, evenals PvdA Kamerlid Angelien Eijsink en jurist Pieter Groenhart van de ACOM CNV-bond voor militairen, bovendien zeer kritisch uit over de selectie voorafgaand aan een uitzending en het aanbod voor opvang en nazorg later aan soldaten met chronische psychische stoornissen. Volgens officiële cijfers bedraagt hun aantal zo’n vijf procent. Recente Amerikaanse onderzoeken vertonen nog beduidend alarmerender cijfers: vijftien tot dertig procent. Oud-Bosniëganger Pascal F., de moordenaar van Minkes dochter, had volgens de medicus uit Koog aan de Zaan nooit door de keuring van defensie mogen komen, laat staan op missie mogen gaan. Maar afgelopen week, toen de deuren van het statige kabinet van Van der Knaap voor Minke openzwaaiden, kreeg zij allerminst antwoord op hoe dat desondanks kon gebeuren.
De staatssecretaris had zich volgens haar niet of nauwelijks voorbereid. „Hij wist absoluut niets van de slachtpartij op Nadia. Of hij deed alsof, om me uit mijn tent te lokken. Het is in ieder geval stuitend om tegenover een bewindsman te zitten die zelfs niet weet dat je dochter is vermoord met een wapen dat ooit uit een kazerne werd geroofd.” „Ook wist hij niet dat Pascal F. eerder veroordeeld werd wegens nog een tweede moord. Dat was een zaak voor justitie, zei Van der Knaap. Toen ik geëmotioneerd vertelde hoe Nadia is afgeslacht en hoe verschrikkelijk de foto’s van haar stoffelijk overschot eruitzagen, kreeg ik te horen dat ik dan maar niet naar die foto’s had moeten kijken...” Minke – die zich momenteel specialiseert in hersenonderzoek – heeft het gevoel dat zij tegen een muur heeft gepraat. „Ik kaartte onder meer aan dat jongens die al psychische stoornissen hebben, nog steeds door de selectie van defensie kunnen rollen en tijdens een missie nog veel gekker en gevaarlijker kunnen worden. Van der Knaap en zijn ambtenaar gaven dat min of meer toe. Maar een diepgaande keuring kost in hun ogen te veel geld of is onuitvoerbaar wegens privacybelangen. Nog steeds vergeet defensie hoe hele gezinnen later kapotgaan... Alsof dat geen geld kost!” Ook haar pogingen het versnipperde aanbod in opvang en nazorg van veteranen met Van der Knaap te bespreken strandden volgens Minke van de Ven jammerlijk. „Het is alsof steeds dezelfde bandopname wordt afgedraaid. De staatssecretaris en zijn ambtenaar noemden dat aanbod voldoende, en zelfs groter dan in de civiele maatschappij. Een deel van de getraumatiseerde veteranen wil zich niet laten behandelen, is hun verhaal, en daarmee basta. Dat er mogelijkheden zijn om deze jongens op een andere manier te bereiken en te behandelen, wil echter niet tot de krijgsmacht doordringen.”
Medio maart behandelt de Hoge Raad het cassatieberoep dat de advocaat van Pascal F. tegen diens veroordeling heeft ingediend.

door JOLANDE VAN DER GRAAF

Moordpanden / Dezelfde muren, dezelfde stenen

door Niki van der Naald (Trouw d.d 8 september 2004)

Wonen in een huis waar iemand is gedood. De een zou er nachtmerries van krijgen, een ander kan er met een gerust hart slapen. Makelaars zijn terughoudend met het geven van informatie over een moordpand. De voorgeschiedenis speelt de nieuwe bewoners soms nog jaren parten.
Een huis in het bos van Putten, een pension in Anjum, een boerderij in Harkstede en een voormalig studentenhuis in Utrecht. Hun stenen zijn onschuldig, toch dragen de gebouwen een smet.
Het zijn panden die met vele andere de afgelopen jaren in de belangstelling hebben gestaan, omdat ze plaats delict waren in bekende moordzaken. Voor nabestaanden van slachtoffers blijven het voor altijd pijnlijke locaties. Maar de vondst van een of meerdere lijken zorgt ervoor dat de woningen ook in de volksmond snel een bijnaam krijgen als 'horrorhuis'. Het bekend ste voorbeeld is misschien wel het woonhuis van Marc Dutroux, waarin zoveel gruwelijkheden hebben plaatsgevonden dat de gemeente Charleroi het uiteindelijk gaat slopen. Tot die tijd wordt de woning afgedekt met doeken, zodat buurtbewoners niet meer naar de verlaten plek hoeven te kijken.
Ook Nederland kent huizen die bij velen in het geheugen gegrift staan. Nog steeds worden de huidige bewoners van wat ooit een pension in het Friese Anjum was, ermee geconfronteerd dat de toenmalige pensionhoudster twee mannen om het leven bracht en in de achtertuin begroef. Vanuit straaljagers werd in 1997 met infraroodcamera's naar eventueel nog meer lichamen in de buurt van het pension gezocht. Vanaf die tijd nam de aanloop van nieuwsgierigen alleen maar toe volgens een medewerker van de gemeente Dongeradeel, waar Anjum toe behoort. ,,Anjum wordt nog jaren geassocieerd met het moordpension.''
De woning werd uiteindelijk per opbod verkocht. Hoewel buurtbewoners gruwden van het idee om op de beruchte plek te wonen, meldden zich uiteindelijk tientallen belangstellenden en handelaren voor het huis. De familie die er nu woont zwijgt verder over de woning met de gevoelige voorgeschiedenis.
Ook al zijn de afzetlinten van de politie al lang verdwenen, is het sporen onderzoek afgerond en de grootste meute nieuwsgierigen en pers verdwenen: van het spookimago is maar moeilijk af te komen, zo merken mensen die op de voormalige plaats van het misdrijf gaan wonen. ,,Blijkbaar is het niet alleen een confronterende plek voor de nabestaanden van het slachtoffer, maar spreekt dit huis ook tot de verbeelding van wildvreemden'', zegt de moeder van de vermoorde Christel Ambrosius uit Putten.
Als er iemand weet hoe het is om te leven op de moordplek, is zij het. Sinds een paar jaar woont de vrouw in het aan de rand van Putten gelegen huis, waar haar dochter in 1994 om het leven is gebracht.
De 23-jarige stewardess werd vermoord in het huis, dat toen nog door Christels oma werd bewoond. De zaak kreeg pas echte landelijke bekendheid toen misdaadverslaggever Peter R. de Vries gerechtelijke dwalingen aantoonde bij de veroordeling van twee mannen die de moord zouden hebben gepleegd. Bij bijna iedere reconstructie kwam het 'huisje in het bos' weer in beeld.
Tien jaar na dato wil de moeder van Christel het liefst niet meer praten over de zaak, maar ze ondervindt nog steeds veel last van opdringerige mensen die op het erf komen, het huis ongevraagd in beeld brengen en haar of familieleden lastigvallen. ,,Dan doen ze of ze verdwaald zijn en bellen bij je aan. Het lijkt mensen eerder aan te trekken dan af te schrikken.''
Om het huis wordt binnenkort een hek geplaatst om nieuwsgierigen op afstand te houden. ,,Mensen snappen niet dat ik uitgerekend op de plek ben gaan wonen waar mijn dochter op gruwelijke wijze is gestorven. Maar ik koester juist de mooie herinnering die ik aan dit pand heb. Het is een huis waar we veel mooie momenten met haar hebben gehad. Die gevoelswaarde verzacht de dagelijkse pijn een beetje.''
De vrouw zegt er bewust voor gekozen te hebben om het huis niet aan een vreemde te verkopen. Nadat de politie het pand had vrijgegeven, raakte de woning in verval door achterstallig onderhoud. Na een periode van leegstand besloot ze de villa in het bos op te knappen. ,,In het dorp werd er al snel gespeculeerd over eventuele verkoop. Maar ik zal zorgen dat het familiehuis de komende jaren nooit in handen komt van een buitenstaander.''
Toch worden de meeste 'moordhuizen' wél na verloop van tijd te koop aangeboden. Vaak raken de woningen in verval omdat er langdurig onderzoek wordt gedaan door de politie en niemand in het pand mag. Over het wel of niet melden van de voorgeschiedenis van het huis bestaat geen vaste gedragscode voor makelaars, zegt een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM).
Maar volgens de Groningse makelaar Jan van Nispen, die voor de NVM-makelaarsopleiding regelmatig cursussen geeft over waardebepaling van woningen, is het vooral een ethische afweging. ,,Dit reikt natuurlijk veel verder. Want wat vertel je aan potentiële kopers over een huis waarin bijvoorbeeld iemand zelfmoord heeft gepleegd of de vorige bewoner pas na dagen dood is teruggevonden? Dat ligt heel gevoelig.''
Van Nispen heeft daar onlangs voor het eerst een discussie over gevoerd met andere makelaars, toen een collega hem meldde dat hij een expliciet verzoek had gekregen om te zwijgen over zaken als zelfdoding of moord. ,,Dat gebeurde bij een institutionele belegger, die een makelaar inschakelde om te bemiddelen in vastgoed. Ik kan me voorstellen dat opdrachtgevers bang zijn voor de emotionele factoren die invloed op de verkoop kunnen hebben, maar als makelaar bestaat er ook nog zoiets als mededelingsplicht.'' Die wettelijke verplichting houdt in dat degene die een huis verkoopt eerlijk antwoord moet geven op vragen van de nieuwe eigenaar. Meestal gaat het om verborgen technische zaken zoals een olietank in de tuin, maar kopers willen meestal ook iets weten over de vorige eigenaar. Volgens Van Nispen doet een woningverkoper er goed aan om gewoon te vertellen over de voorgeschiedenis van een pand, wanneer kopers daar zelf om vragen. ,,Uiteraard niet alle privé-verhalen, maar zo'n vreselijke gebeurtenis kan van invloed zijn op de psychische woonbeleving.''
Dit ook om te voorkomen dat er achteraf een schadeclaim ingediend wordt, zoals bijvoorbeeld in Groot-Brittannië succesvol is gedaan door mensen die later pas hoorden dat ze in een moordpand woonden.
Blijft de vraag of een makelaar het uit zichzelf moet melden. Van Nispen: ,,Daar zijn de meeste makelaars heel terughoudend in. Mensen die gevoelig zijn voor het verhaal achter de gevel, zullen daar zelf wel om vragen. Maar aan de andere kant komen ze het toch wel altijd te weten via buren en kun je de geruchtenstroom beter voor zijn.''
De verkoopwaarde van een pand daalt niet door de pijnlijke voorgeschiedenis, maar de potentiële kopers groep wordt wel kleiner, stelt Van Nispen. ,,Het zijn dezelfde muren en dezelfde stenen als vóór het misdrijf. Ik denk dat er kopers zijn die daar net zo nuchter tegenaan kijken.''
Toch kan hij zich voorstellen dat een pand een andere prijs krijgt, doordat het huis lang heeft leeggestaan of de eigenaar er snel vanaf wil. ,,Vooral in een kleine gemeenschap zal zo'n woning lange tijd geassocieerd worden met een delict. Op een gegeven moment ebt dat weg, maar er zit toch een soort van smet op de locatie.''
Makelaar Axel Zinken beaamt dat een huis dat plaats delict is geweest, een afschrikwekkend imago kan hebben. Hij bemiddelt momenteel bij de verkoop van een huis in Zuid-Limburg, waar meer dan een jaar geleden een dubbele moord is gepleegd. Inmiddels heeft hij naar eigen zeggen een nieuwe koper gevonden. Zinken heeft van begin af aan openheid gegeven over het drama dat zich heeft afgespeeld in de woning.
,,Er zijn geen sporen meer te zien, maar iedereen wist ervan omdat het een bekende zaak is in het zuiden. En anders werd het hen wel verteld door buurtgenoten.''
Geen goede reclame, maar de makelaar zegt desondanks geen moeite te hebben gehad met de verkoop. Het is volgens hem een pand als andere. ,,Natuurlijk denk je na over wat zich hier heeft afgespeeld, maar je moet het ook nuchter bekijken. Mensen die hier nachtmerries zouden krijgen, melden zich niet om het te kopen.'' Hij vindt het wel de verantwoordelijkheid van een makelaar om te waken voor kijkers die alleen uit een soort ramptoerisme het huis van binnen willen zien.
Soms zijn moordhuizen juist een gewilde plek om te wonen. De boederij in Harkstede, die bewoond werd door een seriemoordenaar, was nog voordat het pand werd vrijgegeven door de politie al in trek bij tientallen potentiële huurders, herinnert W. Eelsing, advocaat van de huiseigenaar, zich. Eelsing voerde namens zijn cliënt een juridische procedure om het huurcontract met de moordenaar -die later bekende prostituees in de boerderij te hebben vermoord- te ontbinden.
Na de veroordeling kreeg de huiseigenaar eindelijk ruim baan om het gebouw te verhuren. Eelsing: ,,Natuurlijk is het een plek waar de slachtoffers een gruwelijke laatste tijd hebben doorgemaakt. Maar na het politieonderzoek waren er genoeg gegadigden die wilden wonen op het uitgestrekte landgoed. Voor een buitenstaander maakt het soms weinig verschil.''
Maar het vinden van huurders gaat niet altijd zo makkelijk, zo ervoer de nieuwe eigenaar van een voormalig studentenhuis in Utrecht. Daarin werd in 2002 een studente gedood door een huisgenoot. Nadat het pand lange tijd had leeggestaan besloot Utrechter Hans, die niet met achternaam genoemd wil worden, in 2003 het pand te kopen, omdat het gelegen was naast zijn kantoor.
,,Het is vreselijk wat daar is gebeurd. Maar na lang wikken en wegen besloten we de stap te wagen. We zouden er niet meer over praten met anderen. Alleen dan zou het vanzelf rustig worden.''
Het contract werd ondertekend, maar nog voordat de overdracht van het huis plaatsvond lag er een gedenktegel pal voor de deur van het huis, een initiatief van de vrienden van het slachtoffer. Het was het begin van juridisch getouwtrek tussen gemeente, de nieuwe bewoner en de nabestaanden. Volgens Hans heeft de gemeente destijds aan zijn makelaar beloofd dat de gedenksteen tijdelijk was, maar nu bleek de tegel voor altijd te blijven liggen voor de deur van zijn huis.
Na een hoorzitting met alle betrokkenen, concludeerde het stadsbestuur van Utrecht dat er formeel geen toestemming gevraagd hoefde te worden aan omwonenden voor het plaatsen van de gedenktegel. De huiseigenaar overweegt nog steeds een gang naar de rechter, maar voorlopig blijft de gedenksteen liggen,omdat de nabestaanden van het slachtoffer dat willen.
De nieuwe eigenaren hebben het afgelopen jaar gewacht met het bewonen van het pand en besloten het tijdelijk te verhuren. Volgens Hans heeft het maandenlang geduurd voordat hij huurders kon vinden voor het pand. ,,Om die tegel kan niemand heen, dus mensen begonnen zelf vragen te stellen. Het schrikt af, want velen zeiden het toch niet aan te kunnen om op die plek te wonen. De etage waar de moord is gepleegd, is altijd leeg blijven staan. Die wordt alleen bedrijfsmatig gebruikt.''
Net zoals andere moordhuizen grote aantrekkingskracht hebben op nieuwsgierigen, trekt de gedenktegel volgens Hans veel volk naar zijn huis. ,,Vooropgesteld: het leed van de familie van het slachtoffer is niet te beschrijven. Maar ik word nu iedere dag geconfronteerd met de afschuwelijke gebeurtenis. Mensen staren naar binnen of bellen aan om te vragen wat hier is gebeurd.''
Volgens de eigenaar had hij niet zelf kunnen inschatten dat bewoning van het huis zo problematisch zou verlopen. Hans blijft erbij dat hij in de veronderstelling was dat de negatieve sfeer rond zijn huis vanzelf zou overwaaien, of in ieder geval een beetje slijten.
Nu moet de Utrechter beslissen of hij aan het eind van het jaar alsnog het pand betrekt. ,,Wil ik wonen op een plek waar ik en mijn kinderen dagelijks worden geconfronteerd met een moordzaak? Spijt van de aankoop heb ik niet, maar de zaak wordt almaar pijnlijker. Ik twijfel of we hier ooit nog kunnen wonen.''

----------------------reactie(s) op bovenstaande artikel----------------------

Geachte heer L.Cornelisse en collega's,
Zoals gisteren telefonisch beloofd mijn reactie op het art. van Niki van der Naald.
Ik wil u als eerste mededelen, dat ik er nu nog helemaal van van slag ben. Dit art. klopt voor geen kanten ivm. het huis aan de Weerdsingel 9 in Utrecht waar mijn dochter Nadia op 1-10-2002 vermoord is.
Misschien was het handig geweest, dat Niki als eerste alle inf. bij www.aandachtdoetsspreken.nl (ADS) had gelezen. M.i. was dat een kleine moeite geweest. Na enig zoeken bij id. en dan 1-10-2002 kom je chronologisch alle inf. tegen over de moord op Nadia uit de betere kranten. Dit is verzorgt door een vriendin waar wij heel blij mee zijn. Dit is nog lang niet alle inf. Er is ook veel onzin geschreven over de moord. Wat ook duidelijk meespeelt is, dat het een veteraan is. Er is ons verzekerd door div. journalisten, dat hij en zijn gedrag te vergelijken is met dat van Dutroux. Wij wijzen wel graag met het vingertje maar kijken niet in eigen huis.
Tot nu toe ben ik alleen maar verbaasd over de media na 2 jaar. Mijn vertrouwen erin is nul. Wij zwijgen al bijna 2 jaar.
Rondom het proces jan.2003 was de inf. vanuit Trouw ook nihil. Ik heb mij daar zeer over verbaasd. Op 2/12 Hoger Beroep in Arnhem. Pascal heeft inmiddels als tweede advocaat dhr. Anker.
Tot nu toe is er zeer weinig in uw krant over de moord als zodanig geschreven. Kennelijk verkoopt het art. moordhuizen beter dan moord op zich. Er wordt in ons land over de gevolgen van moord zeer weinig geschreven, daarom stoort het mij enorm, dat de fam. Blauwendraad zoveel aandacht krijgt in uw art.
Zij hebben het huis ongeveer een jaar na de moord met zeer veel korting gekocht via een andere makelaar. Deze makelaar heb ik ooit nog eens opgebeld en zei letterlijk aan mij; mevrouw alles is handel en de moord interesseert mij niet. De Meeus groep waar Nadia, Olof en Patricia via gehuurd hadden, wilden absoluut geen zaken meer doen met de fam. Frankevoort. Het huis bracht in zijn geheel 3000 Euro aan huur op. Pascal huurde zogenaamd weer van zijn ouders. Tot op heden hebben wij alle drie zelfs de borg 4000 Euro met zijn drieën niet terug gehad en ook niet de huur over maand okt. Geld, geld , geld is het enige wat telt.De ouders van Pascal zijn na na de verkoop van het huis verhuisd na Nijkerk. Het huis is ondanks de korting met zeer veel winst verkocht.
Het huis stinkt aan alle kanten. Wij wisten pas na Nadia haar dood, dat de ouders van Pascal huisjesmelkers waren/zijn. Zij hebben het gehuurd via de Meeus groep omdat de ouders de verhuur niet was gelukt. Als ik had geweten, dat zij huisjesmelkers waren, had ik het als moeder nooit toegestaan. De ouders hebben ook als gezin hier nog gewoond. Dit is nog maar een klein stukje wat ik u meedeel. De fam. Blauwendraad wist alles van de moord. Geld stinkt niet. Zij zijn nu zielig en slachtoffer. wij niet. Ongelofelijk dat een stagiaire zo'n stuk in de krant mag schrijven zonder goede research. De fam. heeft er echt niet willen wonen, dat is onzin. Over de steen heb ik ook veel gemeentestukken, het was handig als wij ook vooraf gehoord waren geworden. Ons leven bestaat niet meer.
Die steen mocht er niet liggen omdat het huis anders niet verhuurd zou worden. Via" huur direct "was het meteen verhuurd behalve de begane grond waar Nadia vermoord is. Nadia woonde op 3hoog. Ik zou u graag de foto's willen laten zien hoe zij het opgeknapt had. Het was een teringzooi. De ouders van Pascal beloofden alles ivm.oa lekkage op zolder, maar alles wat geld kostte gebeurde niet. Geld en nog eens geld daar was Pascal mee opgevoed. Misschien is het u bekend, dat hij na Bosnie ook zijn moeder en zus bijna vermoord heeft en daarna Anton Bussing?
Al met al hoop ik u enig inzicht verschaft te hebben in het verhaal en dat begrijpt hoe boos ik ben, dat iedereen zich als slachtoffer opstelt. De fam Blauwendraad wist waar zij aan begonnen de 2 panden ernaast zijn ook in hun bezit en nu zijn zij zo zielig.
Wiens leven is verwoest????
Het verbaasd ten zeerste, dat de fam.Blauwendraad het voor elkaar krijgt om in uw krant een zielig verhaal te mogen ophangen evenals in het NRC. Dit is kennelijk een interessant verhaal voor ze geweest. Ik weet dat zij div. kranten geweigerd hebben om mee te praten. Niki is kennelijk wel in het pulletje gevallen. Zij hadden waarschijnlijk door hoe weinig zij wist. Ik hoop, dat u nu begrijpt hoezzer dit art. mij grieft.
Op 25/9 is er een middag in Zwaagwesteinde. (ziewww.VVRS.nl) vereniging voor veiligheid en respect. Misschien kan er eens aandacht komen voor het grote leed. Het leed is niet in geld uiit te drukken. Vanaf het begin besefte ik dat de media zeer beperkt zijn en hebben wij gezwegen, dit is mijn eerste reactie op een kranteart. Zelfs het blad Actueel doet beter research dan uw blad Trouw. Zij sturen er overigens ook geen stagiaire op af. Met vriendelijke groet, Minke van de Ven de Jong

Geachte Mevrouw, Hartelijk dank voor Uw reactie, waarvan de inhoud voor zich spreekt. Naar ik reeds heb begrepen, hebt U gisteren contact gehad met mijn goede collega Louis Cornelisse. Ik zal het bewuste artikel opnieuw lezen, evenals Uw reactie en vervolgens verneemt U nader, uitgebreid, van mij. Op dit moment wil ik mij beperken tot de opmerking dat ik meen Uw gevoelens te begrijpen, hoe moeilijk voor U misschien ook voor te stellen. Ik hoop dat U mij even tijd gunt alvorens uitvoerig te (kunnen) reageren. Mocht U eventueel meer emails zenden, dan kunt U dat het beste doen aan ondergetekende. Met vriendelijke groet, Adri Vermaat, chef nieuwsdienst Trouw (emailadres: a.vermaat@trouw.nl)

Geachte Mevrouw Van de Ven-de Jong, In de eerste plaats mijn oprechte dank dat U geduld heeft betracht, in afwachting van mijn antwoord op Uw bericht van een week geleden. Ik besef dat mijn antwoord, ongeacht de strekking ervan, niet Uw volledige instemming zal (kunnen) hebben. Hiervoor lopen onze inzichten en gevoelens te ver uiteen. U hebt na de voor U afschuwelijke gebeurtenis van oktober 2002 een begrijpelijke, diepe emotionele achtergrond. Het leven zal voor U nooit meer hetzelfde zijn. Ik heb van achter mijn bureau makkelijk praten, ik bedenk - met steun van de collega's - ideeën, laat die op hun (journalistieke) haalbaarheid toetsen en bij een bevestiging hiervan uitvoeren. Zo is het verhaal van Niki van der Naald ook tot stand gekomen. Geheel terzijde, maar voor het inzicht in 'hoe de journalistiek werkt' misschien toch wel relevant: Niki was bij de nieuwsdienst van Trouw een goede, hardwerkende en serieuze stagiaire. Dus niet een flodderaar, die erop uit was eens flink te scoren. In die zin vind ik het prima als U Trouw of mij als chef nieuwsdienst verantwoordelijk houdt voor het in Uw ogen onjuiste en/of misplaatste artikel. Niki echter valt niets te verwijten.
Het verschil tussen Uw gevoelens en mijn, veel zakelijker, benadering is feitelijk het verhaal zelf. U leest passages anders dan dat ik doe. Dat is geen waardeoordeel, maar een gevoel. U bent direct betrokkene en lijdt hieronder. Ik ben eveneens betrokkene, maar dan toch vooral als toeschouwer. Misschien komt het wel door deze verschillende achtergronden dat U en ik eenzelfde artikel zo verschillend interpreteren. Ik hield bij het lezen van het artikel - voor plaatsing in de krant - voor ogen dat de 'huizen' centraal moesten staan, niet de zaken op zich. Onlosmakelijk als je hiervoor kiest is dat hoe summier ook iets moet worden gezegd over de achtergrond. Dat was ook de reden waarom Niki van der Naald heeft geprobeerd met huurders, c.q. eigenaren in contact te komen. En zo is zij in Utrecht beland en tekende uit de mond van de nieuwe eigenaar ook citaten op als 'Vooropgesteld, het leed van de familie van het slachtoffer is niet te beschrijven' en 'Het is vreselijk wat daar is gebeurd'. Ik ken, misschien anders dan U, niet de persoonlijke achtergronden van deze man. Ik weet niet of hij aardig is of stug en ga daar, gelukkig, ook niet over. Maar als iemand in pakweg de veertig regels die hem in de krant toekomen twee keer aangeeft hoe vreselijk dit voor de nabestaanden moet zijn, is dat m.i. geen verkeerd signaal.
De vraag wil ik meer toespitsen op 'Willen we zo'n verhaal?' Ik geef zonder meer toe dat dit een dilemma is (geweest). Er is in dit opzicht ook een duidelijke gradatie: moord als afrekening in het criminele circuit zoals we kennen van Amsterdam, moord als een finale bij relatieproblemen, zedenmoord of een ongewone, gewone moord met een willekeurig slachtoffer. De verschillende gradaties kan ik, nog steeds gezeten aan het bureau, makkelijk maken: ik tik ze zo op. En toch weet ik vrijwel zeker dat alle moeders en vaders ongeacht hun achtergrond evenveel leed hebben als hun zoon of dochter is vermoord: de gradaties zijn slechts afkomstig van derden, van buitenstaanders of zo men wilt toeschouwers. Ik heb Niki van der Naald wat suggesties gegeven om naar woningen te kijken, zoals bijvoorbeel in Anjum. Ik heb haar, zoals aangegeven, ook op het hart gedrukt inhoudelijk niet op moordzaken in te gaan. Zij heeft zich daaraan gehouden. Dat het verhaal U kwetst en verdriet, spijt mij zeer. Misschien had ik bij die mogelijkheid meer stil moeten staan. Anderzijds ken ik Uw achtergrond niet, zoals met zovelen, en dat maakt het onbewust ook weer makkelijker om tegen een collega te zeggen 'Is dit of dat niet een idee?' Overigens hebben lezers niet kritisch of afkeurend op het onderhavige artikel gereageerd.
Tenslotte verwijt U, alweer mogelijk terecht, dat wij de strafzaak niet of nauwelijks hebben gevolgd. Deze constatering is juist. Ook hier heeft een afweging plaatsgevonden. In Nederland vinden jaarlijks vele tientallen moorden plaats. Daarnaast bestaat er grote belangstelling voor de veiligheid, kleine- en grote criminaliteit, de aanpak ervan, de veelplegers, enz. Als krant dienen wij niet alleen oog te hebben voor deze politie- en justitieaspecten, er is meer in Nederland: gezondheidszorg, natuur, milieu, welzijn, onderwijs, politiek, enz. Daarom maken we als redactie keuzes. En zeer wel toegegeven: die zijn soms behoorlijk willekeurig. Als er op een bepaalde dag meerdere strafzaken op de rol staan, kiezen we er een, maximaal 2 uit. Zo ordinair werkt dat, mede ingegeven overigens door het zojuist gestelde gegeven dat - helaas, helaas - moord in Nederland gewoon lijkt (te zijn geworden). Ik hoop dat U, enigszins, begrip ervoor hebt dat wij niet alle binnenlandpagina's kunnen (en willen) vullen met misdaad, hetgeen eenvoudig zou kunnen. Welnu, ik hoop oprecht dat ik U enig inzicht heb kunnen geven in de journalistiek, inhoudelijk zullen we het naar ik vermoed niet eens worden. Maar dat hoeft ook niet en het kan ook eigenlijk niet. Daarvoor is er in Uw leven teveel gebeurd en wordt mijn leven teveel bepaald door de waan van de dag. Ik wens U een goed weekeinde toe en van deze e-mail moet U echt niet van slag raken want daarvoor is zij te onbelangrijk.
Hartelijke groet, Adri Vermaat, chef nieuwsdienst Trouw

Geachte heer A. Vermaat,
Mijn dank voor uw niet onaardige reactie.
Twee jaar na Nadia haar sterven, had ik zelf ook al aardig door hoe de media werken en begrijp ik sommige keuzes wel en meer niet dan wel. De verkoop staat bij alle bladen voorop. De waarheid is heel gemakkelijk te manipuleren.
U zei: er zijn geen reactie's gekomen, nee natuurlijk niet. De mensen reageren zo wie zo minder. Ik heb wel div. reactie's gehad.
U gaat wel voorbij aan het feit, dat wij niet gehoord zijn en de fam. Blauwendraad nog
steeds heel zielig is, dat is mi. toch slechte journalistiek. Ik denk, dat Niki nog heel weinig mensenkennis heeft. Het had Niki moeten opvallen, dat als mensen zo praten die niet eerder gepraat hebben er een addertje onderr het gras zit. Afijn reseach kost tijd en geld en dat geld voor alle gebieden van onze maatschappij. Niemand is blij met de waarheid en niet meer dan de waarheid.
Met vriendelijke groet, Minke van de Ven-de Jong.

Sent: Tuesday, September 21, 2004

Beste mevrouw Van de Ven,
dank voor uw mail van zondag 19 september, die ik met veel belangstelling heb gelezen.
Ik heb de verschrikkelijke moord op uw dochter en alles wat daar mee te maken heeft goed gevolgd.
Zonder me te verbeelden dat ik uw immense verdriet goed kan aanvoelen, begrijp ik heel goed hoe verdoofd en geschokt u en uw echtgenoot moeten zijn geweest nadat Nadia van u is weggerukt. U heeft goed gezien dat er vaak meer kanten aan een misdrijf zitten. Mijn boek ' Een moord kost meer levens', illustreert dat ook. Ik was ook uitgenodigd voor de bijeenkomst op 25-09 in Zwaagwesteinde, maar ben door een verblijf in het buitenland helaas verhinderd. Een medewerkster van mij - Chantal van Schuylenburch - is overigens wel aanwezig. Ik zal het hoger beroep van Pascal ook zeker volgen. Uiteraard ben ik graag bereid om daarna met u een gesprek te hebben. Als u mij mailt op prdv@endemol.nl krijg ik uw berichten altijd rechtstreeks onder ogen.
Met vriendelijke groeten, Peter R. de Vries

Sent: Wednesday, September 22, 2004 9:11 PM

Geachte heer A. Vermaat,

Vanmiddag moest ik in Utrecht zijn. Uiteraard ben ik langs de Weerdsingel gelopen.
Ik heb thuis het internet adres opgezocht en ik verzoek u met spoed Niki dat ook per omgaande te laten doen. www.o-groep.nl.
Als zij van te voren research had gedaan zoals ik nu achteraf,had zij van te voren kunnen ontdekken, dat Hans Blauwendraad zijn derde pand reeds gedeeltelijk als kantoorpand heeft ingericht. Ik ben nu helemaal stom verbaasd. Op de ruiten staat het internet adres. Wat heeft Niki dan gedaan en gezocht???
Ik ga wel stappen ondernemen tegen uw art. Het is superstom. Wanneer komt er een rectificatie??. Ik ga nog af en toe bij de steen staan kijken en weet nog meer de leugen regeert en alles is handel tot de dood toe. Voor dhr. Blauwendraad en zijn klandizie kan natuurlijk de steen vragen oproepen. Voor hem is het niet echt leuk. Eerst iets kopen met zeer grote korting en dan zielig doen tegen een stagaire van de krant in de hoop, dat hij nog eens zijn zin zal krijgen. Trouw heeft hier een flinke deuk mee opgelopen in hun waarheid en ik laat het er niet bij zitten. Het was mijn kind en dochter met normen en waarden opgevoed. De fam. heeft een tweede internet adres helaas was ik dat bij thuiskomst vergeten misschien kunt u daar ook eens wat mee doen. Het was een kleine moeite geweest om achter de waarheid te komen. Ik wacht uw verdere reactie af.

Met vriendelijke groet, Minke van de Ven-de Jong.

Sent: Wednesday, September 22, 2004 11:06 PM
Geachte heer Hans Blauwendraad,
Met belangstelling heb ik uw presentatie op het Internet gelezen. Wat ik echter ook weet dat in het pand waar uw kantoor gevestigd is op 1 oktober 2002 een moord is gepleegd. Ook weet ik dat u bezwaren heeft aangetekend tegen het feit dat er een gedenksteen in het trottoir ligt waarmee de herinneringen aan Nadia van de Ven levend worden gehouden. Verder heb ik enkele malen in krantenberichten kunnen lezen dat u in uw privé situatie last heeft van het feit dat de steen daar ligt. Als ik uw presentatie op het internet zie krijg ik het gevoel dat u inderdaad iets afweet van > emotionele merken en beleving, maar dan wel in verkeerde zin. Met andere woorden: alles wat u verkondigt klopt niet met de werkelijkheid en de beleving van anderen. Het recente interview dat u aan Trouw heeft gegeven had ook duidelijk tot doel om uw eigen eenzijdige beleving weer te geven, waarbij u voorbij bent gaan aan de werkelijke feiten.
Het is jammer dat u, met uw zogenaamde communicatieve vaardigheden, niet de moeite heeft genomen, waarschijnlijk ook niet wil en kan nemen, om één keer in gesprek te gaan met de achtergebleven familieleden van Nadia. In plaats daar van speelt u het over een andere (verkeerde) boeg. U weet niet wat u daarmee de directe betrokkenen aandoet. U heeft verzuimd het gesprek aan te gaan en ik moet zeggen dat dit mij geen vertrouwen geeft in uw vaardigheden. Temeer, omdat u in uw presentatie uitstraalt dat u beschikt over creatieve ideeën, kan ik niet anders dan vaststellen dat u niet in staat bent geweest op een creatieve wijze een passende oplossing te bieden voor de gedenksteen van Nadia. De oplossing die u heeft aangedragen om de steen te verplaatsen naar de berm zo ver mogelijk van uw pand blinkt uit door een tekort aan inzicht, gevoel, emotie en besef van het leed dat daar heeft plaatsgevonden.
U zult begrijpen, dat ik na deze constatering in mijn contacten met veel bureaus en organisaties, waar ik mee samenwerk, u en uw bureau zeker niet zal aanbevelen. Nog sterker: ik zal ze ontraden om met u in zee te gaan.
In dit geval wil ik ook niet eindigen met: “Een vriendelijke groet” maar ondertekenen met mijn naam
Pieter de Jong, Oom van Nadia van de Ven.

03 - 03 - 2005 Lieve beste allemaal,

Ik stuur een algemene-mail ivm het HB eind april 2005. Op 2/3-2005 is beslist, dat het HB in principe doorgaat. De nieuwe aanvullende advocaten hadden nog wel wat vragen, maar het kan in principe doorgaan. Het enige wat nog kan gebeuren is: dat de advocaten tijdens de de zitting met nog weer onzinnige eisen en vragen aankomen, zodat er een schorsing kan worden opgelegd cq geeist of gevraagd. Hoger Beroep (HB). op 26/4 en 27/4-2005 in Arnhem. Wij wachten maar weer af. Ik merk, dat na 29 maanden de rek er volkomen uit is. Ik wou, dat ik iemand kon duidelijk maken hoe dit voelt. In een woord wezenloos en verdrietig. Ik weet het niet meer. Een ding is zeker, daders hebben meer rechten en aandacht dan de slachtoffers. In de Volkskrant stond recent nog een art. over levenslang en een paar keer op de tv. de nodige onzin over levenslang enz. De emotie's van de slachtoffers zijn ondergeschikt aan ons rechtssysteem. De media zijn ook zeer selectief met hoe en wat ze brengen, het gaat alleen maar om kijkcijfers.
Groetjes Minke van de Ven - de Jong m.vandeven-dejong@xs4all.nl

Lieve, beste allemaal,

Zoals waarschijnlijk wel al een beetje doorgedrongen tot ieder heeft Pascal in het HB. op 11/5-2005 in Arnhem 20 jaar met TBS en dwangverpleging gekregen ipv levenslang zoals in Utrecht geeist in febr.2003. De eis was ook nu weer levenslang van de advocaat-generaal. Sinds vanmiddag ( 19 mei) weten wij, dat hij ook nog in cassatie gaat. Wij hadden hier wel wat op gerekend. Ik geloof, dat ik nu na ruim 2 1/2 jaar hier wel compleet gek van word. Wij hielden er rekening mee, maar dan toch, is de schok heel erg groot merk ik nu. Wat is recht in Nederland???? Stijn Franken is gespecialiseerd in cassatie. Hij heeft inmiddels zijn geld al aardig opgebracht voor Pascal. De cassatie kan weer heel lang duren. Ik heb niet het gevoel, dat ik nog iets begrijp!!! De ouders van Pascal beloofden van alles aan Nadia ivm het huis en de lekkage enz. enz. De ruzie 's gingen om geld oa. wat de ouders beloofden en niet deden. Wat geld kostte deden ze niet en nu gaat alles naar de advocaten, ben ik nog wel normaal. Wie er iets van begrijpt mag het mij zeggen. Ik vind die ouders net zo schuldig als Pascal. Zij wisten, dat hij agressief was, wij niet.

Groeten Minke.

4 dec 2004

Lieve, beste mensen,

Ik ben te moe om een ieder apart te e-mailen en ik houd het dus neutraal.
Vandaag een brief uit Arnhem gehad ivm het Hoger Beroep van Pascal Frankevoort en de moord op mijn dochter Nadia.
De volgende geplande zittingsdag is in Arnhem op 26/4-2005, dus bijna 5 maanden later dan 3/12-2004.
Er schijnt gisteren in Arnhem wel iets geweest te zijn.
Wat is mij niet echt duidelijk.
Ik vermoed een soort zitting ivm de tweede nieuwe advocaat Stijn Franken uit Amsterdam.
Deze advocaat kan weer nieuwe eisen stellen. Hij doet het proces nog steeds met Ausma voor zover wij weten.
Ik heb nu pas na 26 maanden eens op internet in de advocatuur via Google gezocht.
Ik word daar niet vrolijk van en doe het niet meer.
Franken heeft oa ook Folkert van der Graaf verdedigt.
Als iemand mij mijn verstand terug zou kunnen geven, zou ik heel blij zijn.
Ik merk iedere keer weer, dat ik het leven niet meer begrijp.
Normen en waarden wij hebben er de mond vol van, maar ondertussen moeten Lucinda en ik maar zien te overleven.
Hopelijk weten wij over ongeveer 5 maanden na de dag van het vonnis over hoe en wat en krijgen wij rust en kunnen wij echt rouwen.
Er gebeurt iedere keer teveel wat je onrust geeft.

Liefs Minke van de Ven-de Jong.

Elke maand 12 euro van moordenaar

Wie wordt veroordeeld wegens een geweldsdelict, kan ook worden verplicht een vergoeding te betalen aan zijn slachtoffer of diens nabestaanden. Maar voor hen is dat in de praktijk vaker een last dan een genoegdoening. Mans Kerstholt kan er over meepraten. Hij treedt op als voorman van de VVRS, een belangenorganisatie voor nabestaanden van moordslachtoffers.
Op 16 oktober 1999 werd zijn zwager Tjirk van Wijk met tientallen messteken om het leven gebracht.

Kerstholt heeft sindsdien contact met vele lotgenoten. Een ‘vergeten groep’, noemt hij de nabestaanden van moordslachtoffers. ,,De zaken die ons troffen, kregen veel publiciteit. Maar na de rechtszaak is het over. Voor de nabestaanden begint dan pas de echte lijdensweg.’’
In een groeiend aantal zaken wordt de dader verplicht een schadevergoeding te betalen aan de nabestaanden, juist om die lijdensweg iets draaglijker te maken. Maar in veel gevallen wordt het er alleen maar erger door, zegt Kerstholt. ,,Ik sprak pas nog een vrouw wier zoon is vermoord.

Ze krijgt nu een schadevergoeding van negenduizend euro van de dader, maar die heeft geen cent. Dus wat gebeurt er? Elke maand krijgt ze twaalf euro op haar rekening bijgeschreven. Elke keer de naam van die dader op je bankafschrift, dat is al verschrikkelijk. En die schadevergoeding is op zo’n manier natuurlijk een farce. In dit tempo is het geld over zestig jaar overgemaakt.’’

Kerstholt en zijn medestanders begonnen een lobby in politiek Den Haag voor een betere betaling van schadevergoedingen. De staat moet het bedrag in één keer uitkeren aan de slachtoffers. Daarna moet de dader het terugbetalen aan de staat. Kamerleden als Aleid Wolfsen waren positief, maar tijdens een gesprek met minister Donner ving de vereniging afgelopen maandag bot. ,,Maar inmiddels is er een Kamermeerderheid voor het plan.’’

Maaike Vaatstra

Als moeder van Marianne weten we dat hier geen eerlijk onderzoek is geweest naar de verdachten toe, het lag politiek te gevoelig, dus liet het recherche team alles liggen waar wel alles naar toe wees .
1 Mei 1999 voor de moord op ons kind mocht geen daders worden gezocht uit het AZC, dat is voor ons als ouders extra zwaar.
Het gevecht dat we nu al bijna 7 jaar leveren, om dit onrecht van het onderzoek naar buiten te krijgen.
(onze Marianne had toch recht op een eerlijk onderzoek naar de daders maar die heeft ze niet gehad)
En de rechercheurs zeggen nu wel openlijk dat er veel fouten zijn gemaakt, na een maand of 4 hebben we ze daar al op gewezen.
Ze bleven dezelfde koers varen, alles wat allochtoon was lieten ze liggen in het onderzoek, en daarom zullen wij nooit geen duidelijkheid krijgen.
We hebben wel mensen bij ons gehad waarvan we dachten dat die kunnen ons helpen bij dit onrecht.
Maar laat de muur van onze justitie nu zo dik zijn, daar breekt geen gewone burger doorheen.
Hoe moet een ouder ook nog eens leven met dit dubbele onrecht?
Het laat je niet los, is ons recht hier in Nederland geen recht meer?
Nee dus, het is ver te zoeken, als de politieke belangen zwaarder wegen dan het oplossen van deze vreselijke moord.
In 1999 moest hier in Friesland in elke gemeente zo nodig een A.Z.C komen, de commotie liep hier hoog op en die moest de kop ingedrukt worden.
Het COA staat onder de justitie, 2 handen op een buik, ik heb wel geprobeerd om deze dingen (wat het onderzoek aanging) naar buiten te krijgen.
Maar ook de media volgt gehoorzaam de justitie, ook heeft het O.M. de macht om de berichten de pers in te sturen zoals hun het uitkwam, veel leugens, onze kant werd niet gehoord.
Dit schrijven is een noodkreet om gehoord te worden, van de dubbele ellende die Justitie heet.
Het klinkt hard, maar dat is het ook, deze ervaring met ons rechtssysteem wens ik niemand toe.

In Amerika krijg je de doodstraf, in Nederland psychische hulp...

Reactie op TBS onderzoek:

We zijn aan het ‘overregelen’ en achteraf oplossingen aan het zoeken voor dingen die niet belangrijk meer zijn…………...
Waarom is TBS nu zoveel ter sprake? Dit is niet wat de slachtoffers/nabestaanden willen!!!!
Het enige wat WIJ willen, is opsluiting van geweldsdragers zodat WIJ weer verder kunnen met ons leven………….
(En als de overheid het niet meer kan, wat moeten wij dan?)

Ten eerste:
Als nabestaande vind ik dat ik niet zoveel aandacht krijg als de TBSers in Nederland. Ik ben inmiddels al 5 jaar bezig mijn leven op te pakken, tegen hoge muren aan te vechten, en kijk wat een ‘moordenaar’ krijgt zodra hij iemand om het leven heeft gebracht: aandacht !
Een TBS-er kost (las ik laatst) ca. 500 euro per dag. De kranten staan vol van de verhalen over TBS-klinieken; persoonlijk word ik hier (lichamelijke reactie) kotsmisselijk van.
Een moordenaar (gelijk maar een drastisch voorbeeld maar ja ondergetekende is er ook maar mee geconfronteerd) heeft een keuze gemaakt op het moment dat hij een moord beging!!!!!!!!!!!!!!! Nederland heeft de keuze gemaakt voor een bepaald strafsysteem. Laten we die dan gewoon uitvoeren en niet steeds in het verleden blijven kijken, maar in de toekomst !

Ten tweede:
Waarom zou ik – als nabestaande – moeten meebetalen aan een over regeling van het TBS-systeem? Waarom wordt er niet vooraf geïnvesteerd in mensen die door (misschien) het ‘draaideureffect’ de ‘verkeerde’ kant op gaan? (Of achteraf investeren in slachtoffers, déze mensen hebben aandacht nodig!) Waarom moet een TBS-er 500 euro per dag kosten terwijl het mij niet uitmaakt wat er met deze persoon gebeurt……. Laten we wél wezen, waar zijn we nu helemaal mee bezig? Is het niet gewoon de bedoeling dat we mensen die onveilig zijn voor de maatschappij opsluiten? En tja, wat er achter die deuren gebeurt, dat interesseert mij helemaal niet, als de moordenaar maar van de straat is!!!! En nee, ik hoef hem niet terug in de maatschappij over een jaar of 10 en dan psychologisch zogenaamd ‘normaal’. Nee wat mij betreft mag hij levenslang daar blijven, zonder tv, zonder psychische hulp, etc etc; willen we deze mensen nou straffen of helpen (en mocht het antwoord van Justitie het laatste zijn: dan vraag ik me af wat voor land dit is)?

Ten derde:
Als slachtoffers schrijven we allemaal onze verhalen van ons af, in boeken, tijdschriften, kranten, internet etc etc. We organiseren bijeenkomsten om elkaar steun te geven en te vertellen hoe het werkt in deze maatschappij. Zelf ben ik ong. 2 jaar bezig geweest met het zoeken naar een weg voor vinden naar hulp voor een PTSS. En had ik die hulp gevonden, dan moest ik het nog zelf betalen ook. Eenmaal hulp gehad voor PTSS moest ik weer gaan werken (want tja, ik krijg geen 500 euro per dag!!!), ook dat ging niet zoals ik gewend was (juridisch adviseur - hbo!)…. De ziektewet betaalt maar 70%, als je een PTSS hebt, wordt je deels arbeidsongeschikt verklaard……. Mijn inkomen is in 5 jaar tijd door dit alles met zo’n 50% gedaald.

Nu 5 jaar vecht ik nóg steeds iedere dag, iedere minuut. Nu 5 jaar later discussieert Nederland nog steeds over de TBS-klinieken, als ik bedenk dat de daders pér dader misschien wel 5 slachtoffers heeft gemaakt…………. Laten we eerst investeren in de mensen die wél naar de toekomst willen kijken in plaats van in de mensen die negatieve aandacht vragen !!!

Ten vierde:
Iedere gevangene krijgt in de gevangenis een opleiding: een criminele opleiding niet te vergeten. De kleine criminelen komen met de groten in aanraking: laatst hoorde ik een verhaal: een jongen van 17 die niet met de kinderbescherming meewerkte werd in Vught geplaatst omdat er nergens anders plaats voor hem was; deze jongen belde naar huis om zijn ouders te woord te staan en te vertellen hoe het met hem ging, hij had géén verhalen over hoe goed hij opgevangen werd, nee hij had verhalen over ‘beruchte moordenaars’ en ‘kinderverkrachters’, en dit is voor een jongen van 17 wat hij ziet als hij het thuis even niet redt…………….
(Petje af voor Nederland!).
Iedereen kan vanachter zijn bureau proberen te regelen (en te over-regelen) wat er in de gevangenis of klinieken moet gebeuren, het geld moet toch ergens naar toe in Nederland? Maar vergeet niet dat er in de gevangenissen véél meer gebeurt, kleine criminelen worden groot gemaakt……. Het ‘draaideureffect’. Laten we éérst daarin investeren, de kleine criminelen die opvang nodig hebben……… De toekomst !!!!!

C.J.G.M. Smit

Vier tot vijf politiemensen sterven jaarlijks 'in functie'.

Hun dood slaat bij nabestaanden en bij collega's diepe wonden. Jacqueline Wind weet nog hoe ze op 30 september 2004 met een kop koffie op de bank zat, thuis in Enschede, toen 's middags een politieauto voor de deur stopte. Het was niet haar man Jan, brigadier bij de politie, die uitstapte. "Ik voelde meteen dat het mis was. 's Ochtends waren we nog naar een verjaardag geweest. Daarna was hij naar zijn werk gegaan. Gewoon. Maar toen ik zijn collega's zag uitstappen, zakte de grond onder mijn voeten weg." Die collega's vertelden Jacqueline over Jans ontmoeting met Roedolf B. De Duitser had zeventien jaar gezeten voor roofovervallen en was nu op de vlucht na twee bankovervallen. Hij wilde koste wat kost niet weer de bak in. Dus droeg hij een doorgeladen pistool bij zich, waarmee hij Jan Wind in koelen bloede neerschoot toen die hem wilde fouilleren. "Je denkt, dit gebeurt in Amsterdam, of aan de andere kant van de oceaan. Maar niet hier," zegt Jacqueline. "Jan had wel eens klappen gehad. Maar geen moment heb ik gedacht dat zijn beroep hem zijn leven kon kosten. Als hij 's nachts werkte, lag ik nooit wakker." Vandaag 21 maart 2006 woont de weduwe Wind in Warnsveld, met 420 andere nabestaanden, de opening bij van de 'tuin der bezinning'. De namen van 141 politiemensen die sinds 1 januari 1946 zijn omgekomen bij hun werk staan hier in steen gegraveerd. Het gros is overleden bij ongelukken. Ongeveer eens per drie jaar sterft een politiefunctionaris door 'opzettelijk geweld', zoals een schiet- of steekpartij. "Het is mooi dat er nu een plek is waar mensen die hun leven wijden aan onze veiligheid, geëerd worden."

Mijn naam is

Mijn naam is Jacqueline van Veen de zus van Claudia en tante van Marieke en Charlotte die zijn vermoord door Richard H. De man uit Zoetermeer die zijn vrouw en zijn kinderen in de nacht van 6 op 7 april 2005 heeft gedood en als oud vuil heeft gedumpt in de bossen bij Chaam.
Op vrijdag 31 maart j.l vond de uitspraak van de rechter plaats. Levenslang heeft de rechter na een heel uur van uitleg beoordeeld, het was een ware thriller.
Vlak voor de uitspraak bleven nog over of 20 jaar of levenslang met de uitleg dat ons rechtssysteem is gebaseerd op terugkeer van daders in de maatschappij en op dat moment ontstond er ware paniek in mij. De gedachte dat deze man over 13 jaar (want dat is het als mensen 20 jaar gevangenisstraf krijgen !!) weer vrij zou rondlopen bracht iets in mij teweeg wat ik werkelijk niemand gun.
Hoe moest ik dit verkopen naar mijn kinderen toe, mijn oudste dochter had mij al eerder gevraagd of Richard nog vrij zou komen. Ik moest haar toen beantwoorden dat de rechter dat nog moest beoordelen. Twee grote kinderogen kijken je dan aan en vragen maar hij heeft toch iets gedaan wat niet mag hoe kan het dan dat hij misschien weer uit de gevangenis mag komen !?. Probeer daar dan maar een antwoord op te geven. In dit geval is de uitspraak van de rechter levenslang maar voor zo velen pakt het anders uit. Dit alles in het kader van terugkeer van de daders in de maatschappij, mensen een nieuwe kans geven. Hoe vaak ze dan nog een kans krijgen wordt er niet bij verteld. Aan de slachtoffers/nabestaanden wordt niet gedacht. Wat doet dit met hun gevoel !?
De rechter in de zaak van Richard H heeft het feit meegenomen wat Richard de nabestaanden heeft aangedaan, de impact wat deze heeft op zijn gehele omgeving. En dit zou eigenlijk in elke zaak moeten worden meegenomen. Niet alleen uitgaan van de dader alsof hij zelf het slachtoffer is van de maatschappij maar ook meenemen wat voor een gevolgen, hetgeen de dader heeft gedaan, heeft voor zijn omgeving deze is namelijk enorm !!

Weduwe Kranenburg blij met uitspraak over Folkerts

Ze is er nog niet zeker van dat Knut Folkerts zijn straf ook daadwerkelijk zal moeten uitzitten, maar wat Joke Kranenburg betreft kan de vlag uit. Kranenburg is de weduwe van de brigadier, die in 1977 door Folkerts werd doodgeschoten. „Ik ben er vijf jaar mee bezig geweest en dan ga je wel eens twijfelen', zegt Kranenburg, „maar als je nu deze erkenning van de rechter krijgt dan ben je blij.” Duitsland moet volgens Kranenburg hele goede redenen hebben om de straf van Folkerts niet ten uitvoer te leggen. „En als ze het niet doen, dan zijn de argumenten daarvoor aan te vechten. Maar Folkerts kan in ieder geval Duitsland niet uit, hij blijft internationaal gesignaleerd staan.” Kranenburgs weduwe heeft nog altijd grote moeite met het feit dat Folkerts haar nooit recht in de ogen heeft gekeken. „Maar wel in Nova zijn spijt betuigen toen de grond hem te heet onder de voeten werd. Nu is het te laat.” Desondanks vindt Kranenburg niet dat de voormalige RAF-terrorist achttien jaar achter de tralies moet. „Een of twee jaar, dan kan hij er nog eens goed over nadenken dat hij ons leven verpest heeft.”

De Volkskrant

Zoals Bianca Nooijens (32) uit het Brabantse Etten-Leur zegt, wier moeder en enige zus in 2001 werden vermoord: ‘ Mijn leven is verwoest. Bij alles wat ik doe zit het nog in me. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. Elke minuut van de dag denk ik aan mijn moeder en Regina.’
Het waren moorden in de ‘relationele sfeer’, zoals dat heet.
De dominante man van Bianca’s zus gaf opdracht aan zijn laagbegaafde 23-jarige broertje om zijn vrouw Regina te doden.

Die logeerde toen bij haar ouders, uit angst voor haar man . Vader werd neergeslagen, moeder werd neergeschoten, de gevluchte Regina werd later op straat gewurgd. Bianca deed de identificatie van haar zus, het beeld van het wegtrekken van het laken zou haar maandenlang blijven teisteren, dag en nacht. ‘Ik zag die blauwe plekken en ben half hysterisch de kamer uitgerend: “Ze is gewurgd, ze is gewurgd!”’ Naderhand ging ze terug en praatte ze tegen Regina: ‘Ze hebben ze gepakt, die klootzakken. Nu kun je rust hebben.’

Ja, ze wist dat de man van Regina gewelddadig was, maar dat hij tot zoiets in staat zou zijn had ze nooit verwacht. Marco begon Regina pas echt te bedreigen toen ze eenmaal de echtscheiding had aangevraagd. Helemaal mis liep het, nadat ze aangifte tegen hem had gedaan wegens kindermishandeling van hun dochtertje Melissa – de rechtbank besloot daarna dat de volledige voogdij bij Regina kwam te liggen. ‘Ik pak je nog wel!’, riep hij tegen haar.
Zijn broertje, de eigenlijke moordenaar, werd veroordeeld tot twaalf jaar plus tbs; Marco kreeg 18 jaar – met de automatische aftrek is hij over acht jaar vrij. Aanvankelijk had de rechtbank in Breda hem levenslang opgelegd, maar het hof in Den Bosch oordeelde dat de 27-jarige Marco gezien zijn leeftijd recht had op een tweede kans. Tot ontsteltenis van Bianca. Als Marco tot levenslang was veroordeeld, had ze het dochtertje van haar zus in huis genomen. Nu durft ze niet, uit angst dat hij haar gezin iets aandoet zodra hij vrij is. ‘Ik kan het risico niet lopen. Iemand die al zoiets heeft gedaan – waartoe is hij nog meer in staat?’ Melissa woont tegenwoordig bij een pleeggezin.

Bianca Nooijens deelt haar leven tweeën: ‘Voor het gebeuren en na het gebeuren.’ Ook zij herinnert zich de crematie slechts als een vage vlek, als een gebeurtenis die ze meemaakte vanachter donker glas. ‘Ik weet nog dat er twee kisten stonden, dat er heel veel bloemen waren en dat het ontzettend druk was.’ Die twee kisten, dat vonden de aanwezigen zo’n akelige aanblik, hoorde ze later. Dat gevoel had ze toen helemaal niet. Toen iedereen was vertrokken, hield ze er nog een heel afscheidsverhaal tegen. ‘Pas naderhand denk je: Ik heb tussen twee kisten gestaan, die van mijn moeder en mijn zus.’

Bij haar man overheerst de woede over de daders, bij Regina overheerst het verdriet om het verlies. Ook haar vader is ze ‘in principe kwijt’. Hun toch al fragiele relatie is stukgelopen na de moord. Ze heeft nu therapie, voor de tweede keer, naast jarenlange begeleiding door een maatschappelijk werkster. ‘Ik heb een tijd geprobeerd het van me af te duwen. Maar het voelt als verraad om niet aan ze te denken. En door te proberen er niet aan te denken, denk ik er juist aan. Had ik maar dit gedaan, had ik maar dat gedaan.’

Er zijn dagen dat ze alleen maar apathisch op de bank zit, tegenover de kast die helemaal vol staat met familiefoto’s uit gelukkige tijden, van ‘voor het gebeuren’. Terwijl: ze moet door. Ze heeft een gezin, twee dochters, van 4 en 8. De oudste lijdt eronder, is het afgelopen jaar blijven zitten. Ze stelt vragen, zomaar, ineens, tijdens het boodschappen doen.: ‘Maar hoe hebben die boeven oma dan doodgemaakt? Want het zijn boeven die het gedaan hebben – dat het de vader van Melissa is geweest, dat vaders zoiets kunnen doen, dat is voor een meisje van 8 veel te bedreigend.

Regina is harder geworden, zegt ze, heeft minder vertrouwen in mensen. ‘Ik heb sowieso minder vertrouwen in de rechtsstaat.’ Ze noemt tal van pijnlijke voorbeelden van verkeerd geregelde zaken tijdens de rechtszittingen, maar wat nog het meest steekt is dat de 7-jarige Melissa elk half jaar naar haar vader moet, in de gevangenis. Zo is dat wettelijk geregeld. Het is tenslotte haar vader. ‘Ik heb je moeder dood laten maken omdat zij niet lief was’, zei hij in het begin tegen Melissa. Met als gevolg dat Melissa heel lang niet níet lief durfde te zijn: anders zou zij ook worden doodgemaakt. Pas op haar twaalfde kan Melissa beslissen het contact met hem te verbreken. ‘Maar hij niet iemand om zich daarbij neer te leggen’, zegt Bianca, onderkoeld.

Het gemis is onbeschrijflijk, zegt ze. Haar leven is geruïneerd door andermans wreedheid. Ze heeft geen toekomst meer, met haar moeder en haar zus, maar ook geen verleden meer. ‘Ik kan aan niemand meer vragen hoe ik vroeger was. Wat mijn man en kinderen ook doen, dát krijg ik niet terug. En ik heb heel lieve vriendinnen, maar zoals ik kon praten met mijn zus en mijn moeder, dat vanzelfsprekende begrip, omdat ze mij door en door kenden - dat vind ik bij niemand.’
Écht gelukkig zal ze nooit meer worden, denkt Bianca. Écht genieten kan ze niet. ‘Ik kan wel weer lachen. Ik heb zelfs al een paar keer echt gelachen. Waarna ik een huilbui kreeg. Want ik mocht niet lachen van mezelf.’

kleinkinderen.

Ik had jullie wel eerder willen berichten, maar er is veel gebeurd en het circus is in gang gezet. Zoals jullie dacht ik weten heeft het pleeggezin, (zus van de dader) voor de tweede maal aangegeven het niet meer aan te kunnen om pleeggezin te zijn. Ditmaal was de reden: spanningen tussen de families. Voordat zij dit aangaven, zou er een onafhankelijk onderzoek starten. Een onderzoek om te zien waar de kinderen op zouden groeien. Familie vaderszijde, familie moederszijde, of een neutraal pleeggezin. Vragen van ons over de bezoekfrequentie van de kinderen naar hun "vader". Het tuinhuis waar ze nog steeds mee geconfronteerd worden enz. Wij zijn heel blij dat het onderzoek eindelijk gaat gebeuren. Want al deze vragen hebben wij al 4 jaar. Het onderzoek zou enkele maanden kunnen gaan duren, zolang konden de kinderen in het pleeggezin blijven. Enkele weken geleden werden beide families gevraagd voor een gesprek bij Jeugdzorg. Daar gaf het pleeggezin aan niet te willen wachten tot het onderzoek klaar was, 3 september 2006 was de limit, de kinderen gingen ook niet mee op vakantie met ze. De kinderen wisten niet beter of ze gingen met ze op vakantie van 4 tot 18 augustus. Wij vonden het heel erg om te horen. Blij dat die familie ze niet meer opvoed, maar ze nu zo snel als hondjes weg te doen, heel erg voor de kids. En dan blijven volhouden dat ze de spanningen niet meer aankunnen. Wij krijgen daar dan ook de schuld van. Wij zijn al 4 jaar bezig, zoals ze zeggen. Al vele malen hebben Hans en ik bij Jeugdzorg aangegeven dat de kinderen daar niet goed zitten. Ze hebben een dak boven hun hoofd, krijgen te eten en drinken en dat is het. Liefde en aandacht voor de kinderen en alles wat er gebeurd is was er niet. Ellis is al heel lang bij deze familie niet meer aan de orde. Jullie weten wel zo'n beetje wat er aan de hand was, daar hoef ik niet verder over uit te weiden. Maar oké, ze hadden in april aangegeven te stoppen, wij hebben toen aangegeven de kinderen in huis te nemen. Maar die vraag ligt natuurlijk ook bij het onderzoek, waar de kids het beste op kunnen groeien. Jeugdzorg gaf aan ook alvast te kijken voor een neutrale plaatsing. En in mei zeiden ze een pleeggezin te hebben gevonden, die mocht het onderzoek uitwijzen dat een neutrale plaatsing het beste was, dit pleeggezin de kinderen in huis wilden nemen. Maar we stonden dus enkele weken voor het dilemma. Het oude pleeggezin kon (wilde) het onderzoek niet afwachten. Jeugdzorg gaf aan dat het nieuwe pleegezin bereid was om de kinderen gedurende het onderzoek alvast in huis te nemen. Dat leek ze voor het moment de beste oplossing, omdat onzeker is waar de kinderen terecht zouden komen. Er waren dus nog maar een paar weken tot 4 augustus. In die paar weken hebben de kinderen kennis gemaakt met deze mensen en zijn ze een paar keer blijven slapen. En het gaat redelijk goed. Vorige week heb ik kennis gemaakt met deze mensen. Hans gaf aan niet mee te kunnen, hij heeft zoveel kwaadheid en frustraties in zich. Hij was bang zich niet in te kunnen houden. Niet om deze mensen, maar voor een kennismaking kan dat niet. Het is een echtpaar, ik denk midden 40, ze hebben geen eigen kinderen. Wel een pleegdochter van 17 die nu 6 jaar bij ze is. Ook met een heel behoorlijk verleden, waar deze mensen mee te maken hadden (hebben). Ik ben met Ellis haar beste vriendin heen gegaan. En het was heel positief. We hebben een heel goed gesprek gehad. Ze zijn betrokken, weten waar ze eventueel voor komen te staan. Ook wetende dat ze pleeggezin zijn, dat de kinderen familie hebben, die betrokken zijn en staan daar open voor. Ze gaven uit zichzelf aan met de kinderen naar Ellis te willen, dat ze ook daarin de kinderen horen te begeleiden. Om kort verder te gaan, het gaf ons een goed gevoel dat de kinderen (tijdelijk) daar een thuis vinden. Heel blij dat de kinderen uit vaders familie zijn, al hebben de kinderen natuurlijk een behoorlijke dreun gekregen toen ze dit te horen kregen. Ze zaten er tenslotte wel 4 jaar. Maar op de langere termijn is dit goed om niet meer op te groeien in de familie van de d(v)ader. Het onderzoek wat nu plaats vind, is tot stand gekomen uit een mediation-traject, wat wij met Jeugdzorg hebben doorlopen. Eindelijk na 4 jaar beseft Jeugdzorg dat er veel fout is gegaan. Ze zeggen het niet met woorden, maar we hebben nu enkele gesprekken met de voogd gehad. En het is een dag en nacht verschil. Er is communicatie en overleg. We worden eindelijk gehoord en vinden dat Jeugdzorg alles goed oppakt en eindelijk in het belang van de kinderen handelt. De kinderen zijn afgelopen vrijdag naar Almere (waar het pleeggezin woont) gegaan. Natuurlijk een heel moeilijke dag. Hoe zouden ze het hebben, wetende dat ze nu niet meer naar terug gaan naar hun oude pleeggezin. Ik had met Aleid "nieuwe pleegmoeder"afgesproken zaterdagochtend even te bellen. Zo gezegd, zo gedaan en ik kreeg de kinderen om beurten aan de telefoon. Ze klonken opgewekt, hadden net ontbeten en waren aan het spelen. Lekker even met ze gekletst over onze vakantie, (we gaan met de kinderen 18 augustus een weekje naar Drenthe) enz. Daarna Aleid aan de telefoon gehad en ze vertelde dat het goed gegaan was. Tigo die wel zijn kwaaie buien had, maar dat mag. Ze kunnen hun verdriet, kwaadheid en emoties kwijt en zo hoort het ook. Daar staan ze helemaal open voor en begrijpen het. Ik kan jullie vertellen, dit alles geeft momenteel al zoveel rust naar ons toe. Niemand kan in de toekomst kijken, maar voor op dit moment is het goed. Hier laat ik het bij, het is een heel verhaal geworden, maar ik had dan ook lange tijd niets van me laten horen. Mede omdat alles zo onzeker was en er veel te doen was omtrent de kinderen. Maar afwachten hoe het onderzoek uitpakt, we hebben er vertrouwen in.
Lieve groetjes Janny

Twee jaar na de dramatische moord op Angelique Galavazi

Omdat zij niet verliefd op hém was.... "Hij was de laatste die ik verwachtte."

1 december 2004. Het nieuws staat bol van de overleden Prins Bernhard en Nederland is nog altijd in de ban van de moord op Theo van Gogh. Voor de familie Galavazi heeft de datum een heel andere betekenis. Op een winterse woensdag doet Ron Galavazi een gruwelijke vondst. In zijn woonkamer treft hij het levenloze lichaam van zijn 22-jarige dochter Angelique.
Ron Galavazi gaat woensdagmorgen 1 december zoals elke dag naar zijn werk. Hij belt die dag een paar keer naar zijn dochter Angelique om te bespreken welke boodschappen er nodig zijn en wie er zal koken. Maar zij neemt niet op. "Ze had op een gegeven moment drie mobieltjes op zak en die stonden allemaal uit. Vreemd. Maar ik dacht 'die heeft zeker weer een nieuw nummer ofzo'. Of ze is naar een vriendin. Ja, wist ik veel..." 's Middags kom vijf uur haalt Ron zijn auto op, die voor onderhoud naar de garage is. Hij parkeert een uurtje later voor de deur van zijn huis aan de Zlotylaan in Amsterdam Osdorp.
Buiten is het donker en koud, hooguit een graad of drie. "In de keuken brandde licht. Ik ga naar binnen, haal de weekblaadjes van de deurmat en zie tv-kaartjes van de markt op tafel liggen. En dan opeens mijn dochter op de vloer. Overal bloed. Dat beeld blijft voor altijd op je netvlies. Wat er door me heen ging, kan ik niet beschrijven. Ik ging compleet door het lint, holde naar buiten en waarschuwde de buren. Maar ik wist dat het te laat was. Ze voelde koud aan. De buren gingen mee naar binnen. Pas toen dacht ik:'De kleine meid.' Mijn kleindochter van acht maanden. Ik rende naar boven. Ze lag in haar bedje met open ogen naar het plafond te staren. Als ze mij zag, had ze altijd zó'n big smile. Dit keer niet. Het leek of ze het voelde."
De politie en ambulance arriveren en ook de rest van de familie is inmiddels gewaarschuwd. Het lichaam van Angelique wordt meegenomen en Ron mag voorlopig niet naar zijn huis, in verband met sporenonderzoek. "Vanaf het eerste moment schoot door me heen dat het haar ex-vriend moest zijn geweest. Die jongen had haar al eens eerder mishandeld. Angelique heeft daarvan aangifte bij de politie gedaan. Hij zat twee dagen vast en kreeg een taakstraf opgelegd. Dat heb ik ook meteen verteld aan de politie," vertelt Ron. Diezelfde avond nog wordt de dader gearresteerd. Dat hij in het bezit van een pistool blijkt te zijn, pleit niet voor hem. De politie houdt hem veertig dagen vast. Voor wapenbezit, want later blijkt dat de politie na twee dagen al zeker weet dat hij het niet gedaan kan hebben. Op 6 januari 2005 is de dader weer op vrije voeten.

Mishandeling
Angelique is geen makkelijk meisje. Grote bek, klein hartje. Ze holt door het leven. Een wilde meid met een eigen wil. Van de wijze lessen van volwassenen moet ze niet veel hebben. Ron weet er alles van: "De puberteit was moeilijk. Hoe vaak ben ik niet op school geweest omdat er weer iets was. Ze was tegendraads. Maar ze liet de kaas niet van haar brood eten. En ze had een goed hart." Hij lacht trots: "Ze kon heel goed dansen. Niet aangeleerd hè, maar van nature. Ze hield ervan om in de belangstelling te staan."

Na de echtscheiding van haar ouders in 1998 gaat de zeventienjarige Angelique bij Ron wonen. Dat verloopt moeizaam. Ze haalt haar VMBO-diploma en gaat werken. Angelique heeft een baan, maar gooit daar volgens haar vader met de pet naar. 's Avonds komt ze veel te laat thuis, terwijl ze de volgende dag weer moet werken. De meningsverschillen lopen hoog op. Angelique is boos en pakt haar spullen om voorlopig niet meer terug te keren. Twee jaar lang heeft ze weinig contact met haar familie. Ze belt af en toe, maar dat is alles. "Tot ze eind 2003 opeens bij me voor de deur stond, met een bol buikje. Ik was helemaal verbouwereerd. Maar ik voelde wel wat er ging komen. Ze had geen onderdak. Of ze weer bij mij kon komen wonen. Ik vond dat ze rustiger was geworden. Apetrots dat ze zwanger was en vastbesloten om alles voor haar kindje te doen."
Over de biologische vader van haar kind, vertelt Angelique niet zoveel. Ron krijgt hem nooit te zien. Haar moeder Evelien ontmoet hem een paar keer. Ron: "Ik kon er geen hoogte van krijgen wat ze met hem had. Ze deed er vaag over. Op de dag van de bevalling had ze hem gebeld en stond hij ineens bij het kraambed. Ik zag hem voor het eerst en dacht: 'Doe je daar nou wel goed aan?' Zeven weken voor de moord belt Angelique overstuur haar vader op. Ze is mishandeld. Ron racet dodelijk ongerust naar haar toe.
"Stond ze voor mijn neus, met twee dichtgeslagen ogen. Die gek had geprobeerd haar kind te ontvoeren en haar vervolgens met een pistool geslagen en bedreigd. Tot onze verbijstering werd hij later, na de dood van Angelique, in hoger beroep vrijgesproken van deze mishandeling."

37 messteken
De zaak krijgt een verrassende wending als Sebastiaan P., een goede vriend van Angelique, in februari 2004 een bekentenis aflegt. "Hij was de laatste van wie ik het had verwacht. De jongen kwam regelmatig bij ons thuis en heeft wel eens meegegeten. Angelique en hij gingen als vrienden met elkaar om. Soms wandelden ze met de kleine. Het was een slungelachtige, rustige jongen," vertelt Ron. Sebastiaan (25) is stapelverliefd op Angelique. Ooit hadden zij een kortstondige relatie, maar die heeft Angelique al lang geleden beëindigd. Iets wat Sebastiaan maar moeilijk kan verkroppen. Zij ziet in hem alleen een vriend en beantwoordt zijn wanhopige verliefdheid niet. Angelique vertelt hem op de dag van de moord dat ze een sms'je heeft gekregen van een jongen van vroeger. Ze ziet die jongen wel zitten. Op dat moment slaan bij Sebastiaan de stoppen door. "Waarom hij wel en ik niet?!' Hij gaat helemaal door het lint, probeert haar te verkrachten en vermoordt haar uiteindelijk met 37 messteken. Na de moord vertrekt hij en zoekt hij een paar vrienden op. Ze sleutelen aan een auto, alsof er niets is gebeurd. Zijn familie en vrienden hebben er al die tijd geen weet van welk drama zich op 1 december 2004 voltrok. Ook voor hen is de schok enorm als de waarheid aan het licht komt.

Straf
De rechtbank veroordeelt Sebastiaan P. tot zes jaar gevangenisstraf met dwang TBS. Volgens justitie heeft hij een persoonlijkheidsstoornis en is hij verminderd toerekeningsvatbaar. De dader gaat in hoger beroep, maar de uitspraak blijft ongewijzigd. P. is uiteindelijk in cassatie gegaan. Die zaak is nu in onderzoek en de uitspraak daarvan moet in de loop van volgend jaar nog volgen. "Voor ons is het heel belangrijk dat hij TBS-dwang krijgt. Dat voelt beter. Dan weet je dat hij niet snel vrijkomt.
We gaan er wel vanuit dat de cassatie niets oplevert en dat de uitspraak ongewijzigd blijft. Naarmate het langer duurt, bouw ik steeds meer haat tegen hem op. Hij neemt me mijn kind af en de moeder van mijn kleinkind. En waarom? Waarom?" vraagt Ron zich af. Evelien: "Geen straf is hoog genoeg, ook levenslang niet. Ik krijg er mijn dochter niet mee terug, maar zijn familie heeft straks nog iemand om in de armen te sluiten. De gedachte dat hij over enige jaren weer vrij rondloopt en wél verder kan met zijn leven, kan ik moeilijk verdragen." Twee jaar geleden is het nu, maar Evelien en Ron zijn nog nauwelijks aan rouwen toegekomen. Ron: "We moeten zoveel regelen: rechtszaken, jeugdzorg in verband met ons kleinkind. Je wordt geleefd. Ik heb steeds het gevoel dat de echte dreun nog moet komen." Ron kijkt naar een foto aan de wand van Angelique en haar dochtertje. Angelique lijkt op haar vader: een overmoedige blik met een gulle lach, een beetje brutaal. Ron heeft diezelfde lach, maar in zijn ogen lees je het verdriet. "Het is zwaar, zo ontzettend zwaar. Soms wordt het teveel. Maar je moet verder." Inmiddels heeft hij een nieuwe woning gevonden, wat niet meeviel. "Natuurlijk wilde ik weg uit dat huis aan de Zlotylaan. Daar kan ik niet meer leven. Na zeven weken mocht ik er weer in. Hoe het eruit zag... Alles blauw van de luminol. Bloedspatten op het plafond. Dat kun je zelf schoonmaken. Het is afschuwelijk, maar je moet wel. Je moet doorbijten. De woningbouwvereniging kwam bij me langs en wees op de deur van Angelique's kamer. Ze had er plaatjes opgeplakt voor de kleine. 'Die stickertjes, meneer, die moeten er wel af.' Op zo'n moment voel je echt al het bloed uit je wegtrekken."
De novembermaand is de moeilijkste voor de familie Galavazi. Op 23 november is Angelique jarig en op 1 december stierf ze. Evelien bereidt zich voor op die dag. Ze schrijft een gedichtje voor de herdenking en zal dat voorlezen. "We missen haar zo verschrikkelijk. Als ik op de fiets zit, denk ik wel eens dat ik haar zie: dezelfde lengte, zelfde kleur haar. 'Daar heb je d'r', denk ik dan. Maar dan kom ik dichterbij en dan is zij het niet." Ron: "Soms zit ik in de auto, voor een stoplicht, en dan komen ineens de tranen."

Mieke van Dorst (56), getrouwd, drie kinderen.

Haar dochter Sabrina Smit werd 14 januari 2001 vermoord door haar ex. Haar zoontje van zeven maanden bleef ongedeerd. De dader kreeg zes jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. ‘Hij heeft haar dood min of meer aangekondigd, ‘Als ze bij me weggaat, is ze dood en dan weet jij dat ik het heb gedaan’. Zei hij een paar weken voor de moord tegen zijn nichtje. Op een zondagochtend was het zover. Hij probeerde haar te wurgen en heeft haar meerdere malen met een mes gestoken. Hij is als een beest tekeer gegaan. Ik heb hem nooit gemogen, de blik in zijn ogen stond me niet aan. Sabrina vond hem grappig en kon goed met hem praten. Toen ze uiteindelijk inzag hoe hij werkelijk was, tekende ze haar doodvonnis. Om half drie werd ik getipt dat er politie bij mijn dochter thuis was. Ik rende erheen in de veronderstelling dat hij haar in elkaar had geslagen. Toen de politie me vertelde dat mijn dochter was overleden, leek het alsof ik met een hamer werd neergeslagen. Ik heb de longen uit mijn lijf gekrijst. Ik heb als een robot mijn kleinkind opgehaald, zijn luier verschoond, en een flesje gegeven. Het enige wat door mijn hoofd ging was: Sabrina is vermoord, mijn kind is dood. Twee dagen later moest ik haar identificeren. In de gang van het ziekenhuis zei ik tegen mijn man: ‘Dit is een nachtmerrie. Dadelijk komen we daar binnen en ligt er iemand anders.’ Het eerste wat ik zag waren haar handen.’ Ik herkende ze meteen.”

Dit artikel/interview stond in het tijdschrift Linda nr.29 - januari 200

----------------------------------------------

Even vertellen hoe het is geweest met de mevr. van de tbs kliniek.
Ik heb wel het gevoel dat we iets hebben toegevoegd aan het beeld dat ze van hem hadden. En het feit dat hij een mooiprater is en goed toneel speelt, dat wisten ze wel, maar het is nu nog duidelijker geworden en ze gaat het allemaal meenemen ..
Ze schrok van de verhalen.
Ze schrok van Greg, van zijn blik en toen ze tegen hem zei hoe vast het bij hem zat werd hij erg emotioneel. Ze vond dat zo erg om te zien wat een pijn hij vanbinnen heeft, dat zag ze, ze kijkt in je ziel als het ware.
Het was een aardige vrouw en ze had zelf haar zoon verloren door kanker, op het laatst vertelde ze dat en we pakten elkaar vast en huilden allebei...dat was fijn.
Er is zeker geen sprake van verlof en alles wat er is verteld vandaag neemt ze mee en meld het bij de officier generaal, die uiteindelijk verantwoordelijk is voor verlof e.d in zijn geval. Ze zei hierover dat het al heel wat is als het langs zo iemand gaat, dat lucht wel op als je dat hoort..
Rond sept. 2006 moet hij naar de rechtbank om verlenging en dat zal zeker verlengd worden, na wat ze nu heeft gehoord had ze een duidelijker beeld.
En ook over hoe het voor ons allemaal is en hoe het zal zijn als hij opeens vrij zou zijn.
Ik heb zijn brieven laten lezen, verteld hoe hij kan liegen en draaien en dat alles op zichzelf is gericht.
Ik heb ook verteld dat Moreno op zijn 4de verjaardag alles heeft verteld, dat we er toen achter kwamen dat hij erbij moet zijn geweest en dat ze dat ook tegen hem kon vertellen, ook dat hij hem aanwees op een filmpje toen hij tweeënhalf was.
Hij had net t laatste stukje van mij gezien op tv bij sbs en had haar dat verteld, ik was doorgroefd van verdriet had hij gezegd en dat deed hem pijn...waarop ik zei dat hij weet wat er van hem verwacht word, maar dat hij echt geen gevoel heeft voor wie dan ook.
Ik heb er een goed gevoel over in ieder geval.
Dit was even mijn verslag, nu ga ik even rustig een bakkie koffie drinken en sigaretje roken, het vergt veel van je!

Hierbij mijn reactie aan de redactie van de krant op: (krantenartikel op ADS webpagina: de Verloedering week 32 - 2006)

'Gestoorde medemens heeft recht op bijstand'

Wat me het eerste opvalt in dit bericht is het over éen kam scheren van TBSers, er is een groot verschil in stoornissen, zwaar gestoorden en gestoorden. Heel nobel van U dat U zo opkomt voor iemand die bijv zijn moeder heeft vermoord, U verdient vast de gouden zetel in de hemel! Maar beseft U wel dit lijnrecht staat t.o. nabestaanden van moord? Ik ben mijn dochter kwijt geraakt door moord, zij had een zoontje die toen nog een baby was en die sindsdien bij ons, zijn Oma en Opa woont. Denkt U dat er voor hem of voor ons bijstand is, nee wij kunnen het geheel alleen doen en zo kennen wij ondertussen vele nabestaanden, allemaal zeer schrijnende gevallen: Ouders die hun kind dat hun zo dierbaar was moeten missen, kinderen die hun ouders moeten missen, omdat de een vastzit voor de moord en de moeder is vermoord, broers en zussen en ga zo maar door. U praat over schizofrenie en ik weet wat deze aandoening inhoudt :
Het is een ernstige psychiatrische ziekte waaraan bijna een op de honderd mensen lijdt en is niet te genezen!! Een behandeling met medicijnen kan een oplossing zijn, maar zodra iemand de medicijnen niet inneemt valt hij/zij terug. Bent U dan nog steeds naast hem of slaat U zich op de borst dat U het toch maar goed heeft gedaan...en hij valt weer in een psychose en vermoord misschien weer iemand.
OO en VO daar knokken ze zeker voor, ze willen naar buiten, daar doen ze alles voor!

Maar dat zouden wij ook graag willen voor onze kinderen die vermoord werden, dat ze hadden kunnen knokken voor hun vrijheid,..voor het leven! Helaas hadden zij geen kans, ze zijn meestal op zeer brute wijze vermoord, de laatste minuten of uren van hun leven zijn er van doods-angst en pijn. Bij de zin: "Voor de moord had hij nog geen vlieg kwaad gedaan, geen strafblad" rees mijn verontwaardiging, was dit niet genoeg voor U dan? En dan deze: "Maar zo de zieke mens recht heeft op medische zorg, zo heeft de gestoorde mens medemens recht op juridische bijstand. Is een geheel verkeerde zin naar mijn inziens, kijk dit moest er volgens mij staan om recht te doen: Maar zo de zieke mens recht heeft op medische zorg, zo heeft ook de gestoorde mens recht op medische zorg"! En dat krijgen ze toch, dus waar maakt U zich eigenlijk zo druk om? Als je ziet wat wij voor een gevecht moeten leveren om iets gedaan te krijgen, om over het zware verdriet nog niet te praten, want daar heeft U vast geen flauw benul van. Wij wilden ook graag een advocaat bij alle rechtszaken en helaas is daar niets voor geregeld, het kost nabestaanden bergen geld. Ons leven is kapot en wij hebben niet eens iets verkeerds gedaan en ook geen strafblad, maar we worden wel gestraft! Omdat een psychopaat eerste klas het nodig vond mijn dochter op gruwelijke wijze van het leven te beroven, weldoordacht erna nog een plan bedacht om het in iemand anders schoenen te schuiven. En het was niet de eerste keer, hij vind het heerlijk vertelde hij aan zijn vriend hoe het mes zo makkelijk in het lichaam ging, maar nu doet hij ook vreselijk zijn best om eruit te komen en iedereen trapt in zijn mooie woorden. Tachtig procent van de TBS'ers keert na behandeling met succes terug in de samenleving? Hoe weet U dat hij niet nog eens een moord pleegt, dat wijst alleen de tijd uit! Het recidivecijfer onder de 'gewone' gevangenen is vele malen hoger. Zolang het geen geweldplegers of moordenaars zijn vind ik dat lang zo erg niet. "Na de twee incidenten met TBS'ers (Eibergen en Wilhelm S.- rz) trok de minister van justitie alle verloven in. Patiënten die enige vrijheden genoten omdat zij in de laatste fase van hun behandeling zaten, moesten plotseling weer binnen blijven. Dat vind ik onrechtvaardig. Veel TBS'ers hebben geen beroep aangetekend tegen dit besluit en kregen daardoor geen schade vergoeding terwijl ze daar wel recht op hadden." Tja, dat is het risico, hadden ze maar respect voor het leven van hun medemens moeten hebben, berouw komt nou eenmaal na de zonde! Groeten van een eeuwig bedroefde moeder en namens vele nabestaanden.

De advocate van een moordenaar, Judith Kwakman, heeft geheel zonder respect een bericht geplaatst op de in memoriam website van Sabrina Smit met de volgende oproep:
September 18th 2006 - 02:39:22 PM
Wat is uw naam: Judith Kwakman
Uw reactie: Ik zou graag een privé-mail aan de moeder van Sabrina sturen, maar mijn mail aan het adres zinloosgeweld2002@yahoo.com is onbezorgbaar. Zou u mij het juiste adres kunnen sturen?

Een advocate die op deze manier de moeder van de vermoorde Sabrina probeert te bereiken heeft totaal geen besef van normen en waarden, laat staan respect voor nabestaanden en slachtoffers. Wij zijn hier zeker van na het lezen van de mail die zij schreef en stuurde aan de moeder van Sabrina na een goed email adres te hebben ontvangen. Totaal geen fatsoen en/of begrip voor nabestaanden van het slachtoffer. Wij vragen ons zelfs af of deze manier van handelen (door een advocaat van een moordenaar) wel toegestaan is door Justitie en de orde van advocaten. Zo ja, dan is er volgens ons iets mis met systeem. De strijd die de moeder van Sabrina voert is gelijk de onze, open en zonder angst. Zij en wij, strijden voor een erkenning van de vele slachtoffers en hun nabestaanden. Wij doen dit zonder advocaat. Wij, als lotgenoten, ontvingen deze mail van Mieke:

Vandaag was de rechtzaak voor de verlenging van TBS van de dader van moord op onze dochter Sabrina. We hadden netjes een brief gekregen met het tijdstip van deze zitting. Dus wilden wij hierbij zijn, zodat ze weten dat wij, nabestaanden er ook nog zijn. Ik heb vorige week gebeld met de rechtbank en doorgegeven dat we met 3 man zouden komen, we zouden dan in de rechtzaal zitten werd mij verteld. Dus vanmorgen eerst door het detectiepoortje, tassen erdoorheen, melden aan balie B en we moesten maar wachten in een andere gang werd ons verteld, want ook dit in verband met een confrontatie, de dader zou n.l ook bij deze balie komen om zich te melden. Na een half uur kwam de mevr. van de balie naar ons toe, we moesten langs buiten naar de publieke tribune, we mochten in verband met de veiligheid niet in de zaal aanwezig zijn had de voorzitter doorgegeven. Na veel vragen en protest gingen we dan toch maar naar buiten, met een heel naar gevoel van ook hier weer niet bij te mogen zijn, maar het gaat ook om onze veiligheid en die van ons kleinkind wat er met de dader gaat gebeuren. Buiten gekomen staan we opeens oog in oog met de dader, er brak iets in mij en ik heb alleen maar geschreeuwd:"Moordenaar, moordenaar!!!" Mijn schoondochter trok haar schoenen met hakken uit en gooide herhaalde malen en raak naar hem. En dan die alles overtreffende blik van hem, op dat moment wenste ik dingen die ik hier niet zal zetten, maar mijn wraakgevoel en haat was zo groot. Dan zit je in de zaal en krijgt alle lof over hem te horen, hoe goed hij zijn best doet en dat de straf hem echt niets doet, daar heeft hij geen berouw over, wel over wat hij de nabestaanden heeft aangedaan, dit lezen ze dan voor. Deze mensen die zo gestudeerd hebben trappen er met open ogen in en voor hem loopt alles volgens plan en naar ons kijkt niemand meer om. Hij gaat een opleiding beginnen en naar een resosialisatieafdeling in Enschede, wat betekent dat hij s'avonds en s'nachts zonder begeleiding is. Dan wensen ze hem veel sterkte bij de rest van zijn traject. Ik had zoveel verdriet dat ik dacht te zullen stikken...want mijn dochter wilde de opleiding HBO-verpleegkunde gaan doen en hij krijgt alle kansen. Zijn straf zit erop, nergens praten ze nog over, wat voor vreselijk misdrijf hij heeft begaan en dat Moreno zonder ouders door het leven moet en wij zonder onze lieve dochter en zusje.
Deze mail kreeg ik gisteren van de avocate die meneer eikel gisteren bijstond in de rechtzaak. Ze had een berichtje op de site van Sabrina gezet, omdat ze mijn emailadres wilde. Als bijlage mijn brief terug aan haar.

Geachte mevrouw Van Dorst,

Ik schrijf u deze email als advocate van Oktay Cavuslar. U heeft mij gisterochtend bij de Rechtbank Breda gezien. Ik zend u deze email in de hoop dat escalaties als gisterochtend in de toekomst voorkomen kunnen worden. Niet alleen Oktay, maar ook zijn begeleidster van Oldenkotte, was erg geschrokken. Oktay heeft meerdere keren via het maatschappelijk werk van Oldenkotte getracht met u in gesprek te treden, vooral om zijn excuses aan te bieden, maar ook om eventuele vragen van uw zijde te beantwoorden. Helaas is dat tot op heden niet gelukt. Natuurlijk kan niets, maar dan ook niets, uw verlies goedmaken, maar Oktay wil graag van u horen wat hij kan doen om uw leed ook maar enigszins te verzachten. Ik zei het op de zitting al: in tegenstelling tot veel andere daders van dergelijke delicten heeft Oktay oprechte spijt*. En hij zegt dat niet enkel om een wit voetje bij de rechter te halen. Hij schaamt zich heel erg ten opzichte van u en zijn zoon om wat hij jullie heeft aangedaan. Hij vond het dan ook moeilijk om op de zitting positief over zichzelf te praten. Hij schaamt zich zo voor wat hij gedaan heeft dat hij het ook moeilijk vond dat ik in jullie bijzijn wel positief over hem sprak. Hij begrijpt goed dat jullie erg boos op hem zijn. Hij vindt dat terecht. Maar er is ook een keerzijde: Oktay heeft zijn onvergeeflijke daad gepleegd terwijl hij onder invloed van drugs was. Natuurlijk is dat geen excuus, maar het betekent wel dat Oktay zonder die drugs een heel ander persoon is. Een persoon die door de rechter voor zijn daad is afgestraft en die, hoe moeilijk dat ook voor u te begrijpen is omdat u uw dochter nimmer terugkrijgt, recht heeft om zijn leven weer op te pakken. Hij zal dit doen met de zware last dan hij iemand het leven heeft ontnomen en u en anderen daarmee zeer veel pijn heeft gedaan. Mede om u en andere bekenden van Sabrina niet te belasten, heeft hij ervoor gekozen in ieder geval de komende jaren in het oosten van het land te blijven wonen. Hij hoopt dat u en uw familie dat respecteren en dat incidenten als gisterochtend voor de rechtbank niet meer voorkomen. Oktay wil nog steeds erg graag in contact met u en uw familie treden. Omdat het voor u misschien moeilijk is rechtstreeks contact met hem te hebben, stel ik voor dat u via mij aangeeft wat u van Oktay verwacht. Eventuele vragen van u aan Oktay kunnen eveneens via mij gesteld worden. Zodra u er aan toe bent, kan op een gegeven moment een gesprek plaatsvinden. Maar uiteraard enkel indien u daar zelf behoefte aan heeft. Graag verneem ik van u of u op enige wijze (al dan niet via mij) contact met Oktay wenst. Indien u liever geen contact heeft, verneem ik dat eveneens graag van u. Ik zal u dan niet meer benaderen.

Met vriendelijke groet, Mr. J.A.M. Kwakman van Dommerholt Advocaten
T: +31 (038) 427 20 20 F: +31 (038) 427 20 21 E: jam.kwakman@dommerho
Vestiging Zwolle, Bloemendalstraat 7, 8011 PJ Zwolle, Postbus 1182, 8001 BD Zwolle

Geachte Mr. Kwakman

Van escalaties weet ik niets, ik weet alleen dat ik aan de grond genageld stond toen ik oog in oog stond met de moordenaar van mijn kind!
En niemand heeft de glimlachende zelfingenomen, minachtende blik naar mij gezien van dit heerschap O.C. toen hij uit de auto stapte.
Iemand die zich schaamt, slaat zijn ogen neer, dat heeft hij nog nooit gedaan t.o. mij of mijn familie, ook niet bij alle rechtzaken, een keer keek hij mij minutenlang aan met die zelfingenomen blik van hem.
Hij pakt jullie allemaal in, is veel en veel slimmer dan jullie allemaal bij elkaar.Ten oprechte spijt, voor deze zwarte dag had ik een hoge pet op van het rechtsysteem, dat is gezakt tot nulwaarde!
Toevallig ken ik hem langer, ook zonder drugs, de brieven van hem aan ons zijn helaas voor U, van dezelfde strekking als zijn gedrag van nu en wat hij iedereen wijsmaakt.
Maar goed, geloof vooral in hem, de toekomst zal het uitwijzen.
Ik heb een test gedaan om te kijken of mijn gevoelens over hem juist zijn, ik heb aan Mevr. Oppier van de kliniek gevraagd een gesprek met hem aan te gaan over de verjaardagskaarten aan Sabrina's zoontje.
Dit omdat het voor ons op de toch al moeilijke dag zonder zijn Mama heel veel pijn doet, wij willen dat dit kind zorgeloos op kan groeien en dat zijn verjaardag ieder jaar een feest is, daarbij mag hij niet voelen hoeveel verdriet we eigenlijk hebben door het onvoorstelbare gemis, het drama wat ons allen ten deel viel.
Wij maken er ieder jaar een heel grote dag van voor deze kleine jongen, omdat hij het verdient.
Dan valt er zo'n kaart binnen van de man die dit kind een ongelooflijk trauma heeft bezorgd en dan stort je wereld even in, even, want ik vecht door voor dit mannetje.
En waarom deze kaarten? Het kind kan niet lezen, wij wel.
Hij bewaart ze natuurlijk als bewijs dat hij toch ieder jaar een kaart heeft gestuurd, niets is voor niets bij hem..
Ook omdat wij Moreno willen beschermen omdat hij nu gaat leren lezen en wij hem niet opeens willen confronteren met een kaart van iemand die hij niet kent en geen enkele binding mee heeft, alleen verschrikkelijke herinneringen
Na het gesprek in de kliniek over deze kaarten wist ik dat er een kaart zou komen die nog indringender zou zijn wat inhoud betreft en jawel, hier heeft hij het over binnenkort ontmoeten, deel uitmaken van je leven en tot snel.
Hij weet dat wij ze lezen en dit is zijn wraak om het gesprek erover in de kliniek.
En ik wist het en vraag me dan ook af wie hem beter kent.
Omdat Moreno nu leert lezen heb ik hem moeten vertellen over deze kaarten en de inhoud ervan en de afzender.
Hij is voor zijn leeftijd een wijs mannetje door alles wat hij heeft meegemaakt en niet te vergeten onze intense zorg voor hem.
Hij staat stevig in het leven en kan duidelijk uitleggen wat hij pertinent niet wil en dat is dat hij geen kaarten wil en zeker geen contact.
Onze kleinzoon is een weeskind in volle zin, de enige herinnering aan dit heerschap is de man waarover hij jaren nachtmerries heeft gehad, de man die hij aanwees als 2 jarig peutertje, op een videoband!
Waarbij hij helemaal overstuur gilde dat die man weg moest, die deed vechten en gooide alles om.
De man over wie hij vertelde en voordeed toen hij bijna 3 jaar was, al kijkend naar de foto van zijn Mama, de handjes om zijn halsje en daarbij zei: "Mama zo", waarbij het kind een rochelend geluid maakte zoals hij in zijn herinnering heeft.
Op de dag dat hij 4 jaar werd vertelde hij ons details over de moord op zijn Mama Sabrina, details waarvan wij geen weet hadden en ze klopten allemaal, daar kwamen wij achter nadat wij het hele dossier hadden gelezen.
U bent zijn raadsvrouw en ik begrijp dat U aan zijn kant staat, maar wie probeert ons te begrijpen en vooral wie heeft er begrip voor een onschuldig kind en laat het welvaren van een persoon zoals hij voorgaan?
Hij kiest ervoor om niet in deze omgeving te verblijven?
Nu heb ik toevallig van iemand van de Oldenkotte vernomen dat dit de voorwaarde was en is, ook bij het begeleide verlof al en dat hij daar boos om was, want hij wilde wel op bezoek in deze omgeving.
Ook heb ik nog nooit vernomen van de kliniek dat hij meerdere keren heeft getracht in gesprek te treden met mij, ze hebben mij eenmaal in het begin gevraagd of ik daar iets in zag, waarop ik heb gezegd, nee nooit wil ik met hem in contact.
Als antwoord op zijn vraag wat hij kan doen om het leed te verzachten is, niets!
Als het om een gestolen tasje zou gaan dan mocht hij mij zeker zijn spijt betuigen, ik ben heel vergevingsgezind.
Alleen gaat het hier om iets waar van mijn kant nooit vergeving voor kan zijn, hij wist dondersgoed wat hij deed, mede doordat hij dit al tegen zijn nichtje had gezegd:
"Als Sabrina niet meer met mij verder wil dan is zij dood en dan weet jij dat ik het heb gedaan", dit staat ook zwart op wit en het zijn zijn eigen woorden.
Dus kom niet aan met de schuld op drugs te steken, geloof wat U wilt geloven, helaas ken ik hem met en zonder drugs.
Maar in het belang van ons en onze kleinzoon kunt U hem antwoorden dat hij geen contact meer zoekt, ook niet via kaarten, het is in niemands belang.
Wij willen Moreno een liefdevolle geborgen en veilige jeugd geven, hem voorbereiden op de moeilijke tijd die zeker voor hem zal komen zodra hij alles echt gaat beseffen.
Consultatiebureau, crèche en zijn school zijn allen vol lof over hoe wij Moreno hebben bijgestaan in zijn traumatisch jonge leventje, die hem hebben gemaakt tot wie hij nu is, ik zal nooit toestaan dat hij dingen moet gaan verwerken waar hij helemaal niet aan toe is, hoewel wij zo eerlijk mogelijk tegen hem proberen te zijn en dat is al erg genoeg voor dit kind.
Hij heeft rust, liefde en geborgenheid nodig, met de mensen die belangrijk zijn tot nu toe in zijn leven en waarbij hij zich veilig weet en daar past dit heerschap zeker niet in.
Leed verzachten? Dat had hij moeten bedenken toen hij mijn dochter sloeg, een dik glas op haar hoofd kapot sloeg en wurgde tot ze blauw zag en naar adem snakte en haar stak in buik borst en haar hals opensneed en als afsluiting haar wang opensneed.
Toen hij erna alles opruimde en zo legde om iemand anders de schuld te geven, al zijn leugens tig keer heeft verteld tegen mij, aan de telefoon en in het ziekenhuis.
Hoe de zogenaamde dader hem stak en 20 paracetamol naar binnen gooide ( waarbij ik wist dat je die echt niet kan tellen) , en hoe hij het verhaal later toen hij had bekend veranderde in dat hij zelfmoord wilde plegen, had hij dat maar gedaan en dan voor de moord op mijn lieve dochter, maar daarvoor houd hij teveel van zichzelf.
Vergeet niet dat een jongen hiervoor een week onschuldig vastzat en nog steeds met psychische problemen kampt hierdoor.
Meneer vindt het heerlijk hoe een mes als boter in een lichaam gaat, zijn eigen woorden over een steekpartij voor deze in 99, waarbij toevallig ook een persoon een week onschuldig vastzat.
Waarvan de uitspraak op 18-01-01 zou zijn en 4 dagen daarvoor een moord pleegde!
Ik heb nog een brief liggen waarin hij lacht om de "kaaskoppen" (advocaten en rechters) die overal in trappen, hij lacht om de straffen hier en hij heeft gelijk.
Want wat is ruim 5 jaar voor een moord, fijn dat hij een opleiding mag beginnen, dat wilde Sabrina ook zo graag als Moreno 2 jaar zou zijn.
Zij was verpleegkundige en wilde hierin de HBO opleiding doen, helaas mag zij nooit meer leven.
Denkt U nu echt dat ik met hem wil praten of op een andere manier contact wil, het enige wat ik wil is rechtvaardigheid in deze zaak, helaas is hij iedereen te slim af en hij weet precies hoe hij wel of niet moet reageren en praten, kan hij als de beste.
Maar werk gerust mee aan zijn resocialisatie en mocht hij ooit weer een ernstig delict plegen dan hoop ik dat iedereen die hieraan heeft meegewerkt zich zo zal voelen zoals ik me voel, want dat is de ergste straf die je kunt krijgen, voor iets waar je totaal geen schuld aan hebt.
Afgestraft? Pas kreeg een man in Roermond 18 jaar celstraf voor precies dezelfde feiten, die straf zou voor mij een reden zijn om in te berusten, Moreno zou 13 jaar zijn als hij vrij zou komen.
Zware last? Sorry, denkt U eens aan onze straf en onze last, die Moreno, mijn man en ik en onze kinderen, familie en vrienden mee dragen, mijn vader die hierdoor een hartaanval kreeg en is overleden van verdriet.
Vragen aan hem? Hij is een en al fake.

Vriendelijke groet,
A.M van Dorst-Meeus

Het afschuwelijke nieuws bereikte ons door 2 heren van de Vlaardingse Politie,

In mei 2004 hebben we contact gelegd met iemand van de Britse transport politie, om de vraag voor te leggen, of het mogelijk was om een gedenkteken te plaatsen op het platform waar onze Marquérite is vermoord. Zij waren enthousiast maar er moest toestemming gevraagd worden bij de Ondergrondse. Dat had nogal veel voeten in de aarde maar dat is allemaal door onze contactpersoon onderhandeld. Zij doen daar normaliter niet aan. Er is maar 1 gedenkteken vanwege een brand waar mensen bij omgekomen zijn op Kings Cross Station.
Donderdag 2 december 2004 zijn wij afgereisd, t.w. mijn man en ik, zoon, schoondochter en 3 dochters. Wij werden afgehaald van de luchthaven en naar ons hotel gebracht. Dezelfde dag zijn we nog naar het metrostation geweest om de plaquette te bekijken, welke was bevestigd een week daarvoor. Deze plaquette was vervaardigd door een monumentenmaker die ook de grafsteen heeft gemaakt. Hij wilde dat graag voor ons doen en is bij de bevestiging aanwezig geweest want dat wilde hij graag. Het maakte zeer veel indruk op hem.
Diezelfde dag hebben we kennis gemaakt met de ceremoniemeester die de uitreikingen leidde. We waren namelijk uitgenodigd om dit bij te wonen. We werden met taxi’s opgehaald. Dit vond plaats de volgende dag in een speciale ruimte. Er waren personen aanbevolen voor en onderscheiding i.v.m. de moord op onze dochter, zoals haar collega en een reiziger, die haar wilde helpen. De chirurg en mensen van de ondergrondse en ook politieofficiers kregen een onderscheiding. Er was ook familie aanwezig. We hebben na afloop bij een hapje met velen gesproken.
Dit viel als het ware allemaal samen, wonderlijk.
De dag daarna hebben we met elkaar bloemen geplaatst bij de plaquette en wonderlijk genoeg ontmoette we daar iemand die er bij was toen dat vreselijke gebeurde.
Op zondag zijn we weer vertrokken en we werden met taxi’s naar de luchthaven gebracht. We zijn vanaf het begin tot het eind goed verzorgd.

Het is van het grootste belang voor het verwerken van dit afschuwelijke drama, dat je goed begeleid wordt. Het maakt de pijn ‘draaglijk’ en je moet niet met rancune en haat achterblijven.
Corrie van Campenhout.

Ter ondersteuning van onze Lotgenoten zijn wij bereid ons verhaal te doen over de steun en respect die wij mochten ervaren naar aanleiding van de gewelddadige dood van onze dochter Marquérite, 11 januari 2002 te Londen.

Het afschuwelijke nieuws bereikte ons door 2 heren van de Vlaardingse Politie, die zeer correct ons op de hoogte brachten en bleven ons bijstaan tot een en ander geregeld was en onze directe familieleden op de hoogte waren gebracht en ons omringde.

Het gaf de nodige moeilijkheden om een vlucht te boeken naar Londen. De Nederlandse Ambassade was niet behulpzaam en wist alleen te vertellen dat de kosten erg hoog waren om het lichaam naar Nederland te vervoeren t.z.t. Hebben later nooit meer iets van ze gehoord. Op dat moment ben je echt niet bezig met kosten. Wij waren allemaal in shock.

In Londen aangekomen werden we opgewacht door 2 personen van de Metropolitan Police en de Transport Police. Zij zijn de personen die met de zaak betrokken werden. Ze hebben ons 3 dagen begeleid en bijgepraat. We konden zeggen wat we wilden en waar we naar toe wilden gaan. Het hotel was al voor ons gereserveerd. Dit alles ging met veel respect.

Na de thuiskomst zijn deze mensen diezelfde week nog bij ons geweest om verklaringen af te nemen. We hadden wekelijks contact. Ze hebben zelfs de Herdenkingsdienst bijgewoond tezamen met de leider van het onderzoeksteam, wat enkele weken later plaats vond.

Ze hebben alle mogelijke informatie gegeven over de berechting, wat plaats vond in September en 3 weken duurde. Ook over de mogelijke schadevergoeding die volgt na berechting en aangevraagd kan worden. Tijdens deze periode van berechting zijn wij wederom ondergebracht in een hotel en verzorgd van begin tot het einde. We werden altijd opgehaald en teruggebracht naar het hotel.

December 2004 werden wij uitgenodigd om een ceremonie bij te wonen. Betrokken personen werden beloond voor hun inzet in de zaak. Ook deze keer werden wij verzorgd van begin tot het eind. Samen met deze ceremonie was er een Memoriam plaat bevestigd op de betrokken plaats. Onze contactpersoon heeft voor ons alle moeite gedaan om toestemming te krijgen bij de autoriteiten dit gedaan te krijgen, wat onze wens was. Het kostte hem de nodige overredingskracht.

Ook worden wij door de reclassering op de hoogte gehouden. Kortom, zij blijven ten alle tijden beschikbaar voor ons.

De dader heeft levenslang gekregen plus 7 en 8 jaar voor het verwonden van 2 andere personen die hulp boden!!!

Mijn opinie is dat je niet kunt spreken dat je het ooit verwerken zal en zal ophouden te rouwen. Dit kun je wel schrappen. Maar het maakt veel verschil, en dat is van groot belang, hoe je behandeld wordt. Het maakt de pijn draagbaar. Je moet tenslotte verder met je leven.

Als het niet goed wordt begeleid, zijn de achterblijvers constant vervuld met rancune!

Wij kunnen geen vergelijking maken met andere zaken. Het wil niet zeggen dat alle zaken in Engeland zo gaan. Wij voelen ons gesterkt.

Er is een web-site gemaakt door een van onze dochters over Marquérite.
(My sister Marquérite)

Peter en Corrie van Campenhout

Justitie Kapittelt Friezen voor Beruchte "Andrea-Site"

Ruinen/Zwaagwesteinde,

Justitie stelt geen strafvervolging in tegen twee inwoners uit Friesland die betrokken waren bij de omstreden "Andrea-Lutensite". De ouders van Andrea Luten hadden aangifte gedaan van smaad en belediging. Marinus van der Wal uit Kollumerzwaag en Bertus de Vries uit Zwaagwesteinde waren nauw betrokken bij de website www.wievermoordeandrealuten.punt.nl. (uit de lucht)

Op de deze website beschuldigden beide heren in vuige bewoordingen Roelof en Lammi Luten uit Ruinen. De ouders van de omgebrachte Andrea Luten zouden zelf veel meer weten van de moord op hun dochter in 1993.

Justitie hekelt de "laag-bij-de-grondse" aantijgingen. "Maar iets wat moreel verwerpelijk is in juridische zin is nog niet direct strafbaar", reageert persofficier Jan Hoekman. De Vries en Van der Wal ontkent dat zij het echtpaar Luten met opzet hebben zwart gemaakt. "Wij hebben met onze website een oplossing willen forceren in de moordzaak", benadrukt Bertus de Vries nu. Dat justitie De Vries en Van der Wal wel een fikse veeg uit de pan geeft, neemt de Vries voor kennisgeving aan. "Dat is dan de mening van justitie". Beide friezen kennen elkaar goed.

Ze waren vanaf 2004 ook de beheerder van de website www.mariannevaatstra.nl "Zodra ik hoorde van hun betrokkenheid bij die smerige site van Andrea Luten, heb ik alle banden met hen verbroken", reageert Bauke Vaatstra, de vader van Marianne, die in 1999 werd vermoord. Eerder had de Vries ontkend, ook tegenover deze krant, dat hij betrokken was bij de beruchte ' Andera-site'. Marinus van der Wal was gisteren niet voor commentaar bereikbaar.

DE RUIJTER DE WILDT

Een paar uur na haar verdwijning werd de achttienjarige studente sociologie Anne de Ruijter de Wildt gevonden. Vervolgens duurde het drie jaar voor de moord kon worden opgelost. Jaap (62) en Helga (61) de Ruijter de Wildt hebben zich intensief met het opsporingsonderzoek bemoeid en hielden door hun felle optreden in de publiciteit de zaak levend.
Toen het onderzoek naar de moord vastliep en ook diverse andere moorden in Groningen onopgelost bleven, richtten zij de Stichting Groningen Veilig op. Ze drongen met succes aan op een apart team voor cold cases en pleitten voor een betere rechtspositie van nabestaanden.
‘We konden iets doen en dat gaf in het begin houvast. Later zijn we in therapie gegaan.’
‘Iedereen verwerkt het anders, maar je moet het uiteindelijk zelf doen. Eén ding wisten we zeker: we wilden niet levenslang slachtoffer zijn. Ook voor onze zoon. Het leven gaat door.’
Als advocaat houdt Jaap de Ruijter de Wildt praktijk aan huis. Helga doet het secretariaat. De eerste tijd schoot het werk erbij in. Maar toen de dader eenmaal was veroordeeld, pakte Jaap zijn praktijk stukje bij beetje weer op: vreemdelingenzaken. In de werkruimte hangt bij de deur een geschilderd portret van Anne. ‘Soms spreek ik haar toe,’ zegt Helga. ‘De herinneringen blijven leven. Alleen wordt Anne niet ouder. Toen Anne werd gevonden, zei ik: “Wat moet ik hier in godsnaam van leren?”’
In het begin wilde Helga steeds terug naar de plek. ‘De eerste keer alleen om bloemen te leggen, maar ik moest weten wat er was gebeurd. Jaren later heb ik in de nacht van Koninginnedag op dezelfde tijd de mogelijke route gelopen die Anne had genomen. In een lange rok, hoge hakken aan. Net als zij.

Omdat ik wilde achterhalen hoe lang je daarover doet en hoe druk het onderweg nog is. Ik heb daar ook mensen aangesproken.’ Het was een manier voor Helga om zo dicht mogelijk bij Anne te komen in die laatste uren.
Bijna twaalf jaar later zijn ze nog steeds bezig hun leven op te pakken, zegt Jaap. ‘Maar we kunnen ook wel weer lachen.’ Hun zoon heeft het verlies van Anne op zijn eigen manier verwerkt en wil er niet over praten. Helga mist Anne bij heel gewone dingen. Het bakken van oliebollen bijvoorbeeld vond ze jarenlang heel moeilijk: die proefde Anne altijd. Tegelijkertijd besefte ze dat ze Anne nooit meer zou kunnen meenemen naar een ‘nieuw jaar’. Maar ze is naar haar gevoel ook sterker geworden. ‘Ik heb leren relativeren en ben mij meer bewust van de kostbaarheid van het leven. Dat is wat ik er uiteindelijk van heb geleerd.’

Een reactie op vandaag van mij, Hans Windhorst

Alle gesprekken zijn naar mening positief verlopen, en uiteraard goed begeleid door de (voorzitter) petje af Jac voor je, maar goed uiteindelijk hebben we allemaal een gezamenlijk doel, en om maar ff achterom te kijken doen we het met zijn allen het niet verkeerd, vooral de gezamenlijke aanpak van iedereen waarin een ieder zijn verhaal en gespecialiseerd is in uitblinkt en dat spreekt mij zo aan, niemand is iets maar als we wat willen hebben we onderling contact met elkaar en dan gaan we er met zijn allen voor geweldig toch allemaal?

Ook wil ik je wel vertellen de gedreven eerlijkheid van je, om toch ook maar ff de vvrs hierbij uit te nodigen, achteraf gezien was hij mij mooi maar ff een slag voor want over de onkosten en de inmenging bij de ned.ver. van rechters stond ook bij mij op het verlanglijstje maar goed het was een heerlijke dag die we toch uiteindelijk hebben afgesloten met positieve resultaten, terwijl wij toch dachten dat het moeilijk zou zijn om een ingang te vinden bij de rechters het is toch gelukt en daar ben ik toch HEEL ERG TROTS OP.

Opmerking waar wij in het verleden wel eens over hebben gehad alle verenigingen hier in Nederland met toch uiteindelijk 1 gezamenlijk doel de daders en of moordenaars hard aan te pakken ja met een dag als vandaag doet me het vreselijk goed gevoel van binnen.

Geweldig is ook dat iedereen van onze commissie zich heel erg kranig heeft gedragen want laten we toch eerlijk zijn het valt toch niet mee om maar iedere keer weer je story te vertellen wat toch van binnen pijn doet, nu ook maar hopen dat Min Donner ook naar Limburg toekomt kan de minister ook eens Echt meemaken om een ieder zijn persoonlijke verhaal eens aan te horen wellicht laat dit dan meer indruk op hem achter., neem niet weg dat dit vandaag ook gebeurd is

Wij Janny en ik denken er hard over om in ieder geval ook de hr Nawijn te gaan benaderen om ons te gaan helpen met de onkosten waar wij uiteraard allemaal tegen aan lopen te helpen, wel Martin en alle commissieleden nogmaals een vermoeiende dag maar met een positief resultaat,

Bij deze een ieder bedankt voor de geweldige inzet, Hans Windhorst (vader van Ellis)
Ik ben trots op jullie allemaal.

“Meid, ik weet wat je doormaakt”

Heibloem – Henny (68) en Chris (74) Drent zijn om vijf uur `s ochtends van Groningen naar Heibloem gereisd. Het is de zesde keer dat ze de landelijke lotgenotendag voor ouders van vermoorde kinderen bezoeken. ‘Kijk, daar heb je de ouders van Marianne Vaatstra. En daar, zijn dat niet de ouders van Nicky Verstappen?’
‘We putten altijd veel moed uit dit soort dagen, maar nu ik al die foto`s van vermoorde mensen zie staan, realiseer ik me ook dat de ene dode de andere niet is’, zegt Henny. ‘Onze dochter Gonda (34) is tien jaar geleden vermoord, maar nauwelijks is daar nog aandacht voor. Andere slachtoffers blijven in de publiciteit en sommigen krijgen zelfs een monument. Ik begrijp het wel, maar eigenlijk zou er één nationaal monument moeten komen. Dan hebben ook de ouders van al die honderden anonieme slachtoffers een rouw- en herdenkingsplek.’ Er wordt zaterdag 9 september 2006 gehuild, getroost en geknuffeld en gebeden in zaal De Klokkenstoel in Heibloem. Hier zitten meer dan honderd mensen die merendeels vreemden voor elkaar zijn, maar anderzijds elkaars leefwereld door en door kennen. Ze komen om elkaars verhalen aan te horen, elkaars verdriet te delen en elkaar te steunen in hun lot. “Meid, ik weet wat je doormaakt” , klinkt het herhaaldelijk.

‘Er over blijven praten is de beste remedie’
In het kerkje van Heibloem zijn op een podiumpje tientallen foto`s van slachtoffers geplaatst. Op een wand erachter staan maar liefst 412 namen. Soms bekende, zoals Nicky Verstappen en Pim Fortuyn, maar meest onbekende als Leon Rombouts, Manita Koenen of Anne Klapwijk. Sommigen zijn vorig jaar vermoord, anderen 28 jaar geleden. Een teken dat de meeste nabestaanden levenslang nodig hebben om hun verdriet een plaats te geven. ‘Je kunt dagenlang huilen en duizenden kaarsjes branden‘, zegt Piet Jenniskens uit Berg aan de Maas, ‘maar erover blijven praten is de beste remedie om het verlies te verwerken.’ Piets stiefdochter Jannine Smeets werd twaalf jaar geleden in haar reisbureau in Sittard door haar ex-vriend doodgeschoten. ‘Een dag als deze is heel belangrijk voor ons, want het is niet alleen de moord op je kind die je met elkaar deelt, het zijn ook de angstige en stuitende ervaringen daarna. Sommige ouders voelen zich niet veilig omdat de moordenaar weer of nog steeds op vrije voeten is, anderen lopen tegen juridische problemen op bij de afhandeling van erfenis en bankzaken, of met de voogdij van de kleinkinderen.’ Ad Jannens van het ministerie van Justitie in Den Haag belooft dat er een regeling komt die niet alleen slachtoffers van zinloos geweld, maar ook de nabestaanden (in geval van dodelijke afloop) kostenloze bijstand geeft. Pastoor Van Lier van Heibloem houdt de aanwezige ouders voor dat ze niet alleen lot- maar ook bondgenoten van elkaar zijn. ‘Luister naar elkaar, ook al is het voor de honderdste keer. Want in de praktijk van alledag kunt U gaandeweg worden geconfronteerd met onbarmhartige onverschilligheid. Ook een vorm van geweld. We leven helaas in een maatschappij waar lompheid, botheid en geweld tot norm zijn verheven. U weet als geen ander, tot welk verdriet dit allemaal kan leiden.

Vijf jaar later is de pijn nog vers

De tragische gebeurtenis van 22 september 2001 werd gisteren herdacht. Stephan Hendriksen, een 16-jarige scholier uit Katwijk, werd tijdens het uitgaan doodgestoken op De Grent in Noordwijk. Hij probeerde een ruzie te sussen tussen zijn vrienden en twee broers uit Oegstgeest. De oudste broer haalde een mes onder zijn scooterzadel vandaan en raakte Hendriksen in het hart. Het incident heeft zijn sporen nagelaten. Vijf jaar later. Ouders René en Dickie Hendriksen en Sander, de oudere broer van Stephan, hebben zo goed en zo kwaad als het gaat een normaal levensritme opgepakt. Maar alles brengt de herinnering weer naar boven van die zaterdagochtend. ,,Je kunt geen krant openslaan, geen televisie aanzetten of er gebeurt wel wat'', zegt vader René. ,,Mensen worden in elkaar geslagen zonder noemenswaardige aanleiding. Kijk in Sassenheim, een paar weken geleden. Als je wat zegt, krijg je een klap.'' Zijn vrouw Dickie vult aan: ,,In films vliegen de messen in het rond. Zo is het ook met onze zoon gebeurd.'' ,,Elke politieauto die langskomt is díe politieauto'', zegt René. De agenten die kwamen vertellen dat hun zoon dood was. De nachtmerrie van elke ouder. Het einde van het normale bestaan.
Wat overbleef, was geleefd worden, vertellen de overgebleven gezinsleden. Ze leefden van dag tot dag, sleepten zich voort. ,,Je maakt geen plannen meer'', zegt Dickie. René: ,,Op een gegeven moment moet je wel weer naar je werk, 's morgens opstaan, doen wat je hoort te doen.'' Maar het ging allemaal in een roes van boosheid en verdriet, een waas van onwerkelijkheid. ,,Je bent puur aan het overleven'', zegt vader René.
Ze weten nog hoe dat was, het eerste jaar na de steekpartij. Alles voor het eerst zonder Stephan. Zijn eerste verjaardag, de eerste kerst, alles voor het eerst met dat gat in hun bestaan. Vrijdag werd Stephan herdacht bij zijn middelbare school, het Northgo College in Noordwijk. De ouders van het slachtoffer zijn vol lof over de betrokkenheid van rector Lieneke Jongeling. Ook veel oud-klasgenoten van Stephan woonden de herdenking bij. In de zaterdagbijlage van 23 september staat een uitgebreid interview met de ouders en broer van Stephan, rector Lieneke Jongeling en een psychotherapeute die gespecialiseerd is in het verwerken van het verlies van een kind.

‘Ons huwelijk kwam in gevarenzone’

Voor Jan Kloppenburg (71) was er na de gewelddadige dood van zijn zoon Joes op 17 augustus 1996 eerst de verdoving, daarna het gemis en het trieste besef dat er geen nakomelingen met zijn naam zouden komen. Zijn drie dochters hebben inmiddels ieder twee kinderen. In de woonkamer hangen een schilderij en een tekening van Joes. Zijn eerste en zijn laatste schoen staan op een kast. De rechtsgang destijds was slopend. Door tegenstrijdige rapportages diende de verdachte eerst nader te worden onderzocht en kreeg hij uiteindelijk geen tbs.

Tijdens de zitting eind april 1997 vroeg de president of de ouders van het slachtoffer het woord wilden voeren. ‘Dat was uniek. Afra was bang dat ze geen woord kon uitbrengen, maar heeft het tóch gedaan. Het voelde als een bevestiging dat we als partij werden erkend.’
Negen maanden na de dood van Joes reageerde Jan Kloppenburg verward toen hij ’s ochtends wakker werd. ‘Mijn vrouw vroeg iets en ik gaf alleen maar antwoorden die nergens op sloegen. Ze heeft er de buurman bij gehaald en even later lag ik in het VU-ziekenhuis. Alles met betrekking tot Joes was van mijn harde schijf gewist. Ik denk dat dat mijn geestelijke noodrem was. Na drie dagen kwamen de herinneringen gelukkig terug.’
Anderhalf jaar ‘na Joes’ had Kloppenburg weer energie over en begon de Stichting Kappen Nou! Vernoemd naar de poging van Joes om agressieve jongeren die avond een halt toe te roepen. Tien jaar lang was hij bijna monomaan bezig om jongeren te waarschuwen voor de gevaren van overmatig gebruik van drank en drugs. Zo maakte hij de dood van Joes voor zijn gevoel minder zinloos en hoopte hij (uitgaans)-geweld te voorkomen. ‘Het werk voor de stichting heeft mij veel opgeleverd, ook voor mijn verwerking van het gemis. Ik ben een doener. Bovendien leeft Joes in die stichting voort.’
Door zijn gedrevenheid dreigde zijn huwelijk echter in de gevarenzone te komen. Mannen en vrouwen zitten echt anders in elkaar, zegt hij. ‘Het is het verhaal van Venus en Mars. Ik was naar buiten gericht, Afra en de dochters meer naar binnen. Al kort na het verlies verweet mijn vrouw mij: “Moet ik het verdriet alléén dragen?” Ze vond het raar dat ik niet huilde als zij huilde.
‘Na mijn black-out ben ik, in navolging van mijn vrouw en dochters, in therapie geweest, later ook samen met Afra. Dat heeft geholpen, maar onderhuids blijft er een zekere spanning. Als een veenbrand die weer kan oplaaien. Dat gevecht blijft. Ik vraag mij af of het ooit zal worden als vroeger. Er is natuurlijk erg veel gebeurd.’

JAN KLOPPENBURG

Mostert sal 25 jaar sit oor moorde

KAAPSTAD. - Ferdinandt Mostert (47) sal minstens 25 jaar tronkstraf moet uitdien vir die moorde op die Nederlandse uitruilstudent me. Marleen Konings én 'n voormalige tronkmaat van hom. Mostert is gister deur regter Dennis van Reenen in die hooggeregshof hier tot lewenslank en 'n bykomende 81 jaar tronkstraf gevonnis. Hy is Donderdag op 22 van 23 aanklagte teen hom skuldig bevind.
"Jy is 'n mens teen wie die samelewing beskerm moet word. Die enigste manier is om jou vir baie lank daaruit te verwyder," het Van Reenen aan 'n emosionele Mostert, wat oorspronklik van Polokwane is, gesê. Van Reenen het gesê die moord op Konings was vooraf beplan en dat Mostert in haar én Michael John Victor se geval leuens aan hul naasbestaandes vertel het om hul moorde weg te steek. Hy het ontken hy het Konings in Desember 2003 in die Tradouwpas, en vir Victor in April 1997 naby die Hartbeesboortdam vermoor.
"Jy het 'n oormatige lys van vorige veroordelings en is opgeskorte vonnisse van 32 jaar vir sommige daarvan opgelê," het Van Reenen gesê. Mostert is lewenslank vir die moord op Konings en 15 jaar vir die roof van haar besittings opgelê. Hy is verder 20 jaar tronkstraf vir die moord op Victor opgelê. Die res van sy vonnis is opgelê vir verskeie aanklagte wat bedrog, diefstal en die onwettige besit van vuurwapens en ammunisie insluit. Die vonnis sal gesamentlik uitgedien word, "wat beteken dat jy mintens 25 jaar sal uitdien en 'n ou man sal wees indien jy vrygelaat word." Van Reenen het kapt. Piet Viljoen, die ondersoekbeampte, en adv. Jan Theron, vir die staat, bedank vir hul deeglike hantering van die saak. Mostert het voor sy vonnis emosioneel aan die hof gesê Konings se gesin het hom skuldig bevind reeds vóór die regter kon. "Ek voel nietemin jammer oor hul verlies. Hulle het iets kosbaars verloor. Ek kan hulle nie blameer vir hul gevoelens teenoor my nie." Volgens hom was Victor "geen engeltjie nie. Ek het my bes probeer om hom te help en vandag is ek skuldig aan sy moord". Mostert het gesê hy het nog sy waardigheid en respek en sal in die tronk voortgaan om mense rekenaaropleiding te gee. "Ek het al 100 gevangenes suksesvol opgelei en nie een het weer na die tronk teruggekeer nie," het hy gesê.

KAAPSTAD - "Verwyder hom asseblief uit die samelewing en laat hy vir die res van sy lewe in die tronk sit."
Dít was gister die pleidooi van mnr. Edwin Konings, pa van die vermoorde Nederlandse student me. Marleen Konings, in die hooggeregshof hier nadat die man wat weens haar dood aangekla is, daaraan skuldig bevind is.
Regter Dennis van Reenen het Ferdinandt Mostert (47) ook daaraan skuldig bevind dat hy me. Konings se besittings tydens die moord in Desember 2003 geroof het.
Mnr. Konings, wat saam met sy vrou en ander dogter ter verswaring van vonnis getuig het, het gesê: "Net die gedagte dat hy (Mostert) dalk dieselfde misdade in die toekoms kan pleeg, is ondraaglik. U (Van Reenen) sal oor die gepaste vonnis besluit en sodoende geregtigheid in die Suid-Afrikaanse regstelsel laat seëvier."
Sy vrou en me. Konings se ma, mev. Jose Konings, het in trane gesê: "As jou kind doodgaan, gaan iets in jouself ook dood. 'n Deel van jou identiteit word uitmekaar geskeur en dit veroorsaak 'n leemte.
"Geen verlies in die wêreld is wreder as om gedwing te word om sonder jou kind te lewe nie. Ons kon haar nie eens op 'n beskaafde manier groet nie. Om háár te groet, was nie vir ons bedoel nie. Ons mis haar. Daar is nog soveel vrae."
Me. Konings se jonger suster, Lotte, het gesê: "Sy (Marleen) het altyd twee keer gedink voor sy iets doen. Haar enigste fout was dat sy 'n man vertrou het wat kwade bedoelings met haar gehad het.
"Ek blameer haar nie, want Mostert het baie mense mislei wat hom vertrou het. Ek sou hom ook vir 'n goeie mens aangesien het." Mostert het besluit om niks aan die gesin te sê nie.

Martin Eijben broer van Gerda (de moeder van Jeroen)

Woensdag 15 november 2006 was de 3e dag in het proces tegen de daders van de moord op Jeroen. Lange, inspannende dagen. Martin en Gerda hebben gesproken in de rechtszaal. Het was doodstil; de verklaringen hebben (dachten wij) wel indruk gemaakt. Cees en Ria van Rooij zijn maandag en deze dag ook geweest. Het geeft een goed gevoel dat er zo meegeleefd wordt.

De vermissing van Jeroen kwam voor mijn familie in een tijd die voor ons al zéér moeilijk was. Mijn vader, Jeroen’s opa, was terminaal ziek en met z’n allen deelden we de zorg en de verantwoordelijkheid die dit met zich meebracht. En opeens moesten we onze aandacht verdelen tussen 2 ingrijpende gebeurtenissen. Mijn vader voelde zich schuldig dat hij niet kon helpen zoeken naar Jeroen. En omdat hij ons nodig had, terwijl zijn kleinzoon vermist werd.

Twee weken voor Jeroen gevonden werd is hij overleden.

Ik sta hier voor mijn zuster Gerda en zwager Bert. Mijn nichtje, mijn ouders, mijn gezin. Om te proberen onder woorden te brengen wat de moord op Jeroen met ons gedaan heeft. En wat de invloed hiervan zal zijn voor de rest van ons leven. De gapende wond, bijna letterlijk, bij onze Gerda. Bert die de brokken bij elkaar probeert te rapen, maar dat lijkt maar niet te willen lukken. Yvonne, die geen broer meer heeft. Haar lieve Zoë die haar oom nooit zal leren kennen.
De hele zaak is vanaf het begin onwerkelijk geweest. Een vermissing zie je op TV. Het overkomt altijd iemand anders. De onzekerheid over het lot van de jongens. De wanhoop als het zo lang duurt en we nergens iets kunnen achterhalen. De hoop dat we Jeroen tóch op enig moment weer in onze armen kunnen sluiten. Als politieman, al ruim 25 jaar, heb ik veel ellende gezien, verdriet van dichtbij meegemaakt en in zaken meegedraaid. Dat haalt het allemaal niet bij wat mijn familie, mijn gezin, doorstaat.
Ik kan mijn kinderen niet meer onbezorgd buiten laten spelen. Mijn zoon van 21 moet ik loslaten. Hij studeert, werkt en heeft er de leeftijd voor. Maar ik kan het niet, want wie garandeert mij dat hem niets overkomt? Mijn dochter die toen (net 11 geworden), het niet meer zag zitten, depressief was en zelfs het woord zelfmoord in de mond nam. Mijn jongste zoon van nu 9, die een expert is geworden in het aanvoelen van iemands verdriet en met zijn armpjes om je heen zijn best doet om je te troosten.
Jeroen was een gouden gozer. Beetje stoer doen, grote mond, maar oh zo’n klein hartje. Hij heeft wel eens wat geflikt en dat wist ik door mijn werk natuurlijk vrij snel. Maar het stond niet tussen ons in. Het was meer kattenkwaad, knulligheid, dan criminaliteit.
Hoe kan hem dan in godsnaam zoiets overkomen? Wij hebben begrepen dat Jeroen van niets wist. Op de verkeerde tijd, op de verkeerde plaats loopt hij tegen de verkeerde mensen op. En ze brengen hem om. Niet met een simpel pistoolschot, nee, op beestachtige wijze, met 33 messteken. Ze werken Jeroen weg. Hij mag nooit gevonden worden.
Alle lof voor politie en justitie. Door hun vasthoudendheid en vastberadenheid zijn de jongens wél gevonden. Maar het heeft al zo lang geduurd, dat we Jeroen niet meer kunnen zien, aanraken, vasthouden.
Hoe is het mogelijk dat de jongens 6 weken vermist zijn geweest? Als we sneller meer informatie hadden gehad, dan had de politie vrijdags al actie kunnen ondernemen. Dan was Jeroen meteen gevonden. En dan hadden mijn zus en zwager afscheid kunnen nemen van hun kind.
Hun verdriet kan ik u niet uitleggen. Het is groot, overweldigend en altijd aanwezig. En ons verdriet is om dat dagelijks te zien en niets voor ze te kunnen doen. Wij staan machteloos en hulpeloos. Proberen er voor hen te zijn, wanneer dat maar nodig is. Maar voor je gevoel schiet je altijd tekort.
Mensen die dit allemaal veroorzaken, met één onbezonnen daad, beseffen dit allemaal niet. Of juist wel, maar het laat ze onverschillig. Die dienen gestraft te worden. Heel zwaar en lang, zodat ze dagelijks met de gevolgen van hun daden geconfronteerd worden.
Maar welke straf er ook volgt: Jeroen komt nooit meer thuis. De wond bij zijn ouders en zus, het gat in onze familie, blijft voor altijd. Levenslang.

GJM Brouwer

ereerst wil ik u vertellen dat ik erg geschrokken was op het moment dat ik vernam dat Frank Storm was vermoord, bijna in mijn achtertuin zoals ik dat noem. Frank was een zwerver en ook wel eens bij mij thuis geweest voor een bakkie koffie en soep. Misschien raar, maar er komt wel eens meer een dakloze bij mij binnen voor een bakkie koffie. het was niet alleen de dood (moord) van Frank waardoor ik van slag geraakte, meer nog de houding en opmerkingen van politie en gemeente Enschede. Het was maar een zwerver. Ik heb contact gehad met familie van Frank en ook zij zijn nou niet bepaald op een nette behandeld. Voor mij leek het of het de doofpot in moest en dat het boek al snel werd gesloten. Voor mij was het minste om te zorgen dat er op z'n minst een klein tegeltje of klein keitje op de plaats zou komen op de plek waar Frank was vermoord en gevonden. Ik werd, of anders gezegd mijn gevoelens en wens, werd niet begrepen, ik was en ben in hun ogen maar een bemoeial dat voelde en vernam ik. Radeloos en kwaad kwam ik bij ADS terecht, eerst een mail en daarna een telefoontje. Ik werd gehoord, er werd geluisterd en ik voelde steun en begrip. Mijn wens, het steentje bleef en blijft, maar met hulp van ADS werd ik rustiger en nam voor zover ik het kon de adviezen aan. Ik ben zelfs op een bijeenkomst geweest in Krimpen met een boottocht. Vreselijk al die mensen die een dierbare zijn verloren door geweld. En dan is er nu opeens een dieren mishandelaar gepakt. Niemand had verwacht of het vermoeden dat deze persoon zoiets kon doen. Nu blijkt het zelfs een ex TBS'er te zijn en bekent heeft ook Frank te hebben vermoord. Heel goed, ik ben er erg blij mee dat ze dader en moordenaar hebben opgepakt. Maar voor mij klopt het niet, het is toeval en geluk dat deze moordenaar is gepakt en nu doen ze net alsof ze er dagelijks mee bezig waren!

Verdachte dierenbeul bekent dodelijke steekpartij op Frank Storm vr 15 april 2005
Frank Storm werd doodgestoken in het Enschedese volkspark in de nacht van 27 op 28 juni 2003
ENSCHEDE - De 49-jarige Enschedeër die vorige week vrijdag werd aangehouden op verdenking van ernstige dierenmishandeling, heeft tegenover de politie bekend dat hij 28 juni 2003 iemand om het leven heeft gebracht. Een 50-jarige zwerver werd toen in Enschede met messteken gedood. Dat heeft de politie vrijdag bekendgemaakt. Verder heeft de verdachte bekend dat hij in Enschede enkele mensen met een mes heeft gestoken in de periode van juli tot en met september 2002. Twee mannen en een vrouw werden destijds zonder enige aanleiding verwond. Zij wisten aan hun belager te ontkomen. De politie werkt met tien rechercheurs aan de zaak. De voormalig tbs'er wordt er verder van verdacht dat hij sinds 2000 circa 25 dieren in Twente ernstig heeft toegetakeld. Volgens de politie heeft hij enkele mishandelingen bekend.

Ergernis wekte me bij de uitzending van SBS waarin werd vermeld dat er 10.000 euro beloning ooit is uit geloofd voor de tips i.v.m. de moord op Frank Storm, ik wist het niet maar uit dit stukje op de pagina Politie Twente van vandaag. > Door de hoofdofficier van Justitie werd eind 2003 een beloning van € 10.000,- uitgeloofd voor de tip die zou leiden tot de aanhouding van de verdachte<. Ook in het programma "Onder de loep" van RTV-Oost werd aandacht besteed aan de gewelddadige dood van de Enschedeër . Dit leidde niet tot de aanhouding van de verdachte. Zal best kloppen, maar ik heb het nooit gezien, ik bedoel maar, een éénmalige uitzending van RTV Oost..... ? ONDER DE LOEP ????????? Zelf heeft de politie Twente nog nooit aandacht besteed aan de moord op Frank Storm, en ook het OM heeft een complete website met raambiljetten en opsporingen.......OOK NOOIT IETS KUNNEN VINDEN ! Ben ik nou gek of? Jos Brouwer † donderdag 23 mei 2013 Ingezonden door Jos Brouwer 29-4-2005 Graag wilde ik reageren op onderstaand mediabericht uit de Twentsche Courant Tubantia van 28 april Tbs’ers keer op keer op keer op keer op keer op keer.......‘WEER DE FOUT IN’ ‘Slachtoffers zat, méér hoeft echt niet’ !! Bij het lezen, en herlezen van de onderstaande mediaberichtgeving, waaruit je alleen maar kunt opmaken ; ‘dat er iets niet goed zit’ met ons huidige tbs-systeem in Nederland, maak ik me boos, BOOS en steeds bozer! Fouten maakt vrijwel iedereen, maar deze ‘foutjes’ van de overheid, OM en reclassering’ gaan ten koste van mensenlevens! Kinderen en vrouwen die tijdens ‘proefverlofjes’ verkracht worden en/of vermoord. (Gedoogbeleid ?) Keer op keer op keer op keer op keer.........! De kranten staan weer bol over tbs‘ers, en hoe we `t allemaal beter hadden moeten doen! We hebben nu toch reeds genoeg lessen ondervonden, en dat `t wéér eens misgaat? Maar we hebben er nooit iets van geleerd ! Waarom lees ik nooit eens in de media dat ook de medeverantwoordelijken; Het OM, de overheid en de betreffende tbs-kliniek hun ‘foutjes’ ‘erkennen’ en hun ‘foutjes’ toegeven en ook hun medeverantwoording nemen ??? Wat zoveel wijze lessen hadden moeten zijn, om er ook maar ‘iets van te leren’, blijkt weer eens uit onderstaande berichtgeving ! Voorbeeldje: Frank Storm, vermoord door Rudolf k. TIJDENS ZIJN TBS (tot eind 2003)...., onder toezicht van de reclassering ??? Hoe is dat in Godsnaam mogelijk ? Michel S. vorig jaar tijdens z`n proefverlofje...............; Twee jonge kinderen verkracht en misbruikt en voor het leven beschadigd !!! (De zus van S. waarschuwde met regelmaat justitie en de kliniek; Hou `m a.u.b. binnen, hij is er nog niet aan toe, dat gaat fout !) En het gaat weer eens fout !! Hoe is dat in Godsnaam mogelijk ? Keer op keer op keer op keer op keer op keer op keer op keer op keer maar weer.........?

Linda Westerhof

Mijn naam is Linda Westerhof – de Boer, ik ben 39 jaar ik heb 2 jaar en 8 maanden geleden mijn broer Peter verloren. Mijn broer was 40 jaar, nog een paar weken dan heb ik mijn broer overleefd.....…
Mijn broer Peter woonde al een tijdje op zich zelf. Hij was altijd met zijn sport bezig. Tijdens het sporten leerde hij een stel kennen.
Om het even makkelijker te maken zal ik voorletters gebruiken. Zij P. en hij E. zijn getrouwd en hebben echter niet zo goed huwelijk.
Zij laat meer los over het huwelijk tegen mijn broer .
E. sport minder en laat steeds meer verstek gaan. P. ziet mijn broer steeds meer .
Er gaan maanden voorbij en E. verlaat het huis, ze wonen niet meer samen. Tussen hun is er steeds meer ruzie omdat zij met een echtscheiding wilt beginnen en E. daar achter komt gaat E. P. slaan, mijn broer merkt dat en zegt:" Als ik het nog 1 keer merk dan zal ik er wat van zeggen."
Het gebeurt vaker en mijn broer springt tussen hun in. P. voelt steeds meer voor mijn broer en gaan vaker uit.
E. vind het de ene keer goed en de andere keer maakt hij er een drama van.
De liefde tussen mijn broer en P. wordt nu aan beide kanten beantwoord. Ze werden wel veel bedreigd door E. Het wordt 25 februari 2002, de gruwelijkste dag uit ons leven.
Mijn broer en P. zijn uit geweest op 24 februari, hele leuke avond en ochtend.
Mijn broer brengt haar naar huis spreken elkaar nog even in de auto, dan opeens staat E. aan de kant van mijn broers portier. Zij bukt weg, E . schiet zijn pistool leeg op mijn broer. Door de auto in mijn broers borst. Mijn broer was op slag dood.
E. is gevlucht en heeft zich later op het politiebureau aangegeven, onder invloed van drank en drugs.
Wij kregen dat maandagochtend te horen. Mijn ouders thuis, Ik op een winkelcentrum en mijn broertje op zijn werk.
Wij wisten niks van deze relatie. Mijn broer en P. hadden 3 dagen van te voren nog aangiften gedaan bij de politie, omdat ze zich niet veilig voelde. De politie deed niks zei alleen"; Als hij voor jullie staat bel je maar...
Onze wereld was en is kapot. Nooit gedacht en zo onbegrijpelijk.
Machteloos en geamputeerd door het leven gaan we verder en radeloos over dat mijn broer nog steeds niet de enige is en was. Hoeveel moeten er nog volgen ???
Maar zo dichtbij iemand te verliezen op deze gruwelijke wijze is voor jullie wel te begrijpen, maar omstanders gaan door, snappen niks van jouw verdriet......
Liefs en sterkte allemaal van Linda Westerhof- de Boer.

Totaal overstuur ben ik het kerkhof afgelopen.

Beste mensen,

Ik schrijf deze brief omdat ik het even kwijt moet, en totaal overstuur thuis ben gekomen.
Vanmorgen ging ik zoals gewoonlijk met mijn hond de ochtendwandeling maken en zoals ik vaker wel zeker 3 a 4 keer per week doe, op de terugweg langs het kerkhof bij mijn overleden man en Lettie's rustplaats.
Dat doe ik dus al anderhalf jaar lang, ik weet dat het eigenlijk niet mag maar de beheerder heeft mij altijd oogluikend toegestaan. Hij heeft natuurlijk ook wel gezien dat er nooit iets op aan te merken viel, de hond aangelijnd, al zeker drie kwartier uitgelaten, en 's morgens om die tijd ongeveer 9 uur nog niemand op het kerkhof. De meneer die mij aansprak zei dat de beheerder en andere mensen erover klaagden dat ik dit deed hij moest dit even kwijt. Totaal overstuur ben ik het kerkhof afgelopen. Ik dacht bij mezelf, dat mag nu ook al niet meer. Als ik op het kerkhof ben ruim ik soms achtergebleven spullen op in plaats van dat ik met mijn hond overlast bezorg. De troost die ik van de hond ondervind dat begrijp niemand, alleen ik en de hond zelf, hij weet precies waar Lettie ligt. En als ik het graf verzorg en de bloemen dan ligt hij erbij.
Ik moest dit even kwijt en dacht, wat mogen wij toch weinig.

Een bedroefd vrouwtje van Boender, mijn hond en moeder van Lettie.
(correspondentie adres op te vragen bij ADS)

Lieve lotgenoten,

ADS heeft gelijk, ik ben ook heel erg kwaad op deze regering voor alles wat ze doen zonder aan menselijke gevoelens te denken. Maar ik, Harm minder, heb mijzelf gewapend door het van mij af te zetten tot op een bepaalde hoogte.
Als ik in woede blijf leven vergt dat al de weinige energie die ik nog heb, ik wil dit omzetten naar positief gedrag voor zo ver als ik dit aan kan. Vele lotgenoten bij ADS herkennen dit want ze doen hetzelfde.
Wij ben heel erg blij met de ADS, want als een grote familie zijn wij samen. Maar zonder de VOVK kunnen wij, Harm en ik niet.
Daar kan ik huilend vertellen hoe moeilijk ik het heb met alles wat er in onze situatie speelt, en Harm kan daar zijn agressie kwijt, met de anderen heel erg woedend zich af reageren.
Als wij van deze VOVK bijeenkomsten komen hebben wij ons hart gelucht.
Het ene is voor ons van groot belang maar ook het andere.
Bij de geweldige ADS uitstapjes kunnen wij wel praten, onze diepste emotie voelen wij wel van elkaar, maar uiten dit niet want het moet ook leuk blijven voor familie en mensen die betrokken zijn.
Zij voelen liefdevol met ons maar hoeven onze strijd niet dagelijks mee te dragen.
Zij willen een betere samenleving, voor velen van ons gaat dit niet, zij willen wraak op de dader voor zo ver deze bekend is.
Jammer genoeg vergt dit te veel energie, ik heb dagelijks met deze situatie te maken.
Laten wij het hoofd omhoog houden en goed gaan samen werken om in alle behoeftes te voorzien, hier moeten wij hoe moeilijk het ook is onze energie insteken, wij zijn geen gemakkelijke mensen meer daar is er te veel voor gebeurd.
Dankbaar voor alles wat ADS voor lotgenoten doet, wil ik dit toch vertellen.

Liefs van Nanja.

Anita, Ger & Jordy Notenboom.

Het was vandaag weer een hele beladen dag (20 December 2005) maar, het aller belangrijkste is dat de moordenaar vast blijft zitten en dat de cassatiezaak nu ten einde is. Wel heeft de moordenaar een strafvermindering van 2 maanden gekregen omdat de termijn van 16 maanden na het instellen van het cassatie beroep 13 juli 2004 was verstreken. Dus 1 maand overschrijding, 2 maanden strafvermindering!
Ook mijn voeging van immateriële schade is verworpen omdat er te weinig bewijs voor was (Dit omdat er geen psychisch rapport bij zat) Terwijl je psychisch kapot bent, moet dit dan ook nog door een psychiater bewezen worden?
Wij willen iedereen bedanken voor de reacties en de steun die we voor deze dag hebben gekregen.

Nanja van der Meulen (61), getrouwd, drie kinderen.

Haar zoon Daniël was 27 toen hij 15 januari 2000 zonder aanwijsbare reden werd neergestoken door een 15-jarige jongen. “Die avond was er een stille tocht op televisie voor iemand die door zinloos geweld om het leven was gekomen. Een paar uur later was ik zelf aan de beurt. Mijn schoondochter belde: ‘Daniël is dood.’ Ik wist meteen dat het waar was. Het was of er een stuk uit mijn hart werd gesneden. Daniël is nog naar het ziekenhuis gebracht; het mes was door zijn rechterlong in zijn hartzak terecht gekomen. Hij is langzaam doodgebloed. Toen we in het ziekenhuis aankwamen, werden we opgewacht door een rechercheur. We kregen tien minuten om afscheid te nemen. Daarna zou hij worden overgebracht naar het Forensisch Instituut in Rijswijk. Ik wilde bij mijn nog warme kind blijven. Dat de politie me dat heeft ontnomen, neem ik ze nog altijd kwalijk. De dader liep na vier jaar weer vrij rond. Ik ben hem al verschillende malen tegengekomen. Op zo`n moment is het net alsof alles om me heen begint te schudden. Het is maar goed dat mijn man hem niet herkent, want die staat niet voor zichzelf in. De pijn wordt na zeven jaar niet minder. Het is bij vlagen net zo erg of erger. Ik ga me meer en meer realiseren dat ik hem nooit meer zal zien. Af en toe zou ik hem willen toeschreeuwen: kom even om het hoekje kijken. Vooral als zijn zevenjarige zoontje – die toen zeven maanden was – bij ons is en aandachtig de foto`s van zijn vader bekijkt.”

Naar aanleiding van het kranten artikel (De verloedering, wk. 32 - 06), wil ik het volgende kwijt.

De advocaat van de gestoorde jongen die zijn moeder heeft vermoord, streeft een ideaal na wat onhaalbaar is volgens mij. Schizofrenie zit in de genen van deze jongen, dat stond bij zijn geboorte al vast en ja dat kan iedereen overkomen op die leeftijd, maar om zover te gaan dat hij deze jongen weer in de maatschappij wil plaatsen, is een ijdele hoop. Dezelfde jongen is al maanden depressief, kan ik begrijpen en ik wil het deze keer menselijk benaderen. Meneer de advocaat, zet u zich alstublieft met hart en ziel in dat hij nooit meer in de maatschappij terecht komt want dan zijn er weer zoveel vogelvrij verklaard, het gaat nooit meer over.
1pilsje of 1 joint is al genoeg om deze jongen weer aan te zetten tot stemmen die zeggen dat hij weer iemand uit de weg moet ruimen. HIJ IS ONGENEESLIJK ZIEK.
Ik zal er heel wat voor over hebben (als ik dat had) om een advocaat te hebben die zich zo voor mij in zou zetten zoals de advocaat van de schizofrene jongen doet, en met mij zeer vele. Onze zoon Daan werd ook vermoord door 2 psychoten, dacht u dat er iemand is, vanuit enige rechts bijstand, die zich om mijn lot bekommerd, welnee, ja na een jaar kwam ik bij een psycholoog terecht want binnen het jaar vonden zij het nog te vroeg om te behandelen. Wisten zij veel dat ik toen ook n wandelende tijdbom was. Maar na maanden zelf aanhouden toch in behandeling, nu 6jaar later dankzij lieve mensen om mij heen en de psycholoog, sta ik best wel weer stevig in mijn schoenen, afgekeurd, want ik functioneer niet meer zo goed voor n baas. Financieel komt het volgens mij nooit meer goed, maar zelfs met al het geld van de wereld krijg ik mijn kind niet meer terug. De daders kregen direct ondersteuning van een goedgelovige advocaat en van de reclassering waardoor zij terecht zijn gekomen in het sterrenhotel van de staat. Koffie ,thee, boterhammetje op tijd, sportactiviteiten, dit alles op kosten van de belasting betalers dus ook ik, en ook wordt de eerste dader er al op voorbereid om op proefverlof te gaan!!!!! WIE GAAT MIJ VOORBEREIDEN??? Maar ik prijs mij gelukkig met de ENIGE ECHTE ADVOCAAT want in het oudste boek ter wereld staat het al geschreven ,,OOG OM OOG, TAND OM TAND,, het is de enige gerechtigheid waar ik nog op vertrouw.
Wilma, moeder van Daan de Blok.

Ingezonden door Wilma Brunings, 14 mei 2006

LIEVE MENSEN,
HET IS WEER MOEDERDAG GEWEEST EN HET VIEL WEER OP 14 MEI EN ER KOMT NOOIT N
EIND AAN. DEZE DAG HEBBEN WE WEER ALLES BELEEFD , HET BEWUSTE TELEFOONTJE, HET
BERICHT, DE SCHREEUW NAAR GOD, LAAT DIT NIET WAAR ZIJN , DE GRIJZE TRUI EN
ZWARTE PANTALON VAN DE RECHERCHEUR, DAT MIJ ER VAN OVERTUIGDE DAT ER IETS
ONHEILSPELLENDS BOVEN ONS HOOFD HING EN DE ONTKENNING VAN HETGEEN ER GEZEGD
WERD. DIT WAS ER ALLEMAAL WEER , HET KWAM WEER BOVEN OP DEZELFDE TIJDSTIPPEN
.HET IS ALWEER 6 JAAR HE? NEE HET WAS WEER VANMORGEN EN VANMIDDAG EN
VANAVOND EN HET WERD WEER MAANDAG THE MORNING AFTER EN JA HOE VOORSPELLEND
HOE HET OOK KLINKT, HET WORDT WEER VRIJDAG DAT ONZE DAAN GAAN BEGRAVEN EN ZATERDAG
GAAT FAM. ROOS DAT WEER MEEMAKEN. NOU, GEEF DAT MAAR N MOOI PLEKJE
,....TJA.....WE ZULLEN HET DOEN HOOR, N VRAAGJE....IS DAAR OOK N BEGELEIDING
VOOR ????? ZODAT WE KUNNEN ZEGGEN , ZO, DAT IS OVER, DAT IS AFGESLOTEN...NU
KUNNEN WE WEER MET N SCHONE LEI BEGINNEN. WEET IEMAND WAAR WE DAT KUNNEN
LEREN? ZO,N TRAINING ALS DE DADERS KRIJGEN NA HUN HALF UITGEZETEN STRAFFEN OM
WEER FRIS DE WIJDE WERELD IN TE STAPPEN, INCL. BEHUIZING ,WERK, GELD, ONDER HET
MOM STRAF UITGEZETEN EN WEER OPNIEUW BEGINNEN, MET WIE WEET
WAARMEE????? MISSCHIEN KOMT HIJ WEL BIJ U SCHILDEREN OF BIJ U DE RAMEN WASSEN
OF WIE WEET BEGINT HIJ WEL BEGELEID N EIGEN BEDRIJF . OF HELEMAAL IN IS..N
BOEK SCHRIJVEN , NOU JA LATEN SCHRIJVEN DAN,WANT SCHIETEN .. JA ,MAAR SCHRIJVEN
??????? SORRY , IK DOE HET WEER , IK LAAT ME WEER MEESLEPEN, IETS VAN IK NIET
MEER WILDE LATEN GEBEUREN,IK MOET STERK ZIJN TOCH,EN WAT ME DAARIN ENORM
STEUNDE IS AL DIE LIEVE BRIEVEN EN PRESENTJES EN BLOEMEN , DIE VELE VAN U
MIJ HEBBEN GESTUURD U MOET EENS WETEN WAT DAT VOOR MIJ BETEKENT LANGS DEZE
WEG WIL IK U DAARVOOR BEDANKEN, IN HET BIJZONDER TINEKE , MIJN PERSOONLIJKE
GARDIAN ANGEL, IK WENS IEDEREEN ZO,N KANJER VAN N MENS TOE IN ZIJN OMGEVING
DAN ZAG DEZE KLOTE WERELD EN HEEL ANDERS UIT.
DANK U EN LIEFS
WILMA MOEDER ,VAN DAAN

VN-veteraan Gerold O. gunde haar de vrijheid niet en stak haar dood

„Ik heb een afscheidscadeau voor je! Kom je nog één keer naar me toe? Daarna zal ik je écht niet meer lastig vallen, dat beloof ik je." Met die geraffineerde woorden lokte VN-veteraan Gerold O. (34) anderhalve week geleden zijn ex-vriendin Nadine Beemsterboer naar zijn woning in Amsterdam Slotervaart. De oud-Cambodjaganger wist precies hoe hij het meisje zover kon krijgen. Nadine mocht twee maanden eerder een punt achter hun relatie hebben gezet, de 20-jarige studente uit Hoorn bekommerde zich nog steeds om haar geesteszieke ex. De goedaardige Nadine kon het simpelweg niet over haar hart verkrijgen O. aan zijn lot over te laten. Bovendien had de Amsterdammer een dreigement geuit. Hij wist dat Nadine weer met volle teugen van haar vrijheid genoot en dat zij die avond van zaterdag 2 december een afspraakje met een andere man had. Dat gunde O. haar niet. Hij dreigde glashard langs te zullen komen en een rel te gaan trappen. Onder die druk bezweek de studente en nam ze de beslissing op zijn smeekbede in te gaan. Een besluit dat haar fataal zou worden, want het ’afscheidscadeau’ van Gerold O. bleek een duivels scenario. In zijn woning aan de Derkinderenstraat beroofde hij de weerloze jonge vrouw met een mes van het leven. Tomeloos verdriet, woede en wanhoop houden Nadine’s ouders Wanda en Jacques, haar zus Jacqueline en haar zwager Dennis sindsdien in de greep. Hun pijn is haast voelbaar, nu ook het definitieve afscheid in de vorm van een stille tocht en de besloten crematie achter de rug is en de weerzinwekkende realiteit langzaam begint door te dringen.

Steun vormen de tientallen boeketten die in en om hun huis liggen opgestapeld, de postzakken vol kaartjes en brieven en de aanhoudende stroom e-mail. „Het is onvoorstelbaar hoe mensen met ons meeleven", zegt Wanda Beemsterboer. „Vrienden, familie, medestudenten van Nadine, zelfs volslagen vreemden schrijven ons vanuit alle hoeken van het land. Dat doet ons vreselijk goed. Daar hebben mensen geen idee van." Tranen en glimlachjes wisselen elkaar af als de hechte familie liefdevol terugkijkt op hun Nadine die als een betoverende wervelwind door het leven ging en steevast door iedereen in het hart werd gesloten. „Toen we nog klein waren, allebei rond ons tiende jaar, besloten we vegetariër te worden", herinnert Jacqueline zich.
„We zijn dat gebleven. Noem een dierenorganisatie of natuurvereniging en mijn zusje en ik zijn er lid van geworden. Haar liefde voor dieren werd een van Nadine’s drijfveren. Ze kon daar echt heel fel in zijn en zware discussies met anderen aangaan."
Een andere passie voor Nadine vormde dansen. Tot twee keer toe werd zij Nederlands kampioen streedance/hiphop. Het meisje schoot bovendien razendsnel door haar hbo-studie communicatie en zat al in het laatste jaar. „Ze had plannen om op televisie iets voor dieren te gaan doen. Mensen als RTL Nieuws-presentatrice Loretta Schrijver waren haar grote voorbeeld.
We zijn ervan overtuigd dat ze heel ver had kunnen komen." Het mocht allemaal niet gebeuren. De man die zij op 17-jarige leeftijd tegen het lijf was gelopen, zou uiteindelijk Nadine’s ondergang worden. Tegenover zijn vrienden verkondigde Gerold O. zijn verovering destijds met de ziekelijke woorden: „Zo, die is van mij." Naar Nadine’s familie deed hij voorkomend en vriendelijk. „Toch hadden we meteen het idee zijn ware gezicht niet te kennen", zegt vader Jacques. De relatie tussen Gerold en Nadine ontaardde in een drama vol agressie en geweld. Dat de ex-militair ooit eerder de cel indraaide wegens het mishandelen van een vriendin, heeft de familie Beemsterboer nooit geweten. „Maar ik zag Nadine veranderen", zegt zus Jacqueline. „Driekwart jaar geleden heeft ze me alle ellende opgebiecht. Ik mocht er niet over praten met onze ouders. Een belofte die ik ben nagekomen en die nu loodzwaar weegt."
Ook Nadine’s moeder voorvoelde intuïtief dat O. een gevaar voor haar dochter vormde. „Nachtenlang heb ik met mijn Niene gepraat. Ik gunde haar zoveel meer. Maar wat moet je als ouder? Als we haar verboden hadden om met hem om te gaan, waren we haar misschien kwijtgeraakt. Toen ze de relatie eindelijk had verbroken en weer begon te stralen, werd ook dat haar niet gegund. Nooit vergeet ik het laatste gesprekje, die zaterdag op haar mobieltje. Ze moet toen al bij hem op de stoep hebben gestaan. ’Ik bel je zo terug!’ klonk het gehaast. Urenlang hoorden we niets meer, was ze niet te bereiken. Zo was mijn kind niet. Ik wist toen al dat iets helemaal fout zat."

Door J. van der Graaf

De lafaard was er niet.

De halve familie Sijbers had zich 10 januari 2007 's morgens vroeg bij de rechtbank in Den Bosch vervoegd om de proforma zitting van de moordenaar op hun Melanie bij te wonen.
Bij binnenkomst werden ze opgewacht door een team aan beveiliging en de parketpolitie, die de familie naar de toeschouwertribune achter dik glas op de bovendieping begeleiden.
Overduidelijk was de rechtbank voorbereidt op eventuele emotionele taferelen.
De teleurstelling was dan ook groot toen bleek dat moordenaar Peter Heeze aka Peer niet verscheen en slechts zijn advocaat mr. Henk van Dijk acte de presence gaf.
De Officier van Justitie was overduidelijk in haar aanklachten: wapenbezit, twee inbraken, vrijheidsberoving, verkrachting en moord cq. doodslag.
De advocaat – gespecialiseerd in dit soort complexe strafzaken - mocht zijn koffertje dicht houden, daar hij door zijn cliënt niet was gemachtigd namens deze te spreken.
De rechter pakte zijn agenda en bepaalde dat op 15 maart 2007, om 10:00 het vervolg zou komen. Daarbij beval de rechter dat de verdachte diende te verschijnen.

John:

“De lafaard was er niet. Graag had ik hem gezien. Maar ik wacht af.
15 Maart ben ik er zeker weer bij.
Hopelijk behandeld de rechtbank ons dan wat vriendelijker dan vandaag.
Het enige wat wij willen is dat deze moordenaar levenslang krijgt.
Natuurlijk zijn wij geëmotioneerd, maar we zullen altijd rustig blijven.
Ondertussen hebben we ook een voorgesprek gehad met de Officier van Justitie.
Deze mevrouw staat in contact met onze advocaat, mr. Camiel Aarts.
Onze advocaat wil de onderste steen boven zien te krijgen, want we hebben nog heel veel vragen over hoe onze Melanie aan haar verschrikkelijke einde is gekomen.”.

Tijdens de zeer korte proforma zitting werd duidelijk dat Peer tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en telkens van rol veranderd: van bekennende naar ontkennende verdachte en visa versa.

Angela:

“Hij liegt, en liegt en liegt.
Maar het meest treurige vind ik dat, ondanks dat hij bij die mensen thuis over de vloer kwam, is Justitie niet verder gegaan de moord op Nicole van den Hurk diepgaand te onderzoeken.
Dat hij vast zat op het moment van die moord staat helemaal niet zo duidelijk vast als in de media terecht is gekomen.
Waarschijnlijk is het bewijs op de moord van mijn zusje zo sterk, dat ze de moeite niet eens willen nemen dieper te graven.”

De vader van de vermoorde Melanie blijkt een zeer dapper mens met een groot hart te zijn. Ondanks zijn eigen intense verdriet, blijft hij normaal doen tegen de partner van de moordenaar, Henriëtte van Bakel:

“Ik ben ervan overtuigd dat zij meer details wist van Peer’s TBS verleden.
Maar ze is ook de moeder van Melanie’s hartsvriendin Sharon.
Zelfs voor Peer’s kinderen met Henriëtte heb ik compassie. Het is allemaal te erg voor woorden.
Deze man heeft naast mijn Melanie zoveel onschuldige slachtoffers meer op zijn geweten.
Met Henriëtte heb ik een aantal gesprekken gehad en zo nu en dan bellen we met elkaar om elkaar een hart onder de riem te steken.
Henriëtte ziet zich genoodzaakt uit Geldrop te verhuizen. Omdat ze voor haar gevoel door de bevolking met de nek wordt aangekeken. Het is allemaal zo triest. Peer zou zich diep moeten schamen voor al dit leed.”.

Vrijdag 12 januari 2007, hebben de nabestaande een benefietconcert georganiseerd in Geldrop, met optredens van Henk Damen, rapper Junior van Berselaar en lokaal bekende artiesten.
De opbrengst is bestemd voor een bijzonder grafmonument en de Landelijke Stichting tegen Zinloos Geweld.
Met zulke lieve mensen als familie, kan het haast niet anders dat Melanie een plekje heeft tussen de engelen.

Beb Suringa, getrouwd, 1 kind.

Haar dochter Katja werd op 25-jarige leeftijd vermoord door haar vriend. Hij brengt haar 22 februari 2001 met zes messteken om het leven, omdat hij niet wil dat ze erachter komt dat hij twee maanden eerder een goede vriendin van haar heeft gedood. Anderhalf uur later springt hij voor de trein. In zijn auto laat hij een afscheidsbrief achter waarin hij beide moorden bekent.
“Van een vriendengroep kregen we bloemen, met linten waarop stond: “We zijn er voor jullie”. Na drie maanden blijkt dat zij de beloofde ondersteuning niet kunnen waarmaken, ons verdriet en verlies van Katja is te groot voor hen. Wel kregen we er weer lieve vrienden bij, die samen met ons een bijna onbegaanbaar pad volgen.
Het voelde alsof ik in één klap van deze wereld was afgeslagen. Dat Katja – ons enig kind – dood was, drong in eerste instantie niet tot me door. Ik huilde niet, maar raakte in een diepe shock. Ik kon niet meer eten. Als ik wakker werd, gaf ik over. Het heeft ruim een jaar geduurd voordat ik voelde dat ik Katja kwijt was. Mensen zagen me in de tuin werken en trokken daaruit de conclusie dat het wel weer ging.
Zij hadden geen idee in welke totale verwarring ik beland was en dat ik nooit meer los kom van dit immens verlies en dat een deel van mezelf mee stierf. Katja is dagelijks in mijn gedachte, is altijd aanwezig door haar afwezigheid.

Ik heb drie jaar lang nachtmerries gehad en heb nooit geweten dat ik zo agressief kon zijn. Hartverscheurend schreeuwde, hakte en smeet ik de woede eruit. Dan zei ik tegen de buurvrouw: “Je hoeft niemand te roepen, het moet er even uit.”

Sien Kuiper (69), gescheiden, drie kinderen

Op 15 augustus 1982 verliet haar 10-jarige zoon Peter Oort de verjaardag van zijn oom, waar zijn ouders ook zijn, om een paar honderd meter verder thuis televisie te gaan kijken. De volgende dag vond een schipper zijn vermoorde lichaam in het water. De dader is nooit gevonden.

“Toen we de politie waarschuwden dat Peter was verdwenen, probeerden ze ons te sussen: ‘Die komt wel weer terug hoor.’ In die tijd kwamen ze bij de vermissing van een kind pas na drie dagen in actie. De volgende middag stonden er twee rechercheurs voor de deur. We moesten Peter identificeren. Zijn warrige bos haar was glad gekamd. Ik zei: ‘Zijn haar zit niet goed.’
Bijna direct kwamen in de buurt de roddels op gang. Mijn toen zestienjarige zoon Cor zou de moord op zijn geweten hebben. Volkomen uit de lucht gegrepen, maar het heeft Cor zo aangegrepen dat hij op het verkeerde pad terecht is gekomen. Hij kreeg de verkeerde vrienden, greep naar de drugs en overleed uiteindelijk op de zorgafdeling van de gevangenis aan een overdosis slaappillen.

dat mijn vermoorde kind werd gevonden, heb ik geen traan gelaten. Het is zo`n klap, dat het even duurt voor je er een gevoel bij krijgt. Peter zou nu 34 jaar zijn geweest. Zijn klasgenoten zijn getrouwd en hebben kinderen. Hij blijft altijd tien.”

De moordenaar heeft dus ook de dood van mijn andere kind op zijn geweten. Ik huil makkelijk, maar op de dag

Beste allemaal

Beste allemaal,

zoals wij, zullen de meeste van jullie mede- nabestaanden, verwonderd zijn geweest omtrent de uitspraak van de rechters betreffende een heronderzoek, in plaats van het verwachte vonnis.
Ook voor ons was het in eerste instantie een klap, dit hadden we niet verwacht.
Echter, na dit vonnis hebben we het er met verschillende mensen in de rechtszaal over gehad, inclusief de aanwezige reporters.
Ook zij hadden dit nog nooit meegemaakt, evenals de vertegenwoordigers van slachtofferhulp, erbij aanwezig.
Na zorgvuldig nadenken met elkaar, kwamen we tot de volgende conclusie ; de rechters hechten minimale waarde aan de verhalen van de verdachten, ze hadden de afgelopen jaren hun verhalen steeds aangepast.
De aanklachten van de verschillende advocaten, die bedoeld waren om een vijftal zaken als niet ontvankelijk te laten verklaren, werden zonder meer, met goede opgave van redenen, van tafel geveegd, als zijnde, niet van invloed op de rechtsgang.
De opdracht, om de gehele woning op bloedsporen te laten onderzoeken, komt, in onze ogen, weliswaar wat laat, (hier hadden wij al eerder op gehoopt) is uiteindelijk de oorzaak voor deze vertraging in de zaak van Jeroen.
Maar, zo stellen wij, beter een vertraging van nog eens b.v. 3 maanden nu, dan je in een later stadium afvragen, hadden ze dit toen toch maar gedaan.
De advocaten van de verdachten waren in ieder geval niet blij met dit oordeel, in een eerder stadium hadden ze al bezwaar aangetekend tegen een onderzoek in de rest van de woning, omdat, volgens hun, uit het verhaal van de verdachten uit niets bleek, dat die andere ruimtes ook maar iets te maken konden hebben met dit fatale ongeluk.
Indien namelijk mocht blijken, dat er wel bloed wordt aangetroffen in de andere ruimtes in die woning, kunnen alle verdachten hun verhaal wel op de vuilnisbelt gooien, die houd dan geen stand meer.
En dat is, uiteindelijk, datgene, waar we al die jaren op gehoopt hebben.
Dus, wederom spannende tijden voor de naaste toekomst.

Gerda en
Bert & Dekkers

Marquerite

11 januari 2007 een heftige dag. Het is dan precies vijf jaar geleden dat Marquerite van Campenhout werd doodgestoken door haar ex-vriend. Haar zus Elisabeth (34) probeert zich voor te bereiden op de herdenking. Ik heb me wel eens afgevraagd waar ik de kracht vandaan haal. Dat een mens zoiets aan kan.......

Door: Elisabeth zus van
i.m. Marquerite van Campenhout

De scheveninger

de Scheveninger die omkwam bij een
burenruzie, wil zo snel mogelijk verhuizen. „De dood hangt in dit huis,’’
zegt Marcella de Jager. Marcella de Jager is nog niet eens toegekomen aan rouwen
om de dood van haar zoon Pascal Triep (25). „Het dringt nog niet door. Het is
nu een week geleden dat hij is vermoord. Maar we zagen elkaar wel vaker een
tijdje niet.’’ De afgelopen week is in een roes voorbij gegaan: haar zoon
die overlijdt aan een steekwond in zijn borst bij een ruzie met haar bovenburen
in de Hoekerstraat, het filmpje dat ervan blijkt te zijn gemaakt en dat door
deze krant op internet is gezet, de stille tocht, zijn begrafenis. Ze is
nauwelijks nog in haar huis geweest. Ook al zitten de bovenbuurman (45) en zijn
16-jarige zoon vast voor hun betrokkenheid bij de dood van Pascal. Ze wordt
elders ’heel lief’ opgevangen. „De dood hangt in mijn huis,’’ zegt
mevrouw De Jager. Woningbouwvereniging Vestia Scheveningen, verhuurder van haar
huis, heeft volgens Marcella begrepen dat het onmogelijk is in het huis in de
Hoekerstraat te blijven wonen. „Ze helpen me te verhuizen naar een ander huis.
Ik ben momenteel ontheemd, omdat ik op die plek in de Hoekerstraat niet kan zijn
met mijn verdriet.’’ Pascals dood en het internetfilmpje hebben een grote
impact op de buurt. Moeder Marcella is daarom zelf naar de buurvrouw gegaan, de
71-jarige vrouw die bekend werd als ‘het wasvrouwtje’ omdat ze tot
verontwaardiging van velen haar was bleef ophangen toen Pascal in de tuin onder
haar balkon in elkaar zakte. „Dit alles gaat tenslotte niet over de buurvrouw.
Ze vertelde me dat ze de ongeloof op het gezicht van Pascal heeft gezien. Dat
was dus zijn laatste gezichtsuitdrukking. Maar laten we nu de aandacht vestigen
op het politieonderzoek, en niet op de buurvrouw. Dat doe ik zelf ook.’’ Wie
het filmpje heeft gemaakt, weet Pascals moeder niet. „De politie vertelt mij
dat ook niet. Het onderzoek is in volle gang.’’

Door: Marcella de Jager, moeder van
i.m. PAscal Triep

Ooms

De tijd heelt alle wonden. Of dat cliché ook voor Peter Ooms geldt, moet nog blijken. Toch voelt de broer van de in oktober in Haulerwijk vermoorde Marinus Ooms dat de ergste pijn inmiddels is gezakt. De pijn die dwars door de ziel sneed op het moment dat hij het verschrikkelijke nieuws van de politie hoorde. Er kwamen twee rechercheurs aan de deur van zijn huis in het Overijsselse Heino. Vanaf dat moment stond het leven van Peter en Gea Ooms op de kop. Langzaam maar zeker probeert de familie de draad weer op te pakken.

Eenmalig en exclusief voor deze krant wil Peter Ooms nu zijn verhaal vertellen. Vooral bedoeld om te bedanken voor de vele steunbetuigingen die de familie in deze moeilijke tijden heeft gehad. verwoordt Peter Ooms de gevoelens van de familie.
Hoewel ik Marinus Ooms alleen van de foto's ken, lijdt het bij de kennismaking geen twijfel dat Peter zijn broer is. De gelijkenis met de in de media verspreide foto's van het slachtoffer is groot. De zelfde gezichtsuitdrukking, hetzelfde
postuur. Bovendien draagt Peter de groene pet die Marinus zo graag op had. Voor een ander niet van waarde; voor hem een kostbaar bezit.Peter Ooms kan de film van die donderdag 12 oktober moeiteloos terugspoelen. Zijn echtgenote Gea kreeg in Heino twee onbekenden aan de deur. Gedacht werd aan jehovagetuigen. Het bleken twee rechercheurs. "Heeft u een zwager in
Haulerwijk?", wilde het duo weten. Op zijn werk in Zwolle ontving Peter een telefoontje. Of hij zich direct thuis
wilde laten brengen. "Er is wat gebeurd met je broer", was de eerste informatie. Eenmaal thuis kwam de volledige boodschap. "Dan knapt er wel iets. Dan vloek je, scheld je en huil je."

was er aanvankelijk enige twijfel of het aangetroffen lichaam inderdaad Marinus was. Niet omdat het gezicht van het slachtoffer onherkenbaar was verminkt zoals in sommige media ten onrechte werd gesuggereerd. De ware reden is veel simpeler.
De vraag van de politie of Marinus een snor had werd door de naaste familie bevestigend beantwoord. Ook de opgetrommelde foto's wezen dat uit. Kort voor zijn overlijden bleek de inwoner van Haulerwijk echter zijn snor te hebben
afgeschoren. Dat zette de onderzoekers aanvankelijk op het verkeerde been. 's Avonds volgde de identificatie in de aula in Leeuwarden. Het stoffelijk overschot kwam rechtstreeks uit Rijswijk waar het Nederlands forensisch instituut sectie verrichtte. In het bijzijn van de officier van justitie namen Peter en zijn oudste zus en zijn zwager het laatste restje twijfel weg: De vermoorde man was inderdaad Marinus Ooms.

In de dagen die volgden werden de familieleden door de politie gehoord. Elk detail over het leven van Marinus kan van belang zijn om de daders op het spoor te komen. "Je krijgt dan de vreemdste vragen", herinnert Peter Ooms zich. Hij heeft alle lof voor justitie en politie. Vanaf het begin bekommeren twee zogeheten familierechercheurs zich over Peter en Gea. Het is de afgelopen maanden een hechte band geworden. Een van de twee rechercheurs heeft in Haulerwijk gewoond en weet dus veel van het Ooststellingwerfse dorp, dat voor Peter en Gea slechts een vlek op de landkaart is. Natuurlijk zijn ze er in de ruim tien jaar dat Marinus er woonde vaak geweest. "We hadden geregeld contact, maar liepen bij elkaar de deur niet plat." Tijdens
de TT in Assen waren Peter en zijn familie vaste gasten op de Twin Acres Ranch. Er kwamen zo'n weekend veel motorvrienden bij Marinus kamperen." Op het laatst gingen we niet eens meer naar de TT toe. We volgden
de races met z'n allen op de televisie." Marinus hield van gezelligheid om zich heen. De maatschappelijk werker stond bekend als een vriendelijke en behulpzame man die voor iedereen een luisterend oor had.
zijn scheiding van Geke woonde hij alleen in zijn afgelegen bungalow aan de Slotemaker de Bruineweg. Zijn hobby westernriding bracht veel mensen over de vloer. Marinus genoot er zichtbaar van. Vorig jaar kreeg hij verkering met Anet
Idsinga uit Leeuwarden en leek alles rozegeur en maneschijn. Dat veranderde eind september nadat Anet een eind aan de relatie had gemaakt. Marinus meldde zich ziek en zou door het noodlot getroffen zijn werk nooit weer hervatten.
De laatste keer dat Peter zijn broer in levende lijve zag was bij hun zus in Varseveld. Dat was een paar maanden voor zijn dood. Anet had hij tot aan de crematie van zijn broer nooit getroffen. Op die crematie in Zwolle voerde Peters zwager het woord. "Ik kon het niet", geeft de vijf jaar jongere broer van Marinus zijn gevoelens bloot.

Op de crematie werd onder meer het nummer "Winter" van Chris de Burgh gedraaid.Net als zijn broer houdt Peter van de muziek die de Ierse zanger maakt.Ik had er al drie cd's van. Nu heb ik er zeven. Ze komen uit de cd-collectie van Marinus. De inventaris is inmiddels uit het huis verdwenen. De familie heeft de voor hen meest kostbare herinneringen veilig gesteld. Voor Peter is dat bijvoorbeeld de pet van zijn broer. Veel van waarde was er volgens de familie niet in de inmiddels ontruimde woning. Als de wasmachine haperde, gaf Marinus er een schop tegen zodat hij het weer deed. Hij gaf niks om luxe. Het is dus niet logisch om daar een roofmoord te plegen. Marinus gaf wel veel geld uit voor zijn dieren.
De paarden van Marinus zijn kort geleden naar vrienden van hem in Zwitserland overgebracht. Dat had hij zo beschreven op een aangetroffen cd. De twee honden en de kat hebben bij een paardenvriendin in Nijega een goed onderdak gevonden. De vrouw is onlangs met de honden bij ons geweest. Het gaat goed met ze. De Twin Acres is binnenkort definitief geschiedenis. De woning van Marinus Ooms wordt verkocht. Boven in de slaapkamer van Marinus is de houten vloer verwijderd. De planken waren door onderzoek van de recherche niet meer bruikbaar,omdat er chemische stof was opgespoten.. Peter zegt het zonder emotie
te tonen. Dat lukt me nu. Het is de laatste maanden heel zwaar geweest. Ik heb professionele hulp gekregen. Daar schaam ik me niet voor. Op het werk was volop begrip. Tot begin van dit jaar ben ik thuis geweest. Inmiddels ben ik weer voorzichtig begonnen. Via de twee aan hun toegewezen rechercheurs wordt de familie af en toe op de hoogte gehouden over het verloop van het onderzoek. Peter Ooms is blij dat er een serieuze verdachte vast zit. Hij kent de man niet, maar vermoedt dat de man die
in een pleeggezin in Haulerwijk opgroeide zijn broer wel kende. "Het is immers een klein dorp."
Wraakgevoelens in de richting van de dader weet Peter te reguleren. Als de dader of daders maar worden gestraft. Dat heeft het recht zijn loop, klinkt het nuchter. Het maakt hem dan weinig uit of een dader vijf, tien of vijftien jaar gevangenisstraf krijgt opgelegd. Peter gelooft niet in een voorop gezette, koelbloedige moord. Hij denkt aan een uit de hand gelopen inbraak waar zijn broer het "toevallige" slachtoffer van is geworden.

Suggesties dat de dader mogelijk een doorgedraaide militair is die ooit door Marinus zou zijn behandeld, wekten zijn woede op. Dat was nergens op gebaseerd. Ik heb oorlogsveteranen gesproken. Wat die vertellen gaat dwars door je ziel. Ze zijn
allemaal lovend over Marinus.Kort na de moord werd er door de paardenvrienden van Marinus een stille tocht
georganiseerd. Dat had wat de familie betreft niet gehoeven. Het lijkt geen zinloos geweld te zijn geweest, maar een roofmoord. Een stille tocht hou je bij zinloos geweld, verwoordt Peter de gedachten van zijn familie.Toch zijn ze ontzettend blij met alle ontvangen steunbetuigingen. Er kwamenhartverwarmende reacties, ook via de mail. Van de paardenvrienden, de
motorclub, buren en de bevolking van Haulerwijk. Er was ook veel medeleven van justitie en politie. Al die mensen wil ik op deze manier heel hartelijk bedanken. Peter Ooms besluit met een oproep recht uit het hart: Mochten er nog mensenzijn die iets weten over de dood van Marinus, dat ze nog niet aan de politie hebben gezegd, meldt dat.Desnoods anoniem.

Door: Peter en Gea Ooms
i.m. Marinus Ooms

Waarom werd Melanie vermoord?

Hij gaat vandaag wel naar Den Bosch, waar Peter H. terecht staat voor de moord en het seksueel misbruik van Melanie Sijbers. Maar het zal zwaar worden, Erik Moerkerk wil eigenlijk helemaal niet horen wat er met zijn vriendinnetje, toen 15 jaar oud, gebeurd is op 7 september vorig jaar. Maar aan de andere kant móet ik het weten. Om het uiteindelijk ook achter me te kunnen laten. Want nu blijf ik me voortdurend afvragen hoe en waarom ze vermoord is,’’ zegt de 18-jarige jongen uit Geldrop. Erik en Melanie hadden elkaar via internet leren kennen en waren tien maanden dolverliefd. Tot de dag dat ze even het ouderlijk huis verliet en nooit meer terugkwam.Erik: ,,Ik ging na mijn werk naar haar huis en trof daar haar vader en broertje
aan.’’ Melanie was even ervoor de deur uit gegaan om met Peter H. een cadeautje te kopen voor vriendin Sharon, de stiefdochter van ex-tbs’er H. ,,We hebben uiteindelijk twee weken naar Melanie gezocht. Het was een slopende tijd. Er was
zo veel onzekerheid, zo veel angst. Heel onwerkelijk ook. Het ene moment ben je samen leuke dingen aan het doen, het andere moment is ze vermist.’’ Erik was in die periode magazijnmedewerker, maar werd ontslagen. ,,Ik was steeds met Melanies broertje op pad in de buurt om posters op te hangen. Bovendien moest ik meerdere keren voor verklaringen op het politiebureau
komen. Mijn baas vond dat ik er te weinig was en zei dat ik kon gaan. Toen was ik dus werkloos en werd uiteindelijk Melanie dood gevonden in het bos.’’ Die periode heeft hij als in een roes ervaren. De klap kwam maanden later. ,,Ik besefte eerst gewoon niet echt wat er gebeurd was. Dat mijn meisje was vermoord. Je denkt eerst nog dat ze misschien een foutje hebben gemaakt en dat ze nog leeft. Maar dan begint langzaam maar zeker tot je door te dringen dat ze echt dood is en er nooit meer zal zijn. Ik heb nu nog veel nachtmerries en slaap slecht. Ik lig er veel over na te denken. Slachtofferhulp heb ik niet.

Ik kan goed praten met een paar vrienden.’’ Bij de vader van Melanie komt hij zo min mogelijk. Het doet hem te veel pijn om alle foto’s daar te zien hangen en het verdriet in het huis is voelbaar. ,,Melanie is daar niet meer. Dat maakt het huis heel
leeg, heel naar. Het klopt daar gewoon niet meer.’’ In zijn eigen huis heeft hij een doos met allerlei spullen uit hun verkeringstijd. Misschien hangt hijbinnenkort ook een foto op. Als het weer wat rustiger is in zijn hoofd. Misschien na de rechtszaak. ,,Alles zal worden opgerakeld, tot in detail. Dat is erg confronterend, maar het moet toch een keer. Ik ben wel blij als het achter de rug is. Dan kan ik misschien verder met mijn leven. Daarvoor moet ik ook eerst weten welke straf Peter H. krijgt. Ik hoop natuurlijk dat hij nooit meer vrijkomt. Maar ja, daar hebben ze al eerder fouten mee gemaakt. Ik vind ook dat de overheid schuld heeft aan de dood van Melanie. Ze hebben Peter H. uit de tbs-kliniek ontslagen en dat had nooit mogen gebeuren. Natuurlijk is deze man zelf ook verantwoordelijk, maar als hij vast had gezeten had Melanie nu nog
geleefd.’’ Hij zal zich vandaag wel kunnen inhouden in de rechtszaal. ,,Ik ben niet zo’n opvliegend type. Ik laat het nu aan de professionals over om hem te berechten. Voor Melanie’s zus Angela zal dat lastiger zijn. Die zit met zo veel woede en emotie dat ik me kan voorstellen dat ze H. aanvliegt. Maar goed, er zal wel veel bewaking zijn.’’ Erik heeft sinds enige tijd een nieuwe vriendin. Dat gaat goed, maar Melanie is nooit uit zijn gedachten. ,,Dat weet mijn huidige vriendin ook. Ik kan er nog niet 100 procent voor gaan. Dat begrijpt ze.

Door: Nabestaamde familie van
i.m. Melanie Sijbers

Oog in oog met moordenaar vader

Chantalle Wind bezocht politiekiller Rudi B. in bajes Menigeen gruwelt alleen al bij de gedachte. Maar Chantalle Wind (19) was vastberaden: „Ik wilde per se de moordenaar van mijn vader recht in de ogen kunnen kijken.” De dochter van de in september 2004 doodgeschoten brigadier Jan Wind uit Enschede heeft – ondanks de pijnlijke confrontatie – een positief gevoel aan haar ontmoeting met de Duitse junk Rudi B. overgehouden. „Ik voel me een stuk lichter.” Al jarenlang had Chantalle één grote wens: Rudi B. in zijn gezicht zeggen wat – zoals ze het zelf noemt – voor enorme klootzak ze hem vond. Zo botheeft ze het hem uiteindelijk niet gezegd, toen ze hem afgelopen vrijdag opzocht in de penitentiaire inrichting De Grittenborgh in Hoogeveen. „Maar ik heb ’m in subtiele bewoordingen toch behoorlijk duidelijk kunnen maken hoe ik over hem denk.” Het is inmiddels bijna drie jaar geleden dat Jan Wind (47) in de binnenstad van Enschede van dichtbij in de borst werd geschoten op het moment dat hij Rudi B. wilde fouilleren. Een vrijwel dagelijkse routineklus in een grensstad. De junk trok echter ineens zijn Walther P38 en gaf de brigadier geen schijn van kans. Bovendien schoot Rudi B. even later tijdens zijn vlucht op een vol
schoolplein een hoofdagent in het hoofd, toen die een meisje uit de vuurlinie wilde slepen. De politieman vocht wegenlang voor zijn leven, maar overleefde de aanslag op wonderbaarlijke wijze. Rudi B. bleek nogal wat op zijn kerfstok te hebben.

Zo zat hij al eens een celstraf van achttien jaar uit voor meerdere bankovervallen en zou vlak voor de fatale schietpartij in zijn vaderland opnieuw gewapende overvallen hebben gepleegd. Aanvankelijk werd hij tot levenslang veroordeeld, maar later werd deze straf door het gerechtshof omgezet tot 20 jaar. Al houdt dat niet in dat B. na zijn detentie zomaar weer in de Nederlandse samenleving wordt losgelaten. Hij zal namelijk in Duitsland ook nog worden vervolgd voor de overvallen, zo verzekert de Nederlandse justitie. Dat Chantalle als nabestaande van een misdrijf kiest voor een onorthodoxe aanpak bleek al gedurende het hoger beroep. Tijdens het proces maakte ze gebruik van haar spreekrecht, waarbij haar ontroerend relaas diepe indruk maakte op alle aanwezigen in de zaal.

Behalve op Rudi B., zo leek het… Die zat erbij en keek ernaar. Met een gezicht of het hem allemaal niet aanging. Afgelopen vrijdag had het echter weinig zin nog langer de vermoorde onschuld te spelen. In een spreekruimte van de gevangenis stond hij nu namelijk oog in oog met Chantalle. Ze herkende ’m eerst niet eens. „Ik dacht bij mezelf: huh, is dat ’m?
Zijn haar was veel langer en hij is enorm afgevallen sinds hij in de gevangenis zit. Hij keek heel onschuldig uit zijn ogen, een beetje angstig... Waarschijnlijk vanwege de confrontatie met de dochter van zijn slachtoffer.” Vier
muren Maar ze deed waarvoor ze kwam: de moordenaar van haar vader recht in de ogen kijken. „Waar we het over hebben gehad? We hebben afgesproken dat de inhoud van het gesprek tussen vier muren zou blijven. Daar drong hij op aan.” Eén ding wil ze wel kwijt: „Ik wilde hem voorleggen hoe het voor hem zou zijn als degene die een dierbare van hem had vermoord tegenover hem zou zitten. Hoe hij reageerde? Nou, hij is vooral heel handig in het omzeilen van vragen.” Het hele gesprek duurde circa drie kwartier. „Ik ben geen moment bang geweest. De beveiliging liet ook weten dat, wanneer hij op zou gaan
staan, we binnen de kortste keren buiten zouden zijn.”De ontmoeting met Rudi B. heeft haar alleen maar verder gesterkt in haar voornemen om in de voetsporen van haar vader te treden. Ze wil agente worden,zoals ze dat eigenlijk al wilde toen ze nog een kleuter was. „Ik volg momenteel een administratiejuridische opleiding als voorbereiding op de politieschool. Volgend jaar ga ik stage lopen bij de politie Almelo. Nee, niet in Enschede. Daar ken ik de mensen te goed en kennen ze mij.”

De hele ontmoeting zorgt er niet voor dat ze anders over Rudi B. is gaan denken. Hij is en blijft voor altijd de moordenaar van haar vader. Behoefte aan een tweede ontmoeting heeft ze dan ook niet. Het ging haar vooral om haarzelf. Om haar gedachten en emoties kwijt te kunnen. En daar is de confrontatie goed voor geweest. „Ik voel me een heel stuk lichter.”

Renate

Mijn zus Renate werd, toen ze net 20 jaar oud was, op gruwelijke wijze om het leven gebracht door gezamenlijke 'vrienden' waarmee Renate en ik samenwoonde. Renate was een aantal dagen vermist, tot ik haar moest identificeren, dit gebeurde samen met politie. Na de identificatie moest ik mee naar het politiebureau om vervolgens onder drie documenten mijn handtekening te
zetten. Daarnaast werd ik een aantal uren ondervraagd. Ik was overspoeld door alles wat er zich die dag afspeelde.Ik werd naar huis gebracht zonder begeleiding in wat het allemaal met mij deed, met gevolg dat ik thuis zat en niet meer overweg kon met mijn emoties en het gevoel had dat ik beland was in een horrorfilm. Vervolgens werd ik een aantal weken lang opgehaald voor ondervraging waarbij in de tussentijd slachtofferhulp contact met mij opnam. Toen was het bij mij al zo ver, omdat ik vol zat met de hele gebeurtenis en mijn gevoelens, dat ik dit niet meer kon uiten tegenover iemand anders. Mijn leven heeft
hierdoor een aantal jaren stil gestaan, ik leefde zeg maar op automatische piloot en zat vol van ongeloof, ontkenning, angst, leegte,schuldgevoel, beelden en geuren, herbelevingen. Na de rechtszaak vielen voor mij de puzzelstukjes in elkaar, kreeg te horen wat er precies was gebeurd en dit samen met wat ik had meegemaakt was een gigantische klap in mijn gezicht. Daarbij kwam ook nog eens dat ik niets mocht zeggen niet eens bewegen.Dit zorgde voor veel woede en frustratie dat ik het uit kon schreeuwen van woede en verdriet, omdat ik niets van mijn verklaringen hoorde wel die van de daders, ik ook niet als getuigen ben gevraagd, maar wel belangrijke informatie bezat (staat in mijn verklaringen) dat hij dit met voorbedachte raden heeft gedaan, van haar weet ik dat niet, maar ze zijn op hun verhaal veroordeeld.Het leeft nog ieder jaar, veel herinnerd mij eraan nog steeds met beelden en geuren ook de nog leuke momenten met mijn zus samen, maar vooral die bewuste dagen zijn nog als de dag van gisteren. De hoofddader, waar ik een aantal jaren terug bij langs ben gegaan in de kliniek om mijn haat los te kunnen laten als ik hem maar nooit meer hoefde te zien, had duidelijk geen spijt, opmerking van hem; 'kun je
zien hoe makkelijk je te beliegen bent'' en ze hadden niet gezegd dat hij al buiten de kliniek woonde.

Opeens kreeg ik iedere week telefoon dat hij in het weekeinde een dag naar huis mocht. Verleden jaar vernam ik van mijn vader (heb alleen nog sporadisch contact met hem verder met niemand van de familie) dat hij bericht had gehad dat Tenno Heijl vrij was dit inmiddels al zes maanden. Ik heb hier verder geen bericht van gehad alleen maar van die weekenden. Heb een advocaat in handen genomen om voor hem een stadsverbod te kr voor de gemeente Venlo maar dit was onmogelijk gezien de grondwet. Ik kan hem nu dus overal tegen komen en die wetenschap daar kan ik niet mee omgaan, ben er voor verhuist (wel in gem. Venlo gebleven), het heeft geld gekost en niets opgeleverd. Dit zorgt ervoor dat voor mijn gevoel
vanaf de dag dat hij vrij is ik opgesloten zit, je ziet alleen de tralies niet.

* Op het moment dat je bericht krijgt en/of je moet identificeren er opvang is waarbij je terecht kan,je begeleid in de dingen die geheel nieuw voor je zijn en een enorme impact op je hebben, zoals identificeren en politie ondervragingen en je begeleid in je betrokkenheid in het onderzoek van politie en justitie wat betreft het delict. Nazorg/begeleiding voor zolang dat je nodig hebt

* Heb ervaren hoe bedrieglijk alles om je heen kan zijn en dat maakt het moeilijk om met mensen om te gaan.

* Zovele frustraties - gevoel dat ik niet gehoord werd.

* Daders krijgen meer begeleiding dan slachtoffers - ik voelde mij hierdoor onbelangrijk,in de steek gelaten - voor mijn gevoel werd ik gestraft.

* ondervraging
- werd met veel dingen geconfronteerd,heb dingen gezien wat een nabestaande beter niet kan zien met gevolg dat beelden me nu nog steeds achtervolgen.

* slachtoffers begeleiden - zien wat de situaties doen met de nabestaande - hierdoor de juiste manier vinden om emoties te reguleren en hier dus ook de fase van rouw op te starten (de dingen te verwerken).

Door: Eveline

Veldtocht tegen drugs

Vader van Pascal waarschuwt scholieren
Het allerergste dat een ouder kan overkomen, gebeurde Jack Keijzer uit Hoogkarspel: zijn 16jarige zoon Pascal werd vermoord vermoedelijk vanwege een ruzie om een wikkeltje cocaïne. De vermeende moordenaars, twee drugsverslaafden die vandaag voor de rechter staan, zouden Pascal in zijn nek hebben gestoken en hem daarna hebben vermorzeld onder hun auto. Om „iets positiefs te halen” uit Pascals dood, trekt vader Keijzer langs 128 basisscholen om kinderen te waarschuwen tegen de gevaren van drugs. Pascal was zeker niet altijd een lieverdje. Door een psychische stoornis ontspoorde hij, en raakte hij aan de drugs. Verborgen voor zijn ouders handelde de tiener, die bij geen hulpinstelling of school onderdak kreeg, in pillen en op het laatst ook cocaïne. Met zijn vier mobieltjes runde hij een eigen klantenkring. Totdat hij op 30 april jl. werd omgebracht. Mogelijke verdachten werden na de moord geregistreerd door een camera bij een coffeeshop: met de armen gebroederlijk over elkaar schouders, alsof ze zojuist geen moord hadden gepleegd. Dat soort mensen is ziek in hun hoofd”, verzucht Keijzer.

’Die kids kunnen álles krijgen binnen drie minuten’
„Een dag lang ben ik ziek geweest na het lezen van het voorlopige autopsierapport: doordat ze over hem heen waren gereden, waren al zijn organen kapot: hart, longen, alles. Hij was eerst in zijn nek gestoken, maar volgens het rapport was hij nog in leven toen hij onder de auto kwam. Mijn hart brak, door dat beeld, dat mijn zoon misschien nog bij kennis was en de auto heeft zien aankomen, die hem ging vermorzelen.” Jack Keijzer ziet de moordenaars vandaag voor het eerst, op hun rug, vanuit
de rechtszaal. Hij wil precies weten hoe zijn zoon stierf, ergens op een landweggetje in West-Friesland. De verdachten zijn twee drugsverslaafden, 36 en 40 jaar oud, uit de streek. Waarschijnlijk was er ruzie ontstaan over het versnijden van een wikkeltje coke, ter waarde van vijf tientjes. Vader Keijzer heeft een slachtofferverklaring geschreven, die hij zal voorlezen aan de daders. De tekst schoot hem te binnen tijdens een vlucht naar Barcelona, tien kilometer boven de grond. Snel krabbelde hij de toespraak op de achterkant van de Voetbal International die op zijn schoot lag.

Maar Keijzer wil niet blijven hangen bij het beeld van zijn zoon als drugsdealertje. Want dan is diens dood zinloos geweest. Met een tomeloze energie probeert hij daarom politici en hulpverleners te wijzen op de regelbrij waardoor zijn zoon nooit de hulp kreeg die hij nodig had. Hij heeft de Nationale ombudsman zelfs zover gekregen dat wordt onderzocht hoe het mogelijk was dat de jongen maandenlang wegbleef van school. Maar daarnaast start hij met een persoonlijke veldtocht, langs de hoogste
groepen van basisscholen, te beginnen in Drechterland, om kinderen te waarschuwen voor de gevaren van drugs. Samen met Aty Leegwater, óók een ouder van een kind dat is gestorven door drugs, trekt hij de komende maanden langs maar liefst 128 basisscholen in West-Friesland met zijn dramatische verhaal.

Het wordt een loodzware klus, weet hij na één voorlichtingsavond aan een dertigtal tieners in Zwaagdijk-Oost. Anderhalf uur luisterden de kinderen ademloos naar de vader van de dode jongen. „Toen ik de zaal rondkeek, zag ik ineens overal jongens en meisjes huilen. Toen rolden de tranen ook over mijn wangen. Ik hoop dat ze ervan leren, want het drugsprobleem is gigantisch in onze streek. Die kids kunnen álles krijgen binnen drie minuten, zolang het duurt om een scootertje met een dealertje te laten aanrukken. Drugs is onderdeel van hun leventje. Het begint steeds vroeger. Ik ken een meisje dat op haar twaalfde begon met gebruiken. Dat mág gewoon niet. Als ik die boodschap kan overbrengen, heeft Pascals dood zin gehad.”

Door: Bart Olmer
i.m. Pascal Keijzer

Straffen in Nederland een lachertje

Vooral voor nabestaanden is het vaak niet te verteren dat een moordenaar na een jaar of wat alweer vrij rondloopt. Doet ons rechtssysteem wel recht aan hun verdriet en woede ?? De moordenaar van mijn dochter liep na 4 jaar weer op straat !
Dit artikel/interview stond in het tijdschrift Panorama nr.3

Seriemoordenaar

Was het een seriemoordenaar aan wie Jolanda Meijer ten prooi viel? De beruchte Willem van E., alias het ’Beest van Harkstede’ misschien? Of bracht diens evenknie Henk S. de blonde Groningse om het leven en liet hij haar lichaam verdwijnen? Liepen er soms meer, nooit getraceerde moordenaars rond in de tijd dat Groningen het toneel voor een reeks vrouwenmoorden vormde? Was het wellicht Peter C., de ’Rozenkrans Ripper’ uit Heerlen? Tien jaar na dato is de vermissing van Jolanda Meijer (35) nog steeds een mysterie. Haar stoffelijk overschot werd nooit gevonden, maar dat zij nog leeft is volgens haar familie uitgesloten. Haar moeder: „Tien jaar later en nog steeds die martelende onzekerheid... Ik wou dat haar moordenaar me liet weten waar Jolanda is. Mag mijn kind nu eindelijk haar laatste rustplaats krijgen?” Moeder smeekt mogelijke moordenaar van haar 10 jaar geleden verdwenen dochter om een aanwijzing Groningen/Aduard - Talloze raadsels en vragen omgeven de verdwijning van Jolanda Meijer. Toch staat één ding vast. De blonde Groningse, dol op grappen en grollen, was in de maanden voordat zij van de aardbodem werd weggevaagd, doodsbenauwd. Zo bang zelfs dat ze een vuurwapen aanschafte. Alsof Jolanda wist dat haar einde nabij was. Ligt de oplossing van haar mysterieuze vermissing, nu tien jaar geleden, in dat gegeven? Is degene die haar angst inboezemde ook haar moordenaar? „Voordat zij verdween, heeft Jolanda verteld dat ze verschrikkelijk bang was”, zegt haar moeder, Tiny Meijer (65) uit Aduard. „Bang dat haar iets zou overkomen. Ze had het er zelfs over om een jachtgeweer te gaan halen. Er waren ook wel

Zorgenkind
Het was de zelfkant van de maatschappij die Jolanda, de oudste van Tiny’s vier dochters, altijd had aangetrokken. Als tiener
was ze meer in de stad dan in de banken van de huishoudschool te vinden. Tiny, terugkijkend: „Jolanda was toen al een zorgenkind. De politie heeft haar nog eens uit huis gehaald bij een stel grote drugscriminelen. Soms gingen we samen naar de stad, dat was leuk, want Jolanda was een gezellige griet om mee te praten. Een echt geinponem. Maar dan kwam ze altijd weer aan met figuren dat ik dacht: jeminee, ga je daar mee om? Surinamers behangen met goud. Griezels, maar Jolanda was er niet bij weg te slaan.” Door verkeerde vrienden gleed zij aldoor verder af. Jolanda kreeg kinderen, twee zoontjes bij haar toenmalige partner, die haar volgens haar moeder aan de drugs hielp en in de seksbranche introduceerde. Eerst werkte Jolanda nog in clubs, zoals in Winschoten, later belandde ze op straat, op de toenmalige tippelzones van Groningen, waar het gevaar altijd op de loer lag. Tiny: Ik heb haar zoontjes op een gegeven moment bij Jolanda weggehaald, omdat ze niet goed meer voor hen zorgde. Ik weet nog dat haar buren me hadden gebeld en ik de jongste alleen in zijn box vond, huilend en in een vieze luier. Ik nam hem mee naar huis, waarop Jolanda met haar oudste langskwam. Dit gaat echt niet langer zo, zei ik haar. Ze ging boos weg en liet ook haar andere zoontje bij me achter. Toch hield ze – toen de kinderen elders waren ondergebracht – altijd omgang met die twee en stuurde kaartjes en cadeautjes.”

Zijn alle aanknopingspunten wel goed onderzocht?>
Talloze keren probeerde Jolanda volgens haar moeder van de drugs af te komen. „Ze wilde er zo graag uitstappen en een gewoon
leven leiden. Ik nam haar vaak in huis om af te kicken, ging dan met haar naar verslavingsklinieken die methadon verstrekten. We maakten altijd goede afspraken. De methadon stond in de koelkast, ze kreeg er pas wat van als ik thuiskwam uit mijn werk. Jolanda heeft zich daar altijd aan gehouden en nooit iets van ons gestolen, want ze was gek op haar familie. Helaas lukte het niet van de verdovende middelen af te komen en verviel ze in haar oude patroon. Dan ging ik haar weer opzoeken, op haar vast stekje op de tippelzone. Heel erg en frustrerend was dat. Ik had haar wel weg willen sleuren bij die viezeriken.” In de aanloop naar Jolanda’s verdwijning zochten Tiny en haar echtgenoot, de vorig jaar overleden Wim Meijer, hun dochter nog op in Arnhem, waar ze haar in het holst van de nacht op de tippelzone met een man zagen. „Het was vreselijk”, herinnert Tiny zich. „Ze huilde aan één stuk door en was zo bang. Maar ze wilde ons niet vertellen wat er aan de hand was.”

Dubbelrol
Mogelijk is een ripdeal haar fataal geworden, want net als andere verslaafden deed Jolanda alles om aan drugs te komen.
Maar er zijn ook andere scenario’s. De Groningse was tevens koerierster voor een lokale drugsbende en vervulde een
levensgevaarlijke dubbelrol. Jolanda legde meermalen gedetailleerde verklaringen over drugscriminelen af bij de recherche. Dat terwijl haar onder doodsbedreigingen te verstaan was gegeven om vooral niet met de politie te praten.
De laatste keer dat Tiny haar oudste dochter zag, was rond 5 december 1997. „Ze stond opeens weer op de stoep. Dat gebeurde
vaker, want Jolanda wist dat de deur altijd voor haar geopend bleef. Dit keer was ze met een vriend, ook een drugsverslaafde.Hendrik Jan Kamstra heette die jongen. Ze vertelde dat ze naar Veendam zouden gaan om geld op te halen bij een garagehouder waar Jolanda af en toe verbleef en spullen had staan. Het was steenkoud. Ik weet nog dat ze een kinderjasje met korte mouwtjes droeg. Ik heb niets anders meer, zei ze tegen me. Een paar dagen later zou ze terugkomen en een nieuwe jas van me krijgen. Dat is nooit gebeurd.”

Zelfs het precieze moment van Jolanda’s vermissing is vaag. Nu bijna tien jaar geleden, op 7 februari 1998, werd zij nog gesignaleerd toen de politie een inval deed in een drugspand aan de Bedummerweg en ook Jolanda buiten zette. Vanaf die tijd lijkt zij in rook te zijn opgegaan. „Het is een lastige zaak voor politie en justitie”, aldus toenmalig politieprofiler Harrie Timmerman, die eerder bij het onderzoek betrokken was. „Er is niet bekend waar zij verbleef toen Jolanda vermist raakte en evenmin is duidelijk met welke mensen zij toen omging. Er is geen lichaam, er zijn geen sporen en er is zelfs geen tijdstip dat een uitgangspunt kan vormen. Heel veel tips zijn er geweest en allerlei verhalen van horen zeggen, maar uiteindelijk leverde dat allemaal niets op.”Toch zijn er aanknopingspunten die niet allemaal zouden zijn uitgerechercheerd. Veel later meldden zich namelijk getuigen bij de politie die beweren dat zij Jolanda na 7 februari nog hebben gezien. Een van hen houdt vol op 11 maart 1998 nog met haar te hebben gepraat. De politie beschikt bovendien over informatie dat de Groningse anderhalve week later, op de 22e maart, nog met drie mannen ergens drugs heeft opgehaald.Jolanda verdween in een voor Groningen roerige tijd, waarin meer vrouwen om het leven werden gebracht. Sommige slachtoffers kende zij goed. Ook in haar verdwijningszaak zijn verschillende potentiële daders in beeld geweest, maar opnieuw is onduidelijk of de recherche deze lieden allemaal heeft nagetrokken. Zo is de naam bekend van een drugsgebruiker die bevriend was met Jolanda en ooit heeft verklaard dat hij bij de moord op een Groningse prostituee betrokken was en wist waar haar lichaam lag. Was dat Jolanda? Is deze man hierover aan de tand gevoeld

Ze verdient een waardige laatste rustplaats te krijgen”

Ook de veroordeelde seriemoordenaar Willem van E. is – hoewel hij dat zelf hardnekkig ontkent – een gegadigde. Zijn naam en adres prijken in een agenda van Jolanda. Het staat vast dat hij van haar diensten gebruik maakte. Toch zijn in Van E.’s boerderij in Harkstede, voor zover bekend, geen sporen van haar aangetroffen. Harrie Timmerman: „Van drie van zijn slachtoffers, Sasja Schenker, Michelle Fatol en Annelies Reinders, zijn in het Slochterdiep verzonken pakketjes met kleding gevonden. Er is tot kilometers ver van deze vindplaatsen gespeurd, maar Jolanda’s kleding is nooit aangetroffen. Dat feit is hoe dan ook in Van E.’s voordeel.”Ook een tweede seriemoordenaar, Henk S., is in het vizier geweest. Hij bekende in 2000 dat hij eerder de Groningse studente Anne de Ruyter de Wildt en de Utrechtse Annet van Reen had omgebracht. S. werd in 2006 in een tbs-kliniek in Balkbrug bovendien aangehouden op verdenking van de moord op de Groningse prostituee Shirley Hereijers. Henk S. blijkt haar ex-vriend te hebben gekend, Jolanda op haar beurt kende Shirley Hereigers. S. verklaarde later zelf dat hij een vrouw had meegenomen en op haar had ingeslagen totdat zij bezweek. Dat zou Jolanda geweest kunnen zijn.
Een derde seriemoordenaar die in de zaak opduikt, is de Heerlense ’Rozenkrans Ripper’ Peter C., verdacht van minimaal vijf moorden op Limburgse prostituees. Omdat Jolanda met enige regelmaat in de Heerlense prostitutiescene te vinden was, zijn ook deze dossiers met elkaar vergeleken.De garagehouder uit Veendam, waar de Groningse regelmatig vertoefde, is meermalen door de recherche gehoord. Bovendien is er in zijn huis en zijn tuin gezocht, zonder enig resultaat.

Paspoort

Weer een ander spoor leidt naar Leek, waar een jaar nadat Jolanda vermist raakte plotsklaps haar paspoort bij een politiebureau werd afgeleverd. Merkwaardig genoeg zijn er vrachtwagenchauffeurs uit diezelfde plaats die hebben verklaard in Antwerpen achter de ramen een blonde vrouw te hebben gezien die uit Aduard kwam en plat Gronings praatte. Jolanda is blond, komt uit Aduard, maar sprak geen dialect.Volgens psycholoog Timmerman zijn politie en justitie in deze zaak „te veel te hooi en te gras” te werk gegaan. „Men heeft lukraak tips nagetrokken, maar te weinig zelf nagedacht over wat er met Jolanda kan zijn gebeurd en daardoor onvoldoende lijn en richting aan het onderzoek gegeven.” Tiny Meijer heeft nooit het idee gehad dat serieus onderzoek naar de verdwijning van haar dochter is verricht. „Misschien komt dat omdat ze ’maar’ een tippelaarster was. Nog steeds bel ik af en toe om te horen of de politie nog wat gaat doen. Vaak worden mijn telefoontjes niet beantwoord of laten rechercheurs merken dat ze me lastig vinden.”Jarenlang liep Tiny met haar man Wim stad en land af, op zoek naar Jolanda. „Tot aan riskante tochtjes naar boerderijen van zware criminelen op het Friese platteland aan toe. Vorig jaar werd Wim ernstig ziek. Toen zijn einde naderde, zijn hier nog een officier van justitie en politieman langs geweest. Wim vond het afschuwelijk om te sterven zonder te weten wat er met zijn dochter is gebeurd. We kunnen het niet meer voor je overlijden oplossen, zei die officier.”

„Ik heb er weinig vertrouwen in dat dat nu alsnog gaat gebeuren. Daarom blijf ik zelf, op mijn eigen manier, zoeken. Ik hoop dat haar moordenaar dit leest en me eindelijk laat weten waar mijn kind is. Jolanda verdient het om een waardige, laatste rustplaats te krijgen.

”Door: moeder vani.m. Jolanda meijer

Een blunder van justitie

is er de oorzaak van dat de rechtbank het proces tegen de medeverdachte van de dodelijke overval op de 62-jarige avondwinkelier Huib Krooder in Amstelveen, heeft moeten uitstellen. President van de rechtbank G. Janssen zag tot zijn „grote ergernis” geen andere mogelijkheid de zaak aan te houden toen bleek dat een belangrijk deel van het proces-verbaal van 27 pagina’s niet in het dossier was opgenomen. En juist in deze passages zou de 21-jarige Khadim D. een bekentenis hebben gedaan over zijn rol in de dramatische overval op 9 augustus vorig jaar op avondwinkel Car Check aan de Kalfjeslaan. „Dit is een klap. We hadden als nabestaanden gehoopt vandaag een deel van onze verwerking af te kunnen sluiten. Maar helaas moeten we weer de wachtkamer in”, stelde een geëmotioneerde dochter Esmeralda. „Jammer genoeg heb ik ook geen gebruik kunnen maken van mijn spreekrecht, maar ik hoop dat later nog wel te doen, want ik wil degene die hiervoor verantwoordelijk zijn zeggen wat voor bijzondere man mijn vader was. Hij was mijn maatje, mijn alles…”Op 14 april staat de hoofdverdachte van de dramatische roofoverval voor de rechter. Omdat de 16-jarige Angel minderjarig is, gebeurt dat achter gesloten deuren. Dinsdag kwamen in de ochtendsessie al wel dramatische details naar buiten. Duidelijk is dat Krooder enkele malen is gestoken, waarbij Angel tot stoppen werd gedwongen op het moment dat hij het mes niet meer uit de borst van de avondwinkelier kon krijgen. Vervolgens ontstond een duw en trekpartij die tot buiten de zaak voortduurde. Daarna viel Krooder, zijn armen spreidend, op de grond en overleed later aan zijn verwondingen. Angel heeft een bekentenis afgelegd en daarin verteld dat Demox, zoals Khadim door vrienden werd genoemd, hem daarna op een scooter heeft helpen vluchten. Gisteren ontkende Demox in alle toonaarden vooraf op de hoogte te zijn geweest. De verdachte verklaarde gisteren een eerdere bekentenis te hebben afgelegd „omdat hij bang was schuldig te worden bevonden aan moord.” Het deed de geloofwaardigheid van de verdachte geen goed. Op het moment dat de officier van justitie daarna ineens op de proppen kwam met 27 pagina’s extra proces-verbaal kreeg zij van de rechtbankpresident een uitbrander. „Waarom heeft u dat niet eerder gemeld”, vroeg hij zich af.

Door Gijsbert Termaat
i.m. Huib Krooder

“Mijn zwager vermoordde mijn zus en haar kinderen.”

Richard
H. gaf zijn vrouw Claudia en zijn dochters vorig jaar april alsvermist op. Anderhalve week later bekende hij ze zelf te hebbenvermoord en begraven, zodat hij zijn Poolse vriendin thuis konontvangen. Claudia’s zus Jacquelinevan Veen (34) vertelt. Over de moorden, het proces en deverwerking. Mijn zwager kende ik als een stille man. Of eigenlijk kende ik hem helemaal niet zo goed: diepgaande gesprekken hadden we nooit. In de dertien jaar dat hij een relatie had met mijn zus, heb ik nooit echt hoogte van hem gekregen. Maar hij was de man van Claudia, dus ik maakte daar niet zo’n probleem van. Met Claudia zelf had ik een echte zussenband. We woonden een kwartiertje fietsen bij elkaar vandaan. We waren heel verschillend van karakter: zij een binnenvetter, ik open en spontaan. In de periode vlak voor de moord had ik het moeilijk met mijn op handen zijnde echtscheiding. Claudia en ik spraken er veel over en ze kwam regelmatig langs met haar dochtertjes Marieke (3) en Charlotte (5). Pas achteraf realiseer ik me dat het een heel gesloten gezin was. Claudia liet niet veel los over haar relatie en ze kwam vaker bij mij over de vloer dan ik bij haar. In de weekenden, als Richard vrij was, werd de telefoon nooit opgenomen. De week voorafgaand aan de moord merkte ik dat Claudia niet lekker in haar vel zat. Ze sliep slecht en had last van haar schouder en pols. Tegen een vriendin schijnt ze geklaagd te hebben dat Richard zo vaak moest overwerken en dat hij zoveel tijd achter zijn computer in de kelder doorbracht. Voor de zo gesloten Claudia waren dat ontboezemingen. Toch denk ik niet dat ze op dat moment op de hoogte was van zijn dubbelleven.

Worsteling
Op woensdag hebben mijn ouders nog met Claudia gebeld. In dat gesprekvertelde ze dat Richard op vrijdag vrij had genomen. Dat is hetlaatste contact met haar geweest. Wat er daarna is gebeurd, weet ikalleen uit de politierapporten. Volgens die rapporten moet Claudia diewoensdagavond eerder naar bed zijn gegaan. Terwijl ze nog lag te lezenof te doezelen, is Richard de slaapkamer binnengekomen met een zwaarvoorwerp. Daarmee heeft hij haar op het hoofd geslagen; debloedspatten zaten op het matras en de muur. Er moet ook sprake zijngeweest van een worsteling, want ze hadden allebei blauwe plekken. Tenslotte heeft hij haar met zijn blote handen gewurgd. Vervolgens liephij naar de kamers waar zijn dochtertjes lagen te slapen. Ook henheeft hij met zijn blote handen gewurgd. De drie dode lichamen heefthij in de kofferbak van zijn auto gelegd. Claudia in een vuilniszak,zijn dochtertjes gewoon in hun pyjama’s. Hij is naar de bossen bijhet Brabantse Chaam gereden. In de buurt van de camping waar hij alskind met zijn ouders op vakantie ging, heeft hij zijn gezin begraven.Mijn vader zou zeggen: gedumpt. Na die autorit is hij naar huis gegaanom alle sporen te wissen. Hij knipte een stuk uit het met bloedbevlekte matras en plakte kindertekeningen over de bloedspatten op demuur. Toen hij klaar was, is hij naar zijn werk gegaan. Hij werkte opeen hogeschool als systeembeheerder. Zijn collega’s hebben die dagniets aan hem gemerkt. Op vrijdag is de Poolse vrouw gearriveerd.Zoals later bleek, hadden ze al maanden contact via internet. Zehadden elkaar ook al eerder ontmoet. Hij heeft haar verteld dat zijnvrouw en kinderen al jaren spoorloos verdwenen waren. In het bed waarhij een dag eerder Claudia vermoordde, heeft hij met de Poolse vrouwhet weekend doorgebracht.

Horrorfilm
Op het moment van het misdrijf had ik natuurlijk geen idee van het dramadat zich afspeelde. Ik heb Claudia die dagen verschillende kerengebeld, maar kreeg geen gehoor. Op maandag heeft Richard zelf alarmgeslagen, bij mijn ouders, op school en bij buren. Hij beweerde datClaudia en zijn dochtertjes opeens weg waren. Toen ik dat berichthoorde, had ik meteen een raar gevoel. Van dreigend onheil, van stiltevoor de storm. Maar ik probeerde rationeel te blijven en zocht naarlogische verklaringen. Ze hadden relatieproblemen en Claudia was hetopeens beu. Zoiets moest het zijn geweest. Ze had de kinderen opgepakten was vertrokken. Iedereen kan toch plotseling de kolder in zijn kopkrijgen? Dat al haar kleding nog in de kast hing en haar portemonneenog op tafel lag, paste natuurlijk niet in dat plaatje. Ook was hetvreemd dat Richard nauwelijks iets deed om zijn vrouw en dochters tevinden. Toen mijn ouders bij hem op bezoek gingen, lag er een stapelvideobanden met horrorfilms op tafel, achteraf gezien heel freaky.

Misselijk van emotie

Na anderhalve week zette ik de regionale televisiezender aan en zag ik dat de politie een inval had gedaan in Richards woning. Voor het eerst schrok ik echt. Laat Claudia nu snel thuiskomen, dit loopt uit de hand. Kort daarna stonden de recherche en mijn ouders voor de deur. De rechercheur was to the point. Bij de inval waren bloedsporen gevonden. Richard was opgepakt. Tijdens het verhoor heeft hij bekend zijn vrouw en dochters te hebben vermoord. Ik hoorde de woorden aan, maar ze drongen niet tot me door. Het was alsof ik een rol speelde in een film, alsof dit geen betrekking had op mij. Een goede vriendin van me kwam meteen langs. We hebben, heel praktisch, over de begrafenis gesproken. Ik wist toen nog niet eens waar de lichamen van mijn zus en nichtjes waren. Er trad een soort beschermingsmechanisme in werking: alleen datgene dringt tot je door wat je aankunt. De lichamen heb ik met eigen ogen gezien. Dat schijnt gigantisch belangrijk te zijn voor het verwerkingsproces. Nabestaanden van geweldsmisdrijven die het dode lichaam niet hebben gezien, geloven soms nooit wat er is gebeurd. De medewerkers van het mortuarium hadden erg hun best gedaan om Claudia, Charlotte en Marieke toonbaar te maken, maar twee weken onder de grond poets je niet even weg. Ik stond erbij en keek ernaar. Samen met mijn ouders. Mijn moeder was misselijk van de emotie. Op zo’n moment kun je er niet voor elkaar zijn. Dan is het ieder voor zich. In het mortuarium vond ook de eerste confrontatie met Richards familie plaats. Ik zag daar als een berg tegenop. Ik voelde zoveel boosheid. Maar toen ik zag hoe kapot zijn moeder ervan was, ebde de woede weg. Ik kon har oprecht troosten. Wie was her schuldig anders dan de dader zelf?

Publiciteit

De periode rond de begrafenis was één lange film vol emotionele mensen. Zelf kon ik nauwelijks bij mijn verdriet komen. Er zat een muur tussen, die maar heel af en toe opzij schoof. Het was allemaal heel onwerkelijk en onvoorstelbaar. De moorden zelf, het geit dat ik de dader al dertien jaar kende. Richard bleek opeens een heel ander persoon te zijn. Soms had ik ronduit moeite met omschakelen. Dan stelde ik me Richard voor in zijn cel en voelde ik bijna mededogen. Om vervolgens te beseffen: deze man is een beest. Een gewetenloos monster. Hij bleek al veel langer vreemd te zijn gegaan, ook met andere vrouwen, waarmee hij contact legde via internet. Maar als je relatieproblemen hebt, dan ga je toch scheiden? Dan ruim je toch niet je gezin uit de weg? Tegen mijn eigen kinderen probeerde ik maar zo eerlijk mogelijk te zijn. De zaak kreeg zoveel publiciteit, ze zouden het toch wel horen. Jullie oom heeft jullie tante en nichtjes vermoord, moest ik ze vertellen. “Hoe dan?” vroeg mijn jongste zoon, toen vier jaar oud. “Met zijn handen”, zei ik. Het was hartverscheurend om zijn verwarde gezichtje te zien. Mijn omgeving snapte er weinig van, maar het liefst wilde ik mijn gewone leven weer oppakken. Ik regelde mijn zaken rond de echtscheiding die al eerder in gang was gezet. Ik stak mijn ziel en zaligheid in mijn kinderen en in mijn hobby, scouting. Het gevoel van missen kon ik me gewoon niet permitteren. Slechts af en toe drong het besef even door. Een huilbui luchtte dan wel op. Ik putte kracht uit datgene wat nog stabiel was.

Levenslang
Intussen begon het proces. Ik ben bij alle zittingen geweest. Ik zag Richard, strak voor zich uitkijkend, emotieloos. Op sommige momenten loog hij glashard. Zo noemde hij als aanleiding voor zijn vreemdgaan dat Claudia ooit had gezoend met een kennis. Ik was woest om deze leugen, maar als nabestaande mag je alleen aanhoren, niks zeggen. Het spel van Richards vrouwelijke advocaten vond ik moeilijk om aan te zien. Ik kan niet begrijpen dat je als vrouw bereid en in staat bent om zo’n man te verdedigen. De officier van justitie eiste een levenslange celstraf. Toen de rechter bezig was met zijn betoof, vreesde ik even dat het maar twintig jaar zou worden. Hoe moest ik mijn kinderen uitleggen dat Richard over twintig jaar hier weer in het winkelcentrum zou rondlopen? Toen de rechter het vonnis uitsprak, levenslang, kon ik opgelucht ademhalen. Twee weken later kwam de doper. Richards advocaten lieten weten in hoger beroep te gaan. De emoties laaiden in de hele familie weer op. Deze man liet ons niet met rust. Opnieuw zouden we het hele proces moeten doormaken.
De gedachte dat de straf nu misschien lager uitvalt, wellicht met tbs, vind ik onverteerbaar. Het kan in mijn ogen niet zo zijn dat iemand die zijn eigen gezin vermoordt, ooit wordt teruggestuurd in de maatschappij. Keer op keer lees je immers in de krant dat tbs’ers op vrije voeten komen en weer in de fout gaan. Ik ging via internet op zoek naar vergelijkbare misdrijven. Bij een website over een ander slachtoffer van onbegrijpelijke, zinloze moord, heb ik gehuild. Het bracht me dichter bij mijn verdriet om Claudia. Ik ontdekte dat er mensen zijn die mijn gevoel van onrecht delen. Zo kwam ik in contact met de stichting Aandacht Doet Spreken, een belangenorganisatie voor de nabestaanden van slachtoffers van ernstige geweldsdelicten. Zij willen de nazorg voor nabestaanden verbeteren, met praktische en juridische hulp. Bij politici willen ze de discussie over het tbs-systeem op gang brengen.

Kracht
Ik ben inmiddels actief lid geworden van deze stichting. Dat geeft me een opening uit de cirkel van verdriet. Het werkt helend. Samen met anderen is er misschien iets in gang te zetten tegen deze afschuwelijke vormen van geweld. Wat er is gebeurd, wil ik loskoppelen van de persoon van Richard H. In haat geloof ik niet. Haat maakt je eigen hart zwaar. Dat kaatst uiteindelijk naar jezelf terug. Ook wil ik niet in angst vervallen. Mijn kinderen laat ik net zo vaak buiten spelen als vroeger. Ik zie niet in elke man een potentiële moordenaar. Ik ben misschien minder naïef dan vroeger, maar ik vertrouw wel op mijn intuïtie. Dat heb ik in het afgelopen jaar geleerd. Soms lig ik in bed en dringt in alle hevigheid tot me door: ze zijn er niet meer. Toch moet ik door met mijn leven. Het verlies van Claudia zal altijd een litteken blijven. Maar het doet me goed te merken dat ik mijn ervaringen kan omzetten in iets positiefs. Dat geeft me een gevoel van kracht.

Familiedrama's
We spreken van een familiedrama als een ouder één of meer kinderen en soms ook de partner vermoordt. In veel gevallen pleegt de dader na afloop zelfmoord. Volgens deskundigen is het moeilijk eenduidige verklaringen te geven voor deze tragedies. Vaak geeft de omgeving aan vooraf geen signalen te hebben opgevangen. In veel gevallen is er sprake van gesloten gezinnen, waarbij weinig contacten bestaan met de omgeving. Bij de dader kan sprake zijn van een narcistische persoonlijkheidsstoornis of van een situatie waarbij hij of zij geen uitweg meer ziet. De agressie kan het gevolg zijn van een hevige depressie. Informatie over de stichting Aandacht Doet Spreken, voor nabestaanden van slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven, kun je vinden op www.aandachtdoetspreken.nl.

Eveline Warman

Mijn naam is Eveline Warman en ik ben een deelneemster van http://www.aandachtdoetspreken.nl/ een lotgenotencontactgroepvoor nabestaanden van slachtoffers van geweldsmisdrijven ( moord en doodslag ). Voordat u begint met lezen wil ik er graag bij vermelden dat ik samen met vele anderen niets heb aan medelijden maar wel aan verandering.Ben en wil geen slachtoffer zijn, maar er iets positiefs mee doen voor anderen.ik schrijf deze brief om het volgende: Ik ben de middelste van drie kinderen uit een gebroken (labiel) gezin waar we alle drie onze rol in hebben gekregen.We hebben in onze kindertijd zowel emotionele als lichamelijke mishandeling en verwaarlozing meegemaakt (thuis, door familie, omgeving en gepest op school). We hebben al van jongs af aan met hulpverlenende instanties te maken gehad, zoals RIAGG, Jeugdzorg, OTS (kinderrechter) voogdessen, enz. Maar omdat ze niet hebben gehandeld in het bestwil van ons, hebben we vanuit trauma, gedragingen ontwikkeld om te kunnen overleven. (ikzelf kreeg, aan het einde van de zesde klas lagere school een maatschappelijk werkster Aggie Jonkers (omdat ik zoals ze dat noemde ram overspannen was) die me voor mijn gevoel weer werd afgenomen toen we onder OTS kwamen te staan. Mocht niet eens meer hallo tegen haar zeggen. Toen we net een vertrouwensband hadden hield die voogdes Barbara er ook mee op, ze ging trouwen en we kregen een nieuwe voogdes. Mijn zus en broertje zijn zelfs uit huis geplaatst (die tweede voogdes liet mij thuis achter omdat mijn moeder huilend op haar knieën voor me zat te smeken of ik bleef want ze kon niet zonder mij ) en alle drie zijn we met de verkeerde mensen in aanraking en in de verkeerde situaties terecht gekomen. We zijn (eerst mijn zus, toen ik daarna mijn broertje) een aantal van de voorbeelden gaan volgen wat we geleerd hebben kregen om rust te vinden. Ook de scheiding van onze ouders,vooral de wijze waarop dit is gegaan, heeft zijn sporen nagelaten. Ik heb hierdoor ook met mijn moeder (wel maar een dag want ik hield het er niet vol en ben weer naar huis gegaan) in een blijf van mijn lijf huis gezeten. Mijn moeder kreeg een nieuwe vriend en door het alcohol en drugs gebruik was er veel geweld in huis.

Mijn broertje heeft dit in de weekenden dat hij thuiskwam ook meegemaakt, de situaties liepen op een gegeven moment zo uit de hand (voelde mij altijd geroepen om mijn moeder te beschermen,al werd mij dit niet in dank afgenomen) dat ik zelfs een afgezaagd geladen jachtgeweer op mijn buik heb gehad. Deze werd afgevuurd op de slaapkamer van mijn ouders. De politie is wel geweest maar ze hebben het gat in de muur niet gevonden, stond een kastje voor, en het wapen was alweer uit de woning. Ik ben niet ondervraagd geworden en er is verder ook niets mee gedaan. Ik ben zelfs op straat komen te staan (was 15) en werd door de woningstichting en gemeente van het kastje naar de muur gestuurd en terugweer thuis terecht gekomen bij mijn moeder en het terroriseren ging gewoon door zelfs toen mijn moeder een nieuwe relatie had.Stapels aangiften bij de politie, weet niet hoe vaak ik verklaringen heb af moeten leggen, dat de agenten er echt schoon genoeg van haddenmaar ze konden/deden niets als hem oppakken en weer vrijlaten. Het hield pas op toen deze persoon een ongeluk kreeg en kwam te overlijden.Ook bij de moord op mijn zus en de dood van mijn broertje (weet na twee jaar nog niet wat er met hem is gebeurd) zijn voor mijn weten door politie, justitie en hulpverlening vele fouten gemaakt. Zo vaak in mijn leven hebben mensen al tegen mij gezegd dat ik een dromer ben, teveel naar films kijk, van het ene in het andere uiterste ga, en de middenweg eens moet nemen. Dat ik moet veranderen, moet accepteren hoe het is,verleden los moet laten en in het heden moet leven ,er iets van maken. Dat ik zelf verantwoordelijk ben voor de keuzes die ik maak vanaf een bepaalde leeftijd en dus ook voor wat ik hierdoor dus meemaak en mijn toekomst maar wel hun moet nemen hoe ze zijn en dit alles niet van hun verwachten. Lekker makkelijk mij net als vele anderen volproppen, niet je schuld willen toegeven en proberen te veranderen maar m zelfs bij mij neerleggen samen met de verantwoordelijkheid. Van zaterdag 30 september op zondag 1 oktober 1995 ben ik mijn lieve zus Renate (20jaar) verloren aan moord door onze toenmalige huisgenoten "vrienden". Ik kwam er die dinsdagochtend achter, dat ze niet meer leefde, omdat een huisgenoot(de hoofddader) mij de krant liet zien met haar foto.Hij is mee geweest identificeren (in Aachen,3x tekenen in Munchen-Gladbach en tot middernacht verklaringen afleggen bij politiebureau Swalmen) als vriend van ons beide en voor steun voor mij. Ik heb die dag drie keer in "zijn" armen gehuild om haar.

Ze hebben zichzelf, een dag later, aangegeven bij de politie. Ik ben er in de dagen erna achter gekomen dat het in die woning was gebeurd. Het ergste is dat ik met pijn en schaamte (voor mijn gevoel en wetenschap achteraf) de getuigen ben van moord met voorbedachte rade.Hij zei die woensdag tegen mij; ik zie de dood in je zus en twee gezichten in zijn vriendin; (de andere dader), toen ik vroeg wat hij bedoeldegaf hij de drugs de schuld.
Dat zei hij ook in de rechtbank en in zijn verhaal in een blad, maar hier zegt hij "moment van" en geeft ook anderen de schuld, ook mijn zus, en dat er drugs in zijn leven waren. Anderen hebben hem verslaafd gemaakt. Ik heb met hem nog op die slaapkamer gezeten waar het gebeurd is, geslapen langs hun, naast de kast waar ze haar in hadden gezet twee nachten eerder en ik heb gestaan waar ze heeft gelegen.Ook de opmerking van mijn "toenmalige vriend" (beste vriend van moordenaar) die zei tegen mij (die maandagavond) toen ik de portemonnee van mijn zus liet zien; ik heb t vermoeden dat ze niet meer leeft; hij vroeg me zelfs of ik meeging op bezoek bij de hoofddader en nog vele andere dingen. Ik heb lang en veel verklaringen af moeten leggen en slachtofferhulp kwam voor mij te laat, heb één gesprek gehad een aantal dagen later in een restaurant van Centerparcs. Ze hadden niet door hoe slecht het met me ging en heb er totaal geen hulp aan gehad. Ze zijn gestraft (voor mijn weten) op hun verhaal met excuus moment, slechte jeugd en middelengebruik.ik ben niet gehoord door de officier van justitie of rechter en heb van de waarheid niets in de rechtbank gehoord, ook mocht ik niet spreken.Er zijn voor mijn (wetenschap) twee medeplichtigen mee weggekomen en vele fouten gemaakt door de politie,justitie en hulpverlening.Zij kregen 5 jaar en 8 jaar met tbs en dwangverpleging.Ze zijn beide (zij na 3,5 jaar en hij na tien jaar, dec. 2005) alweer op vrije voeten. Ik heb geen recht op een gemeente verbod.Het is zelfs zo dat als ik hun nu hiervoor voor de rechter sleep, ik hoogstwaarschijnlijk alle kosten en een schadevergoeding aan "hun" zou moeten betalen,omdat ze hun straf hebben uitgezeten en ik inbreuk maak op "hun" rechten. Ook het gesprek dat ik met de hoofddader een aantal jaren geleden heb gehad,in de tbs kliniek had geen invloed op zijn vrijlating,terwijl zijn opmerkingen waren:daar wil ik het niet meer over hebben; (allemaal die akelige rare onverklaarbare dingen die gebeurde, waarmee ze mij uit het huis hebben gejaagd),kun je zien hoe makkelijk je te beliegen bent en ik blijf niet voor jou weg.Voor mijn gevoel totaal geen spijt, geen verandering van gedrag. Waar ik nog het meest kwaad om wordt is hoe de tbs kliniek functioneert, want ik mocht dit gesprek alleen met de dader zijn toestemming en moest hem zeggen wat de bedoeling was zodat "hij" zich hier geestelijk op kon voorbereiden.Ook moest ik 'hem' om toestemming vragen iemand mee te mogen nemen voor mijn steun. Alles moest vanuit het best zijn van de dader en er werd totaal niet gekeken naar wat het met mij deed, wat voor mij goed was. Ik voelde mij behandeld als het gevaar en hij als slachtoffer. Ik ben ook op 12 november 2006 mijn broertje Rudy verloren, hij stierf (op 24 jarige leeftijd) aan de derde longontsteking na acht weken vegetatieve toestand in het ziekenhuis.

Ze hadden hem vrijdag 8 sept. 2006 gevonden op de galerij van zijn flat, in comatoestand, de dokter zei tegen ons dat hij zo'n harde klap op zijn hoofd had gehad dat alleen zijn hersenstam nog werkte (vitale functies). Toen ik die vrijdag bij hem aan bed stond en zag hoe dik en bont en blauw zijn rechterzijde van zijn gezicht eruit zag, er kwam bloed uit zijn oor, boven op zijn hoofd had hij een gaaf ronde wond (zo groot als een tien euro cent) alleen huid en haar weg, zijn handen kapot, vreemde krassen op zijn bovenarmen, schreeuwde mijn hart gewoon uit dat dit niet door een val kon zijn veroorzaakt. Ik weet dat hij ruzie had met een jongen die hem al vaker s' morgens opwachtte op weg naar werk om hem te slaan, hier is een collega al eens bij uitgekomen. Omdat mijn broertje aangifte had gedaan bij politie voor het stelen van zijn fiets. Ook weet ik dat er vrienden van die jongen naast mijn broertje woonden. Zijn vrienden en collega's bevestigden dit alles ook te weten. Zelfs dat mijn broertje had gezegd dat als er iets met hem zou gebeuren je bij die jongen moest wezen. Ook zijn vriendin bevestigde dat deze jongen stond te observeren toen hun daar gingen wonen Rudy had gezegd; dat is hij. De politie melde mij hier niets van te weten. Dat niemand iets had gemeld en ook de foto's van zijn verwondingen die waren gemaakt, nooit zijn afgegeven. Zelfs wordt er gezegd dat deze nooit zijn gemaakt. Op aandringen van ons is er na een aantal dagen heel kort een onderzoek geweest naar zijn verwondingen door een arts. De politie zegt dat ze hebben gedaan wat ze konden (alles nagetrokken en uitgezocht)en weten nog steeds niet wat er is gebeurd. Omdat er bij de autopsie niet uitkomt dat hij met een wapen op zijn hoofd is geslagen, houden ze t op een val. Kan dat hij gestruikeld is, kan dat hij over een vuilniszak is gevallen en ga maar door. maar nergens geen bewijs van en doe het er maar mee. Ik ben maar de zus en heb geen recht op informatie. Ik heb (in naam van mijn vader) informatie bij het ziekenhuis (die papieren heb ik) en bij justitie opgevraagd (omdat de politie zei; wat kom je doen we kunnen niets, je moet bij justitie zijn; kreeg er zelfs het gevoel bij dat ze dachten wat kom je weer doen als ik naar het politiebureau ging ) en heb nu twee jaar later nog niets gehoord of ontvangen.

Ik kan ook hier helemaal niets mee. Ook hier zijn voor mijn gevoel en wetenschap teveel fouten gemaakt.Ik voel me machteloos ,verdrietig ,woedend.Ik ben er moe, op, ziek en nog veel meer van, zoveel dat ik niet eens kan beschrijven. Veel moet er veranderen in dit land, zoals wetgevingen, ook worden deze vaak niet gehandhaafd, hogere straffen, rechtvaardiger handelen, situaties serieuzer nemen, sneller en beter onderzoeken en handelen, betere hulp en begeleiding voor daders als zéér zeker voor de slachtoffers en nabestaande, meer informatie over consequenties en vooral de gevolgen van zulk gedrag. Mijn leven is(aan de ene kant) een opeenstapeling van de ene in de andere tragische (zelfs schokkende, onbegrijpelijke) gebeurtenissen.Dit waren zelfs maar enkele voorbeelden ervan, als ik alles op zou moeten schrijven raakte ik nooit uitgeschreven en menig mens zou me niet eens geloven. Ik ben helaas ook niet de enige die zoveel achter de kiezen heeft.Niet alleen wat je meemaakt, maar vooral hoe ermee wordt omgegaan (aan wordt gedaan of juist niet) door familie, omgeving, vooral instanties (de staat) is wat er dan nog allemaal bij komt en heel bepalend voor je verdere toekomst, hoe je in t leven staat en handelt. Daar gaat t me juist ook om. Veel te veel mensen (kinderen in dit land) hebben zulke ervaringen en moeten maar zien verder te leven met ziektebeelden engedragingen die hierdoor worden veroorzaakt. Zoals bijv. depressie. postraumatische stresstoornis/borderline (last van herbelevingen, flashbacks, minderwaardigheidscomplex, gedrag (eet/contact/slaap/stoornissen dwangmatig/vluchtgedrag, angst/paniekaanvallen, woede uitbarstingen enz) dan komen daar nog de oordelen en vooroordelen van andere bij, want je word als slachtoffer veroordeeld op (voor) al je keuzes en dit alles veroorzaakt dus ook weer een opeenstapeling van vele van zulke gebeurtenissen. Gelukkig heb ik aan de andere kant een opeenstapeling van mooie zelfs wonderbaarlijke gebeurtenissen meegemaakt, maar hoe hard ik ook vecht en al heb gevochten worden de fouten die ik vroeger heb gemaakt en fouten die ik nu maak (nog steeds) goed gezien en veroordeeld.Ik vecht niet alleen tegen wat me werd/word aangedaan maar ook tegen de gedragingen die ik daardoor (krijg) heb gekregen en dus keuzes die ik maak (bewust of onbewust) en de consequentie en gevolgen van die keuzes.Ondanks dat er al vele mensen mee bezig zijn dit onder de aandacht te brengen, meer te informeren over de gevolgen van zulk (slecht) gedrag en te helpen waar nodig, hoor je (zelfs steeds meer) over (kinder) mishandeling, verwaarlozing, misbruik, moord enz.Het meest gebruikte excuus (reden) van de dader(s) is dat ze een of meerdere van deze gebeurtenissen zelf hebben ervaren. Heeft niemand zich ooit afgevraagd hoe het kan, dat er steeds meer gebroken gezinnen zijn, veel mensen vluchten in alles wat ze maar kunnen ook drank en drugs?Je steeds meer hoort en ziet dat mensen vooral kinderen agressiever, brutaler worden, geen respect meer hebben, normen en waarden.Ondenkbare walgelijke spelletjes met elkaar spelen, zelfs moorden ?Geen spijt niet eens gevoel hierover hebben? Totaal niet beseffen wat de gevolgen van hun (slecht gedrag) daden zijn?En maar wijzen met de vinger, oordelen over anderen en eigen verantwoordelijkheid afschuiven, want de jeugd deugd niet, krijgt deschuldhoe komen mensen ( vooral jongeren) in dit land aan zulke gedragingen, aan wapens, vooral vuurwapens?Dit alles moet ons toch duidelijk maken dat er in onze samenleving iets heel goed fout zit.......dit is niet meer dan t gevolg van,de spiegel die ons wordt voorgehouden.Daarom schrijf ik er ook over, want er zijn veel te weinig mensen die zich (echt) beseffen hoe belangrijk gevoelens, emoties en gedachten zijn van waaruit we handelen en dus functioneren.Hoe belangrijk je jeugd is, je ouders, familie en omgeving, het goede voorbeeld, de opvoeding, liefde, geborgenheid, acceptatie, erkenning, herkenning, communicatie, grenzen en wetenschap zijn voor een kind om "normaal" te kunnen functioneren (dit alles aan zichzelf en aan andere te kunnen geven).

Mijn mening en ervaring is:
We leven in een maatschappij,een welvaart, waarin alles is maar niet naar (goed) behoren functioneert. omdat de verkeerde / niet of te weinig opgeleide mensen op de verkeerde plaatsen zitten. alles kan en mag, Nederland is Luilekkerland voor al dat wat kwaad wil en kwaad doet. een "samenleving" in ieder voor zich en GOD voor ons alle, waarin vele, echt vele mensen gebroken zijn (ziektebeelden/gedragingen hebben). iedereen zich wel herkend in het op zoek zijn naar geliefd te zijn, acceptatie, erkenning, herkenning, begrip, steun, hulp, begeleiding, grenzen en ga maar door. we worden tegenwoordig op elke denkbare wijze helemaal volgepropt met frustraties, seks, haat, afgunst, geweld, macht, hebzucht, egoïsme, oordelen en vooroordelen (vakjes plaatsen) de vrijheid is uit de hand gelopen, grenzen worden grof overschreden, wetten zijn niet rechtvaardig en worden vaak niet eens gehandhaafd en dan heb je nog de afschuifpolitiek. Het is de omgedraaide wereld en er worden zoveel en zulke grove fouten gemaakt!!! -er wordt verkeerd en veel te laag gestraft -situaties (gebeurtenissen) worden niet serieus genoeg genomen, te laat en niet goed onderzocht, niet op waarheid en rechtvaardig afgehandeld. -we krijgen niet geleerd wat die grenzen zijn en waarom ze er zijn ( wat de gevolgen van zulk gedrag (kunnen) zijn). -er wordt niet gekeken en gehandeld naar t recht van slachtoffers/nabestaande of andere burgers in het maken van besluiten (worden zelfs als daders "gevaar" behandeld en krijgen de gevolgen en consequenties wat daders horen te krijgen) veel te weinig, verkeerde of te late info. -consequenties en gevolgen voor daders worden door verkeerd handelen verminderd zelfs weggenomen (zij worden behandeld als slachtoffer, hebben recht op tweede kans, veiligheid, vrijheid, privacy enz.) zonder goede hulp/begeleiding spijtbetuiging en gedragsverandering, zonder bekendheid van daad, komen ze in onze maatschappij terug met dus alle bescherming maar ook mogelijkheid (ook omdat je zo goed geleerd krijgt hoe je met alles weg kunt komen) om in verval te komen en weer nieuwe slachtoffers te maken. zo heb ik met mijn verleden een gigantische stapel met vrijkaartjes dat wil je niet weten! We lopen achter de feiten aan in plaats van de oorzaken aan te pakken. De ervaring leert ons dat je niet kunt genezen maar moet voorkomen, eerder ingrijpen en harder aanpakken. zo blijft de geschiedenis zich maar herhalen, lijkt zelfs steeds erger te worden en dit moet stoppen!!! vrijheid : iets wat ieder mens wil, naar verlangt en ook recht op heeft, iets heel kostbaars waar hard voor is gestreden . dat beschermd hoort te worden niet misbruikt!

want:
-is het dit alles maar normaal te (moeten) vinden,preuts dom en ouderwets te zijn als je dat niet doet?

-is het vrijheid mee te moeten lopen met de massa,te moeten presteren,hebben en zijn,om iemand te zijn,anders ben je niks en heb je niks bereikt?

-is het vrijheid volgepropt te worden met haat ,agressie en frustraties(wat we op elkaar uiten) vooral bij de jeugd?

-is het vrijheid om zo respectloos,(geen normen en waarden) met elkaar om te gaan?

-is het vrijheid door vreemde opgevoed of jezelf op te moeten voeden,hier heb je het leven en zoek het (vaak met net als ik)
maar uit?

-is het vrijheid niet meer naar "normaal' behoren te kunnen functioneren,door dit alles een onzichtbare emotionele
beperking/handicap te hebben gekregen?

-is het vrijheid met wetenschap en angst over straat te moeten lopen,dat je zomaar aangevallen,verkracht of vermoord kan worden? vrijheid te moeten ervaren dat daders ermee wegkomen ,of veelte lage straffen, er in het systeem alleen maarnaar hun rechten wordt gekeken en gehandeld,ze zelfs als slachtoffer worden behandeld (verzachtende omstandigheden)en in de watten worden gelegd?

-is het vrijheid dat de slachtoffers/nabestaande niet eens bestaan, geen rechten hebben (er in ieder geval geen aanspraak op kunnen/mogen maken) en zelfs als gevaar gezien en behandeld worden, de consequenties en gevolgen moeten dragen die de dader zou moeten hebben.

-is het gewoon geterroriseerd te kunnen worden ,door de privacy/beschermingswetten de dader beschermd wordt,je er niet eens er iets tegen kunt doen?

-is het vrijheid een dierbaren te verliezen aan moord of doodslag(of zelf slachtoffer te worden van een gebeurtenis) en na een aantal jaren weer gewoon samen met deze dader in deze maatschappij te moeten leven (zonder dat deze goede hulp/begeleiding heeft gehad en geen verandering van gedrag) deze zelfs dagelijks tegen te kunnen komen en dit maar normaal te moeten vinden?

-is het vrijheid een dader te moeten worden om dus aanspraak op je rechten te kunnen maken, het recht in eigen handen te moeten nemen (voor waarheid) om rechtvaardigheid te krijgen? Misschien moeten we dan maar iets van die vrijheid inleveren, niet maar alles mogen en kunnen wat we willen, om er "echte vrijheid" voor terug te krijgen.Je wordt dan wel niet met bommen en tanks aangevallen, daarom zien en weten vele mensen dit ook niet, maar hoe wij met elkaar omgaan in dit land "samenleven "is ook een vorm van oorlog dat véle slachtoffers maakt.En je kunt een kind wel uit de oorlog halen ,maar hoe haal je de oorlog uit een kind?

De pedofiel in Utrecht

Dit moet ik even kwijt. Het geval van de pedofiel in Utrecht, deze man man mag niet meer terug naar zijn huis. Omdat de rechter dit heeft bepaald. De pedofiel krijgt een vergoeding van 2500 euro. Dat heeft de rechter hem toegezegd. En een andere woning, zo dit probleem is opgelost voor de slachtoffers. Maar nu mij verhaal. Mijn dochter Patricia is vermoord door haar man, een moordenaar dus. De kinderen groeien bij(opa en oma op)dat is hun huis, een vertrouwde omgeving. Maar de moordenaar mag van de rechter gewoon terug in de woonplaats, zelfs voor een proefverlof. Hij mag van de rechter zelfs naast ons wonen, mag langs lopen, bij de school van de kinderen staan. Omdat de rechter vindt dat zijn straf er dan op zit en recht heeft op een nieuw leven. De familie van de moordenaar van mijn dochter wonen om ons heen. Dus hij heeft het recht om zijn familie te bezoeken. Het is te gek voor woorden en hier is moeilijk mee te leven. Na gespreken met politie en justitie kan er geen stad of wijk verbod komen. De vertrouwde wijk waar ik meer dan 30 jaar woon moet ik nu verlaten. De woning staat nu te koop . We gaan verhuizen een dorp verderop, waar we dan wel bescherming krijgen, omdat hij daar niks te zoeken heeft. Dan mogen we de politie bellen als hij zich daar laat zien. Een hypotheek, dat ging heel moeilijk omdat ik een w.a.o. uitkering heb. De directeur van de bank geeft mij persoonlijk een hypotheek omdat hij mij verhaal weet.Maar nu........... de pedofiel krijgt van de rechter een ander huis. de pedofiel krijgt een verhuis vergoeding van 2500 euro. En wat krijg ik......... een hogere maand last een rekening van 1700 euro voor verhuiskosten weg uit mijn vertrouwde omgeving. Er wordt totaal geen rekening met de slachtoffers of nabestaanden van slachtoffers gehouden. De kinderen moeten op een andere school, vriendjes achter laten, hun vertrouwde omgeving verlaten. En we zijn al zo beschadigt, dit maakt mij boos......................

Cor en Wil

Vader vermoorde Sybine Jansons slaat terug

Op dinsdag 19 januari 1999 – vandaag precies tien jaar geleden – verdwijnt de 13-jarige Sybine Jansons als ze van het Revius Lyceum in Doorn naar huis in Maarn fietst. Haar ongeruste moeder belt de politie, maar die weigert in actie te komen. Haar man moet de route maar even fietsen. Arjen Jansons zet een massale zoekactie op touw, maar Sybine is spoorloos.VerstikkingIn de weken daarna haalt de politie alles uit de kast, maar Sybine blijft zoek. Ruim een maand later, op 24 februari, ziet een passante een lijk drijven in een afwateringskanaal bij Breukelen. Het is Sybine.Sectie wijst uit dat ze al lang in het water lag en vermoedelijk om het leven is gebracht door verstikking. Onder een rechternagel wordt een gedeeltelijk dna-profiel aangetroffen. Dat blijkt afkomstig van de 37-jarige zedendelinquent Martin C. Hij is nog maar net op vrije voeten na een veroordeling tot negen jaar wegens een serie gewelddadige verkrachtingen in Amsterdam. Aangrijpend de moord op zijn dochter schreef Arjen Jansons een aangrijpend boek dat vandaag verschijnt: In het bos zijn de wilde dieren. Het is een gedetailleerd verslag van het onderzoek naar de moord op Sybine.Daarbij spaart Jansons de politie niet. Die heeft nogal wat steken laten vallen. Zo trekt de recherche de gegevens na van alle 1400 zedendelinquenten die in de provincie Utrecht ingeschreven staan. Martin C. woont in Nieuwegein met zijn zwangere partner, maar staat ingeschreven in Amsterdam. Hij werkt als buschauffeur op het traject waar Sybine verdween, maar wordt aanvankelijk alleen als getuige gehoord. In het voorjaar van 1999 noemen de collega’s van het korps Amsterdam-Amstelland Martin C. als mogelijke dader, maar omdat ze zijn naam verkeerd spellen konden ze hem in de landelijke systemen niet vinden. In de maand na de moord op Sybine pleegde Martin C. nog twee verkrachtingen voor hij kon worden aangehouden.De waarheidHet boek bestaat uit drie delen. In de eerste twee beschrijft Jansons meeslepend de zoektocht naar Sybine en naar de dader. De toon is soms fel, maar daar is ook alle reden voor. Jansons en zijn vrouw en dochter willen de waarheid boven tafel.In het derde deel probeert hij met grote kennis van zaken te reconstrueren wat er na de verdwijning gebeurd kan zijn. Het boek is meer dan alleen een aanklacht. Jansons doet nuttige suggesties voor verbetering van de opsporing en vervolging. Daarnaast vertelt hij welke kracht zijn christelijk geloof hem en zijn gezin biedt. Sybine is ruw uit het leven weggerukt door een onverbeterlijke zedenmisdadiger. Maar haar geliefden zijn niet verbitterd geraakt. Zoals Arjen Jansons in het nawoord overtuigend schrijft: ‘Wij hebben het kwaad in ons midden kunnen overleven.’(Arjen Jansons, In het bos zijn de wilde dieren. De moord op Sybine Jansons. Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam)

Gerlof;Leistra

door: Arjen Jansons vader van

27 april 2004 vonnis: 6 jaar en TBS 

Kort nadat, 2 weken geleden, opnamen zijn gemaakt door het NCRV programma "derde testament", dat werd uitgezonden op zaterdag 31 januari om 18.50 uur op Nederland 2, kregen Cor en Wil een zeer onverwacht bericht van het Justitie meldpunt in Arnhem. De rechter heeft goedgekeurd dat de moordenaar van hun dochter Patricia voor proefverlof met begeleiding in aanmerking komt Patricia is 9 november 2003 vermoord, nu al, nog maar net 6 jaar na het plegen van een moord en een korte TBS behandeling mag de moordenaar alweer naar buiten, naar de buurt en straat waar de ouders, kinderen en familie van Patricia wonen. Niemand kan dit waanzinnige besluit van een rechter voorkomen of ongedaan maken. Het is in en in triest dat dit kan en mag gebeuren in Nederland. Volgens Justitie en politiek is hier niets aan te doen of te veranderen. De onafhankelijke dictatuur, rechterlijke macht, bepaald dit zonder ook maar enig moment rekening te houden met de nabestaanden en kinderen van het slachtoffer. Het onderwerp in "Het derde testament": Waarom ons huis te koop staat en dat justitie ons geen bescherming kan geven. Patricia is op 9 november 2003 vermoord door haar man Ruud K. Ze hadden 3 kinderen, Wendy 5 jaar, Wesley 3 jaar en Jaimy 7maanden. Na de moord hebben Cor en Wil, opa en oma van de kinderen de zorg van opvoeden op zich genomen. Zij zijn dus nu de pleegouders. De voogddij is bij Jeugdzorg.De ouders en familie van de moordenaar wonen in een straal van 800 meter bij Cor, Wil en de kinderen vandaan.In Nederland is het nog steeds zo geregeld dat een moordenaar na zijn straf vrij man is, en mag gewoon weer in de gemeente gaan wandelen en zelfs wonen waar de nabestaanden van het slachtoffer wonen. Een moordenaar heeft na het uitzitten van straf, terbeschikkingstelling en genezen verklaring recht op nieuwe kansen. Recht op zijn bewegingsvrijheid. Een vrij man die overal zijn familie mag bezoeken, gaan wonen, wanneer en waar hij maar wil. Daar kan niemand iets aan doen of veranderen, zolang de wet niet wordt en is veranderd.Ook al wonen ouders en familie van het slachtoffer al 32 jaar in die gemeente en die buurt, is het advies van politie en Justitie: We kunnen u helpen, bescherming geven, als u gaat verhuizen. Omdat de moordenaar daar dan niets te zoeken zou hebben zijn er wel mogelijkheden?Kan een mens (nabestaande) dit allemaal wel trekken, een kind vermoord, 3 kleinkinderen met liefde grootbrengen, na 6 jaar eindelijk een beetje terugkomen en dan nu weer dit meemaken?Dat je in Nederland zo in de steek wordt gelaten door de rechtstaat, Justitie en politiek is volkomen onbegrijpelijk.Kinderen die zo iets hebben meegemaakt, moeder vermoord, vader de moordenaar, op bezoek in de gevangenis, weg uit hun vertrouwde omgeving, hun vertrouwde school, hun vriendjes, kunnen die ooit nog vertrouwen hebben?Een simpele en duidelijke oplossing om al dit bijkomstige leed na het verlies van een dierbare door moord, is direct bij vonnis een duidelijke voorwaarde op te leggen. Op de dag van vrijlating een aantal streek/stad/gemeente/straat verboden opleggen. De nieuwe wet van juli 2008 laat dit toe, doe er dan iets mee!!!

Door Cor en Wil Bouwens

Beste mensen, lieve allemaal

Vandaag trof ik bij de post dan eindelijk nieuws aan. Knut Folkerts heeft (opnieuw) zijn zaak tegen de Staat verloren! Het Gerechtshof Den Haag heeft arrest gewezen inzake het hoger beroep en heeft daarmee het eerdere vonnis van de rechtbank bekrachtigd: Folkerts moet nog wel degelijk zijn (Nederlandse) veroordeling tot 20 jaar ondergaan. Dit vonnis van 1977 blijft onverkort van kracht. Folkerts' advocaat mr. Pen had 18 grieven tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank (2006) ingediend, maar deze zijn in hoger beroep alle 18 door het Gerechtshof verworpen! Bovendien mag Folkerts nu de proceskosten à raison van 2978,- euro betalen. Er is nog mogelijkheid tegen dit arrest in cassatie te gaan. De vraag is of Folkerts dit ook doet. In eerdere situaties deed hij dat niet en bovendien zal hem dat opnieuw veel geld kosten. Eén en ander blijft betekenen dat hij Duitsland niet kan verlaten, omdat het internationale opsporings- en aanhoudingsbevel van kracht blijft. Duitsland zelf levert niet uit en blijft derhalve de enige veilige plek voor hem. Wordt er niet in cassatie gegaan, dan zal de Nederlandse Staat de Duitse Staat verzoeken het vonnis alsnog te executeren en hem zijn straf in Duitsland te laten uitzitten. De kans dat Duitsland dat doet is vrijwel nul, maar er zullen verrekt goede redenen op tafel moeten komen om zo'n verzoek te weigeren. Aan de andere kant kon het Duitsland weleens heel goed van pas komen. Duitsland wilde Folkerts onlangs voor een halfjaar gijzelen om hem te dwingen tot praten. De nabestaanden van de Duitse procureur-generaal Buback (ook vermoord door de RAF) willen nu eindelijk eens weten wie de dodelijke schoten heeft gelost op hun vader. Er waren drie RAF-leden bij die moord betrokken (waaronder Folkerts), maar tot op de dag van vandaag heeft geen van de drie terroristen willen zeggen wie nu de echte moordenaar was. Ook deze moord is nog steeds niet verjaard. Duitsland kan nu misschien de Nederlandse straf als stok achter de deur houden om Folkerts tot praten te dwingen in ruil voor strafvermindering. Maar sorry, nu slaat mijn fantasie op hol. Het is voor mij een stukje genoegdoening dat Folkerts in het vervolg geen vakanties meer naar buitenland hoeft te plannen en zich zeker niet meer in Nederland zal durven vertonen. De meesten van jullie weten hoe ik me hier in Vianen bedreigd heb gevoeld in 2003 op ons eigen huisadres, terwijl Folkerts in Utrecht was gezien (hoewel hij dat ontkent). Zijn zuster woont - of inmiddels woonde - daar, vernam ik uit zeer welingelichte bron. Hijj zal voorlopig niet meer in de buurt durven komen in elk geval. En fin, ik moet niet gelijk té optimistisch zijn. Nu eerst maar afwachten óf Folkerts nog in cassatie gaat en wat dáár dan weer uitkomt. Geruststelling vind ik nu dat recht toch nog recht lijkt te zijn. tot zover het nieuws,

groet Joke Kranenburg
PS: en toch ga ik zo een gebakje halen!

Door: Joke Kranenburg

bijeenkomst VOVK op 29-1-2005 in Leusden.

Op deze bijeenkomst was er een spreekster die iets zou vertellen over TBS.
Dit was mevr. J.R.Douglas Broers. Directrice van de TBS kliniek Flevo
Future uit Utrecht. Zij had een maatschappelijk werker dhr. Jans mee gebracht. Zij begon haar uitleg over wat een TBS kliniek ongeveer inhoud. Dit was voor ons niet zo interessant  daar ze alleen de goede dingen vertelde zoals: de patiënten leven in aparte kamers, ze kunnen als ze willen diverse cursussen volgen, het zijn patiënten MAAR voor ons zijn het gewoon misdadigers. Zij kreeg dan ook de wind van voren van verschillende aanwezigen. Dit vond zij niet zo erg want zij kon nu ook eens horen wat de nabestaande van een TBS kliniek dachten. Wat voor mij persoonlijk trof was dat deze mevrouw vertelde dat tijdens de behandeling in overleg met de dader, een overeenkomst gemaakt kan worden dat de dader tijdens verlof en na vrijlating uit de buurt van het misdrijf moet blijven. Bijvoorbeeld een straal van enkele kilometers rondom de plaats van misdrijf.

Piet Beekenkamp

Door: Piet Beekenkamp vader van
i.m. Nicolette Beekenkamp

herziening/verlenging van de TBS

Hallo allemaal,

Afgelopen woensdag 4 februari 2009 hebben wij de zitting gehad met betrekking tot herziening/verlenging van de TBS van H. Een spannende dag, alhoewel ik al in een telefonisch gesprek met de maatschappelijk werker gehoord had dat het advies was 2 jaar verlengen. Maar je wordt op zo'n dag geconfronteerd met de dader en dat hapt er dan best in. Van te voren een pilletje ingenomen om enigszins kalm te blijven. We gingen met zijn zessen naar het gerechtsgebouw. Jan, Hans, Matthijs, Anna en Wijnand en ondergetekende. De zitting zou om 11.30 beginnen, maar er was een zaak voor die een beetje uitliep. Om 14.15 gingen wij naar binnen. Niet te filmen, maar ja. Van de tegenpartij was alleen zijn vader aanwezig. Eenmaal binnen was het wachten op "hem". Dat duurde best nog wel even en dacht, zal die ontsnapt zijn? Je weet maar nooit. Maar nee, hij werd binnen geleid, hij keek even wie er zaten. Er waren drie rechters, griffier, officier van justitie, zijn advocaat, behandelaar van de TBS kliniek. Allen vrouwen. Er werd hem gelijk al gezegd dat het advies van de kliniek was 2 jaar verlengen. Er werd wel veel gezegd, maar er is bij mij veel langs heen gegaan. De dingen die ik graag wilde horen zijn wel blijven hangen. Het verslag van de kliniek kwam hierop neer. Als H. op dit moment een intieme relatie aan zou gaan, dat de kans op recidive zeer waarschijnlijk was. H. verbeterde de rechter door te zeggen dat hij uit het verslag matig tot hoog had gelezen. Nou, zei de rechter, ik denk dat het op hetzelfde neerkomt. Waar ik maar mee wil zeggen dat H. nu nog denkt dat hij het beter weet. Verder had de rechter het veel over coping vaardigheden. Ik ben dat thuis op internet gaan opzoeken, dat heeft met Psyche te maken. Daar zit nog veel niet goed bij hem en of het ooit goed komt, ik denk dat het in de genen zit. Uit het verslag van de kliniek kwam naar voren dat de recidive dus een risicofactor is. Hij kan geen verantwoordelijkheid nemen, geen inzicht in eigen gevoelens en emoties. Moeizame vooruitgang dagelijks handelen enz. Advies 2 jaar verlengen, over 2 weken krijgen we de uitspraak schriftelijk thuis. Maar door het bijwonen van de zitting kwam ons wel naar voren dat deze man nog behoorlijk in de "war" is. Later heb ik contact gehad met een medewerker van het bureau en haar gevraagd of wij een verslag kunnen krijgen van de zitting. Zij gaat haar best doen. De zitting hebben we gelukkig achter de rug, we denken positief en hopen 2 jaar verschoond te blijven. Weer even rust tot het volgende.

Lieve groet, Janny (moeder van Ellis)

Door: Janny de Jongh moeder van
i.m. Ellis Windhorst

7 augustus 1996

Wil Vreeburg (66), getrouwd, vier kinderen. Op 7 augustus 1996 werd aan de rand van Parijs het lichaam gevonden van een 24-jarig meisje. Weken later kreeg haar familie te horen dat het om Caroline gaat. De dader is nooit gevonden. “Caroline liftte naar een jongerenevenement in Portugal. Het was een soort generale repetitie voor de reis die ze twee maanden later met haar nieuwe liefde naar India zou maken. Op de terugweg zouden we elkaar ontmoeten op een camping bij Eurodisney. Daar is ze nooit aangekomen. Op de afgesproken dag ging ik er van uit dat ze een paar dagen vertraging hadden opgelopen, na een week wist ik dat er iets helemaal mis was. Het blijft een wond. Er komt een vliesje op, maar dat gaat heel gemakkelijk weer open. Ik zal het gemis tot mijn dood met me mee moeten dragen. Inmiddels kan ik het dragen en weer genieten van het leven, maar er is altijd die schaduw. Mijn twee jongste dochters waren twaalf en dertien toen het gebeurde. Ik voel me schuldig dat ik na Carolines dood zo weinig aandacht voor ze heb gehad. Ze hebben me dat ook kwalijk genomen, net als mijn man. Ons huwelijk is overeind gebleven, maar er zijn momenten geweest dat ik dacht dat we er beter mee konden stoppen. Caroline zou het vreselijk vinden dat haar dood me nog steeds zo bezig houdt. Door lezingen te geven op middelbare scholen, probeer ik de jongeren duidelijk te maken wat geweld met mensen doet. Dat is mijn manier om iets heel negatiefs om te zetten in iets positiefs.”

Door Wil Vreeburg moeder van
i.m. Caroline Pino

Woensdag 22 april 2009

Woensdag 22 april 2009, zijn wij naar de rechtbank in Den Bosch geweest voor het bijwonen van een strafzaak tegen Filip Nurul, Enzo, of Quinn (zoals hij zich tegenwoordig noemt) Wilkens, moordenaar van onze zoon Robbert Steve Tjong Kim Sang op 24 augustus 2003. Om ons te steunen waren aanwezig Janny de Jong, Madelein, Ilse en Antoinette Weijling, van ADS, Jos en Wil Vreeburg van VOVK en een nicht van mij uit Zaandam. Vandaag moest Wilkens terechtstaan voor vrouwenhandel, c.q. loverboy praktijken, bedreiging, verkrachting, bezit van twee hennepplantages en diefstal van elektriciteit van ESSENT. In de hal van het Gerechtsgebouw zat Wilkens, de moordenaar van mijn zoon Robbert te wachten op zijn strafproces voor vrouwenhandel en andere delicten. Het akelig gevoel dat mij bekroop bij het zien van de moordenaar van mijn zoon is met geen pen te beschrijven. De diepe wonden die in mij geslagen zijn door de moord op mijn zoon zijn nog niet eens begonnen te helen, ze zijn nog vers, de pijn is nog net zo heftig als de eerste dag en het achtervolgt mij vanaf ik ’s ochtends wakker ben, tot ik ’s avonds naar bed ga. Dan zie ik zijn moordenaar, de man die dit bij mij veroorzaakt heeft, pontificaal als de vermoorde onschuld in de hal zitten. Ja, dat doet zeer, heel erg zeer. Hoe kan het dat een moordenaar die mijn zoon, die goed voor hem geweest is, op brute wijze heeft vermoord, vervolgens als een beest in een bos begraven, 15 weken lang zijn bek gehouden, en in die tussentijd nog bij mij thuis gegeten en gedronken heeft hier 5 jaar en 8 maanden later met een schijnheilige kop, in de hal van de rechtbank zit te wachten op een proces wegens andere zware delicten?. Toen ik de moordenaar in de hal zag zitten was ik heel even lamgeslagen. Ik ben toen naar hem toegelopen.

Hij zat daar koel en onbewogen, keurig netjes gekleed en met een kaalgeschoren kop. Zijn eerste, belachelijke reactie was: “wat toevallig dat we elkaar hier ontmoeten”. Ik heb hem eerst heel rustig en daarna met enige stemverheffing gevraagd waarom hij mijn zoon vermoord heeft. Antwoord op mijn vraag heb ik niet van hem gehad. Hij zei aan dat hij best met mij wilde praten, maar niet daar en niet op dat moment. Ik kon hem bellen, of ergens op een politiebureau met iemand van de politie, met hem afspreken. Op dat moment kwamen er drie beveiligers van de rechtbank naar ons toegelopen. Twee gingen aan weerszijden van hem op de bank zitten en de derde vroeg mij met hem mee te lopen naar de andere kant van de hal, bang dat ik Wilkens zou aanvallen. Wederom heb ik mij verbaasd over de manier waarop daders beschermd worden door Justitie. Aan het begin van de zitting zei Wilkens aan de rechters dat hij zich ongemakkelijk voelde door de aanwezigheid in de zaal van de familie van het slachtoffer waarvoor hij in detentie gezeten had en vroeg of hij ons zijn spijt mocht betuigen. Slim bedacht, maar hij kreeg er geen toestemming voor. Toch ben ik ervan overtuigd dat dit verzoek natuurlijk in zijn voordeel zal werken bij de eis en de uiteindelijke uitspraak, omdat hij het elke keer weer met zijn schijnheiligheid en vlotte babbel heeft klaargespeeld de rechtbank een rad voor de ogen te draaien. Na het lezen van de onderstaande aanklachten zal weer eens duidelijk worden dat dit monster met zijn goed verzorgd uiterlijk en vlotte babbel een groot gevaar is voor onze samenleving Op 1 augustus 2008 mocht Wilkens na een detentie van tweederde van de opgelegde straf, het Exodushuis, waarin hij het laatste jaar van zijn detentie verbleef, verlaten. De rechtbank begint met het voorlezen van de aanklachten tegen Wilkens: Op 15 augustus 2008, 2 weken na zijn in vrijheid stelling, start Wilkens zijn mensenhandel. Zijn slachtoffer, Maida S., die hij in het Exodushuis heeft leren kennen, wordt in zijn woning in Drunen onder druk, met geweld en dreigementen gedwongen om in de prostitutie te gaan.

Als Maida niet deed wat hij wilde, zou hij haar naar ene gevaarlijk Jopie v. V. in Nijmegen brengen, die haar wel op hardhandige wijze op andere gedachten zou brengen. Om zijn eisen kracht bij te zetten heeft hij haar ook het strafdossier van en de tijdschriften met de artikelen over de moord op Robbert onder de neus gewreven, zodat ze kon zien waartoe hij in staat is, als ze niet doet wat hij wil. Hij heeft haar Identiteitskaart in beslag genomen en vanaf 16 augustus moest zij voor ene Raymond van de B. in Tilburg tegen haar zin als escort haar lichaam verkopen en het verdiende geld aan Wilkens afdragen. Ook bracht hij haar naar een bordeel op de Waalkade in Nijmegen waar zij een ‘peeskamer’ moest huren en haar lichaam verkopen. Dit wederom tegen haar zin. Dit laatste is ook opgenomen i de getuigenverklaring van de eigenaar van het bordeel.De € 170,- die ze in het bordeel bij drie klanten had verdiend moest ze meteen afstaan aan Wilkens, die haar in de auto voor het boreel stond op te wachten. Omdat hij niet geloofde dat ze zo weinig verdiend had, moest ze zich helemaal uitkleden, zodat hij kon zien dat ze geen geld op haar lichaam verstopt had. In de periode voor haar aangifte heeft Wilkens Maida S. regelmatig verkracht en mishandeld. Marlies Jansen van de Vrouwenopvang Zwolle heeft in haar getuigenverklaring gezegd dat Maida S. haar de sms-jes met dreigementen van Wilkens heeft laten lezen. Deze dreigementen werden ook als bewijs opgevoerd. Begin september, (een maand na zijn in vrijheidstelling) start hij met zijn volgende misdrijf: Het opzetten van twee hennepkwekerijen (één in Den Bosch en één in Drunen), en diefstal van elektriciteit van ESSENT. Over de tenlasteleggingen m.b.t. de zaak Maida S schuift Wilkens op elk punt, alle schuld in de schoenen van zijn slachtoffer. Maida heeft zijn strafverleden misbruikt om hem in een kwaad daglicht te stellen en hij weet dat hij hierdoor de schijn tegen zich heeft.(Je zou meelij met hem krijgen als je hem had horen praten.) Maida moest hem € 1000,- betalen die hij voor haar geleend had bij een kennis. Die kennis oefende druk op hem uit voor de terugbetaling en dat kon hij niet, omdat hijelke maand veel geld moet betalen aan de familie van Robbert, die achter in de zaal zit.Hij heeft wel met Maida over prostitutie gesproken voor het terugbetalen, maar haar er niet toe gedwongen, het is haar eigen keus geweest het te gaan doen. Het strafdossier en de tijdschriften van en over de moord op Robbert had hij opgeborgenen heeft zij bij het doorsnuffelen van zijn woning gevonden. Hij heeft haar echter nooit met de inhoud daarvan bedreigd, noch heeft hij haar ooit mishandeld of verkracht. Na de zaak Maida werden door de rechtbank het bezit van de hennepplantages en de diefstal van elektriciteit aan de orde gesteld. Volgens Wilkens waren de hennepplantages niet van hem. Hij verzorgde de planten voor iemand anders tegen een kleine vergoeding.

Aan begin van haar requisitoir zegt de OvJ verbijsterd te zijn over het feit dat de dader, door de Raadskamer, na 2 maanden voorarrest voor de bovenstaande zware delicten, op vrije voeten is gesteld, in afwachting van zijn proces. Ze laakt het feit dat Wilkens de kwetsbare positie (PTSS) waarin zijn slachtoffer,Maida S., zich bevindt misbruikt heeft, om haar met geweld en dreigementen als prostituee voor hem te laten werken. Het feit dat de dader zijn strafdossier en de artikelen in de Nieuwe Revue en Panorama van en over de moord op Robbert gebruikt om zijn dreigementen kracht bij te zetten, vond ze afschuwelijk en onaanvaardbaar. Haar opsomming van de vernederingen die Wilkens zijn slachtoffer heeft doen ondergaan heeft menigeen in de zaal kippenvel bezorgd. De OvJ is ook uitgebreid ingegaan op de hennepplantages, diefstal van elektriciteit en de opbrengsten van de hennepoogsten zijn ook uitgebreid aan de orde gesteld door de OvJ. Zij berekende het totale bedrag dat Wilkens verdiend moet hebben met de oogsten, na aftrek van de investeringen. Omdatik nog druk bezig was met het op mij in laten werken van alles wat die vuile hon met zijn slachtoffer gedaan had, heb ik de details over de wietpraktijken langs mij heen laten gaan. Nadat wij de bovenstaande tenlasteleggingen gehoord hadden gingen wij er allen van uit dat de OvJ een hoge straf zou eisen. Niets was echter minder waar. De eis was 18 maanden, met aftrek van 2 maanden voorarrest en het onmiddellijk weer in hechtenis nemen van de dader in afwachting van de uitspraak.

De zeer vrouwonvriendelijke advocate van Wilkens, mevr. Cremers, heeft in haar pleidooi geen spaan heel gelaten van het slachtoffer, Maida S. Haar cliënt is op alle punten onschuldig. Wilkens is een hardwerkende man, die elke ochtend om 5 uur uit bed moet om voor een uitzendbureau bij een bouwbedrijf te gaan werken.. Wilkens moet een hoge schadevergoeding betalen, is net in Drunen gaan wonen, waar hij probeert met zijn nieuwe vriendin een normaal leven op te bouwen. Wilkens had zelf niet de € 1000,- om Maida te lenen en heeft het uit meelij met haar bij iemand anders geleend Maida smeet met geld en had altijd financiële problemen.Maida staat bekend als een dwangmatig leugenaarster. Hoe kon Maida een kamertje huren in het bordeel huren als Wilkens haar Identiteitskaart had afgepakt? Ze moest zich daar immers legitimeren. Waarom is Maida niet weggelopen toen ze haar Identiteitskaart bij zich had in het bordeel? Waarom is Maida na de verkrachting niet meteen naar de politie gegaan om aangifte te doen, zodat er een DNA-onderzoek had kunnen plaatsvinden die de schuld van Wilkens zou bewijzen?Maida heeft de aanklachten tegen haar cliënt verzonnen om onder het betalen van haar schuld aan hem uit te komen. En ga zo maar door. Na het pleidooi van mevrouw Cremers, vraagt de rechtbank aan Wilkens of hij nog iets wil zeggen. Hoe kan het ook anders: Hij heeft het sinds zijn in vrijheidstelling heel moeilijk, omdat hij doordat hij in de gevangenis gezeten heeft bijna nergenHij probeert met zijn nieuwe vriendin zijn leven weer op de rails te krijgen, maar krijgt de kans niet, omdat zijn strafverleden weer tegen hem gebruikt wordt. Hij moet geld verdienen om de schadevergoeding aan de familie achter in de zaal te betalen, en bla, bla, bla…. Nadat Wilkens op de hem eigen slinkse wijze zijn zegje gedaan had trok de rechtbank zich terug om zich te beraden over de eis van de OvJ tot onmiddellijk in hechtenisneming van Wilkens. Na 10 minuten kwamen zij terug met de mededeling dat zij zich aansluiten bij de uitspraak van de Raadskamer en dat Wilkens tot de uitspraak niet in hechtenis wordt genomen. De uitspraak is over 14 dagen, woensdag 6 mei, om 10.00 uur. Nadat de rechtbank de ruimte had verlaten werd ons groep door een paar beveiligers de zaal uitgewerkt, om te voorkomen dat er weer een vervelende situatie zou ontstaan voor de dader. “Als je zijn achtergrond niet wist, zou je hem zo je portemonnee geven”, aldus een van de aanwezigen bij het verlaten van de zaal.; Het is voor mij, en met mij vele anderen, ONBEGRIJPELIJK dat deze vuile moordenaar van Justitie de gelegenheid gekregen heeft, om nog geen maand na zijn invrijheidstelling en nog geen 5 jaar na de moord op Robbert zulke ernstige delicten te plegen.

Bestaat er in ons rechtssysteem niets iets van een Reclassering, waar dit soort tuig zich na hun detentie moeten melden, of geldt de reclassering alleen voor inbrekers? Wilkens beklaagt zich over het feit dat hij bijna nergens werk kan krijgen, omdat hij voor moord in de gevangenis gezeten heeft. Het is ZIJN keus geweest om iemand koelbloeding van het leven te beroven. Denkt hij dat een bedrijf op een moordenaar zit te wachten om in dienst te nemen? Wilkens vindt dat hij door deze rechtszaak nu ook zijn werk bij het bouwbedrijf kwijt is. Het bouwbedrijf heeft hem een tweede kans gegeven, door hem, ondanks zijn strafverleden, toch in dienst te nemen. Hij pleegt weer ernstige delicten. Wat had hij anders verwacht? Op welke kans denkt hij nog aanspraak te maken? Wilkens vindt dat hij door zijn strafverleden de kans niet krijgt om met zijn vriendin, een normaal leven te gaan lijden. Wie geeft ons, ouders van vermoorde kinderen, ooit weer een normaal leven? Wilkens is een misdadiger en een gevaar voor de samenleving. De eis van 18 maanden is een lachertje. Over de uitspraak zullen we ons dus niet hoeven verbazen. Dit is ons Nederlands rechtssysteem en die arme Maida is vogelvrij verklaard. Ik heb een week gedaan over het schrijven van dit verslag. Door hoofdpijn, misselijkheid en hartkloppingen, die om de eerste plaats vochten tijdens het schrijven, kon ik het niet in één keer afmaken. Het was zwaar, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb.

Door: Wina Tjong Kim Sang moeder van
i.m. Robbert Tjong Kim Sang

Pim Fortuyn

6 mei 2009, was het zeven jaar geleden dat Pim Fortuyn werd vermoord.De journaliste Pamela Hemelrijk, destijds columniste van het AD, schreef daarover een artikel dat door haar hoofdredactie erd geweigerd. Pamela's sympathie voor Fortuyn kostte haar toen haar baan. Maar haar geweigerde column is nog steeds actueel. Zij was aanwezig bij de rouwplechtigheden rondom Pim Fortuyn in Rotterdam. Ze zag de tienduizenden mensen, onder wie zeer veel allochtonen, die het ervoor over hadden drieënhalf uur in een lange rij te moeten wachten alvorens ze langs de open kist konden lopen. Dat alles om een laatste blik te werpen op de man die op nooit eerder vertoonde wijze een heel volk weer in politiek had weten te interesseren. Pamela was gaan kijken omdat alle Nederlandse publieke tv-zenders in alle talen zwegen. Om te weten wat er in Rotterdam werkelijk gebeurde, moesten geïnteresseerden overschakelen naar buitenlandse zenders.

Bij de dranghekken trof Pamela een journalist aan van het Britse blad The Observer. Die stond het schouwspel verbijsterd gade te slaan. Hij liet zich de teksten van de spandoeken in het Engels vertalen. Zoals bijvoorbeeld: 'Stop de linkse dictatuur'. En toen citeerde de Engelsman uit een klassiek Schots gedicht de woorden: 'I saw a dead man win a fight'; Ik zag een dode de strijd winnen ... dat hij gelijk had, bleek ook uit de esultaten van de kamerverkiezingen, die enkele dagen na de moord plaatsvonden. De partij van Fortuyn won met een enorme zetelwinst. Het was het ultieme bewijs dat de kiezers genoeg hadden van de achterkamerpolitiek van onze hypocriete regeerders. Helaas was dit eclatante succes een eenmalige vertoning. In wezen bestond de Lijst Pim Fortuyn maar uit één persoon, en dat was Pim zelf. Hij heeft niet de tijd gehad bekwame mensen om zich heen te verzamelen en zo zijn succes een permanente basis te geven. Zijn partij ging aan onbekwaamheid en ruzies te gronde. Maar toch is de invloed van zijn ideeën nog ongeëvenaard groot. De dode vecht nog steeds. Zijn vroegere vijanden zijn inmiddels aan de haal gegaan met zijn ideeën en doen alsof ze het allemaal zelf hebben bedacht. Wat in 2002 nog een politieke doodzonde was, is thans een bespreekbaar probleem geworden. In dit licht moet dan ook het nieuwste boek over de flamboyante politicus Fortuyn gezien worden.

De schrijfster is Ine Veen en de titel luidt: 'MOORD, namens de Kroon?' Ine Veen, van huis uit ballerina en actrice, heeft jaren besteed aan de meest uitgebreide research. Ze wist de hand te leggen op honderden foto's, duizenden rapporten en verslagen, ondermeer de rechtbankdocumenten, het verslag van de gerechtelijk patholoog-anatoom en de processen-verbaal van de politie. Haar nieuwsgierigheid was gewekt door de unieke maar gruwelijke foto die door fotograaf Robin Utrecht werd gemaakt, weinige minuten na de aanslag. Fortuyn ligt op straat. Er komt bloed uit zijn hoofd, hals en borst. Maar de recherche is reedster plaatse en heeft al kleine bordjes geplaatst bij de lege patroonhulzen die naast het lichaam op de grond liggen. lne Veen verbaasde zich erover dat dit alles zo snel was geregeld. Alsof iedereen al in de startblokken had gestaan, wachtend op de dodelijke schoten .. De conclusies van de schrijfster zijn zonder meer schokkend. Ine Veen trekt een parallel met de moord op president Kennedy, op 22 november 1963 te Dallas. Ook daar was vrij zeker sprake van een samenzwering van hooggeplaatste politici, zakenlieden en onderwereldfiguren, die allen wat te vrezen hadden van de politieke ideeën van John Kennedy. Iedereen weet thans dat de zogenaamde dader Lee Harvey Oswald niet de belangrijkste moordenaar was. Hij moest alleen voor de moord opdraaien en was eigenlijk zélf een slachtoffer van het complot.Enkele dagen na de moord werd Harvey Oswald zélf 11 met pistoolkogels voorgoed het zwijgen opgelegd.

Bij de moord op Fortuyn heeft de gevangengenomen moordenaar Volkert van der G. vermoedelijk de rol gespeeld van de Nederlandse Harvey Oswald. De eigenlijke killer was een beroepscrimineel die van een veel grotere afstand Fortuyn door het hoofd heeft geschoten. Enkele seconden voordat Volkert de reeds stervende Pim Fortuyn op korte afstand van achteren doorzeefde. De naam van die huurmoordenaar wordt door de schrijfster zelfs vermeld. Het is de Libanees Abu Fatah, die 19 minuten na de moord in een donkerblauwe BMW geëscorteerd door politie met hoge snelheid naar Schiphol werd gereden. Met het woord Kroon in de vermelding 'MOORD, namens de Kroon?' bedoelt de schrijfster de hoogste regionen in de Nederlandse politiek. Die hadden veel te vrezen als Fortuyn aan het bewind zou zijn gekomen.. Zijn uitlatingen over zich weerzinwekkend verrijkende topmanagers, zijn rigoureuze plannen om de volksgezondheid, de krijgsmacht en het onderwijs te saneren, alsmede zijn aangekondigde acties tegen de zogenoemde 'welzijnsmaffia' waren genoeg om Fortuyn op een dodenlijst te plaatsen. Volkert van der G. komt over vier of vijf jaar vrij. Nooit heeft iemand de vraag gesteld waar hij, als uitkeringstrekker, het geld vandaan haalde om zich door de duurste advocaten te laten bijstaan. Wellicht dat het boek 'MOORD, namens de Kroon?' alsnog objectieve onderzoekers kan inspireren de politieke grauwsluier over Pims dood eindelijk te verscheuren. Dan pas heeft de dode professor zijn gevecht gewonnen.

In zijn boek'Babyboomers' zet hij zijn generatie, de vijftigers, te kijk als wereldverbeteraars die zakkenvullers werden. De idealisten van toen, de zakkenvullers van nu Blijmoedig bekritiseert hij alles en iedereen. Zinnen als De Nederlandse politiek is een groot incestueus circuit van bedenkelijk niveau rollen achteloos uit zijn mond. Want we doen het slecht. We slopen het onderwijs, verkwanselen de normen en waarden van de samenleving en we zien maar niet dat Nederland vol, vol, vol is. Pim Fortuyn, oud-minister, ombudsman, mediaman, televisiebaas en kopstuk in de PvdA, Marcel van Dam omschreef hem als de Eichmann van de jaren negentig, is de luis in de pels van de Nederlandse machthebbers. Zijn niet aflatende stroom boeken, columns en spreekbeurten teisteren de gevestigde orde. In zijn nieuwste boek 'Babyboomers' zet hij zijn generatie, de vijftigers, te kijk als wereldverbeteraars die zakkenvullers werden.Gesprek met een betweter van beroep:Om twijfel zitten mensen niet verlegen.” Je bent voor hem of je bent tegen hem, zo simpel is het met persoonlijkheid Pim Fortuyn, doctor in de sociologie, oud-hoogleraar aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. En velen zijn tegen, constateert de lange, slanke vijftiger met het kaalgeschoren hoofd nuchter. Met zijn wat zalvende stem informeert hij over de laatste stand van zaken:Kranten hebben tot op heden weinig aandacht besteed aan mijn 'Babyboomers'. Onbegrijpelijk vind ik dat. In mijn ogen is het gewoon LITERATUUR. Als ik mijn werk naast dat van Connie Palmen leg, dat I.M. van haar, tja, dan moet ik toch constateren dat ik een heel goed boek heb geschreven. Want wat heeft dat meisje Palmen gedaan? Ze heeft al haar emoties zomaar op papier geflikkerd. Dat vind ik zo pathetisch, dat vind ik helemaal niks. Maar de eerste druk van Connie Palmen bestaat uit 100.000 exemplaren en dat lijkt nog maar net genoeg. Uw eerste druk zal hooguit 10.000 boeken groot zijn en staat nummer 11 in de AKO top 20. Ziet u het wel helemaal goed?.

Nee, vatten doe ik dat niet. Ik kan alleen zeggen dat ik een man ben van een groot commitment, van een grote betrokkenheid bij de wereld om mij heen. En als er iets uit de tijd is dan is het natuurlijk commitment, dat ontbreekt dan ook volledig bij Palmen. Je leest haar en loopt weg zonder dat je er verder iets bij denkt. Bij Babyboomers kan dat dus niet. Ik ben een beetje het kwade geweten van mijn generatie. Babyboomers en daar bedoel ik alle gevestigden mee, van Kok tot en met Ed Nijpels als jongste hebben een grote mate van ongemak bij het terugkijken op hun verleden. "Waarom?" Omdat het uiteindelijk allemaal anders is gelopen dan men in den beginne dacht. Je moet constateren dat de generatie die vlak na de oorlog werd geboren en eind jaren zestig ten strijde trok tegen de macht nu zelf alle touwtjes strak in handen heeft. Ook ik behoor tot die generatie. Als studentenleider heb ik gevochten voor de democratisering van de universiteiten. Wij wilden een betere, rechtvaardiger wereld die bewuster zou omgaan met het milieu.En wat hebben we gecreëerd? Een wereld waarin alles om consumptie draait, waar materialisme de nieuwe afgod is en demilieubelasting gigantisch. Nee, we hebben vooral goed voor onszelf gezorgd. We hebben de beste huizen voor een habbekrats gekocht, de beste banen vast in handen. En waarschijnlijk zijn we de laatste generatie op wie dikke pensioenen liggen te wachten. Plus een prachtige oude dag, verzorgd en betaald door de jongeren van nu. Dezelfde jongeren die van ons te horen krijgen dat ze een baan voor het leven wel kunnen vergeten. Jullie zullen moeten werken met wegwerparbeids-contracten, houden we ze voor. En reken zelf niet op een goed pensioen of op een gezondheidszorg die vanzelfsprekend is. Fortuyn lacht geamuseerd. Relaxed zit hij in zijn werkruimte. Kostbare meubels, marmeren vloer. Klassieke muziek plus zijn stem die treiterig klinkt: En dus heeft jouw generatie pech, maar ja, jullie vechten ook niet hè. Jullie zijn een beetje verwekelijkt, te verwend.

Spottende, lichtblauwe ogen die dwingend, uitdagend kijken. Zo staat hij afgebeeld op veel van zijn boeken, de pose van een denker: hoofd iets naar rechts gebogen, lichtjes steunend op zijn hand en dan die babyblauwe ogen. Daar valt hij zelf ook op: blauwe ogen. Er zijn weinig vragen te bedenken die Fortuyn onbeantwoord laat. Hoeveel hij verdient? Geen probleem. Hij geeft zo'n vijftig lezingen per jaar plus zijn boeken en zijn columns. Dus reken maar uit en of we ook niet willen vergeten dat zijn beleggingsportefeuille nog veel meer oplevert. Weer die spottende ogen. Ik heb ook een verlengde Jaguar met chauffeur. En dat is dan de generatie die altijd weet te vertellen dat de jeugd van tegenwoordig zo hopeloos gespeend is van idealen, zo nix. Nee dan zij vroeger. Een beetje goedkoop. Ho, maar vergeet niet dat wij met ook met niks begonnen in die aangeharkte samenleving die Nederland was in de jaren vijftig. Er was niks. Wij hebben die vrijheid bevochten. Jij kunt je niet eens meer voorstellen dat er mensen voor een half jaar achter de tralies verdwenen omdat ze hasj hadden gerookt. Had je geen bel op je fiets, dan moest je maar gaan lopen van Bromsnor. Dan kwam-ie ook nog achter je aan om te controleren of je wel echt liep. Nee, het was een benepen zooitje, totaal verzuild. Wij hebben als beweging de ontkerkelijking in gang gezet. Mijn generatie heeft vooral veel taboes doorbroken. Dat is erg roerend, maar niet het hele verhaal. In 'Babyboomers' hekelt u zelf het verval van de normen en waarden in onze samenleving. U beschrijft de problemen van de arme stads-wijken met grote groepen buitenlanders die nooit zijn geïntegreerd.

En u hekelt de verpaupering van het onderwijs: vroeger opvoedingsinstituut, nu leerfabriek. Ook dat zijn de vruchten van de baby-boomers. Ja. Maar zo kun je dat dus niet zien. Nogmaals, we hadden indertijd de beste bedoelingen. Ik wil hier Mao wel citeren: laat duizend bloemen bloeien. Dat was wat we deden. Mijn generatie was een roos die heel lang in de knop zat en daar plotseling en hevig uitknapte. Wat we niet zagen, was wat een Duits gezegde zo mooi verwoordt: Jede Konzequenz fuhrt zum Teufel. Of zoals een sociologische wet het stelt: Alles wat in den beginne goed is, verkeert uiteindelijk in zijn tegendeel. Uw generatie de huidige machthebbers heeft wellicht veel taboes doorbroken, maar er weinig opbouwends voor in de plaats gezet. En dat kun je ons kwalijk nemen. We zijn gestopt met opvoeden. Babyboomers vonden dat kinderen ook rechten hadden en daarin zijn ze stevigdoorgeschoten. Zei het kind nee, dan was dat zo en moest het gerespecteerd worden. Het gevolg is dat we met tot op het bot verwende jongeren zitten die het nu voor hun kiezen krijgen. Hetzelfde geldt voor de integratie van de buitenlandse werknemers die hopeloos heeft gefaald. Het is lang de tijdgeest geweest dat we vooral hun eigenheid moesten respecteren. Ze hoefden niet eens Nederlands te leren. Het gevolg laat zich raden: ze zitten in de kelder van de samenleving met ook voor hun kinderen nauwelijks kansen op de arbeidsmarkt. Met alle gevolgen van dien. Met dank aan uw generatie. Maar jongetje toch, het is nog steeds de tijdgeest. In mijn boek 'Tegen de islamisering van onze Cultuur' zeg ik bijvoorbeeld dat het helemaal niet zo onschuldig is dat islamitische vrouwen met hoofddoeken door mijn volksbuurt moeten lopen. Het is niet alleen een cultureel verschil dat we hier toestaan. Die vrouwen worden ook onderdrukt in hun mogelijkheden. Een islamitische samenleving staat fundamenteel haaks op de onze.

Wij hebben kerk en staat van elkaar gescheiden. Die strijd was nodig en heeft rivieren van bloed gekost. De islam accepteert een dergelijke scheiding niet.Fundamentalistische islamitische regimes zijn per definitie anti-democratisch. Toen ik dat geschreven had, werd er toch een hoop vuil over me uitgestort. Marcel van Dam, de VARA-coryfee, noemde me tijdens een tv-debat de Eichmann van de jaren negentig. Journalisten van regionale dagbladen zijn bij mij in de straat gekomen, hebben de buren geïnterviewd over wat voor een verdacht sujet die Fortuyn wel niet moest zijn. Het blijft een tricky onderwerp, maar iedereen is er nu wel over eens dat bijvoorbeeld asielzoekers verplicht Nederlands moeten leren. Oh en zie jij dat gebeuren dan? Er zitten vreselijk veel leraren thuis op wachtgeld en er is juist een groot tekort aan docenten. Als ik minister van Sociale Zaken was, zou ik tegen de minister van Onderwijs zeggen: geef mij die lijst met wachtgelders eens. Ik zou een Deltaplan starten voor de integratie van alle buitenlanders op sociaal, cultureel, onderwijskundig en economisch gebied. Alleen zo geef je ze de kans volwaardig mee te draaien. En dat mag veel geld kosten. Zo'n 20 miljard bijvoorbeeld: de kosten van de totaal overbodige Betuwelijn en die geplande Maasvlakte. Overbodig? Dat weet u dan als een van de weinigen. Ach welnee. Keer op keer heb ik aan de machthebbers gevraagd: reken me nou eens voor hoe je die investeringen terugverdient. Kunnen ze niet. En het kan ook niet. Voor honderd kilometer spoorlijn willen ze 10 miljard gulden betalen, terwijl een hoogleraar als Van der Pos heeft uitgerekend dat je dezelfde hoeveelheid vracht nu al via het water binnen een dag naar Duitsland kan vervoeren. Bovendien verdienen we niets met dit soort vervoer; sterker, we leggen erop toe. Waarom snapt u dat allemaal wel, en al die domme beleidsmakers niet?.

Omdat dat OSM is, Ons Soort Mensen, dat dat onderling wel eventjes regelt. Die hele Betuwelijn wordt ons door de strot geduwd door Neelie Kroes en Bram Peper met wie ze toevallig getrouwd is. En dan heb je nog de directeur van de Rotterdamse Kamer van Koophandel die het een goede zaak vindt, en voort marcheert het plan al. Totaal ondoorzichtig voor de buitenwereld. Alles komt terecht in die ambtelijke stroperigheid die de Nederlandse politiek zo kenmerkt. De gewezen hoogleraar Fortuyn die onder grote druk zijn leerstoel arbeidsrecht aan de Rotterdamse universiteit moest opgeven omdat hij volgens de financiers van die leerstoel een te onafhankelijke koers voer berijdt zijn stokpaardje als hij komt te spreken over de grote vloek van onze tijd, het onderwijs geheten. Kan iemand me uitleggen waarom een school in Wassenaar recht heeft op evenveel leerkrachten als een zwarte school hier in mijn wijk Feijenoord? Waar slaat dat op! Zwarte scholen moeten hooguit tien, twaalf leerlingen per klas hebben. Nu hebben onderwijzers op dertig kinderen tien, twaalf nationaliteiten in hun klas. Dan zijn ze toch niet meer dan een veredelde oppas. En waarom moeten scholen toch steeds groter worden? Ik ken een voorbeeld in Velp, een school, 1500 leerlingen. Alle dorpsscholen zijn afgeschaft en die nieuwe fabriek staat natuurlijk weer op zo'n onmogelijke plek. Kinderen kunnen er niet meer op de fiets naar toe, ze gaan op de achterbank naar de fabriek die zich enkel beperkt tot hetstorten van kennis. Opvoeden, vormen in mijn tijd belangrijke waarden het is er niet meer bij. Welke gekken hebben dat allemaal bedacht? Pim Fortuyn staat op van zijn werkstoel en giet het laatste restje thee in zijn kopje. Het is zijn generatie die het allemaal bedacht heeft. Deleeftijdsgenootjes die, net als hij, zo goed voor zichzelf zorgen. Natuurlijk, zo relativeert hij zichzelf wat, natuurlijk kun je ze niet van alles de schuld geven. De mondialisering die van dewereld een dorp maakt, die alle technologisch mogelijke ontwikkelingen goed of fout ook laatgebeuren, mag je niet op rekening van de babyboomers schrijven. Maar wel weer dat alles groter en groter moet zijn.

Fortuyn heeft zijn eigen programma al lang in de kast staan voor het geval hij ooit minister-president zou worden. Hij zou de vader en moeder van Nederland worden. Normen en waarden terug, cultuurbesef wakker schudden en hij zou kleinschaligheid prediken opdat buren hun buren weer zouden leren kennen. Op die manier zou er weer hart voor de omgeving ontstaan. Fortuyns ideeën zijn de moeite van het lezen veelal waard. Of je het met hem eens bent of niet, hier is een denker aan het woord. Een denker die serieus wordt genomen dan wel serieus wordt bestreden. Op details makkelijk aan te vallen, maar niet snel op de visie.Toch zullen zijn staatsrechtelijke gedachten, neergelegd in Babyboomers, niet snel ingang vinden bij menig lezer. Het boek ruim 300 bladzijden laat zich lezen als een boeiende autobiografie compleet met blauwdruk over hoe het nu verder moet met ons land.Denkt u dat u nog ooit minister-president zult worden? Hij lacht. Wie weet, tegen de tijd dat mensen hem kunnen kiezen, misschien wel. En op welke partij denkt u op de komende Kamerverkiezingen te stemmen? Op het CDA of de VVD, daar ben ik nog niet helemaal uit."Het CDA?" Ja, vanwege de normen- en waarden-kwesties.

Door: vrienden van

Een baby op je 50ste

Door Mieke en Rini van Dorst i.m. Sabrina
Wat is het heerlijk om Oma en Opa te zijn en alleen leuke dingen met je kleinkind te doen.Dat vond ik ook toen in 2000 mijn kleinzoon werd geboren.Helaas kwam daar abrupt een einde aan toen mijn dochter in 2001 om het leven werd gebracht.Op dat moment besloten mijn man en ik om de kleine van net 8 maanden bij ons te nemen.Met al ons verdriet en gemis voeden we hem al 10 jaar op.
 
Alles waar je vroeger als ouders voor stond doen we nu weer, gebroken nachten omdat hij last van zijn tandjes had of als hij ziek was en dat valt zwaarder als je ouder bent.Heen en weer naar zwemles en sport en school.Hulp van anderen is er nooit echt geweest en dus zaten we vaak thuis, onze uitjes bestonden uit iets voor hem i.p.v. iets wat bij onze leeftijd past.Onze kleinzoon had een hechtingsprobleem, omdat kinderen rond het half jaar gaan hechten aan de voor hun vertrouwde persoon en omgeving, zijn Mama stierf net in die periode.Dat vergde geduld en aandacht en zorg. Vrienden van onze leeftijd doen andere dingen in hun vrije tijd, die vriendschappen verwaterden dan ook al snel.Bij de ouders van school hoor je ook niet echt bij, dat maakt dat je soms het gevoel hebt nergens bij te horen.We doen en laten alles om hem een zo normaal mogelijke jeugd te geven, dat betekent jezelf vaak wegcijferen, uit liefde voor onze kleinzoon.Je hoort vaak dat kinderen die geen ouders meer hebben in een pleeggezin komen en je ze als Opa en Oma een keer in de maand ziet en met alle respect voor alle pleegouders, ik ben blij dat hij bij ons op kan groeien.Zodat hij alles over zijn Mama kan horen en langzaamaan te horen krijgt hoe zijn Mama is gestorven en hem daarbij kunnen begeleiden.We voelen ons nu ouders i.p.v. Opa en Oma, we moeten soms streng zijn en hem dingen weigeren, terwijl je hem eigenlijk liever lekker zou verwennen, maar dat zou niet goed voor hem zijn.Ik zou graag willen dat hij nog een andere Opa en Oma had die dat af en toe zouden doen, helaas heeft hij die niet.Ons leven ziet er anders uit, we leven vaak niet voor onszelf, alles staat in het teken van kinderen, vriendjes die komen spelen, verjaardagsfeestjes, we zijn altijd onder de kinderen en
dat is leuk.Maar soms verlangen we wel eens heel even naar rust en ruimte voor onszelf.
Mieke en Rini

Door Sabrina voor Jari

Door: Sabrina Huisman i.m. Jari Huisman

Sabrina, moeder van de vermoorde Jari met haar huidige vriend Erwin

Dader wil vaker contact met slachtoffer dan andersom

Door Bianca Nooijens (dochter en zus van) i.m. José en Regina van Vugt
Slachtoffers van een misdrijf maken weinig gebruik van de mogelijkheid tot een gesprek met de dader. Het zijn vooral de veroordeelden die zich melden bij Slachtoffer in Beeld (SiB), de organisatie die de ontmoetingen regelt.
Vorig jaar kwam 86 procent van de aanmeldingen van daders, blijkt uit het SiB-jaarverslag. Er meldden zich 863 daders, tegen 140 slachtoffers die zouden willen praten of schrijven met de persoon die hen heeft neergeslagen of beroofd, of een naaste heeft gedood. Het percentage slachtoffers (45 procent) dat ingaat op het verzoek van de dader is vrijwel even groot als het percentage daders (48 procent) dat ingaat op het verzoek van een slachtoffer.
Dat relatief weinig slachtoffers het initiatief nemen, komt volgens Slachtoffer in Beeld doordat er meer organisaties zijn die zich bezighouden met daders of daderhulpverlening dan met slachtofferzorg. Hierdoor zijn meer daders op de hoogte van de mogelijkheid voor een gesprek.
Slachtoffers melden zich vooral aan via Slachtofferhulp Nederland, die slachtoffers na een misdrijf of ongeval bijstaat. ,,Maar in dat stadium is het vaak te vroeg voor iemand om aan een slachtoffer_dadergesprek te denken'', aldus een woordvoerder.
Het kan lang duren voordat er behoefte is om te praten, vaak pas na een juridische procedure. Slachtofferhulp ondersteunt het slachtoffer dan niet meer waardoor diegene geen informatie krijgt over de gesprekken.
De slachtoffer_dadergesprekken zijn in 2007 landelijk ingevoerd. Toenmalig justitieminister Piet Hein Donner benadrukte dat vooral slachtoffers baat kunnen hebben bij deze ontmoetingen, omdat ze kunnen helpen de gebeurtenis te verwerken.
Dat het initiatief vooral van daders komt, wil niet zeggen dat de gesprekken geen nut hebben, vindt Joost Eerdmans, voormalige Tweede Kamerlid en oprichter van het Burgercomité tegen Onrecht, dat de belangen van slachtoffers en nabestaanden van ernstig geweld behartigt. ,,Het slachtoffer is er bij gebaat als de dader wordt geconfronteerd met wat hij iemand heeft aangedaan'', zegt Eerdmans. ,,Dat gebeurt nu te weinig.''
Het aantal contacten blijft overigens ver achter bij de verwachting. Donner rekende destijds op 1500 gesprekken per jaar. In het eerste jaar waren er 184 ontmoetingen, in 2008 371 en vorig jaar 483.
Om meer slachtoffers te bereiken wil Slachtoffer in Beeld lotgenotengroepen benaderen en informatie via arrondissementsparketten te verstrekken. Daarnaast werkt het ministerie van Justitie aan een folder waarin slachtoffers die aangifte doen bij de politie meer wordt verteld over de bemiddelingen.

Weinig slachtoffers van een misdrijf nemen het initiatief tot een gesprek met de dader. Het is vooral de veroordeelde die contact wil. ,,Ik wil niet met hem in één ruimte zijn.''

Het verzoek van de moordenaar kwam uit het niets. Of Bianca ervoor voelde eens met hem te praten. Dan kon hij uitleggen waarom hij twee van haar familieleden had gedood. ,,Alles werd opgerakeld. Ik was misselijk, kreeg weer keel- en rugpijn net als de eerste jaren na de moorden'', vertelt Bianca*.
Ook wilde hij zijn excuses aanbieden, las Bianca in de brief die de organisatie Slachtoffer in Beeld (SiB) namens de veroordeelde had gestuurd. Bianca: ,,Dat hij wil praten vind ik eng. Ik wil niet met hem in één ruimte zijn.''
Zo denken meer slachtoffers, weet begeleider Annemoon Segers die sinds 2007 namens SiB zogeheten slachtoffer_dadergesprekken organiseert.
,,Er zijn slachtoffers die niet meer aan de gebeurtenis willen denken. 'Ze weten niet wie ik ben en dat wil ik graag zo houden', is een vaak gehoorde uitspraak.''
Vorig jaar was er in 463 gevallen wél contact tussen slachtoffer en dader, in levenden lijve of via een briefwisseling. Dat is meer dan voorgaande jaren en het contact wordt vaak door beide partijen als positief ervaren, aldus SiB. Zowel het slachtoffer als de dader kunnen het initiatief nemen. In veruit de meeste gevallen neemt de dader de eerste stap.
Maar bijna de helft van de pogingen _1050 afgeronde zaken in 2009 _ loopt op niets uit. Omdat iemand niet is te vinden, één van de partijen geen behoefte heeft aan contact, of de dader niet gemotiveerd is. ,,Wanneer blijkt dat een dader alleen wil deelnemen om zijn eigen geweten te sussen en het slachtoffer hem eigenlijk weinig interesseert, zal de bemiddelaar het traject stopzetten'', aldus SiB-woordvoerder Anne-marie Zegers.
Voormalig justitieminister Piet Hein Donner voerde de gesprekken-op-vrijwillige-basis in 2007 landelijk in. Uit de evaluatie van enkele proefprojecten, waarin slachtoffers vooral contact met jeugdige daders contact hadden, bleek dat deze gesprekken kunnen bijdragen aan de verwerking van het delict door het slachtoffer. Voor daders geldt dat zij de kans krijgen berouw te tonen en zich kunnen voorbereiden op hun terugkeer in de maatschappij. Sinds vorig jaar bestaat ook voor volwassen daders de mogelijkheid om zich aan te melden.
,,Sommige mensen zullen er ongetwijfeld baat bij hebben'', zegt Ybo Buruma, hoogleraar strafrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ,,Maar dat slachtoffers een punt kunnen zetten achter wat er is gebeurd, dat geloof ik gewoon niet. Zeker niet bij zware geweldsdelicten.''
De indruk dat de meeste slachtoffers geen trek in contact hebben, klopt volgens de SiB niet helemaal. ,,Een toenemend deel is wel bereid tot contact, omdat zij vragen hebben die alleen de dader kan beantwoorden'', aldus Zegers.
Het gaat dan om vragen als: 'waarom ík', 'waarom gebruikte je zoveel geweld', 'had je me vooraf al in de gaten gehouden'?
Ook hebben slachtoffers volgens SiB vaak de behoefte om aan de dader te vertellen wat de gevolgen van het misdrijf zijn geweest. ,,Door deel te nemen aan een bemiddeling laat het slachtoffer aan de dader zien: ik ben er ook nog! Slachtoffers pakken hiermee de regie op hun leven weer terug'', aldus Zegers.

John Blad, universitair hoofddocent strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, is overtuigd van het nut van de gesprekken. Maar de huidige vorm gaat hem niet ver genoeg. ,,Nu zitten er aan het gesprek geen consequenties vast voor de dader'', aldus Blad. ,,Er zou veel meer worden bereikt als er overeenkomsten worden gesloten over schadevergoedingen en bijvoorbeeld het werken aan een verslaving.''
Maar dit zou ook het doel van het gesprek -openheid, uitleg en excuses aanbieden- kunnen vertroebelen, stelt Antony Pemberton, senior onderzoeker slachtofferzorg aan de Universiteit Tilburg. De dader zou zich berekend kunnen opstellen in de hoop op een lichtere straf. ,,Dan wordt het slachtoffer voor de gek gehouden, daar zie ik geen rechtvaardigheid in'', zegt Pemberton.
Voor Bianca is en blijft het antwoord 'nee'. ,,Hij heeft nooit berouw getoond. Ook niet tijdens de rechtszaak'', zegt ze. ,,Hij moet nog een paar jaar zitten en ik heb het idee dat hij zich voorbreidt op de vrijlating. Volgens mij doet hij het vooral voor zichzelf, niet voor mij.''

PRATEN MET DE DADER

De slachtoffer_dadergesprekken werden in 2007 landelijk ingevoerd. Sindsdien is het aantal gesprekken jaarlijks gestegen, blijkt uit de jaarverslagen van de organisatie Slachtoffer in Beeld (SiB). In 2007 waren er 184 ontmoetingen, het jaar daarop waren dat er 371 en in 2009 483.
Slachtoffer_dadergesprekken zijn mogelijk bij zowel relatief lichte misdrijven zoals diefstal, als bij zware misdrijven zoals verkrachting en moord. Van een dodelijk slachtoffer kunnen de nabestaanden een gesprek voeren met de dader.
Het gesprek is grofweg onder te verdelen in vier fasen:
1. De begeleider brengt met beide partijen het misdrijf in kaart. Beiden vertellen wat er is gebeurd , hoe ze dit ervaren hebben en wat ze er bij gevoeld hebben.
2. Vervolgens vertellen beiden aan elkaar wat de gevolgen van het delict voor hen zijn (geweest).
3. Dan kunnen ze vragen stellen aan elkaar en dingen bespreken 'die nog niet zijn gezegd'.
4. Tot slot wordt er gepraat over hoe ze zich zullen opstellen tot de ander wanneer ze elkaar op straat tegenkomen.

Spreekrecht domper voor nabestaanden

Door Door Johan van den Dongen i.m. Pascal Keijzer
Het spreekrecht voor nabestaanden in de rechtszaal moet veranderen, want in de huidige vorm is het een wassen neus. Dat vindt Jack Keijzer, vader van de in 2007 vermoorde Pascal 16)  en lid van het Burgercomité tegen Onrecht.

In een strafzaak tegen een verdachte van moord of doodslag mag een familielid van het slachtoffer het woord nemen om te zeggen wat hij voelt, niet wat hij vindt. Spreken over de daad of rechtstreeks het woord  richten tot de verdachte is uit den boze. Daar wringt de schoen voor Keijzer, die namens het burgercomité een beroep doet op de politiek om de wet aan te passen. „Want onder deze voorwaarden stelt het spreekrecht niet veel voor”, zegt Keijzer. „Wij vinden dat er meer ruimte moet zijn om bepaalde zaken over de daad en over de verdachte te zeggen. Dit alles natuurlijk binnen de grenzen van het fatsoen. Van schelden of vloeken in de rechtszaal wordt niemand wijzer.”

Keijzer krijgt bijval van strafrechthoogleraar prof. mr. Ybo Buruma, die niet bepaald bekendstaat als een groot voorstander van het versterken van de rechten van het slachtoffer. Buruma: „Ik zou het redelijk vinden als bijvoorbeeld bij levensdelicten en bij verkrachtingen de positie van broers en zussen van de overledene, of die van opa’s en oma’s, wordt versterkt.” Keijzers zoon Remy kreeg geen toestemming van de rechtbank om iets te zeggen.

De toen 14-jarige broer van Pascal wilde graag voorlezen: ’Voor het eerst in mijn leven heb ik iemand dood gezien.

Pascal. Mijn eigen, grote broer. Met bandensporen op zijn been, zijn hoofd en zijn borst vol met bloed. Zij hebben mijn leven en dat van mijn ouders en familie kapotgemaakt.

Hoe voelt het nu om een
jongen van zestien te vermoorden? Mijn gevoel zegt dat jullie heel diep gezakt zijn, de pot op kunnen, want jullie hebben mijn broers leven en dat van mij compleet vernacheld. En dan nog ontkennen ook! Opeens ben ik niet meer de jongste. Opeens ben ik ook niet de oudste. Opeens ben ik alleen.  Voor altijd alleen’. Remy mocht de tekst niet uitspreken. Keijzer: „De rechtbank heeft het botweg geweigerd, met een simpele verwijzing dat maar één naast familielid mag spreken. Bovendien moest het niet onnodig emotioneel worden.” Keijzer en het burgercomité willen ook dat nabestaanden een voorstel mogen doen over de straf. „Als de opgelegde straf afwijkt, zou de rechter dat moeten motiveren”, vindt Keijzer. Hoogleraar Buruma zegt gevoelsmatig geen voorstander te zijn van een strafvoorstel door nabestaanden. „Maar juridisch zie ik er niet veel bezwaar tegen. Het levert ongetwijfeld een verandering op in ons stelsel, maar er is iets voor te zeggen dat die verandering nu maar eens moet komen. Zo’n aanpassing brengt niet de rechten van de verdediging in gevaar en bevestigt wel de rechten van het slachtoffer.”

Door Nathalie vd Laan voor Theo van Berlo

Koude douche dat blunderende agenten gerehabiliteerd zijn

Door Lily Wadners i.m. Marlies van der Kouwe
Het ergste is de nachtmerrie van een ouder: je kind vermoord. Een mens moet er niet aan denken. Maar Lily Wadners denkt er dag en nacht aan: voor haar is het de keiharde en ondraaglijke realiteit. Haar mooie dochter Marlies werd in 2008, 24 jaar jong, bruut van het leven beroofd. Het nieuws over Joran van der Sloot, dat hij de Peruaanse Stephany Flores (21) heeft vermoord, komt bij haar dan ook dubbel zo hard aan. Zeker in deze week, dat ze, stomtoevallig, ook nog hoort dat de blunderende agenten in de moordzaak van haar dochter Marlies gerehabiliteerd zijn. Om Marlies vertelt ze haar verhaal. „Zodat ze geen dossierstuk wordt.”

„Haat ken ik niet”

Treffend is de gelijkenis met haar dochter Marlies. Lily Wadners lijkt een oudere uitgave van het portret op de vensterbank. „Misschien is Marlies daardoor nog meer een stuk van mezelf.” De levenslust spat uit de sprankelende ogen op de foto. Mooie meid, aan het prille begin. Maar Marlies van der Kouwe werd niet ouder dan 24 jaar.

In de nacht van 20 op 21 september 2008 werd ze op Bonaire om het leven gebracht. Vier kwellende weken zou het duren voor haar ontzielde lichaam werd gevonden. „Wat daar nog van over was.” Zo cru als haar moeder het zegt, zo is het. „Op dagen als deze, waarop alles bij elkaar komt, denk ik wel eens: goh, dat ik nog leef.”

Dagen als deze: „JanWillem, mijn zoon, kwam beneden met het bericht: ’Mam, die Joran van der Sloot heeft een Peruaanse vermoord…’ Hij volgt dat nieuws op de voet. Psychopaat Joran, ik keek er niet van op. Een kwartier later kwam Jan-Willem weer naar beneden, ontdaan. Op internet had hij gelezen dat de twee agenten die ontslagen waren vanwege hun blunders in het onderzoek naar de moord op Marlies, gerehabiliteerd werden. En ik wist niet eens dat ze hun ontslag hadden aangevochten. Kapot ben ik er niet van, maar het is een koude douche.”

„Marlies was apothekersassistente en studeerde hbo-rechten. Toen ze opperde om voor een tijd naar het Antilliaanse eiland Bonaire te gaan, riep ik meteen enthousiast: ’Moet je doen!’ Daarvan heb ik elke dag spijt en ik voel me schuldig, al weet ik dat ik dat niet moet doen. Tegen Curaçao of Aruba zou ik meer bezwaar hebben gehad, dat voelt onveiliger. Maar Bonaire, waar nooit iets gebeurde… En ze was 24. We kennen het eiland goed, Marlies is er geboren, heeft er haar eerste stapjes gezet. Schuin tegenover het huis waar ze ter wereld kwam, is ze gestorven.”

Drie weken na haar aankomst had ze haar draai gevonden: „Een baan in de apotheek en ze was bevriend geraakt met twee Nederlandse meisjes, stagiaires. Die zaterdagavond was ze met hen uit geweest, tegen half twee was ze alleen naar huis gefietst. Over een goed verlichte weg hoor, hier in Leusden had ze meer risico gelopen. Ze was op een paar meter na thuis toen de dader, Ryan Pietersz, haar van de fiets sleurde. Tenger als ze was, moet ze zich als een tijgerin verweerd hebben. Als klein kind al deed ze niets wat ze niet wilde. Voor de rechtbank zei Pietersz later dat ze eigenwijs was.” In haar glimlach strijdt
trots met verdriet.

Worsteling

„Werknemers van het Water- en Elektriciteitsbedrijf hebben de worsteling gezien en haar drie keer om hulp horen roepen. Om bij haar te komen, moesten ze helemaal om het gebouw heen rennen, ze zaten achter een hoog hek met prikkeldraad, maar ze hebben meteen de politie gealarmeerd. Toen was hij al met haar weggescheurd op de scooter. De politie arriveerde twintig minuten later en trof alleen haar fiets en haar slipper aan. Proces-verbaal hebben ze niet gemaakt, de agenten dachten aan een ruzie in de relationele sfeer.” Het juridisch jargon is haar eigen geworden.

„Drie uur voor haar dood had ik haar nog aan de telefoon. ’Dag mam…’ zei ze”

„Op zondag had ze met haar vriendinnen een brunchafspraak en toen Marlies niet kwam opdagen, zijn zij gaan zoeken. Die middag nog gaven ze haar op het politiebureau als vermist op. Moet je nagaan: twee meldingen over een blond meisje achter elkaar en de politie deed nog niets. Een ernstige inschattingsfout. Pas toen Marlies maandagmiddag niet op haar werk kwam, kwamen ze in actie. De politie heeft 36 kostbare uren verspild. Pietersz kreeg zo de tijd om haar stoffelijk overschot weg te werken en deels te verbranden. Mij doet het vooral verschrikkelijk veel pijn dat mijn kind, ver van huis, in doodsnood, zo in de steek werd gelaten.”

„Haat en wraak ken ik niet, ik gun iedereen een toekomst. Maar het is verdrietig dat mij niet eens is verteld dat die agenten hun ontslag hebben aangevochten, want het gaat mij wel aan. Ik ben het niet eens met de rechter, en meer mensen met mij, ik heb begrepen dat er hoger beroep is ingesteld.” Haastig: „Over de rest van het politieteam ben ik overigens juist erg te spreken, hoor. Voor hetzelfde geld was haar lichaam nooit gevonden!”

Was Marlies nog in leven geweest als de agenten er met gillende sirene achteraan waren gegaan? „Ik weet het niet, de tijd tussen half 2 en half 5 ’s nachts is kwijt. Pietersz vertelt steeds iets anders, gelooft in zijn eigen leugens. Heeft Marlies nog vijf minuten geleefd of drie uur? Was ze buiten bewustzijn? De waarheid zullen we nooit weten, misschien is dat het ergste. Wísten we het maar, hoe erg het ook is. Nachten lig ik wakker om me in te leven in wat Marlies moet hebben doorstaan.”

Lily Wadners is een realist: „Ik snap dat de politie niet altijd onmiddellijk uitrukt, meisjes lopen ook wel eens gewoon weg. Maar als ik de berichten over Milly Boele lees, komt het bij mij dubbel hard aan. Dan kan ik amper werken, wil ik haar ouders wel omarmen. Maar wat moeten zij met mijn verdriet? De Twentse Joanne Noordink die maanden vermist was, en alles wees op een misdrijf. Die oude zaak, Willeke Dost, de aanwijzingen die er niet om liegen. Nu de Peruaanse Stephany Flores, en steeds weer Natalee Holloway… In wat voor wereld leven we?”

Tijdens haar nachtdienst in het ziekenhuis stonden er twee politiemannen voor haar neus. „Ik dacht eerst dat één van mijn andere kinderen een ongeluk had gehad, maar ze zeiden dat Marlies ontvoerd was. Ik wist meteen dat ze dood was. Ontvoerd kon niet, wij zijn geen rijke familie. Met mijn ex-man, de vader van Marlies, ben ik in shock in het vliegtuig gestapt.”

Zenuwslopend

Had de politie de dader direct op de korrel, het zou vier zenuwslopende weken duren voor ze er via een list achter kwamen waar Marlies lag. „Bonaire is klein, maar onherbergzaam. Als ze niet was gevonden was ik daar gebleven. Natuurlijk gonsde Natalee Holloway steeds door mijn hoofd, en Natalees moeder.”

„Ik denk aan de moeder van Joran, ze moet door een hel gaan”

De pers zag de parallellen ook, linkte snel: mooi meisje vermist op paradijselijk Antilliaans eiland, een verdachte, geen lichamelijk overschot… Zelfs de Amerikaanse Fox-tv maakte jacht op de familie van Marlies, haar ouders, haar zus Nienke werd achtervolgd: „Het verschil met Natalee is dat Marlies niet vrijwillig met de man is meegegaan. En wij hebben zekerheid, een graf in Nederland. Op Bonaire, op de plek waar ze werd gevonden, is ze het dichtst bij me. De vogeltjes, de natuur daar, zo lieflijk, je kan het je niet voorstellen… Een engel vermist in het paradijs, al die weken dacht ik dat. Die plek blijft van ons, van ons alleen. We hebben er een boom geplant.”

Lily woonde alle rechtszittingen bij. „Heen en weer naar Bonaire, al met al ben ik er een half jaar geweest. Eén keer zat ik pal achter de dader, ik had hem kunnen aanraken. Vroeger zei ik altijd dat ik degene die mijn dochters iets aan zou doen, zou vermoorden. Ik gaf Marianne Bachmeier, de Duitse die de moordenaar van haar dochtertje doodschoot in de rechtbank, groot gelijk. Maar je doet het niet, een mens vermoorden. Als ik met iemand medelijden heb, is het met de moeder van Pietersz. Als je kind vermoord wordt, dat is verschrikkelijk. Maar als je kind een moordenaar ís… Ik denk ook aan de moeder van Joran van der Sloot. Ze moet door een hel gaan.”

Pietersz kreeg celstraf. „Eerst had hij levenslang, in hoger beroep werd dat 30 jaar.” Grimmig: „Omdat hij nog jong was, 27 jaar, en nog een toekomst had. Hij wel. Hij zit in gevangenis Bon Futura, Goede Toekomst, op z’n Papiaments. En dat is beslist geen hotel. Ik ben blij dat hij daar is gestraft, in Nederland zijn de rechters softer. Ik ben tegen de doodstraf, ik heb liever dat hij dertig jaar nadenkt over wat hij Marlies heeft aangedaan.”
Depri

Voetbalvlaggetjes hangen in de tuin, haar zoon heeft ze opgehangen. „Maar het WK, verkiezingen, nieuws, het interesseert me geen bal. Mijn wereld is klein geworden. Voor mijn kinderen moet ik mijn leven oppakken, als ik depri op de bank zit, doen zij ook niets. Maar op Bonaire heb ik wel even gedacht: ik vertrek…”

Dochter die geen dag uit haar gedachten is. „Ik kan over Marlies blijven praten. Als ik tijdens het werk even niet aan haar heb gedacht, voel ik me schuldig. Dat sta ik mezelf niet toe. Terwijl ik weet dat het een normaal proces is.” Voor Marlies vertelt ze haar verhaal: „Ik wil niet dat ze de dossierstatus krijgt, dat het gaat over ’de dame in kwestie’. Nee. Het is Marlies! Lief en bijzonder. Ik wou dat je haar gekend had.”

Twee pasfotootjes in lijstjes naast elkaar, een wolk van een baby die uitgroeide tot de mooie jonge vrouw naast haar: „Haar eerste pasfoto, voor haar identiteitskaart, werd gemaakt op Bonaire. En deze pasfoto is op vrijdag, de dag voor haar dood, in dezelfde studio gemaakt… Drie uur voor ze door die Pietersz van haar fiets werd getrokken, had ik haar nog aan de telefoon. Ik zou haar opzoeken in januari. Met ’nou, dag mam’ hing ze op. Die woorden hoor ik nog steeds. Nou, dag mam.”

In haar woning in Koog aan de Zaan vertelt moeder Minke

Door: Minke van de Ven i.m. Nadia van de Ven
In haar woning in Koog aan de Zaan vertelt moeder Minke over de loodzware jaren na de moord op haar dochter.
De brute moord op haar dochter Nadia (25) in 2002 zal moeder Minke van de Ven (66) altijd blijven achtervolgen. Toch wil ze niet verteerd worden door haat en wrok.
Moeder Van de Ven: „Op de ochtend van de moord, 1 oktober 2002, belde een vriendin van Nadia naar mij. Die vriendin had Nadia horen schreeuwen voor de telefoon. Ik zat de hele dag te trillen op mijn stoel. De politie zei: „Het komt wel goed.” De hogeschool, waar Nadia een dag per week les volgde, meldde dat ze om privacyredenen niet zomaar in de woonruimte van Nadia kon kijken.
De volgende nacht stond de recherche voor de deur. „Mijn dochter was vermoord. Op zo’n moment sterft er iets in je af. Verschrikkelijk. Je slaat helemaal dicht. Ik dacht: Ik moet niet zeuren, ik moet er zijn voor Lucinda, onze enige overgebleven dochter. Ik dacht ook: Ik wil niet haten. Daar ga je zelf aan kapot. Ik ben geen persoon om mensen te haten. Later hoorde ik dat er op Nadia’s telefoon wel vijftig sms’jes binnen waren gekomen op de dag van de moord. Iedereen was ongerust.
 
Nadia had een conflict met Pascal F., haar huisbaas, over onder meer een wasmachine. De andere twee bewoners van de studentenflat hadden ook problemen met hem. Nadia haalde de kastanjes uit het vuur. Pascal is een alcoholist. Zijn ouders hadden hem daags voor de moord nog twee flessen sterke drank meegegeven. Een dag voor de moord had hij van zijn werkgever, een bank, te horen gekregen dat hij ontslagen zou kunnen worden.
Hij was als VN-militair actief geweest in Bosnië. Daar heeft hij zeer waarschijnlijk een trauma aan overgehouden. Pascal F. is volslagen gek. Hij had rechts-extremistische voorkeuren en bezat gewelddadige oorlogsfilms. In het Pieter Baan Centrum wilde hij niet meewerken aan gedragskundig onderzoek.
Zijn ouders wisten dat hij gestoord is. Hij probeerde zijn moeder met een theedoek te wurgen en hij sloeg zijn zus met een legerschoen in het gezicht. Vanaf zijn jeugd was de hoogbegaafde Pascal een eenzaam mens. Hij werd nooit voor een feestje gevraagd.
In de recherche heb ik vanaf het begin alle vertrouwen gehad. Ze hebben hun uiterste best gedaan. Meteen zeiden ze me: „Wees ervan verzekerd, met Nadia was niks mis.” Na een paar maanden kon Pascal F. in Polen worden gearresteerd. Hij heeft altijd ontkend. Zijn ouders namen hem in bescherming. Nadia zou brutaal geweest zijn.

Na de moord op Nadia heb ik nooit meer volledig kunnen werken. Ik wilde mezelf wegcijferen en mijn andere dochter Lucinda tot steun zijn. Ik dacht: Zij heeft er niets aan als ik loop te vloeken en te tieren. Regelmatig belde ik haar op en dan bad ik samen met haar en vroeg God haar tot steun te zijn. Ik ga niet meer naar de kerk, maar geloof wel in God.
Ik vind dat er in ons rechtssysteem veel meer aandacht moet komen voor slachtoffers en nabestaanden. Nu is het evenwicht zoek tussen de aandacht voor dader en slachtoffer. Pascal F. heeft dure advocaten gehad. Willem Jan Ausma, de gebroeders Anker en Anker, Stijn Franken. Die mannen konden de zaak almaar rekken.
Een dader mag in Nederland alles kosten. Pascal F. gaat een tbs-behandeling krijgen. Die kost 250.000 euro per persoon per jaar. Een tbs’er zit gemiddeld zo’n acht jaar in behandeling. Dat is dus 2 miljoen per persoon.

Als nabestaande heb ik heel veel moeite moeten doen om bijvoorbeeld de begrafeniskosten vergoed te krijgen via de ouders van Pascal F.

Het is toch bizar dat ik haast mijn huis moest verkopen vanwege geldgebrek? Via het Schadefonds Geweldsmisdrijven heb ik 5000 euro gekregen.
Pascal F. had nooit soldaat mogen worden. In Bosnië zaten de Nederlandse soldaten tijdens de oorlog in veel grotere stress dan wij hier dachten. Er gebeurden de vreselijkste dingen. Militairen gaven kinderen aanmaakblokjes besmeerd met jam, zogenaamde koekjes. Meisjes gaven hun lichaam voor een pak bedorven melk.

Mijn boodschap is de afgelopen jaren geweest: Bied een betere nazorg voor de jongens en meisjes in de krijgsmacht. Daar heb ik onder anderen met Cees van der Knaap, toenmalig staatssecretaris van Defensie, over gesproken.

In oorlogssituaties ontwikkel je een alarmsysteem. Je moet binnen twee, drie seconden beslissen en mogelijk geweld gebruiken. Als je dan terugkomt in Nederland, kunnen er gigantische problemen ontstaan. Denk aan militairen die kampen met een posttraumatische stressstoornis die betrokken raken bij huiselijk geweld. Het lastige is dat veel militairen zich niet willen laten kennen. Ze zullen niet zomaar naar een dokter stappen.

Ik zal altijd heel kwetsbaar blijven. Het is als een blijvende nachtmerrie. Professor dr. Frank Koerselman, hoogleraar psychiatrie, heeft bij mij een posttraumatische stressstoornis vastgesteld. Dat doet die man niet zomaar. Dat ik nog wat werk als arts, houdt me op de been. Dat geeft ritme.

Een paar weken geleden was ik op de begrafenis van een zwager van 58, gestorven aan kanker. Toen er een Bijbels lied werd gezongen, stond ik zo te janken. Dan lukt het me niet om mezelf onder controle te houden. Soms zie ik een jonge vrouw fietsen die op Nadia lijkt. Dan schrik ik daar van. Als ik kinderen zie, moet ik vaak aan haar denken. Nadia wilde graag een gezin. Nog niet zo lang geleden was ik in Scheveningen, op een terrasje. Dat was een lievelingsplek van Nadia. Dan moet ik weer huilen.”
Ongeloof, ontzetting, verdriet. De moord op een geliefde trekt diepe sporen in het leven van nabestaanden.

Dat zal ook zaterdag in Doetinchem blijken op de tiende herdenkingsbijeenkomst van de Stichting Dag Herdenken Geweldslachtoffers. In het bijzijn van koningin Beatrix zullen enkele honderden familieleden, vrienden en bekenden slachtoffers van (dodelijk) geweld gedenken.
Minke van de Ven-de Jong (66) uit Koog aan de Zaan is een van de ouders van wie een kind werd vermoord. Haar dochter Nadia (25) werd in oktober 2002 in haar Utrechtse studentenwoning doodgeschoten.

De dader, huisbaas Pascal F. (toen 29), bracht haar met vijf schoten uit een uzi-geweer om het leven. Conflicten over onder meer een wasmachine en fietsen in de gang gingen aan de moord vooraf. De politie kon de naar Polen gevluchte schutter enkele maanden later arresteren.

Pascal F., die als VN-militair in Bosnië diende, leed aan een oorlogstrauma, daarvan is moeder Van de Ven overtuigd. De man stond te boek als rechts-extremist en alcoholist.

De rechtbank in Utrecht veroordeelde F. in 2004 tot levenslang voor de moord op Nadia en voor de moord op de 31-jarige verzekeringsagent Anton Bussing in november 1995 in Ede. Beide slachtoffers zijn met hetzelfde uzi-wapen vermoord.
In 2005 veranderde het gerechtshof in Arnhem de straf in twintig jaar en tbs met dwangverpleging, voor de moord op Nadia. Het hof achtte niet bewezen dat Pascal F. ook Bussing heeft omgebracht, hoewel bij beide moorden hetzelfde wapen is gebruikt. De vluchtgevaarlijke F. zat onder meer vast in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught.
De moeder van Nadia startte procedures om smartengeld van de (ouders van de) moordenaar te krijgen. Na de gewelddadige dood van haar dochter is de moeder, arts natuurgeneeskunde, nooit meer volledig aan het werk geraakt. Daardoor liep ze inkomsten mis. Ze is nog altijd onder behandeling van een psycholoog.

Ook Minkes andere kind, haar dochter Lucinda (29), worstelt met de dood van Nadia. Vader Van de Ven overleed in 2003 aan kanker, ruim een jaar na de moord op zijn dochter.
Vorig jaar besliste de Arnhemse rechtbank dat de dader de moeder schadevergoeding moet betalen. De procedure loopt nog steeds.
De afgelopen jaren probeerde moeder Van de Ven de autoriteiten ervan te overtuigen hoeveel gevaar getraumatiseerde militairen kunnen veroorzaken. Ze sprak daarover onder anderen met toenmalig staatssecretaris Van der Knaap van Defensie.

Door Karin van der plas i.m. Rob Sitek

Door Wanda en Jaques Beemsterboer i.m. Nadine Beemsterboer

Door Mari vd Anker i.m. Louise Donk

Slepend proces in moordzaak Tinka van Rooij nog niet voorbij

Door: Cees en Ria van Rooij i.m. Tinka van Rooij
Al zes jaar lang worden Cees en Ria van Rooij van de ene naar de andere rechtszaal gesleurd. Telkens weer moeten ze de wrede details aanhoren over wat er op 26 mei 2004 met hun dochter Tinka (27) is gebeurd. Afgelopen maandag 10 januari 2011 was weer zo’n dag, toen Betty B., de laatste verdachte die nog op vrije voeten is, terecht stond voor het gerechtshof in Den Haag.
“Steeds weer zie ik het beeld van een klauwhamer op Tinka’s hoofd, haar laatste gil, het wegdraaien van haar ogen”, vertelt Cees van Rooij, die gebruik maakte van zijn spreekrecht, over de nachtmerries die hij nog elke nacht heeft. De 46-jarige B. hoort het allemaal onbewogen aan. Het is de vierde keer dat ze voor deze zaak in het beklaagdenbankje zit en het lijkt haar allemaal weinig meer te doen.
Betty B., afkomstig uit Oosterhout en zelf moeder van twee kinderen, werd (na twee eerdere vrijspraken) in 2008 door het Arnhemse gerechtshof nog veroordeeld tot zes jaar cel voor haar betrokkenheid bij de moord. Ze zou van het gruwelijke plan hebben geweten en niet hebben ingegrepen. Ook zou ze de auto waarin het lijk van Tinka werd vervoerd, achteraf zorgvuldig hebben gereinigd. Drie andere verdachten, onder wie de ex-partner en een broer van Betty B., werden eerder al veroordeeld tot achttien, vijftien en twaalf jaar.
Even leek het erop dat er met de veroordeling van B. een einde zou komen aan de lijdensweg van Cees en Ria van Rooij. Tot de Hoge Raad in maart vorig jaar oordeelde dat de zaak wegens een vormfout voor de vierde keer opnieuw behandeld moest worden. In afwachting van haar proces kwam B. in juli 2010 op vrije voeten, na een voorarrest van twee jaar. Voor de ouders betekende dit opnieuw een jaar wachten op gerechtigheid.
Welke straf Betty B. krijgt, maakt Ria van Rooij eigenlijk niet meer uit. “Als ze maar het etiketje ‘schuldig’ opgeplakt krijgt. Dat de hele wereld weet dat het bloed van onze dochter aan haar handen kleeft.” Dat Betty een rol heeft gehad in de gebeurtenissen, staat eigenlijk buiten kijf. De vrouw programmeerde de telefoons voor de avond van de moord en reikte de kaart van de Biesbosch aan, waar later het lichaam van Tinka verzwaard met kettingen zou worden gedumpt. Maar in hoeverre ze vooraf van de daadwerkelijke moordplannen op de hoogte was en heeft verzaakt om in te grijpen, dat is de vraag waar het al jaren om draait in het proces.
Om duidelijkheid te krijgen over de rol van Betty B., werden ter zitting de veroordeelde hoofddaders Arno N., Angelo de B. en Jack B. gehoord. Hoewel je zou denken dat de mannen weinig te verliezen hebben – ze zitten immers al lang en breed achter de tralies -  waren hun verklaringen toch uiterst warrig en ongeloofwaardig.
Zo kwam hoofddader Arno N., veroordeeld tot achttien jaar cel, met een opmerkelijk verhaal over een ‘vierde man’ op de proppen. Die zou degene zijn geweest die het stroomstootwapen op Tinka’s gezicht had gezet. “We hebben ook aan een kogel gedacht, maar dan zou het teveel op een criminele afrekening lijken”, verklaarde N. verder. Volgens de Brabander zou de eigenlijke moordenaar van Tinka nog vrij rondlopen. Advocaat-generaal Marcel van der Horst merkte tijdens de zitting al op dat hij in het dossier geen enkel aanknopingspunt ziet voor een vierde man. Over Betty zei N. dat ze vooraf niets van de plannen heeft geweten.
Volgens de 39-jarige Angelo de B., de ex-man van Betty die eerder tot vijftien jaar werd veroordeeld, wist Betty wel degelijk van het plan om Tinka uit de weg te ruimen af. Ze zorgde voor de kaart van de Biesbosch, wist dat de zware scheepskettingen in haar schuurtje zouden worden gebruikt om het lichaam van Tinka te verzwaren en had vooraf uitvoerig met haar broer Jack over het moordplan gesproken. Maar verder dan een op overige vragen van de rechters schouderophalend “ik weet het niet” kwam de B. niet. “Het is bijna zeven jaar geleden. Voor mij is het allang goed”, zei B., zonder zich te bekommeren om de impact van zijn woorden op de nabestaanden.
De 48-jarige Jack B. beriep zich op het verschoningsrecht, omdat hij de broer van verdachte Betty B. is. “Ik ben al blij dat ik hier op deze stoel zit”, verklaarde een zichtbaar uitgebluste B. tijdens de zitting. B. werd eerder al tot twaalf jaar cel veroordeeld voor zijn aandeel bij de moord.
Het hoger beroep wordt op 12 mei voortgezet. Dan zal er ook een strafeis tegen Betty B. geformuleerd worden. Normaal gesproken zal de uitspraak precies 14 dagen later plaatsvinden, op 26 mei 2011. En laat dat nou precies de dag zijn dat Tinka van Rooij, precies zeven jaar geleden, op gruwelijke wijze om het leven kwam. Zeven jaren waarin de nabestaanden geen enkele rust hebben gekend. De uitspraak zal vermoedelijk naar een andere, minder emotionele dag worden verplaatst. Hopen dus dat de nabestaanden na die dag eindelijk van de slopende procesgang zijn verlost en aan de definitieve verwerking kunnen beginnen.

Door familie Dekekrs i.m. Jeroen Dekkers

Die avond kwam hij niet thuis De zoon van Gerda Dekkers (54) was één van de slachtoffers van de Haagse metselmoorden. Zijn stoffelijk overschot werd door zijn moordenaars ingemetseld in een pand in Den Haag

Door Joke Kranenburg i.m. Arie Kranenburg

Lieve mensen,

Vandaag bereikte ons - via een bevriende journalist die voor de Duitse krant Die Zeit werkt - het bericht, dat de Hamburgse rechtbank vandaag (10 maart) een besluit heeft genomen m.b.t. RAF-terrorist Knut Folkerts, die in 1977 tot 20 jaar werd veroordeeld voor de moord op mijn man Arie en poging tot moord op diens collega Leen Pieterse.

Op het verzoek van de Nederlandse Staat aan de Duitse Staat om Knut Folkerts in Duitsland zijn Nederlandse veroordeling tot 20 jaar (nog openstaande) gevangenisstraf voor de moord op mijn man te laten ondergaan is met 'nee' geantwoord.

In anderhalf A4-tje is de beslissing geformuleerd.

De rechtbank besloot kort samengevat als volgt.

In Duitsland is Knut Folkerts veroordeeld voor drie moorden en twee pogingen tot moord tot twee keer levenslang + 4 jaar. Hier in Nederland had je daarvoor levenslang + levenslang TBS gekregen.

In 1995 werd Folkerts al na 17 jaar vrijgelaten na een dealtje tussen hem en justitie. Hem nú nog 20 jaar opsluiten voor slechts één moord en slechts één poging tot moord in Nederland vindt de rechtbank in Hamburg niet in verhouding staan tot de eerdere drie moorden/c.q. pogingen tot twee moorden in Duitsland. En omdat de Hamburgse rechtbank niks af mag knabbelen van de in buitenland opgelegde strafmaat (internationaal verdrag!) is besloten dan dus maar helemaal niks te doen. Folkerts is en blijft dus vrij man en de twee maanden voorarrest hier in Nederland, dat moet maar genoeg boetedoening zijn geweest voor het afnemen van een mensenleven.

Zo stáát het er natuurlijk niet, maar zo komt het er samengevat op neer.

Er is weliswaar nog beroep aan tekenen tegen dit besluit, maar dat kan alleen de landsadvocaat van Duitsland doen.

Dat wordt dus niks! Want waarom zou een landsadvocaat in beroep gaan tegen een Duitse rechtbank over een Duitse staatsburger, die onder Duits recht valt? Bovendien kent die landsadvocaat ons niet en och .... het is al zo lang geleden, wat zeur je nog? Wat heeft een Duitse landsadvocaat de belangen van Hollandse nabestaanden te verdedigen?

Met deze uitspraak zullen we het - na ruim 8 jaar knokken voor enig recht - moeten doen.

Recht is een illusie en bestaat helemaal niet. Nog hooguit voor rijke stinkerds, die het zich kunnen permitteren zakken geld naar advocaten weg te dragen. Recht is alleen met geld te koop. En aangezien wij vanaf het begin al vergeefs aanklopten bij politie, politiebonden en justitie om welke vorm van hulp dan ook, maar geen enkele steun kregen, was het misschien van begin af aan al een verloren missie.

Excuses dat ik ietwat bitter klink nu. Het nieuws kwam voor mij en mijn zoons als een mokerslag!

Ik hoop dat jullie dat nu even kunnen begrijpen.

Maar omdat jullie allemaal heel erg hebben meegeleefd, wilde ik jullie bedanken voor jullie lieve belangstelling en geduld met mij en jullie vast informeren voordat het straks weer in de pers verschijnt. Vanavond werd ik al gebeld om een reactie voor - ik meen - de Volkskrant. Net toen ik even een traantje zat weg te pinken, dus dan let je niet meer goed op.

met groet/liefs
Joke Kranenburg

Mama,wakker worden! het is Moederdag !

Door Nanni Bijl i.m. Liesbeth Bötticher
''mama,wakker worden! het is Moederdag !'' De driejarige Cas kon niet wachten om z'n knutselkunsten aan zijn moeder te overhandigen. Trots duwde hij zijn kleurig beplakte potje in Nina's handen en begon aan de versjes die hij afgelopen week had geleerd op de peuterspeelzaal. 
Slaperig nam Nina een paar flinke slokken water uit de fles die standaard naast haar bed stond en probeerde ondanks haar dagelijkse kater aandachtig te luisteren. 
‘’Bedankt lieve schat van me,prachtig allemaal’’ fluisterde ze met een glimlach terwijl ze Cas een kus gaf en zijn warme lichaampje in haar armen nam om hem uitgebreid te knuffelen. 
‘’Zullen we nog heel even onze oogjes dicht doen? Het is nog heel vroeg en je broer slaapt ook nog’’. 
‘’Maar mama,je moet het vaasje vullen en bloemen plukken! En je moet mijn tekeningen beneden ophangen zodat iedereen kan zien wat ik voor jou heb gemaakt! Enne,…uuh,..we moeten,..nou, eeh,..’’ Cas sprong uitgelaten heen en weer op het bed en zong nogmaals het moederdaglied. Nina ging rechtop in bed zitten en voelde zich schuldig. Het liefste wilde ze inderdaad opstaan en Stan van vijf rustig wekken. Vervolgens met z’n drietjes beginnen aan het ontbijt en daarna zoeken naar het zelfgemaakte kado van haar oudste die hij een dag eerder ergens in huis had verstopt. 
Waarom moest die fles gister wéér leeg? Haar plan om de fles halverwege weg te zetten zodat ze helder en fit kon opstaan was mislukt en weer werd de ochtend en haar humeur beïnvloed door de uitwerking van de drank. 
‘’Weet je wat we doen schat?We wachten tot Stan ook wakker is en dan gaan we naar beneden. Ondertussen mag je zachtjes tv kijken bij mij op bed.’’Cas vond het een goed compromis,zette de kleine televisie aan en plofte languit neer op bed. Slapen zat er niet meer in, maar gelukkig kon ze nog even rustig bijkomen om over een uurtje te beginnen aan de vol geplande zondagmiddag. 
‘’Zet de tv niet te hard en zit niet zo dicht op het scherm want dan krijg je?’’Cas draaide zich even om en keek lachend zijn moeder aan. ‘’Vierkante oogjes mam!’’ Nina lachte terug en kroop met een dubbel gevoel weer onder haar dekens. 
Als jonge alleenstaande moeder deed ze het ondanks haar drankprobleem best goed. Opvoeden zag ze als een serieuze taak waar ze zich graag in verdiepte en kreeg regelmatig complimentjes van andere ouders dat haar jongens zo’n leuke en beleefde kinderen waren. Ze mistte geen man in haar leven en was het gewend om alles alleen te doen. 
Nina wist ergens wel dat ze problemen had met alcohol, maar ze hoopte stiekem dat haar zucht naar drank op een dag gewoon verdween, want voor de rest liep alles toch op rolletjes? 

‘’kom Stan, pak je fiets nou!’’ Met de rode vouwfiets van haar moeder stond Nina met Cas op de bagagedrager buiten op de stoep te wachten. ‘’Cas,doe je benen eens in de fietstassen en straks als we rijden laat je mijn middel niet los. Duidelijk?’’ Hij begreep wat van hem verwacht werd en pakte Nina alvast stevig vast. 
Ze keek op haar horloge en zag dat er nog tijd genoeg was om op het gemak naar haar moeder te fietsen waar ze die dag gezellig zouden gaan eten. De jongens hielpen oma altijd mee met koken en hadden er duidelijk zin in. 
Eindelijk, na wat gestuntel stond Stan met zijn fietsje buiten op de stoep. Na veel oefenen vond Nina dat hij op een rustige dag als deze klaar was om mee te delen aan het verkeer. 
‘’Mam, blijf je wel naast me fietsen?’’ Stan keek met een vragende blik naar zijn moeder en Nina knikte geruststellend. Hij had dagenlang uitgekeken naar dit moment, kinderzitjes vond hij voor baby’s en niet voor grote jongens van bijna zes. Nu puntje bij paaltje kwam verlangde Stan ineens terug naar het gemak om zorgeloos van A naar B te worden gebracht. 
Nina kende haar zoon wel en moest lachen. ‘’Kom op joh, ik zeg precies was je moet doen en als het nodig is dan lopen we een stukje op de stoep. Je wil toch ook graag op de fiets naar school? Nou, hup het fietspad op en zet je linkervoet klaar op de trapper, dan tel ik tot drie!’’ 
Zoals verwacht bleek het redelijk rustig op de weg en luisterde Stan netjes naar de kleine aanwijzingen die Nina hem gaf. ‘’Mam, wat gaan we eten bij oma?’’ Geconcentreerd bleef Stan voor zich kijken terwijl hij zijn vraag stelde. Hij wist dat niet kletsen tijdens het fietsen één van de regels was, maar omdat hij zich zo verheugde op het vaste ritueel bij oma kon hij het niet laten. ‘’Nou schat, ik heb geen idee want ik heb oma niet meer gesproken. Maar oma heeft vast weer een lekker recept opgezocht waar jullie haar mee kunnen helpen.’’ Terwijl ze antwoord gaf besefte Nina dat ze sinds gisterochtend inderdaad niks meer had gehoord van haar moeder. Vreemd, want ze woonde nog niet zo lang alleen en ze hadden altijd wel contact. Sinds ze daar woonde was vaste prik om iedere avond samen de dag door te nemen via de MSN of door de telefoon. Na een moeilijke periode hadden ze elkaar door veel praten weer gevonden en de band tussen de twee was sterker dan ooit. Samen films kijken, kletsen over leuke en minder leuke onderwerpen,lekker eten met een glaasje wijn en vervolgens de onvermijdelijke huilbuien als de drank iets te rijkelijk vloeide. Al met al deed het hun beiden goed en de verloren tijd haalden ze dubbel en dwars in. 
Ook de rol als oma vervulde ze met alle plezier door veel op te passen en met ze bezig te zijn. Ieder weekend mocht één van de twee komen logeren en ze zorgde er op haar eigen manier voor dat het een onvergetelijke dag en nacht werd. 

Met een zucht drukte ze voor de derde keer op de deurbel terwijl Stan naast haar op z’n knietjes zat en door de brievenbus riep. Cas had weinig geduld en kon het niet laten om uit de plastic te blijven waar het kado voor oma in zat.’’ Afblijven nou!En hou even je klep dicht want ik hoor zo niks!’’ Maar na een minuut of tien aanbellen en door de brievenbus roepen voelde Nina een lichte twijfel. Haar moeder was net als zij niet de betrouwbaarste als het ging om afspraken dus het kwam wel vaker voor dat ze elkaar mis liepen of dat iets niet door ging vanwege een verkeerde planning. Misschien lag ze gewoon nog te slapen en had ze haar oordopjes in? Of was ze onderweg naar het huis van Nina en stond ze ook voor een gesloten deur zich af te vragen hoe de afspraak ook alweer was? 
‘’Vooruit jongens, weet je wat we doen?We lopen even naar boven voor de sleutel. Als ik me niet vergis heeft Rein een reserve sleutel en dan wachten we binnen wel op oma.’’ 
Uit de verhalen van haar moeder had ze begrepen dat de buurman een rustige betrouwbare man was die haar hielp met het opknappen van de woning en daarna een goeie vriend werd. 
Maar nog geen minuut later liep Nina terug naar beneden na dat Rein haar niet kon helpen met de sleutel. Zijn aanbod om gezellig even koffie te drinken had ze afgeslagen en voor een andere keer beloofd. ‘’Maaam, waar is oma nou? Bel haar dan eens op, dan word ze misschien wel wakker want we willen vandaag wel nog koken hoor.’’Nina zag de jengelbui al hangen en zocht vluchtig naar een antwoord om ze even stil te houden. ‘’Sorry jongens. Ik zie dat ik mijn telefoon ben vergeten dus ik kan oma niet bellen. Zullen we dan nog één keer proberen voor we gaan? Dan fietsen we even naar opa en oom Bram, wie weet is ze daar.’’ Iets anders kon ze niet bedenken en voor de laatste keer liep ze naar de nog steeds gesloten voordeur waar ze plots wat vage geluiden hoorde. ‘’Jongens, laat mama eens kijken door de brievenbus want ik hoorde volgens mij wat!’’ Ze hurkte neer op de rafelige deurmat en opende de klep. Het scherm van de computer die haar moeder ook gebruikte om tv te kijken stond aan en geschokt klapte ze de brievenbus direct weer omlaag. Even wist Nina niet wat ze moest denken en haar twijfel sloeg om in angst. Haar moeder keek nooit naar porno als ze alleen was en al zeker niet als ze haar kleinkinderen ieder moment kon verwachten. 
Verward duwde ze Cas en Stan weg bij de deur die haar niet begrijpend aan keken maar gelukkig zonder protest mee liepen naar de fietsen. ‘’Wat is er aan de hand mam?’’ Stan voelde maar al te goed aan dat er iets niet klopte en keek bezorgd naar zijn moeder die de zwaar teleurgestelde Cas op de fiets probeerde te tillen. ‘’Weet ik niet lieverd,maar we gaan nu naar opa en oom Bram fietsen. Kom,Cas blijf zitten,stop je voeten in de fietstassen en wees even stil want mama wil snel daar zijn.’’ 

De weg terug verliep vlot en nog geen half uur later belde Nina na haar korte uitleg van de situatie met haar vaders telefoon in de hoop dat er iemand zou oppakken.’’ Verdomme, de voicemail ! Bram, geef eens haar andere nummer, misschien is de batterij leeg ofzo’’. De spanning was om te snijden en haar broer ging zenuwachtig op zoek naar het tweede nummer terwijl hun vader het niet kon laten een paar sarcastische opmerkingen te maken. Een week geleden was er nog een heftige ruzie ontstaan na een meningsverschil over geld. Ondanks dat Nina wel gewend was van haar ouders die niet met elkaar, maar ook niet zonder elkaar konden leven, klapte ze dicht toen haar vader begon over de mannen waar haar moeder wel eens mee afsprak. ‘’Pa, er stond een porno film op en je weet toch ook wel dat dat niks voor ma is’’ ‘’Dan weet je wel genoeg lijkt me, haar vaste klanten ontvangt ze nu aan huis he. En haar buurman, de volgzame zuiplap,die mag voor niks in ruil voor wat schilderen en behangen. Ze laat nog eens de verkeerde binnen of is dat al gebeurd en ligt ze al twee dagen dood gebloed op de grond. Nee, ze is dom bezig, zeker nu ze denkt dat ze alles kan doen en laten terwijl ik haar nog zó waarschuw voor bepaalde figuren,..’’ Haar vader kon het vertrek van zijn vrouw waar hij 30 jaar mee samen was, maar moeilijk accepteren en Nina was opgelucht toen Bram naar beneden kwam met het twee telefoonnummer. ‘’Shit. Weer niks. Wat nou? Heeft ze gister niet met een van jullie nog gebeld? Wacht laat me nog eens proberen want misschien draaide ik verkeerd van de zenuwen. ‘’ ‘’ Kind, hou er maar mee op. Bram! Geef je zus de sleutels van ma even wil je? En Cas en Stan gedraag je op de weg en luister naar je allerliefste moeder’’ De jongens hadden de hele tijd geen woord durven zeggen vanwege de gespannen sfeer tussen de drie grote mensen. Opgelucht omdat opa ze toch nog even aandacht gaf, sprongen ze van de bank en vlogen hem om z’n nek. ‘’ Nou mannen, misschien tot straks bij oma als het eten klaar is. Wie is vandaag de hulpkok?’’Hij keek ze een voor een aan. ‘’Ikke! Want de oudste mag alles!’’ ‘’Nee ikke opa,Stan was vorige week al!’’ ‘’Ooh je mag niet jokken Cas. Opa,hij jokt hoor!’’ Snel trok Nina de kibbelende broers mee naar buiten, haar vader kon ze heerlijk opnaaien maar daar had ze nu totaal geen trek in. 
‘’Doei, tot straks dan!’’ Vlug trok ze de deur achter zich dicht zodat opa geen kans kreeg om door te gaan met zijn flauwe spelletje. 

‘’Stan, let heel even hier met Cas op de fietsen. Ik ga even kijken of oma misschien nu wel thuis is want misschien vind oma het niet leuk als we zomaar binnen komen stormen.’’ De hele weg terug naar haar moeders huis hoopte ze dat de doemscenario’s die in haar hoofd spookte in één klap uit de wereld werden geholpen. Haar moeder had de bel wel gehoord maar stond op dat moment toevallig onder de douche. Of was net even een wandelingetje maken met haar oudere buurvrouwtje. Het maakte niet uit ,zolang er niks ernstig aan de hand was en ze gezellig met z’n allen Moederdag konden vieren. Uiteindelijk stond Nina moedeloos met de sleutel in haar handen. Weer minuten lang aangebeld en op de ramen gebonsd. De jongens stonden ongeduldig en mokkend aan haar arm te trekken . Ze gaf het op, Nina kreeg hoe dan ook geen gehoor en keek naar de sleutel die ze voor het slot hield. Langzaam schoof ze de sleutel in het slot,pakte de knop met haar andere hand en duwde voorzichtig tegen de blauwe deur. Het geduld van de jongens was op en na een hele middag braaf luisteren glipten ze één voor één langs Nina’s trillende benen. Ze vlogen enthousiast de kleine woning in terwijl mama langzaam achter ze aan kwam lopen. Nina liep angstig door het gangetje en keek naar links, de keuken in. Na een korte stilte hoorde ze nerveus gegiechel en keek naar de jongens die voor het slaapgedeelte van oma’s appartementje stonde. ‘’ Hihi, oma slaapt wel raar hè Stan?Mam kom eens kijken wat gekke oma aan het doen is’’. Ze raakte in de war van Cas’ die stond te wijzen en te lachen. Wat was er dan zo grappig? Stan stond nog steeds in een vreemde starre houding en keek met een verdwaasde blik de slaapkamer in. 
Het was te stil, dit is dus doodse stilte schoot nog door haar hoofd. Ze wist ineens 100% zeker dat iedere stap haar dichter bij de schokkende ontdekking bracht, een harde realiteit die hun leven voorgoed ging veranderen. Nog geen tien seconden later stond Nina naast haar jongens en zag het levenloze naakte lichaam van haar moeder. Dwars over haar eenpersoons bed,onder het bloed en haar altijd bewegende handen en voeten wezen bijna onherkenbaar naar de grond. 
 
Naam: Nanni Bijl
Leeftijd: 28
Woonplaats: Maastricht
 

De avond voor zijn dood hadden Rob en ik nog samen op het bankje voor
ons huis gezeten.

Door Karin van der Plas i.m. Rob Sitek
De avond voor zijn dood hadden Rob en ik nog samen op het bankje voor
ons huis gezeten. We hadden het
zo gezellig, we waren echt een leuk gezin met ons dochtertje van bijna een. Om het weekend kwamen zijn twee kinderen uit een eerdere relatie
en we hoopten op nog een kindje
van ons samen. We hadden een druk
sociaal leven, gezellige buren. Ik werkte als stewardess, hij als
co?rdinator bij een calamiteitendienst, heel normaal allemaal.
Het was de eerste keer sinds de geboorte van onze dochter Joy dat Rob weer ging stappen. Voordat zij er was haalde ik hem altijd
op als hij uitging. Als ik de stad in ging met vriendinnen haalde hij
mij ook op. Dat soort dingen deden wij voor elkaar. Amsterdam
is 's nachts geen fijne plek om rond te dwalen. Zeker niet met
dat gedoe rondom de taxistandplaatsen. Maar nu hadden we
natuurlijk een baby'tje en kon ik hem niet ophalen.

Om half zeven de volgende ochtend werd ik wakker. Rob lag niet
naast me. Ik hoorde de telefoon en wist het. Ik wist wat ze me
gingen vertellen. Ik heb Joy uit bed gehaald
en ben meteen naar het ziekenhuis vertrok?ken. Rob was toen al hersendood. Het is zo
raar, er zitten zoveel gaten in mijn herinnering
aan die dag. Sommige dingen herinner ik me haarscherp. Hoe ik naar het ziekenhuis reed,
hoe hij in dat bed lag en ik alleen maar dacht:
dit kan gewoon niet, zo'n levendige man. En
hoe ik uiteindelijk moest zeggen wanneer ze
de beademing mochten stoppen. Ik was 39, stond daar met ons kindje op de arm, en ik had geen keuze. Rob was hersendood en had vanaf de klap geen schijn van kans meer gehad. Terwijl alles in mij wilde dat hij zou leven, moest ik die vreselijke beslissing nemen om

hem te laten sterven. Maar andere dingen zijn blanco. Ik weet
niet meer wie me heeft gezegd wat er is gebeurd. Ergens in de
loop van de ochtend moeten ze dat aan me hebben verteld, maar ik kan het me niet meer herinneren.
 

ERVAREN VECHTSPORTER
 
Rob was uit geweest met zijn broer. 's Nachts wilde hij een taxi nemen op het Leidseplein. Naar ik heb begrepen, en zoals wel
vaker voorkwam, wilden de taxichauffeurs niet op de meter rijden en vroegen ze het dubbele van de werkelijke kosten voor de rit
naar huis. Rob ging daar niet in mee, belde zelfs de politie om te melden dat het een zooitje was bij de taxistandplaats. Zo was hij, hij hield niet van onrechtvaardigheid. Er ontstond een ruzie. De
taxichauffeur spuwde naar Rob, waarop hij hem met de vlakke
hand een klap gal. Daarna sloeg de chauffeur Rob tegen de grond.
Volgens de patholoog-anatoom was hij al hersendood voordat hij
het fietspad raakte. Daarom vind ik het moeilijk te accepteren
dat de dader niet voor doodslag kon worden veroordeeld. Er was
geen wapen in het spel, zei men, maar zijn vuist was het wapen.
De taxichauffeur is meteen gearresteerd. Hij werd veroordeeld

tot twee jaar, maar in hoger beroep is zijn straf teruggebracht
tot twintig maanden omdat er geen sprake zou zijn geweest van opzettelijke doodslag. Daarbij is volledig voorbijgegaan aan het
feit dat de dader de zwarte band heeft in taekwondo en kick?boksles heeft gegeven. Hij wist dus heel goed wat hij deed. Hij
heeft veertien van de twintig maanden uitgezeten. Veel te kort. Ik dacht dat het me niks zou uitmaken hoe lang hij moest zitten, als hij maar gestraft werd. Rob kregen we er toch niet mee terug. Maar dit is wel een erg magere genoegdoening. Die man heeft mij en Joy ons leven afgenomen. Zoals het was met Rob, zal het nooit meer worden.
 

EXCUUSBRIEF
 
Ik heb de dader nooit persoonlijk gesproken. Toen hij zes weken had vastgezeten, kreeg ik via het Openbaar Ministerie een soort
excuusbrief van hem. Dat gebeurde een dag voordat besloten
zou worden of zijn verzoek om vervroegde vrijlating zou worden
toegekend. De brief was geschreven in goed Nederlands en met
veel te mooie woorden. De dader kan hem onmogelijk zelf heb?ben geschreven, zo goed was zijn Nederlands niet. En men had

niet eens de moeite genomen om mijn naam op te
zoeken. Ik heb het naast me neergelegd.

Tijdens de rechtszaken schoof hij de schuld vooral
naar anderen: de politie die Rob niet op tijd gere?animeerd zou hebben, naar Rob zelf die hem als eerste een klap had gegeven, naar het lot. 'Het was
Rob?s dag niet,' zei hij, 'en dat was jammer.' Het
was ieders schuld, behalve die van hemzelf. Dat
vond ik zo erg.

De advocaat van de verdachte probeerde mijn
geliefde neer te zetten als een dronken agressie?veling van bijna twee meter, die bedreigend was
overgekomen op de kleinere Marokkaanse chauf?feur, en een racistische opmerking zou hebben
gemaakt. Maar zo was Rob helemaal niet. Hij was een warme, lieve man, die vrienden had in alle lagen van de bevolking en met alle kleuren en rassen. Hij keek helemaal niet naar afkomst. Rob was juist een man van wie iedereen hield. Een man om trots op te zijn en een geweldige vader. Dat laatste heb
ik ook kunnen vertellen in de rechtszaal, maar niet veel meer dan
dat. Als nabestaande heb je nauwelijks rechten. De dader mag
zijn verhaal doen, jij mag alleen maar luisteren en uiteindelijk
een verklaring voorlezen, waarin je alleen mag vertellen wat de dood van je geliefde met jou doet en niks over de daad zelf of
over het slachtoffer.
Ons dochtertje is nu drie. Ze weet dat haar vader dood is, maar niet waaraan hij is overleden. Dat komt nog wel, als ze wat groter is. Het is zo'n leuk kind. Ik had het Rob echt gegund om mee te maken hoe ze opgroeide. Hij was gek met zijn dochter en zij met hem. Ze hadden het samen zo leuk kunnen hebben. Ik merk aan Joy dat ze een vader mist. Andere kindjes hebben het ook over hun papa. Laatst stond ze een hele middag op de bank voor het

raam. Wat ben je aan doen?' vroeg ik. 'Ik wacht tot papa thuiskomt van zijn werk,' zei ze. Het breekt toch je moederhart als je dan moet zeggen dat papa niet thuiskomt? Dat hij nooit thuis zal komen? `Papa is in je hartje,' heb ik gezegd. Ze keek me heel serieus aan. weet ik,' zei ze, `maar ik wil zo graag dat hij er nou een keer uitkomt. Want ik mis hem zo.'
 
Ik heb mijn werk als stewardess nog steeds niet opgepakt. Ik kan het gewoon niet. Als ik een taxi zie rijden, voel ik de koude rillingen over mijn rug. Ik zal ook nooit meer in zo'n auto stappen. Niet dat ik denk dat alle taxichauffeurs slecht zijn, of alle Marokkanen. Ik zie deze moord als de daad van den persoon, niet van een hele bevolkingsgroep of beroepsgroep. Maar het is gewoon te confronterend. Eigenlijk wilde ik ook nooit van mijn leven meer op het Leidseplein komen, maar vorig jaar heb ik daar toch een lieveheersbeestjestegel tegen zinloos geweld
neergelegd. Ter nagedachtenis aan Rob. Het was heel confronterend om daar te zijn, maar ik wilde het doen. Voor hem en om mensen eraan te herinneren dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Het was nog best een gedoe om toestemming van de gemeente te krijgen. Ik mocht Rob's naam er ook niet bij zetten. Die heb ik toen maar aan de achterkant van de tegel geschreven. Niemand ziet het, maar het staat er wel.
De man die Rob doodsloeg, heeft mijn leven verwoest. Ik zal hem dat nooit vergeven of het vergeten, maar ik zou het wel graag achter me laten. Na de uitspraak in hoger beroep is de dader in cassatie gegaan. Ik weet niet waar hij op hoopt, maar voor mij is dit echt een drama. Zolang hij bezig blijft met rechtszaken, blijf ik bezig met hem.
En dat wil ik niet. Ik wil het los kunnen laten, verdergaan. Hoewel
ik Rob en het verdriet om zijn dood altijd met me mee zal dragen.
 
18 VROUW.n1

Door Mieke en Rini van Dorst i.m. Sabrina

Mouse, een bijzondere speurhond

Door familie Dekkers i.m. Jeroen Dekkers
Mouse, geboren op 15 Februari 1999, is 7 1/2 jaar lang opgeleid door de K.L.P.D. als zgn. lijkhond.

Intro: Mouse vervulde een sleutelrol in de beruchte metselmoordzaak. Zonder deze speurhond was de zoon van Bert en Gerda Dekkers nooit gevonden. Na zijn pensioen woonde zij bij hen in.

Het is een kille dag, eentje die je meteen duidelijk maakt dat de zomer voorbij is en de herfst onvermijdelijk in aantocht is. Uit de donkere hemel valt zo nu en dan een drup regen.  En vanuit het noordwesten blaast de wind. Een karavaan van rechercheurs, hondengeleiders, speurhonden en forensisch specialisten trekt die dag door de Haagse straten. Uiteindelijk stopt de karavaan in het begin van de avond bij het 23ste en laatste pand op hun route. Een winkelpand aan de Wolmaransstraat.

Terwijl Rien – een grote man met grijze krullen en een nuchtere levenshouding - bij zijn auto staat te wachten, krijgt hij het slechte nieuws al te horen.  Het pand is opnieuw betegeld, binnen hangt de geur van een verse verbouwing. Ook hier zullen we geen spoor van bloed aantreffen, concluderen de politieonderzoekers. Laat staan twee lijken. Heel, heel, misschien, zeggen ze, liggen Rob en Jeroen achter in de hoek – op het kleine stukje in het winkelpand waar nog geen vloer ligt. Zeker weten doen ze het niet.
En dus opent Rien de achterklep van zijn auto waar hij de bruine ogen van Mouse treft. De ogen die hem meteen raakten toen hij haar als 1-jarige pup selecteerde voor de speurhondopleiding. Rustig  loopt ze met hem mee het pand in. Ze gaat naast hem zitten, hij trekt aan haar halsband en geeft haar twee klopjes op de borst die ze vooruit steekt alsof ze de koningin is.  ‘Zoek! Nu!’, galmt even later het commando door het lege pand. Mouse buigt haar neus naar beneden. Met haar 220 miljoen reukcellen – meer dan vier keer zoveel dan de neus van Rien bezit – gaat ze centimeter voor centimeter door het pand. Geleidelijk dirigeert Rien haar richting het hoekje zonder vloer.  Vol spanning kijken de agenten naar de hond. Zouden ze nu eindelijk – na zes weken – de zaak kunnen oplossen?  Maar nee, Mouse snuffelt gewoon door. Geen lijken.
En dan opeens klinkt er een blaf. Op een heel andere plek, eentje die ze niet voor mogelijk hadden kunnen houden, begint Mouse te krabben. Ze zet haar poten tegen de muur van de wc, haar staart gaat in de lucht. En als even later ook Indy, de Duitse herder waarmee Mouse een duo vormt, op dezelfde plek krabt, begint Rien de tegels van de muur te breken. Niet veel later dringt de menselijke rottingsgeur ook door tot zijn reukcellen.
Op dat moment, de avond van donderdag 23 september 2004, worden Mouse en de familie Dekkers zonder dat ze het nog weten met elkaar verbonden. Want terwijl Mouse met kwispelende staart met haar beloning speelt, breken de agenten de muur verder af. Achter de tegels treffen ze een houten wand. Achter de houten wand treffen ze een laag cement. En daarin vinden ze een tapijt en plastic folie.  En in die folie treffen ze twee mannen in bebloede kleren. Het zijn Rob, die een dispuut had met de eigenaren van de 23 panden,  en Jeroen, die per toeval met zijn vriend meeging.  
Zo’n 73 kilometer verderop gaat kort daarna de telefoon. Al veertig dagen zijn Bert en Gerda Dekkers niet van hun mobieltjes geweken. In de hoop op een teken van leven van Jeroen. En later in de hoop op een antwoord op de vraag die hen dag en nacht bezig houdt. Speurhonden hebben twee mannen gevonden, horen ze een agent aan de andere kant van lijn zeggen. Ingemetseld in een muur. Of de agenten langs mogen komen zodat Bert en Gerda de kleding van hun 24-jarige zoon kunnen identificeren. Want de lichamen zien, dat is geen optie meer.
En terwijl het leven van Gerda en Bert in duigen valt, sluiten Rien en zijn Mechelse herder opnieuw een werkdag af. Al jaren vormen ze een duo. Rien vond haar als 1-jarige teef bij een hondenliefhebber. Jij kijkt lekker uit je ogen, dacht-ie toen hij voor het eerst in haar bruine kijkers keek. En ook daarna stelde ze niet teleur. Als hij een ijzeren buisje gooide, ging ze er achter aan. Begroef hij het buisje, dan wroette ze met haar neus en poten in de grond totdat ze hem had. En toen ze voor het eerst de geur van een lijk rookte, raakte ze niet van slag.
Ruim een jaar trainde hij haar. Rien stopte de ijzeren buisjes, waar ze inmiddels verzot op was geraakt, in een pot met kleren die even daarvoor van een ontbindend lichaam waren geknipt. Zodat Mouse voortaan elke keer als ze een lijk rook, zou denken dat ze haar favoriete speeltje aan zou treffen. Rien toverde – ‘en dat is de kunst van een hondengeleider’ –  het buisje op zo’n manier te voorschijn zodat Mouse dacht dat ze het buisje bij het lijk had gevonden.
In de jaren die volgden, vaarden ze samen over het water bij het strand van Nulde. In de hoop meer lichaamsdelen van de in stukken gehakte 4-jarige Rowena Rikkers te vinden. Zochten ze de duinen af, in de hoop de vermoorde Marion van Buren en haar dochtertje te ontdekken. En het laatste jaar dat ze samen waren, vlogen ze zelfs naar Aruba. Gevolgd door hordes journalisten en fotografen gingen ze centimeter voor centimeter het eiland over. Op zoek naar Natalee Holloway.
Slechts een enkele keer twijfelde Rien aan de neus van Mouse. Zo blafte ze na de vuurwerkramp in Enschede heel enthousiast bij een stapeltje puin. Maar in plaats van een lichaamsdeel trof Rien een dode muis. En bij de arts uit Nuenen wiens Filippijnse vrouw op mysterieuze wijze was verdwenen,  liet Rien op aanwijzing van Mouse en Indy de muren en de vloer slopen. Zonder dat er een lijk te voorschijn kwam. En dan, zegt hij, is men echt niet blij met je.  Maar wat bleek enkele maanden later: de honden hadden het wel  bij het juiste eind. De Filippijnse had daar wel gelegen, maar was vlak voor de huiszoeking verplaatst naar de achtertuin van haar schoonbroer.
Al die jaren snuffelen op soms haast onbegaanbare paden eisen wel een tol. In 2006 krijgt Mouse  last van haar heupen. Toeval of niet: net in de periode waarin Rien besluit Mouse met pensioen te sturen, vraagt een documentairemaker of de ouders van Jeroen Dekkers bij het hondencentrum van de KLPD langs mogen komen. Om de hond die hen hun zoon teruggaf te ontmoeten.
Op een ijskoude dag in februari is het dan zover. Eigenlijk is Gerda Dekkers doodsbenauwd voor honden is, maar ditmaal voelt het goed. En als Mouse naast haar gaat zitten, en ze vrijelijk over haar kop mag kroelen, lopen de tranen over haar wangen. Alsof het is voorbestemd dat ze elkaar weer zouden treffen, vinden Bert en Gerda. Voor het stel uit Zaandijk is het meteen duidelijk: Mouse mag bij hen komen wonen als ze uit dienst gaat.
Dankzij Mouse loopt Gerda kort daarna weer over de straten in hun Zaanse nieuwbouwwijk. Na de dood van hun zoon bleef ze het liefst binnen.  ‘Je kruipt in elkaar’, vertelt Bert over die periode. ‘Je hoofd zit vol’, voegt Gerda toe, ‘je wilt dan niet ook nog eens geconfronteerd worden met buren die je ontlopen, omdat ze niet weten wat ze moeten zeggen.’ Maar nu, met Mouse in huis moet ze wel naar buiten. Ze vormen een imposante verschijning – een frêle blonde vrouw en een grote herder, die met haar gespitste oren, alerte blik en Koninklijke tred uitstraalt dat niemand deze vrouw pijn mag doen. De meeste buurtbewoners reageren aanvankelijk wat angstig. Maar zodra ze er achter komen dat Mouse eigenlijk een kroelhond is, komen de praatjes op straat weer terug. ‘Dit is de hond die Jeroen heeft gevonden’, zegt Gerda dan. De meeste buurtbewoners reageren vervolgens: ‘Ohh wat schattig. Heeft Jeroen vlak voor zijn dood nog een hond gevonden?’ Nee, schudt Gerda, ‘het is de hond die mijn zoon heeft teruggevonden.’
Jaren gaat het goed – het voelt bijna alsof ze weer een ‘normaal’ gezin zijn, met kleinkinderen en een hond. Maar de laatste maanden begint Mouse vaker te piepen. Ze heeft pijn, kan moeilijk staan en wordt blind. Op een woensdag eind januari hoort Gerda de hond weer eens piepen. Zowel zij als Bert weten: Mouse is op, het is voorbij.
De dag erna gaan ze naar de dierenarts voor twee spuitjes: een verdovingsspuit en een dodelijke injectie. Na de eerste legt Mouse haar grijze kop op de voeten van Bert en Gerda – iets dat ze vaak deed als ze samen waren. Geleidelijk zien Bert en Gerda haar wegzakken. ‘Hebben we het juiste besluit gemaakt?’ Hoewel ze weet dat het onzin is, speelt die gedachte op dat moment door Gerda’s hoofd. Nog een keer kroelen de ouders van Jeroen over haar hoofd. Dan verlaten ze de ruimte – nog voordat de warmte haar lijf definitief verlaten heeft. 
En nu, een paar weken later, herinnert in de woonkamer van Bert en Gerda alleen haar urn nog aan Mouse. Nog even en dan zal deze ook verdwenen zijn. Dan zullen Bert en Gerda Mouse brengen naar haar laatste rustplaats: het graf van Jeroen.
***
‘Hallo, geloof je in toeval?’, klinkt het een paar dagen later door de telefoon. Aan het woord is de woordvoerder van het KLPD, het politiekorps waar Mouse ooit werkte samen met de Duitse herder Indy. ‘Drie dagen na de dood van Mouse is ook Indy overleden. Ze is overreden door een auto.’

 Artikel 2:  Niet alleen Mouse is een bijzondere speurhond, de KLPD heeft momenteel zo’n 70 honden waarvan er velen hoge ogen gooien. Zo snuffelde Django afgelopen jaar 6 miljoen euro bij elkaar. Deze geldhond is een van de nieuwste aanwinsten van het politiekorps en is gespecialiseerd in het speuren naar geld in woningen, loodsen en auto’s. De meest recente aankoop is Bob. Deze hond is ook gek op de geur van geld – maar dan bij personen. Dus als iemand op het perron staat met een koffer vol geld, dan laat Bob aan zijn baas weten dat er iets niet pluis is. De honden slaan in principe alleen aan bij euro’s, en reageren soms ook bij dollars.

Het is niet mogelijk om ze alle geuren van de verschillende valuta’s te leren, want dat wordt te ingewikkeld. ‘Voor je het weet reageren ze dan ook op een stapel tijdschriften’, zegt Leendert Amersfoort van het KLPD.
Er zijn inmiddels honden die gespecialiseerd zijn in het speuren naar verdovende middelen, levende mensen, explosieve, lijken en geld. Maar ook honden die bloed kunnen reuken of de plek kunnen vinden waar brand is ontstaan. ‘Ze hebben hun eigen specialisme, want het is heel verwarrend als een hond zowel een bom als cocaïne kan ruiken. Op een bom moeten wij heel anders reageren, dan op een koffer met drugs.’
De specialismen zijn het gevolg van de vraag vanuit het politiekorps en moeten constant bijgeschaafd worden. ‘Vroeger leerden we de drugshonden bijvoorbeeld ook lsd ruiken’, zegt Amersfoort. ‘Maar dat is nu helemaal geen relevante geur meer.’  Het KLPD kijkt ook met interesse naar het buitenland. Zo kwamen ze via de Duitsers op het idee om bloedhonden op te leiden – zodat ze onzichtbare bloedsporen makkelijker konden vinden. ‘Als iemand vermist is en we treffen ergens bloedsporen aan, dan gaan we toch anders met zo’n  zaak om dan bij een normale vermissingzaak.’ In Scandinavië zijn er sinds kort spermahonden. Deze honden zijn gespecialiseerd in het vinden van de precieze plek waar een verkrachting heeft plaatsgevonden. 
 
Kader: In 2004 werd Den Haag opgeschrikt door de metselmoorden. Op 23 september werden de lichamen van twee mannen gevonden, beide mannen waren met tientallen messteken om het leven gebracht. En dat niet alleen, ze waren in cement gegoten en ingemetseld. Zonder speurhonden Mouse en Indy waren ze nooit gevonden. De lichamen behoorden toe aan Rob en Jeroen, die zes weken daarvoor waren verdwenen.

Op 12 augustus 2004 gingen Rob en Jeroen naar Den Haag. Rob voelde zich opgelicht door een makelaar en wilde zijn geld terughalen. Op die bewuste donderdag ging Jeroen voor het eerst met hem mee. Rob was al eerder met een andere vriend naar de makelaar geweest om hem te bedreigen. Jeroen had nooit eerder iets met de zaak te maken gehad. Hij en Rob zouden daarna doorgaan naar het strand. ‘Jeroen was de verkeerde man, op de verkeerde plek’, aldus zijn ouders. De moordenaar heeft in hoger beroep 18 jaar cel gekregen.

Je staat er nooit bij stil dat zoiets je ook kan overkomen

Door Willy en Dick Pardijs i.m. Emiel Pardijs
Het platteland is het toonbeeld van vredigheid en rust. Zinloos geweld? Dat is iets wat in de grote stad gebeurt, niet daarbuiten. Een klein gedenkteken langs de Den Elterweg tussen Zuphen en het dorp Wichmond laat zien dat het anders is. ‘Je staat er nooit bij stil dat zoiets je ook kan overkomen,’zeggen Willy en Dick Pardijs.
Op 9 mei 2010 verloor de 18-jarige Emiel Pardijs het leven. In elkaar geschopt en geslagen en vervolgens overreden. Waarom? Om niets, om een meisje, dat zich verongelijkt voelde. Oorzaak en gevolg liggen mijlenver uit elkaar, maar daarmee heeft Emiel Pardijs zijn leven niet terug. Zijn ouders, broer en zus, zijn vriendenkring, heel Wichmond zitten vol onbegrip. “Sprakeloos, dat dit kon gebeuren,” staat er in het condoleance-register op internet. Nu meer dan anderhalf jaar geleden is die sprakeloosheid er nog steeds.
Het kost Willy (52) en Dick (56) Pardijs moeite om over het noodlot van hun zoon te praten, maar ze doen het toch. Om te laten zien dat ze niet blijven hangen in verdriet, zoals ze het zelf zeggen. ‘Emiel zou niet willen dat we verbitterd blijven.’ En om te laten merken hoe ze de opvang door de buurt, de vriendenkring, de bekenden waarderen. ‘Maar de pijn  gaat nooit meer over.’ Het is een zwarte kant, die ook niet aan het platteland voorbij gaat.
In de woonkamer hangt een foto van Emiel. Vrolijk jong, met zijn vertrouwde petje op. Hij is er niet meer, maar hij bepaalt nog wel het handelen en denken van zijn ouder. Wat zou Emiel er van vinden, is voor hen een leidraad. ‘We kennen geen wraak- of haatgevoelens ten opzichte van de daders. Emiel zou dat niet willen.’ 
Zij kenschetsen hun zoon als een flierefluiter, een zorgeloos mensenmens, waar je eigenlijk niet kwaad op kunt worden. ‘En een grotere sloddervos kun je niet bedenken,’ vult Willy Pardijs aan. Iemand met een enorme vriendenkring. Heel Wichmond en Vierakker kende hem. Populair bij de meisjes, waarmee hij heel makkelijk contact legde. ‘Tot zijn 16e mocht hij niet uit, maar dat heeft hij daarna wel ingehaald, ‘vertellen zijn ouders. Een feestbeest, die eigenlijk nooit ruzie had. Maar die ene avond wel en dat werd hem fataal. 
Wat er die avond en nacht binnen een paar uur gebeurde, is onbeschrijflijk. Zo zinloos. De zeventienjarige Bente was kwaad dat Emiel ook met een ander meisje smste. In uitgaansgelegenheid De Boulevard in Zutphen stookte ze andere vrienden op om Emiel te grazen te nemen. Ze reden hem en zijn vriend Stefan ’s nachts klem op de dijk. Een van hen, een zestienjarige uit Warnsveld, takelde Emiel vreselijk toe. Hij werd getrapt en geslagen en liggend op de dijk achtergelaten. Terwijl de daders er vandoor gingen, reed een andere auto het slachtoffer op de weg aan. Daardoor was later niet meer precies te bepalen wat de doodsoorzaak was: het gruwelijke geweld, zoals de rechter het later bestempelde of de auto.  
Toen midden in de nacht rond vier uur de politie voor de deur stond, voelde Willy Pardijs direct aan dat er iets grondigs mis was.  ‘Je schrikt geweldig. In het ziekenhuis was het nog veel ernstiger dan gedacht. Zwaar hersenletsel, constateerden de artsen. In Zutphen konden ze niets voor hem doen. Hij moest naar het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen, waar artsen een gescheurde lever en geperforeerde longen vaststelden naast tal van andere kwetsuren en het hersenletsel. De artsen konden niets meer uitrichten. Tien uur na de mishandeling overleed hij. ‘We hebben afscheid kunnen nemen. Je gaat door een hel. Je zoon is vermoord,’ geeft Willy Pardijs haar gevoelens van dat moment weer. Zelf eiste ze dat ze Emiel voor het laatst mocht verzorgen. ‘Het is mijn kind. Daar blijft een ander vanaf. Er komt een leeuwin in je boven om dat voor elkaar te krijgen. ’
Daarna wilden ze maar één ding: naar huis. ‘Bizar. We zijn in het Radboud goed opgevangen, maar zo’n ziekenhuis heeft dan niets geregeld voor de terugreis. Met bus en trein moet je dan maar zien dat je terugkomt in Wichmond. Uiterst onprettig. Later hebben ze wel excuses aangeboden. ‘
Thuis wachtten zoon Jeroen en dochter Margot met haar partner Joris. ‘Zo verdrietig. Daar zijn geen woorden voor,’ vertelt Dick Pardijs. Alles werd met hulp van de uitvaartverzorgster in het werk gesteld om het ontzielde lichaam thuis te krijgen. ‘Dat deed goed om hem weer in huis te hebben.’ Toen iedereen weg was, klonk het “pap nog effe een biertje”. Samen gingen de mannen nog even bij Emiel zitten om een pilsje te drinken, zoals zijn vrienden nog altijd een blikje bier voor hem meenemen als ze het gedenkteken langs de weg verzorgen.
De dagen daarna gingen als in een roes voorbij. Haast ongemerkt zorgde de buurt ervoor dat condoleren en de uitvaart goed konden verlopen, ondanks de enorme drukte. Willy en Dick Pardijs wonen helemaal aan het eind van de weg, met aan de ene kant een woonhuis en aan de andere kant een eeuwenoude boerderij. ‘De naaste buren kwamen vragen wat ze konden doen en dat hebben ze geweldig gedaan.’ De buurt zorgde voor een parkeerplaats en een route verlicht met fakkels voor het condoleren en op de dag van de uitvaart zelf regelde ze dat de familie alleen bij de woning kon vertrekken. Heel Wichmond en Vierakker verzamelde zich voor een indrukwekkende 1,5 kilometer lang rouwstoet. ‘Dat helpt. Zoveel medeleven.’
Een paar dagen later vertrok zoon Jeroen na overleg met de militaire leiding naar Afghanistan, zoals eerder ook de bedoeling was. Van het gezin zat hij het meest met opgekropte woede, al zou dochter Margot later ook aangeven dat ze nagels in handpalmen zette om zich te verbijten tijdens de rechtszittingen van de verdachten. ‘Wij hebben geen wraak- of haatgevoelens, wel veel verdriet,’ zeggen de ouders. ‘We hebben zoveel plezier aan onze zoon beleefd, we zouden hem tekort doen met wraak. Hij zou het niet willen. Niemand gun je datgene wat ons is overkomen. Alleen wij weten hoe dat voelt. Met wraak trek je alles in een verdere neerwaartse spiraal.’
Bewust gingen Willy en Dick Pardijs samen met hun zoon, dochter en schoonzoon naar de rechtszittingen. ‘We wilden weten hoe de daders eruit zagen, hoe ze zouden reageren. Daar wilden we een beeld bij hebben,’ motiveert Dick Pardijs de moeilijke gang naar de rechtbank. Hij maakte er gebruik van de mogelijkheid om te spreken. ‘Ik ben pontificaal voor ze gaan staan. De advocaat wilde dat niet, maar de rechter vond het goed. Ik wilde ze recht aan kunnen kijken, maar ze sloegen hun blikken neer. De hoofdverdachte had steeds laten blijken, dat het hem niks interesseerde. Dat wordt dan ook nog goed gepraat met een posttraumatisch syndroom. Ergerlijk,’ vindt hij.

‘Ons leven is kapot. Door een zinloze daad is er een gat geslagen in ons leven,’hield hij de daders voor.  In zijn ogen kwamen ze er met lichte straffen vanaf, vooral omdat ze nog minderjarig waren. De 16-jarige hoofddader Peter V. uit Warnsveld, die de schoppen en klappen had uitgedeeld,  kreeg 20 maanden cel en jeugd-tbs. De 20-jarige Ricardo R, die de auto bestuurde en niks deed om het geweld te voorkomen, kreeg 10 maanden cel, waarvan 5 voorwaardelijk en de 17 -jarige Bente P, het

meisje dat de boel opstookte, kreeg 200 uur werkstraf. ‘Ik denk er liever niet over na wat er gebeurt als die hoofddader straks een keer vrij komt. Dan kan het zo weer gebeuren.’
Tegenover die moeilijke gang van het proces staan mooie momenten en grote betrokkenheid van de buurt en vrienden. In de tuin bij de vijver heeft Dick een monumentje gemaakt, een urnenmuur met een plaquette van zijn zoon in brons. Daar gaat hij geregeld even zitten om met zijn zoon ‘bij te praten’, zoals hij ook geregeld bidt, iets wat hij vroeger nooit deed. ‘Dan praat ik met Emiel. Eerst moest ik jou in de gaten houden, nu jij mij.’ De vaste vriendengroep van  Emiel (al vanaf de kleuterschool) komt elke 9e van de maand om even bij het monument een pilsje te drinken. Ze verzorgen ook het gedenkteken aan de weg. ‘Zoiets geeft een goed gevoel.’
Een mooi moment was de speciale voetbalwedstrijd bij Socii in mei dit jaar ter herdenking van Emiel Pardijs. Iedereen deed mee van het A Team waarin de keeper altijd met zijn petje op in het doel stond. In de muur bij de kantine werd – precies een jaar na zijn dood – een tegel in de muur onthuld met daarop een lieveheerbeestje, het symbool voor zinloos geweld.
Ook de betrokkenheid van de buurt is een steun in de rug . Wichmond is er anders van geworden, constateren Willy en Dick Pardijs. Hechter. Het is lastig in woorden te vatten. ‘Je gaat anders met elkaar om. Je was al overal welkom, maar je voelt dat het nu meer is. Zorgzamer. Meer open. Nog meer respect voor elkaar, zoals we dat ook in het gezin hebben. Je laat elkaar meer in je waarde.’ Zonder opdringerig te zijn, kloppen de buurtgenoten aan voor een praatje of om ze uit te nodigen. Een jaar na het drama brachten ze een krans om hun medeleven te betuigen. En ze vragen wat de twee willen. Zullen we de buurtbarbecue door laten gaan? Ja, was het antwoord, maar het paar bleef thuis, zoals trouwens ook enkele andere buurtgenoten. ‘Aanvankelijk gingen we nergens naar toe. Niet naar verjaardagen, niet naar de kermis. Dat zijn we op een gegeven moment weer wel gaan doen. Emiel zou niet willen dat we ons alleen maar verdrietig thuis opsloten.’   
De dood van hun zoon heeft Dick en Willy Pardijs veranderd. Ze zijn bewuster gaan leven. ‘Ik kom veel meer voor mezelf op. Als me nu iets niet aanstaat, geef ik niet thuis. Vroeger zou ik anders reageren,’ vertelt Willy Pardijs. Waar zij zich vroeger nooit zorgen maakte, is dat nu wel het geval. Dick heeft een streep getrokken: ’Mij kunnen ze geen pijn meer doen, wat er ook gebeurt. Ik kon me nooit voorstellen dat mensen zelfmoord pleegden. Dat doe je toch niet, maar daar kijk ik nu anders tegenaan. In het begin heb ik momenten gehad dat ik dacht het leven heeft niet zoveel zin meer, maar daar ben ik overheen. Ik ben er klaar mee.’ Het houvast is steeds Emiel. Wat zou hij willen?  
Willy en Dick Pardijs proberen de draad weer op te pakken, al is dat moeilijk. Het wordt nooit meer zoals het is geweest. Twee weken na de begrafenis ging Dick Pardijs weer aan het werk bij de gemeente Zutphen. Hij moest het huis uit. Echtgenote Willy kreeg zoveel problemen met stress dat ze zich op advies van Slachtofferhulp en de huisarts maandenlang ziek meldde bij de bloemisterij waar ze werkte. Ze sloeg aan het fotograferen, waaraan ze ‘geweldige contacten heeft overgehouden’ en thuis probeerde ze in de oude boerderij onder de naam “Vrijgeschikt” een bedrijfje op te bouwen met workshops in wilgentenen vlechten en bloemschikken. Dat draait nu en ze is weer aan de slag in een bloemisterij. ‘Het is een rouwproces. Het verdriet is zo intens. Dat is met geen pen te beschrijven. Dat blijft altijd. Dat gaat nooit over.’ Maar ze kan er nu mee leven. ‘Geniet ook met wat je hebt.’
Raak niet verbitterd is haar boodschap die ze gaat brengen in een workshop met lotgenoten. ‘Ik wil laten zien dat ze niet vast moet gaan zitten in haat en verdriet. Er is meer om je heen. Als je eruit komt kom je er sterker uit. Dat symboliseer ik met een werkstuk voor de workshop met klimopblad. Dat klimop blad zegt iets.’
Op de schoorsteenmantel staat een foto van het kleinkind dat in oktober het levenslicht zag. ‘Het mooiste dat ons nu kon overkomen. Prachtig, het geeft zo’n goed gevoel.’ Tegenover hangt de foto van Emiel. Het kijkt  met een glimlach naar z’n kleine nichtje.

Ik ben niet zielig, maar mijn leven is wel grotendeels naar de kloten!

Door Eveline i.m. Renate vd Hoeven
BLERICK - “Ik ben niet zielig, maar mijn leven is wel grotendeels naar de kloten!” Eveline Warman(33) windt er geen doekjes om over hoe haar leven tot nog toe is verlopen, maar ze wil vooral geen vals sentiment oproepen. In 1995 werd haar zus Renate door bekende huisgenoten vermoord. De daders kregen gevangenisstraf met tbs en dwangverpleging en zijn inmiddels op vrije voeten.een veelste lage straf voor een moord met voorbedachte rade in alle kalmte en rust. In 2006 kwam haar broertje Rudy door geweld om het leven. Over de toedracht bestaan verschillende versies. Eveline houdt vol dat hij ook is vermoord.dit was ook overduidelijk te zien aan zijn verwondingen. Volgens de politie is een val op de gallerij van het flatgebouw, waar Rudy destijds woonde, de oorzaak van diens overlijden.kan zijn dat die is gestruikeld over eigen voeten of een vuilinszak maar nergens geen bewijs van

“Ik weet dat Rudy ruzie had met een jongen, die hem geregeld opwachtte. De politie is te snel uitgegaan van een ongeluk en heeft zo ook gehandeld. Mijn broertje was geen lieverdje,een echt boefje een ADHD‘er. Hij speelde vroeger niet met de blokjes, hij gooide ermee,maar hij heeft zo geknokt en zijn leventje opgebouwd.werkte hard drie banen (bij van gansewinkel ) woonde samen en hadden vele plannen en dromen die hem in een klap weer werden afgenomen” Eveline is lid van Aandacht Doet Spreken,(ADS) een lotgenotencontactgroep voor nabestaanden van slachtoffers van zinloos geweld. Vorige maand is er op initiatief van ADS bij de Antoniuskerk in Blerick  een gedenksteen onthuld voor haar broertje en zus. “ADS houdt gesprekken met politici, slachtofferhulp, overige instanties en media. We geven en vragen aandacht om wat zinloos geweld doet,.” www.aandachtdoetspreken.nl”

In week 31 werden wij gebeld door de loco burgemeester van Tiel

Door familie Borger / van Genderen / de Haan i.m. Henk van Genderen
In week 31 werden wij gebeld door de loco burgemeester van Tiel ,dat er op 4 augustus om 10 uur een monument onthuld zou worden voor Henk van Genderen die verleden jaar was vermoord met messteken. Wij gaven aan, dat wij er ook zouden zijn.

Op maandag 4 augustus werden we door de burgemeester en de loco burgemeester hartelijk begroet met de woorden: fijn dat U er ook bij bent.

Er waren familieleden, vrienden, buurtbewoners en kennissen.

Wij, de ouders van Sandra Borger, waren niet de enige nabestaanden van slachtoffers, ook familie de Haan voor hun zoon Erik Jan de Haan waren aanwezig.

Er werd een welkomstwoord gesproken door de burgemeester van Tiel.
Het monument werd zichtbaar gemaakt daarna werd er een krans gelegd door de dochters van Henk samen met de burgemeester.

Daarna werd er een minuut stilte in acht genomen ...................

Die stilte was zeer indrukwekkend.

Daarna hield de vrouw van Henk een indrukwekkende toespraak die je raakte door merg en been.Zoals dat als Henk nog leefde hij 50 jaar zou zijn geworden en dat zij ook dit jaar hun 25 jaar huwelijk zouden vieren.Zij vertelde het door de tranen heen wat ik wel moedig vond. Zelf ik hield mijn ogen niet droog, had er werkelijk kippenvel van.

Tussendoor hadden wij bloemen gelegd bij Henk en onze Sandra.

Toen werden de condoleances gedaan en trok de stoet naar het gemeentehuis waar koffie werd geschonken.

Tijdens dit samen zijn heb ik met de nabestaanden gepraat over het bestaan van ADS en heb hun het liedje overhandigd van ZINLOOS GEWELD.Tevens hebben wij e-mail uitgewisseld daar wij foto's hadden gemaakt ,zodat wij die naar hun toe konden mailen.

Wij hebben met de moeder en de dochter gepraat en zij vonden het heel fijn dat er een goede opkomst was en zeker met name de familie van nabestaanden.

De moord op mijn dochter voelt na 10 jaar nog als de dag van gister

Door Mieke en Rini van Dorst i.m. Sabrina
'Lieve, lieve, zorgzame, gezellige, mama, zus, nichtje, vriendin. We missen je en vergeten je nooit! Kus Janneke.' Het is de eerste zin van het stukje tekst dat Janneke in de fles deed en in Joris' Kerstboom hing op de Parade. Een eerbetoon aan haar nichtje Sabrina, die op 14 januari 2001 door haar ex-vriend werd vermoord.  Ze laat een zoontje van 7 maanden (Moreno) achter. Ik spreek met haar ouders Mieke en Rini van Dorst en Moreno, die nu 12 jaar is, af bij de Kerstboom.

Het gezin is vanuit Roosendaal naar Den Bosch gekomen om Sabrina te herdenken. Haar vader Rini werkt als onderhoudsmonteur bij onder andere Leonidas in Den Bosch, in de Fonteinstraat.

Het voelt na 10 jaar nog steeds als de dag van gisteren", vertelt Sabrina's moeder Mieke. "Sabrina had een tijdje een vriend, maar maakte het uit met hem.

Hij accepteerde het niet en op een dag vermoordde hij mijn dochter in haar huis met verschillende messteken." Mieke houdt even op met praten. De tranen staan in haar ogen.

'Ik leefde in een roes'

De eerste jaren leefde ik in een roes. Kreeg ook therapie om het drama te verwerken, ik had een trauma opgelopen en het was voor mij overleven geworden, in plaats van leven. We konden in verband met het forensisch onderzoek onze dochter pas 2 dagen later identificeren, een traumatisch moment om je kind zo terug te zien." Moreno was op het moment van de moord 7 maanden oud en sliep boven in het huis waar het allemaal gebeurde. "Hij heeft er natuurlijk niet erg veel van meegekregen, maar hij realiseert zich wel degelijk wat er is gebeurd."

Beetje bij beetje kwam gedurende de jaren het besef bij Moreno dat zijn moeder is vermoord. Mieke hoorde op de tv van Joris' Kerstboom. "Ik keek op de website van de NCRV waar ik me kon aanmelden, want ik wilde er graag naar toe. En wilde mijn verhaal kwijt. Maar ik vond op de site niet bij wie ik moest zijn of hoe het in zijn werk ging. Toen ik googelde op Joris' Kerstboom kwam als tweede hit jouw artikel op Den Bosch Dichtbij. Toen dacht ik: 'jou ga ik een mailtje sturen.'" Ze loopt met haar man en zoontje naar de plek waar Janneke de fles heeft gehangen. "Ik vind het zo'n mooi eerbetoon dat haar nichtje dit heeft geregeld, zij en Sabrina waren van dezelfde leeftijd. Ook Moreno en Sabrina?s zus Cristianne hebben meegeschreven aan de tekst. Sabrina heeft ook een broer, Greg, hij steekt elk jaar met Oud en Nieuw een vuurpijl af voor zijn zusje.

Mieke pakt de fles in haar handen en draait 'm. "Kijk, dit was Sabrina met Moreno." Ze laat een foto zien van een mooie, jonge meid dat een klein kindje vasthoudt. Vervolgens kijkt ze om zich heen. Er staan meerdere mensen bij de boom te kijken naar de foto's en teksten die er hangen van hun dierbaren. "Het voelt erg goed om hier te staan. Je hebt het idee dat je er niet alleen voor staat. Er zijn meer mensen die iemand hebben verloren en hem of haar hier herdenken. Ook al ken je elkaar niet, je deelt wel hetzelfde gevoel. We zijn allemaal lotgenoten van elkaar. Daarom hou ik mijn oren en ogen ook open als ik om de boom wandel."

6 jaar cel met tbs

We lopen een stukje verder. Het zit Mieke erg dwars dat de moordenaar van haar dochter in oktober dit jaar is vrijgelaten. Hij heeft dan 6 jaar cel gehad met tbs. "Het is voor hem 6 jaar geweest, ik moet mijn hele leven zonder mijn dochter." Mieke vertelt verder dat ze foto's en filmpjes heeft van Sabrina met Moreno. "Die laat ik hem zien en we praten er veel over." Moreno vult haar aan: "Het is fijn dat we die beelden hebben. Zo heb ik een idee wie mijn moeder was. Wat ze leuk vond om te doen. Wat voor iemand het was." Na de dood van Sabrina zorgde het echtpaar Van Dorst voor de kleine Moreno. "T is zo'n goei jong," zegt Mieke en ze geeft Moreno plagerig een tik. "Ik ben zo ontzettend trots op hem. En ben blij dat er met hem verder niks is gebeurd en dat hij het op een goede manier verwerkt
allemaal."

Dan hebben we een rondje om de boom gelopen en staat Mieke met haar man en kleinkind weer stil voor de fles in de boom. "Kijk eens naar de plek waar de fles ligt. Wat mooi. Sabrina wordt hier in het licht gezet en dat vind ik prachtig. Dit zouden ze eigenlijk in elke plaats moeten doen."

Het wordt dit jaar, 30 september 2013, 18 jaar geleden dat mijn lieve zus Renate door onze toenmalige huisgenoten op brute wijze om het leven werd gebracht.

Door Eveline i.m. Renate vd Hoeven
Lieve lotgenoten

Zoals elk jaar begint voor mij het hele gebeuren rond juli gelukkig met alle mooie herinneringen en de close band die ik met haar kreeg. Ik leef dan weer in twee tijden, schiet bij elke geur geluid en dergelijke terug naar momenten van toen. Ik was toen net 18. Dit jaar, na 18 jaar, voelt dat vreemd en anders er is voor mij iets veranderd op een hele positieve wijze. Ik ben verleden jaar begonnen met mijn hobby fotografie weer op te pakken en geniet hier intens van al moet ik nog wel flink oefenen.

Vraag me niet waarom maar ik wilde voor mijn gevoel juist alle moeilijke locaties af in plaats van er voor weg te blijven vluchten en ben dit ook gaan doen met in mijn hoofd alleen maar de mooie omgeving en gevoelsmatig foto’s maken van alles dat me aansprak. Eerst in Steijl en Tegelen aan de Maas waar ik veel met haar gezeten heb en we lief en leed met elkaar hebben gedeeld. Toen naar Reuver ik wilde daar graag bij Schellekens Baek, waar we ook zo graag kwamen, foto’s maken maar hier kon je niet meer naartoe dus zijn we Reuver zelf in gegaan heb ik aan de Maas foto’s gemaakt van Kessel en Reuver. Daarna zijn we door Reuver gereden want ik wilde ook naar de woning toe waar we hadden gewoond en het was gebeurd. Voor ik het wist stonden voor we voor de woning en het leek wel of iets me beschermde voor alle shockbeelden enzovoorts dat ik alles in een soort van roes weer meemaakte. Het huis schreeuwde niet meer, kwam niet meer tot leven, alsof ik eindelijk in het hier en nu dit alles mocht ervaren alsof ik er nog nooit was geweest. Alleen in mijn achterhoofd kwamen vaag de herbelevingen maar het positieve gevoel overheerste het. Daarna zijn we ook naar Aachen geweest, niet naar dat ziekenhuis waar ze opgebaard lag na de autopsie en ik haar moest identificeren, alleen al de naam van die stad kneep hierdoor mijn keel dicht. Nu heb ik er een hele mooie ervaring opgedaan en vele foto’s gemaakt in de dierentuin waar we waren. Zelfs op de heenweg voelde ik niet de spanning of iets terwijl ik me wel bewust was en af en toe ook terug schoot naar toen dat we met de politie daarheen reden. De volgende stap was Munchen Gladbach daar heb ik op het politiebureau drie keer moeten tekenen dat het mijn zus was en zag daar elke agent met een foto van haar lopen dit alles heb ik beleefd samen met de hoofddader. Ook hier zijn we naar een dierentuin geweest en heb ik erg genoten van de omgeving en de dieren en een hele positieve ervaring mee opgedaan. Voor mijn gevoel heb ik eindelijk na al die jaren
het trauma overwonnen.

Op Facebook heb ik al die foto’s in een map mijn speciale locaties staan kijk er vaker tussen en geniet er dan weer van met nog steeds een ongeloof hoe anders ik het heb mogen ervaren en dus met een glimlach op mijn gezicht en omdat de daders me lastig vielen op Facebook vond ik het ook geweldig om hun dit onder hun neus te duwen. Natuurlijk voel ik wel alweer de moeilijke maand aankomen, de maand waarin zowel mijn zus als mijn broertje van hun leven werden beroofd, een maand die ik liever zou vergeten met nog steeds veel schuldgevoel dat ik niet kan loslaten.

Maar het rare hierbij is dat het zelfs zo is, ondanks dat 1 september ook een hele moeilijke dag voor me is, er een USA Cartreffen is in Reuver waar ik naar uitkijk om naartoe te gaan om al die vetgave auto’s te kunnen zien en fotograferen. Waarschijnlijk moest ik deze hobby weer oppakken om mijn leven weer op te kunnen pakken.

'Ik wil nooit meer wat van Kobus horen.'

Door Martin en Irene Roos i.m. Alan Roos
Martin Roos bij het gedenkmuurtje dat is gebouwd van de klinkers waarop Daan en Alan lagen toen ze werden gevonden 'Ik wil nooit meer wat van Kobus horen.'

De moordenaar van Alan Roos en Daan de Blok, die in 2000 in Loosduinen ogenschijnlijk zonder enige reden werden neergeschoten, is vrij. Kobus R. mag weer gaan en staan waar hij wil, maar vader Martin Roos weet zich geen raad.

Wie is die vreemde vogel die uit de auto stapt. Kan ik naar de bakker gaan, of loop ik hem dan tegen het lijf?

Den Haag Martin Roos

'In ??n klap is alles weer ingestort,' zegt Martin Roos. 'Je weet dat het moment komt dat hij vrij komt, maar op de een of andere manier rekende ik er toch niet op.'

Voor de zoveelste keer leest hij het uiterst summiere briefje voor, dat vorige week bij de post zat. 'De straf van de veroordeelde eindigt op 29 januari 2014. Hiermee wordt de informatieverstrekking over het detentieverloop vanuit het IDV (informatiepunt detentieverloop, red.) be?indigd'. De brief heeft nog een aanhef en is ondertekend, maar meer staat er niet in. 'Of het niets is dat die man zomaar weer vrij rondloopt!'

Nachtmerrie Op slag is Roos teruggeworpen in de nachtmerrie die hij beleefde in het jaar 2000. Na een avondje stappen gaan zijn zoon, de 31-jarige Alan, en de 22-jarige Daan de Blok mee in de auto van vader en zoon Kobus en Tommix R., allebei woonachtig in het woonwagenkamp aan de Escamplaan.

Als ze net onderweg zijn, verklaart Tommix later, richt zijn vader volkomen onverwachts een wapen op het hoofd van Daan. De 22-jarige Hagenaar lacht erom, denkt dat het een geintje is.

Invloed Het is het laatste wat hij doet. Onder invloed van drank en xtc schiet de inmiddels 64-jarige Kobus de jongen zonder pardon neer. 'En jij ook maar gelijk effetjes,' zou hij luttele seconden later tegen Alan zeggen, waarop het tweede schot klinkt.

Tommix zegt dat hij uit angst voor zijn vader niet durft te protesteren en gedwee meehelpt de lichamen neer te leggen in de Ouverturestraat. Het duurt nog een hele dag, het is Moederdag, tot Martin en zijn vrouw Irene horen dat hun zoon dood is.

Kobus ontkent, maar het Gerechtshof veroordeelt hem tot 20 jaar cel. Met aftrek van eenderde van de straf, betekent het dat hij na veertien jaar weer vrij komt. Met dat gegeven in gedachten, raakt Roos verteerd door woede. De opgelegde straf is in zijn ogen veel te laag. 'Als hij vrijkomt is 'ie voor mij', zegt hij meerdere keren.

Pas na oprichting van de stichting Aandacht doet Spreken, waarin hij namens nabestaanden van moordslachtoffers opkomt voor hun rechten, kan hij zijn wraakgevoelens opzij zetten.

Een van de dingen die mede door de stichting worden geregeld, is een mogelijk gebiedsverbod voor veroordeelden. Nooit meer zouden de moordenaars in de buurt van hun slachtoffers mogen komen.

Ook Roos vroeg zo'n verbod aan, maar tot zijn verbazing gold dat alleen tijdens de proefverloven van de kamper. 'Ik kende al de verhalen van andere nabestaanden. Sommigen zijn verhuisd, omdat ze doodsbang waren om de dader tegen te komen. Nu weet ik het ook uit eigen ervaring. Ik kijk voortdurend om mij heen. Wie is die vreemde vogel die uit de auto stapt. Kan ik naar de bakker gaan, of loop ik hem dan tegen het lijf?'

Bij een overleg op het ministerie van Veiligheid en Justitie kaartte hij gisteren de kwestie rond het gebiedsverbod aan. Ook bij het Openbaar Ministerie trok hij aan de bel. 'Ik heb leren leven met het gemis van mijn zoon en wil niet meer zo ver terugvallen. Ik wil gewoon nooit meer iets over Kobus horen. Laat hem maar ergens verrotten.'

De wereld van Marten Fortuyn en Simon Fortuyn de jongste broer van Pim.

Door Marten Fortuyn i.m. Pim Fortuyn
Jarenlang werd zakenman Marten Fortuyn in beslag genomen door de erfenis van zijn broer Pim. Vrijdag komt diens moordenaar, Volkert van der G., vervroegd vrij. „Die man spoort nog steeds niet.” Vrijdag zal Marten Fortuyn de enorme Pim-herdenkingsvlag aan zijn woning in het Belgische Hoogstraten halfstok hangen. Die dag komt Volkert van der G., de moordenaar van zijn broer Pim Fortuyn, vervroegd vrij. Een trieste dag, noemt hij het. „Ik zal een foto van mezelf met die vlag maken. Die stuur ik op naar het ANP”, zegt Marten Fortuyn. „Reken maar dat ik dat ga doen.”We hebben afgesproken in de lounge van het Van der Valkhotel in Vianen, op zijn verzoek. Een anoniem hotel, ingeklemd tussen snelwegen. Marten Fortuyn (70): sinds de moord de spreekbuis van de Fortuyn-familie. Van De Telegraaf en Pauw & Witteman tot CNN en BBC, Marten Fortuyn gaf keer op keer zijn gepeperde opinie. ‘Zelfmoord, een idee voor jou, Volkert?’ opperde hij in 2003 in NRC. En over zijn broer, vlak na de moord, in het Nederlands Dagblad: ‘Stop met de mythevorming rondom hem. Pim was geen heilige, maar een ‘pestkopje’.’
Het is nu twaalf jaar geleden dat zijn broer om het leven werd gebracht. De afgelopen jaren heeft Fortuyn een getekend gelaat gekregen. Hij laat een grijs baardje staan en loopt met voorzichtige passen. Buiten op de parkeerplaats staat zijn auto met een invalidenvignet, traplopen lukt niet meer. Door de longziekte COPD raakt hij soms buiten adem, maar een stevige roker is hij nog steeds en zal hij altijd blijven.
Fortuyn heeft
turbulente jaren achter de rug, ook met veel „familiegedoe”. „Alles raakte aangetast door de moord en alle rotzooi er omheen. De relatie met mijn vrouw en kinderen kwam onder druk te staan. We raakten vervreemd van elkaar. Mijn sociale kring wordt steeds kleiner. Het gaat nu gelukkig weer wat beter, maar ik kom uit een dieptepunt.” Zijn bravoure is afgenomen, maar zijn ogen staan helder („Ik ben een matige drinker geworden”) en hij formuleert trefzeker. Hij voelt zich een „survivor”: „Ik laat me niet breken.”
Ten tijde van Pim Fortuyns herbegrafenis in Italië in 2003, schreef Marten Fortuyn in NRC dat Van der G. erop kon rekenen dat hij hem zou opwachten ‘als hij ooit nog vrijkomt en hij nog steeds niets heeft onthuld over zijn motieven’. ‘Praten zal ik met je.’Staat u komende vrijdag aan de gevangenispoort?„Nee. Dat is de wijsheid van nu. Ik heb een periode geprobeerd in contact met Van der G. te komen. Dat ging niet, dat was niet gewenst volgens zijn advocaat. In het tv-programma Op zoek naar Fortuyn gaf Volkert van der G. aan hoe hij in het leven staat.
Hij is niet veranderd. Hij heeft geen berouw. Die man spoort nog steeds niet. Maar als hij mij benadert en bereid is met een echte, eerlijke verklaring te komen, dan wil ik Van der G. ontmoeten.
„Ik weet niet eens in welke gevangenis hij zit. Niets is mij daarover verteld. De autoriteiten zijn vermoedelijk bang, anders had ik het wel gehoord. Maar neem maar van mij aan dat hij niet door de voordeur naar buiten gaat.
„In de loop der jaren hebben mensen me regelmatig toevertrouwd Van der G. te willen vermoorden en mijn reactie was altijd: Ik wil er niks van weten. Ik wil geen dodelijke wraak.”Marten Fortuyn was ondernemer, een man die internationaal zaken deed en al zijn halve leven in het buitenland woonde. Hij werkte voor een Amerikaans medisch bedrijf dat teststrips voor diabetes ontwikkelde. En hij had een eigen bedrijf, was makelaar in geneesmiddelen. Zijn Nederlandse paspoort heeft hij nog wel, maar hij bemoeide zich nauwelijks met Nederland, laat staan met de Nederlandse politiek. Natuurlijk volgde hij de politieke bliksemcarrière van broertje Pim, maar op comfortabele afstand.
Dat verandert op slag als Pim Fortuyn wordt vermoord op het Hilversumse Mediapark, en Fortuyn met hoge snelheid vanuit zijn Belgische woonplaats Loenhout naar Hilversum rijdt. Vanaf dat moment is het gedaan met zijn anonimiteit. Hij is er ook de man niet naar om een stap achteruit te doen als hem om zijn mening wordt gevraagd.
Zo pleit Fortuyn een paar dagen na de moord al voor het opheffen van de Lijst Pim Fortuyn (LPF), want: ‘Pim is de partij, en de partij is Pim’. LPF’ers kijken wel uit: met de astronomische zetelprognoses voor de verkiezingen van 2002 beslissen zij dat de partij blijft bestaan.
Fortuyn besluit samen met zijn jongere broer Simon LPF-lid te worden om een vinger aan de pols te houden. Ook werpt hij zich op als coach van het LPF-bestuur. Maar het politieke avontuur is van korte duur: in september 2003 stappen Marten en zijn broer uit de LPF, omdat ze de chaos binnen de partij „meer dan zat” zijn.
Marten Fortuyn eist ook een afschrift van de verklaring van Volkert van der G., en hij krijgt die ook. Hij wil namens de familie schadevergoeding van de milieuactivist. Van der G. wordt veroordeeld tot het betalen van 22.000 euro.
Als jaren na de moord blijkt dat alle mails uit Pims laptop tussen 1 januari 2002 tot aan de dag van zijn dood op 6 mei 2002 niet in het mailarchief zitten dat hij heeft ontvangen van Binnenlandse Zaken, onderneemt hij meteen actie. Hij benadert De Telegraaf en kondigt aan een verzoek te doen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken om de gehele mailgeschiedenis van zijn broer te mogen inzien.
Het grootste juridische gevecht is het ontwarren van de erfenis van zijn broer, een complexe en zeer tijdrovende zaak, met twee huizen die minder opbrachten dan gedacht en met vele openstaande schulden.
Waar Pim is, is Marten. Steevast is hij een van de sprekers bij de herdenkingen op 6 mei en op conferenties over ‘Pim’. Hij is bij de onthulling van het Pim Fortuynplein in Rotterdam, bij de theatervoorstelling Fortuyn en bij de rockmusical Doop!, over een persoon die gelijkenis vertoont met Van der G. Hij moet beslissen of het moordwapen van Volkert van der G. in het Rijksmuseum tentoongesteld mag worden. Ja, dat mag. Als LPF-Kamerlid Nawijn in 2005 Filip Dewinter uitnodigt in het Palazzo di Pietro, Pim Fortuyns huis in Rotterdam, veroordeelt zijn broer dit onmiddellijk. Pim wilde nooit iets te maken hebben met rechts-extremisme, verklaart hij. Hij verzet zich ook krachtig tegen het Pim Fortuyn-gedenkteken dat het Vlaams Blok in Antwerpen wil plaatsen.
Het is slechts een greep uit de uiteenlopende kwesties waarmee Marten Fortuyn te maken krijgt, en waar hij iets mee móet.Wat Fortuyn met terugwerkende kracht beseft is dit: die beroemde moord op zijn broer – het ‘broertje’ waar hij niet eens zo heel close mee was – veranderde zijn leven voorgoed.Hoe kijkt u terug op die hectische tijd?„Stapje voor stapje, en tegen mijn zin, ben ik mijn eigen identiteit verloren. Pim heeft mijn identiteit geroofd. Zo voelt het wel, al kan Pim er niet zoveel aan doen. Dat ging sluipenderwijs na 6 mei 2002, maar er is ook bewust door journalisten aan meegewerkt. Die bleven maar schrijven dat ik een ‘beroepsbroer’ ben. Alsof ik een slechtere kopie van Pim zou zijn. Inmiddels beschouw ik het maar als geuzennaam, maar die term is eigenlijk zeer denigrerend.”Wat is uw grootste grief?„Ik word niet beoordeeld op mijn eigen merites. Vóór de moord was ik een succesvol ondernemer die een internationaal leven leidde. Mijn zakelijke activiteiten moest ik na 2002 afbouwen en uiteindelijk helemaal stopzetten, omdat ik te veel in beslag werd genomen door de afwikkeling van de erfenis. Pim bleek schulden te hebben, zijn huizen in Rotterdam en Italië brachten minder op dan gedacht. Ogenschijnlijk leek alles wel aardig, maar er waren vele openstaande rekeningen.
”Hoe bent u veranderd?„Ik was een vrij vrolijke man, energiek ook. Dat is helemaal weg. Enerzijds door lichamelijke ongemakken, anderzijds omdat het zakendoen me is afgenomen. Het beheren van de erfenis van Pim Fortuyn op politiek, juridisch en financieel vlak slorpte me op, waardoor ik te weinig tijd overhield voor mijn bedrijven. Het Amerikaanse bedrijf kocht me uit, met mijn eigen bedrijf liep het spaak.”Zelfs Marten Fortuyns eigen verjaardagsdatum, 10 mei, werd door de moord gekleurd: 10 mei 2002 was de dag van Pims begrafenis. „Mijn verjaardag is sindsdien verpest, ik vier het niet meer.”U bent vanaf 6 mei 2002 vaak in de media geweest. Enige ijdelheid lijkt u niet vreemd.„Dat was geen carrière, dat is doen wat je moet doen. Mijn plicht als oudste zoon en als oudste broer. Dat ben je in goede en in slechte tijden. Ik heb in de jaren zestig ook mijn jongste broer Joost moeten identificeren na zijn auto-ongeluk, en zijn begrafenis moeten regelen. Dat konden mijn ouders niet aan, zij waren volledig in paniek.„Eigenlijk gebeurde de dinsdagmiddag na de moord op Pim hetzelfde, toen de taken verdeeld moesten worden en we met de familie bijeen zaten in het huis van Pim in Rotterdam. Ik ben door de familie aangewezen als de man die naar buiten zou treden en de media zou bedienen. Al zeg ik het zelf: bij mij stond de ratio voorop, mijn optreden in de pers was rustig en niet opruiend. Ik was me ervan bewust dat de zaak in Den Haag de dag na de moord op springen stond en ik wilde niet dat de massa zou exploderen.„Ik heb mijn positie niet uitgebuit, ben juist niet populistisch bezig geweest. Ik heb mezelf niet op het schild gehesen als de nieuwe Pim!”U leek de spotlights niet onprettig te vinden...„Oh ja, dat werd ook nog van mij gezegd: ik zou mediageil zijn. Ik zocht de media niet op, het ging zo dat ik wérd gezocht. Zo werkt het.”Hoe kijkt u naar de naderende vrijlating van Volkert van der G.?„Ik heb aan dat hele proces geen goed gevoel overgehouden. Rechter Frans Bauduin is vast zo’n D66’er die ver is weggedreven van de maatschappij en die neerkijkt op de ‘onderbuikgevoelens’ van burgers. Die man weigerde de maatschappelijke onrust en impact van een politieke moord mee te wegen in zijn vonnis. Hij wíst dat achttien jaar twaalf jaar betekende. Een verre van reële straf. Ik vind dat Van der G. een veel langere straf had moeten krijgen. Ik respecteer de rechtsstaat. Maar er moet toch een zeker rechtsgevoel zijn voor de nabestaanden en ik moet echt zeggen: mijn rechtsgevoel is niet bevredigd.”Bent u nog veel met uw broer bezig?„Na zijn dood ben ik meer met Pim bezig dan vóór zijn dood. We waren niet heel hecht, we konden heftige discussies hebben. Maar het is ook weer niet zo dat Pim en ik alleen maar ruzieden. We hadden geen gemakkelijke verhouding, Pim kon vilein en meedogenloos zijn. Hij provoceerde altijd, ook in familiekring, en ik moest dan bemiddelen.
”Hoe bedoelt u dat?„Jaren geleden kreeg onze vader een feestelijke receptie en dinertje aangeboden van Vlaar, de groothandel in papier en enveloppen waar hij dertig jaar als vertegenwoordiger heeft gewerkt. Pim kwam twee uur te laat binnen. Hij was uitbundig uitgedost met bontmuts en bontmantel van mijn moeder, op zijn borst prijkte een groot fallussymbool. Mijn vader ging door de grond en zijn feestje was versjteerd. Je had dat triomfantelijke smoelwerk van Pim moeten zien.„Er gaat geen dag voorbij of Pim wordt nog ergens in de media genoemd. Het vervelende is dus dat de vraag niet is hoe vaak ik aan hem denk, maar hoe vaak mén aan hem denkt, en dan word ik er weer mee geconfronteerd.”Hoe kijkt u nu, na twaalf jaar, naar de gebeurtenissen?„Het is rustiger. Ik kan nu bijvoorbeeld kijken naar de beelden uit het Mediapark. Ik krijg er geen nare dromen meer van. Maar om eerlijk te zijn: ik vind het geen afstotend beeld, Pims dood zag er niet bloederig uit. Als ik aan hem denk, denk ik aan het broertje dat lang zwervende was in het leven, maar uiteindelijk een man met een missie werd. En die nu een vermoord familielid is.”Wordt het hoofdstuk Pim voor u ooit afgesloten?„Ik denk dat dat pas gebeurt als ik mijn kist in ga.”Makelaar in geneesmiddelenMarten Fortuyn volgde hbs-A en had verscheidene managementfuncties bij internationale bedrijven zoals Organon International, Lederle/Cyanamid en een laatste functie als international vice-president bij Johnson & Johnson. Hij was ook makelaar in geneesmiddelen en in medische hulpmiddelen. Fortuyn zette een Europees distributienetwerk op voor een Amerikaans bedrijf en werkte tot 2007 eveneens als consulent voor de Europese Investeringsbank voor Oost-Europa in Londen. Hij is nu gepensioneerd. Fortuyn is getrouwd met Jet van Hoffen, heeft drie kinderen, 7 kleinkinderen en een stiefkleinkind en woont in Hoogstraten (België).Knokken om aandachtMarten Fortuyn is op 10 mei 1943 geboren als oudste zoon in een rooms-katholiek gezin van zes kinderen in Driehuis, Noord-Holland. Eerstgeborene is Tineke, daarna Marten, als derde Pim, Eefke (overleden in 2006), Joost (overleden op achttienjarige leeftijd aan de gevolgen van een auto-ongeluk) en Simon. Vader Hein Fortuyn was vertegenwoordiger in enveloppen en papier en actief in het katholieke verenigingsleven. Toos Fortuyn was huisvrouw en spil van het gezin. De kinderen zaten op een strenge katholieke school in Driehuis. Een lawaaiig gezin. Aan de keukentafel kon het er volgens Marten Fortuyn hard aan toegaan tussen de kinderen, er moest geknokt worden om aandacht.
Dit artikel is
verschenen in het NRC Handelsblad van zaterdag 26
april 2014 op pagina 12 & 13

Pim Fortuyn kwam uit een gezin van zes kinderen. Twee meisjes, vier jongens. Van oud naar jong: Tineke, Marten, Pim, Eefke, Joost en Simon. Slechts drie van de zes leven nog. Joost stierf al op zijn achttiende bij een auto-ongeluk. Eefke stierf aan kanker, in vier weken tijd. En Pim, dus. Het middenschip van het gezin Fortuyn is weggeslagen; door ongeluk, kanker, moord. Blijft over: oudste zus, oudste broer, jongste broer. De oudste zus mijdt de media. De oudste broer, Marten, is juist bekend van de televisie. De jongste broer, Simon, stond gistermiddag te flyeren op de Lijnbaan in Rotterdam. Hij droeg een wit jack van Leefbaar Rotterdam, waarvan hij bestuurslid is. De tekst op zijn flyer: „Nooit vergeten, zegt ons geweten”. En: „Demonstreer mee!” Morgen komt Volkert van der G. vrij; diezelfde avond organiseert Simon een protestmars in Rotterdam tegen zijn vervroegde vrijlating. Dat doet hij samen met Hans Smolders, politicus in Tilburg en voormalig chauffeur van Pim. We zitten op een terras aan de Coolsingel, naast het stadhuis. Simon rolt een shagje. Hij begint over de NRC-verkoper die hij tijdens het flyeren sprak; benieuwd hoe de handel liep. „Ik zou het doodzonde vinden als papieren kranten verdwijnen”, zegt hij. Zelf zat hij ook in het papier. Hij was directeur van een enveloppenfabriek. Zijn vader was handelsreiziger in de enveloppen. Simon verkocht zijn bedrijf in 2007, net op tijd, vlak voor de grote daling van het postverkeer. Hij doet nu onroerend goed. Ik had me een meer verbitterde man voorgesteld, maar Simon (59) is energiek en joviaal. Zijn haar grijzend, maar vol, met een vitale slag; shampoo reclamehaar, bijna. Hij tikt je knie aan als hij praat, een goede verkoper. Zijn gezicht ongetekend, de ogen helder. Het stoort hem dat Volkert vrijwel automatisch strafkorting kreeg, terwijl hij niet meedeed aan een programma om recidive terug te dringen, bijvoorbeeld, en hij betuigde niet duidelijk spijt. Maar de demonstratie heeft een breder doel: tegen strafkorting in het algemeen. Want waarom krijgt een moordenaar vrijwel automatisch een derde korting op zijn straf? Die achttien jaar is kennelijk alleen voor de bühne. Netto celstraffen scheppen duidelijkheid. De Pim van zijn kindertijd herinnert hij zich als een studentikoze linkse rakker, in een rechts ondernemersgezin. „Ik was Simmetje voor hem”, zegt hij. „Altijd als hij me zag, aaide hij even over mijn bol.” Broer Marten (70) had niet zo’n warme band met Pim, maar werd na zijn dood de woordvoerder van de familie. „Ik had het druk”, zegt Simon, „en Marten was toen een soort pensionado.” Simon mijdt de media niet, maar kiest zijn momenten uit. Dus nu heet Marten ‘beroepsbroer’. Het ging jaren slecht met hem. Drank. Ruzie. „Pim heeft mijn identiteit geroofd”, zei Marten onlangs in een interview met NRC. We lopen naar het kantoortje van Leefbaar Rotterdam in het Stadhuis. Een fractiemedewerker is in de weer met persfoto’s van de flyeractie. Op een kast een foto van Pim; hij lachte naar Simmetje. Elk gezin heeft z’n zondagskind, de mazzelaar die immuun lijkt voor noodlot. Bij de Fortuyns heet hij
Simon.

Arjen van Veelen (a.v.veelen@nrc.nl)
Dit artikel is verschenen in het NRC
Handelsblad van donderdag 1 mei 2014 op
pagina 9

Gewone mensen, gewoon op straat

Door Carmen Mitwally i.m. Emad Mitwally
Maar wat als het je nu overkomt? Wat als dit jou zelf zou overkomen? Het kan iedereen overkomen, je hebt een gezin bent gelukkig en van het een op het andere moment is het totaal vernietigt.Oh vermoordt? Dan hebben ze drugs gebruikt, dan zijn het gewoon criminelen, eigen schuld.Ze willen een hokje ervoor geven om zichzelf af te sluiten ervoor, na oorlogsgedrag.Waarom denken ze nooit dat JUIST een crimineel moord waarom moet het slachtoffer slecht zijn geweest? Waarom wordt een dader in vrijwel alle gevallen na slachtingen als een soort misbruikt asieldiertje een tweede kans gegeven? Om eens flink vertroeteld te worden de volle aandacht te genieten en een nieuw leven te mogen stichten en mensen voelen zich vertederd door liefde om dit te proberen?Maar wat ik nu heb geschreven daar zullen vele in deze maatschappij van denken ja, dat kan je toch niet zomaar opschrijven? Ssst niet over praten! Dat mag echt niet,je gaat veel te ver hoor! ook niet als het echt waar is. Laten we maar weer over zwarte piet discussiëren!
Alles werd rood. De kleur van de dood. Hoe je er ook tegen vecht, nachtmerries die niet meer zullen verdwijnen.Het is de waarheid ,het gebeurt gewoon in het echt. Je probeert te ontsnappen je er tegen te verzetten.Je schreeuwt om hulp, je wilt er weg er ver vandaan je probeert te ontsnappen.Maar het blijft je achtervolgen het mes dat snijdt en in je steekt een hele tijd en vele malen door jou vlees.Alles is bebloed, je kleding, de straat, het pand. Hoe je je ook hebt verzet de dader houdt jou vast want jij bent voor hem een last.Je probeerde te ontsnappen tot het aller laatst.Genoeg getuigen, die het op straat zien maar niemand die wat durft, ze hebben het allemaal gezien.Toen een verpleegster je zag lopen op straat totaal bebloed en verward twijfelde zij geen moment en probeerde zij jou nog te helpen.Zij deed een handdoek over jouw gezicht omdat de omstanders nieuwsgierig alleen keken naar de pijn die uitstraalde op je gezicht praten ging niet meer.Jou ogen vroegen om hulp, jou ogen spraken van jou immense pijn. Toen jou hoofd naar achteren klapte schrok zelfs de verpleegster. Van jou doorgesneden lijden en kneep in de aders van je keel om het bloed te laten stelpen.Maar het was te laat de zuurstof in je hersenen had al even stil gestaan. Jou leven was op dat moment vergaan.Al die tijd dat jij had zitten wachten op hulp tegen de dreigementen … de politie heeft er nooit iets tegen gedaan.Na de moord is zelfs de camera van het misdrijf vergaan verdwenen moet je weten, hoe kan zo iets in godsnaam toch bestaan.En de zaak gewoon allang van de hand gedaan gesloten over en uit. Dat was hun besluit. Waar de camera is gebleven interesseert niemand ene fluit.Na de moord was gelijk alles over en uit de toedracht het hele gebeuren een gevoel van machteloos verloren als publiek sta je aan de zijlijn en je hoort nergens meer bij.Een leven is verwoest en slechts woorden uit het wetboek slaan alles verstikkend dicht. 

Terugkomdag van de pilot,Ruimte voor de toekomst

Een stralende en zonnige dag, een vlotte reis naar Doorn toe, onder het rijden dacht ik wat gaat er vandaag allemaal gebeuren, in ieder geval iedereen weer terug zien. En dan een zeer hartelijk welkom van onze begeleiders en het was dan ook heerlijk iedereen terug te zien. Het gesprek was dan ook en hoe gaat ie? We werden onder het genot van een kopje koffie hartelijk welkom geheten door Liesbeth Veldman en ontvingen een dagindeling wat we allemaal gingen doen. Helaas waren er ook wat afmeldingen. SMART is Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden hiermee gingen we aan de slag. Het gaat goed met mij en ons, natuurlijk kunnen de dingen ook anders, heb die dan ook zo ingevuld. Ik heb dan ook na het gesprek met Peter van de Hurk (de paragnost) het roer volledig omgegooid, in de spiegel gekeken. En mijn werkbladen opnieuw gelezen wat ik allemaal in Doorn heb geleerd er over nagedacht en alles op een rijtje gezet. Na een dag of 14 heb ik dan ook leuke dingen gedaan zoals leuke spulletjes voorin huis gekocht, heel veel gewandeld in de natuur en er ook bij stil gestaan, hoe mooi het er is op deze aardbol, iets wat me volledig ontspant, Ook regelmatig naar de sportschool om mijn agressie de baas te blijven.

En ............ op zoek gegaan naar een nieuwe vriendin wat me uiteindelijk dan ook gelukt is. Natuurlijk was het de vraag of we wel bij elkaar passen, de klik. En nu kan ik ondanks diverse hindernissen die we samen hebben moeten nemen er toch uit komen en kunnen we de problemen steeds beter aan. Door aan te geven, met elkaar te praten hierover komen we er steeds beter uit. Zeker weten dat de weekenden in Doorn mij hiermee goed hebben geholpen. Bereik van deze terugkomdag, een goed gevoel, open en eerlijk zoals onze hechte groep, leven met elkaar zoals het leven bedoeld is, oprecht, eerlijk, rustig, genieten van alles, leuke dingen doen, verder gaan, zoals blijkt met wat ondersteuning, want ook dat heb ik nodig en ik ben er blij mee dat ik die dan ook heb. Want laten we eerlijk zijn na zo?n ingrijpende gebeurtenis, die wij als lotgenoten hebben mee moeten maken, blijft altijd een stukje restwaarde in onze ziel over en hoe gaan we hiermee om. Natuurlijk allemaal op onze eigen manier, maar vergeet niet dat de behoefte aan lotgenoten bijeenkomsten wel heel sterk is. En waarom wel. Dat kan iedereen wel zelf invullen, toch ??

Natuurlijk hebben we allemaal aan onze eigen doelstellingen moeten werken, voor de 1 wat makkelijker als voor de ander. Maar uiteindelijk hebben we het toch maar gedaan en zijn we toch geworden zoals we nu zijn, heerlijk toch? Jullie kunnen het wel begrijpen dat deze geweldige terugkomdag om is gevlogen, en viel het afscheid dan ook niet mee, aan alles komt een eind, zo ook deze mooie en geweldige dag. Bij deze wil ik alle lotgenoten aanraden om aan deze sessie te gaan meedoen, het is zwaar, maar je komt er wel heel sterk van terug. Daarom alle begeleiders van de Basis, bedankt en het gaat een iedereen goed.

Door: Hans Windhorst

Pijn, verdriet, onbegrip, boos!

Bijna dagelijks krijgen we berichten te zien en te horen waar het kippenvel letterlijk en figuurlijk op je lijf van komt.Eergisteren kreeg ik het bericht te horen, Ron Makadoero is de persoon die in koele bloede op straat in Rijswijk is neergeschoten. Ieders vriend, ex-collega van het ministerie van Justitie en wij samen rondgetrokken door Indonesië!!! Waar zijn we in godsnaam mee bezig, hoe kunnen we hier mee leven? Waarom…wat voor persoon ben je? Uit het niets sta je op en beslist zomaar het leven van een ander te nemen. Hoe gek moet je zijn, dat je van te voren en dus met voorbedachte raden tot deze actie overgaat.

Hoe kan je met jezelf in overeenstemming komen en overgaan op deze brute moord! Wat een laffe daad!Als voorzitter van stichting DASAV weet je dat je vaker als de gemiddelde Nederlander geconfronteerd wordt met diverse gebeurtenissen en vele vormen van zinloos geweld.Het is je vak waardoor je van alles leest en geïnformeerd wordt door het CCV (centrum voor criminaliteitspreventie), ministerie van justitie! Collegae stichtingen met hun eigen ervaringen, het verlies van een geliefde zoon, dochter, man of vrouw! En niet te vergeten dat je op de hoogte gehouden wordt van wat er allemaal op landelijk niveau speelt aan projecten en trajecten! Hier werken we aan, continu de strijd aangaan tegen het fenomeen zinloos geweld. Het is te bizar dat ik met mijn stichting een project neerzet tijdens een enorm event Fit For Free Dance Parade Rotterdam met het thema “GenoeG is GenoeG, waarin de 4 G’s staan voor Geen Geweld, Gewoon Geweldig! Hoe in hemelsnaam moet ik als voorzitter, vriend en mens op dit moment hier achter staan.Dit komt te dichtbij! Wat zou ik graag vanuit mijn emotie willen schreeuwen en vloeken, gewoon net als een ieder mens die te kampen krijgt met dit soort verdriet. Dit oergevoel is sterk, maar ik moet mezelf corrigeren! Ik kan mezelf niet verlagen tot het zelfde niveau van deze maniak!

Normaliter is mijn motto dat mensen een tweede kans verdienen! In ieder mens schuilt iets goeds maar NEE op dit moment gaat er maar één ding door mijn hoofd: een ieder die z’on gruwelijke daad durft te plegen met voorbedachte raad” verdient gewoon LEVENSLANG ! Ik bedoel dan ook letterlijk levenslang en geen 19 of 20 of 21 jaar. Zonder pardon en zelfs in detentie tijd de lijntjes heel kort houden. Wat verdien je nog aan gratie als je het leven van een ander ontneemt! Nee dit is voor mij als mens de druppel die de emmer doet vollopen, onze lieve Ron Makadoero die ik op de kop af 22 jaar ken, die op deze afschuwelijk manier heen moest gaan. Laten we daarbij ook niet vergeten wat hij ook de nabestaanden heeft aangedaan, ook hier verdien je straf voor! Ook deze mensen hebben levenslang gekregen door deze idiote actie.Ron je bent voor mij een mooi persoon! Je hebt zoveel voor mij betekent, je hebt me de kans gegeven in 1985 samen met jou in Indonesië op zoek te gaan naar mijn stiefbroer Hennie en mijn familie daar te bezoeken. Zoiets moois heb je mij geschonken, ik vergeet dit mijn levenlang niet!

En niet te vergeten Ron alle mooie momenten die je met onze familie meemaakte op de bruiloften en huwelijksfeesten die je samen met je band Challenge nog specialer hebt gemaakt. Je muziek heeft zoveel mensen geraakt! Onbegrip, pijn en verdriet is wat ik voel, namens mijn hele familie en mijn gezin lieve Ron "we zullen je missen" Selamat Jalan Ron. Ik weet dat ik ook namens de enorme schat aan vrienden en kennissen spreek, wij voelen hetzelfde. Woensdag 17 juni 2009 zullen wij dan ook met vele mensen, geliefde, vrienden en kennissen waardig afscheid van je nemen, in onze harten ben je eeuwig aanwezig.Lieve familie (Stella, Juul, Bennie en Dewi) van Ron, wij wensen jullie heel veel sterkte met de verwerking van dit enorme verlies!

Door: Jeffrey Bloem

Rob was een echte familieman

Rob Sitek (44) had zaterdagnacht 4 juli 2009 na een avondje ouderwets stappen in Amsterdam nog even een broodje shoarma gehaald op het Leidseplein. Daarna zou hij een taxi naar huis, in Badhoevedorp, nemen. Hij had immers een borreltje op. Maar zover kwam het niet.De taxichauffeur vroeg hem een woekerprijs - 40 of misschien wel 50 euro volgens getuigen - voor een ritje van enkele kilometers. Rob had zoiets van fuck you gezegd. De taxichauffeur gaf hem, onder het oog van twee agenten, vervolgens een klap. Rob ging onderuit.In het ziekenhuis verklaarden de artsen hem hersendood. Nadat zijn familie zondag afscheid had genomen, werd zijn leven beëindigd. Ron Sitek (53) was daar samen met de overige vier broers en hun zus bij. Hij vertelt dat de familie helemaal stuk zit. ,,Mijn broertje was zo’n goeie, gezellige gozer.’’Ambulancechauffeur Ron werd zelf vorig jaar september met de dood bedreigd, terwijl hij hulp verleende aan een gewonde.

Begin dit jaar werd hij uitverkozen tot Amsterdammer van het jaar voor zijn strijd tegen zinloos geweld tegen ambulancepersoneel.Sinds de geboorte van zijn dochtertje Joy, bijna een jaar geleden, was Rob niet veel meer op stap geweest. Hij was een familieman. De zorg voor Joy, die hij met Karin deelde, de vrouw met wie hij al zes jaar samen was, had de prioriteit. Dan waren er nog zijn geliefde tienerdochters, Denise (17) en Naomi (13), uit een eerdere relatie.Afgelopen zaterdagavond was Rob ook op stap met familie, met zijn broer André, voormalig profvoetballer bij Haarlem. Eerder op de avond hadden ze een biertje gedronken in Robs favoriete café De Halve Maen vlakbij zijn huis. Marise, die in het café werkt, dronk zaterdag een biertje met de broers mee. ,,Rob was een schat van een man,’’ zegt zij. ,,Een topgozer, die nooit ruzie zocht. Hij maakte juist overal een grapje van.’’De grapjes van Rob waren legendarisch. Ook op zijn werk, bij schoonmaakbedrijf Ruitenheer in Amsterdam Zuidoost. ,,Rob was een harde, toegewijde werker, die opviel door zijn humor,’’ vertelt algemeen directeur Rene ter Borgh. ,,Hij was altijd goed voor een leuke gekkigheid, een markante jongen.’’ Rob was de gangmaker op bedrijfsfeesten, maar ook het soms zware werk wist hij altijd luchtig te houden.Rob was een van de specialisten op het calamiteitenteam. Zijn ploeg zorgde ervoor dat woningen en kantoren na een brand weer werden opgeknapt. Hij was opmerkelijk goed met slachtoffers. Ter Borgh: ,,Rob maakte nare situaties dragelijk met zijn humor. Dat was een gave.’’ Dat is niet meer. Zijn directe collega’s zijn verslagen. Ze huilen en zijn vol onbegrip over het gebeurde.De familie is geschokt door het geweld en laat weten dat het incident misschien voorkomen had kunnen worden als de overheid eerder had opgetreden tegen de wantoestanden in de taxibranche.

Door: Ron Sitek broer van
i.m. Rob Sitek

Dj's draaien tegen zinloos geweld

Met het oplaten van ballonnen begon zaterdagavond 5 september op het Leidseplein in Amsterdam het Draaien tegen geweld. Dj's Lindo Duvall en Dennis van de Geest voerden met een promotieteam actie tegen zinloos geweld in het uitgaansleven.De avond is nog maar net op gang gekomen als Duvall het Leidseplein met zijn muziek omtovert in een openluchtclub. Vanaf een vrachtwagen van de politie draait hij de nummers soepel aan elkaar.Duvall en ex-topjudoka Van der Geest zijn op het plein voor een actie van de Stichting tegen Zinloos Geweld, de politie, horecaondernemers, stadsdeel Centrum en het GVB. De dj's en het promotieteam moeten de stappers laten nadenken over geweld op straat en in de clubs.Let tonight gonna be a good night, klinkt uit de manshoge luidsprekers. Een paar breakdancers kijken geïrriteerd naar de politiewagens. Zij komen uit Hongarije en begrijpen maar weinig van de affiches met het lieveheersbeestje - het logo van de Stichting tegen Zinloos Geweld. ''Muziek tegen geweld? Hm. En wanneer kunnen wij hier weer optreden?'' vraagt één van de jongens. ''O, dus over een uur gaan ze naar het Rembrandtplein. Mooi.''Tamarah Veldwijk hoorde een week geleden dat de Stichting tegen Zinloos Geweld met deze actie zou komen. Ze meldde zich direct aan. Op 10 november 2007 werd haar broertje Denny Veldwijk op het Koningsplein doodgestoken. De dader kreeg tien jaar.''Ik wist meteen dat ik hier hoorde te zijn,'' zegt Denny's zus.

''Deze dj's trekken jongeren aan. Als we ervoor kunnen zorgen dat maar één zo'n type dat normaal gesproken geweld gebruikt, erover begint na te denken, heeft de avond al zin.''Met de andere jongens en meiden van het promotieteam deelt Tamarah flyers uit en zet ze jongeren op de foto. Zelf is ze sinds de dood van haar broer nauwelijks meer in het centrum geweest. Ze heeft geen zin om uit te gaan, maar is vooral ook bang voor wat kan gebeuren. ''De laatste keer dat ik op het Koningsplein was, was vorig jaar voor de herdenking van Denny's dood.''Door vanavond gemaakte foto's op internet te publiceren en iPods te verloten onder mensen die tips tegen geweld achterlaten, hoopt de stichting mensen naar haar site te trekken. Heeft Tamarah zelf ook een tip? ''Loop in elk geval niet met wapens rond. Als die jongen geen mes bij zich had gehad, had Denny waarschijnlijk nog geleefd.''Dj Duvall kijkt tevreden naar de meute . De dansers zijn enthousiast over de actie, al is niet altijd duidelijk dat het doel bij iedereen overkomt. ''Tegen zinloos geweld is altijd goed,'' zegt Aron Koperberg. ''Dit is een goed initiatief om de stemming erin te krijgen. Muziek verbroedert.''Een groep oudere Belgische toeristen staat wat sceptisch aan de kant. ''Zo gemakkelijk krijg je geweld er niet uit. Als de dj's en politie weg zijn, zal het gedoe wel weer beginnen,'' zegt één van hen.Na ruim een uur verdwijnt de karavaan naar het Rembrandtplein. Erg lang zal het feest niet duren. Na middernacht heeft de politie de eigen mensen weer hard nodig om de boel rustig te houden. De muziek zal om elf uur eindigen op het Spui, vlak bij de plek waar Denny werd vermoord.

(Marike Monden -
Parool)

Door: Tamarah Veldwijk
i.m. Denny veldwijk

‘De dader heeft levenslang, ik ook’

De moeder van Chanel Naomi Eleveld, die op 21 juli 1999 op zevenjarige leeftijd in Assen werd meegelokt en de volgende dag werd gewurgd.In de slaapkamer van Yvon Eleveld (44) hangt een grote verjaardagsfoto van haar vermoorde dochtertje Chanel Naomi. Op de taart stonden zeven kaarsjes. Op 21 juli 1999, drie maanden voor haar achtste verjaardag, werd Chanel Naomi in Assen ontvoerd, misbruikt en de volgende dag vermoord door een agressieve zedendelinquent. Sindsdien tekent Yvon elk jaar op de verjaardag van haar dochtertje er met een stift een kaarsje bij en feliciteert ze haar. ‘Komend najaar wordt ze al weer achttien.’De moordenaar kreeg levenslang, maar zijzelf voor haar gevoel ook. Ze is altijd moe. ‘Daarvóór kon ik alles. Nu kan ik niet eens stofzuigen.’ In de hoek van de woonkamer hangt een portretfoto van Chanel Naomi. Daaronder een glazen plaat met een waxinelichtje en een rouwgedicht.

Chanel Naomi staat ingelijst op de tv en in het wandmeubel. ‘Ze is er niet, maar toch ook weer wel,’ zegt haar broertje Quinn (10). Hij was nog een baby toen ze werd vermoord.Yvon Eleveld is tenger en oogt als een lamgeslagen vogeltje. Maar als ze eenmaal begint te praten over al het onrecht in haar leven straalt ze kracht uit. Onder haar linkeroog heeft Yvon een tattoo van een traan met daaronder de letters CN. Om haar hals draagt ze twee medaillons met het portret van Chanel Naomi en aan een ketting haar ringetje. ‘Vlak voor haar dood zei Chanel Naomi: “Ik wil ook mama worden.” Ze mocht niet eens meer kind zijn. Niets.’Na haar verdwijning werd Yvon steeds wanhopiger. ‘We hebben overal gezocht.’ Het duurde ruim drie weken voor de dader kon worden aangehouden en het lijkje van Chanel Naomi in de kruipruimte van zijn woning werd gevonden. ‘Ze hadden haar veel eerder kunnen vinden: elf huizen van ons vandaan woonde immers een pedofiel. Maar de politie weigerde iets te doen zolang hij niet verdacht was.’Slachtofferhulp kreeg ze niet. ‘Die weten niet waar ze het over hebben. Ik had genoeg aan de steun van mijn familie, vooral van mijn oudere broer Wietze.’ Ze is nooit meer bij het huis geweest waar Chanel Naomi werd vermoord.

‘Dat kon ik niet. Dan liep ik liever om.’ Tegen het advies in heeft ze het lijkje van haar dochtertje nog gezien. ‘Dat wilde ik graag.’Een jaar geleden verhuisde ze met haar kinderen naar het westen van het land. Daarbij kreeg ze geen enkele hulp van de instanties. Haar nieuwe vriend heeft uiteindelijk een huis gekocht. Alle kleren van Chanel Naomi, haar tekeningen en poesiealbum liggen op zolder.Jeugdzorg vindt dat ze de andere kinderen te veel belast met hun overleden zusje. ‘Ben ik na al die jaren eindelijk eens gelukkig en dan mag dat gewoon niet. Het gaat goed met de kinderen.’

YVON ELEVELD

Artikel Elsevier 65ste jaargang, nummer 8, 21 februari 2009

Door: Yvonne Eleveld, moeder van
i.m. Chanel-Naomi Eleveld

‘Net of ze een paar dagen weg was’

De ouders van Suzanne Martens hopen op een bekentenis
25 jaar was ze. Suzanne Martens. En toen werd ze door haar buurman in haar flat vermoord. Haar ouders vertellen één keer over hún Suzanne. ‘Ons meisje, die zo d’r best deed om te leven en er wat van te maken.“Mam, ik ga nu de deur van de kamer open doen.” De moeder van Suzanne Martens weet nog hoe enthousiast haar dochter klonk, toen ze vorig jaar naar huis belde. Ze had nét een nieuwe kamer in Groningen. Aan de Goeman Borgesiuslaan. “‘Ik heb een badkamer, een woonkamer, een keukentje en een tuin!’, hoorde ik aan de andere kant van de lijn”, vertelt haar moeder.Maar krap begin november 2008 werd de 25-jarige studente Engels dood gevonden in diezelfde woning. Ze was op gewelddadige wijze vermoord in de badkamer van haar huis, maakte justitie later bekend.In Suzannes ouderlijke woning in Eindhoven, een rijtjeshuis in een kinderrijke wijk, staan vrolijke foto’s van Suzanne op een tafeltje. Een bijna opgebrand kaarsje ervoor. Het is een gedenkplekje voor een verloren dochter. Suzannes ouders, beide gebroken door het drama, zitten op de bank dicht tegen elkaar. Ook een medewerker van Slachtofferhulp Nederland, die de familie emotioneel steunt, is aanwezig. “Het gaat slecht met ons”, vertelt haar vader. “Ons leven is ontwricht. We hebben onze dochter verloren, ze is vermoord. Het allerergste dat een mens kan overkomen.”Begin juni is de rechtzaak tegen de 20-jarige buurman van Suzanne die verdacht wordt van de moord. Haar ouders willen niet geconfronteerd worden met de details van de zaak en zitten helemáál niet te wachten op de pers. Juist daarom willen ze één keer hun verhaal doen tegenover gemeenschap waarvan Suzanne in Groningen deel uitmaakte. Ze willen vertellen wie Suzanne was, om daarna in rust verder te kunnen gaan. “In juni gaan we naar de rechtszaak. Ik weet niet of ik het kan, maar ik wil dat doen voor Suzanne”, zegt haar moeder zacht. “We willen duidelijkheid over het overlijden van onze dochter”, vult haar man aan. “We weten niet precies op welke datum ze overleden is. Er zijn technische bewijzen dat het zondagavond 2 november gebeurde. Maar we willen van de verdachte horen wanneer. Er moet een brief komen met een sterfdatum voor iedereen die bij haar begrafenis was. Pas dan kunnen we verder werken aan een grafsteen.”Suzanne Martens. Afkomstig uit Eindhoven. Studente Engels die zich Jacky Morrisson noemde. Veel was er over haar in Groningen niet bekend. Huis- en studiegenoten omschreven haar als een eenzaam, teruggetrokken gothic meisje. Maar dat klopt niet, zeggen haar ouders en goede vrienden. “Ze was een doorzetter, intelligent, vrolijk en had veel humor. Ze wilde zich losworstelen van haar beperkingen.”Want beperkingen, díe had ze. Suzanne werd te vroeg geboren en had problemen met haar motoriek. Ook wisselde haar energieniveau sterk. “De ene dag als het goed ging zag je weinig aan haar. Maar de volgende dag moest ze gebruik maken van een elektrische rolstoel, omdat de pijn en beperkingen zich te heftig manifesteerden. Ze had spasticiteit door een hersenbeschadiging, waardoor er steeds meer aandoeningen bij kwamen. Ze had dag en nacht hoofdpijn en veel pijn in haar gewrichten.”Maar ze sloeg zich er doorheen en pakte het leven steeds weer op. “De verloskundige zei het al, toen Suzanne werd geboren. ‘Die komt er wel!’ Ze had een wilskracht en levenslust, waarvoor ik haar ontzettend bewonder.”Suzanne maakte zelfs grappen over de benamingen die haar beperkingen kregen. “Eerst was ik invalide, daarna noemden ze me lichamelijk gehandicapt en nu ben ik lichamelijk beperkt”, zei ze dan.Het was logisch dat internet een grote rol speelde in haar leven. “Op de dagen dat ze ziek was, was het een makkelijke manier om contact te houden met mensen. Op die manier leerde ze veel fans van Sarah Bettens kennen, een zangeres waar ze een groot fan van was.

Dat werd al snel een hechte groep.”Online gebruikte ze de nickname Jacky Morrisson. “Ze vond dat haar naam in het Engels niet mooi werd uitgesproken. Dus online werd ze Jacky, een belangrijk deel van haar identiteit. Maar in het echte leven noemden haar muziekvrienden haar ook zo.”De zwarte kleding die ze droeg en haar de naam ‘gothic’ bezorgde, vond ze gewoon mooi. “Ze wilde iemand zijn die opviel. ‘Ik wil als ik binnenkom eerst op mijn persoonlijkheid beoordeeld worden en pas dan mogen ze zien dat ik gehandicapt ben’, zei ze. Daarnaast verborgen de lange jurken haar orthesis.”Suzanne was ondernemend, reislustig en wilde met mensen werken. En dus ging ze, nog voor haar studie naar Griekenland om te werken in een kindertehuis. “Ze pakte haar koffers, boekte een vliegreis en ging op pad”, vertelt haar vader. “Ze was ook hard voor zichzelf. Ze zei: ‘Als ik voor dit alles naar de dokter ga, zit ik er drie keer per dag. En dat doe ik niet, want ik wil leven.”In het kindertehuis mocht ze met de kinderen wandelen, zwemmen en ze voorlezen. “Dat vond ze geweldig.” Suzanne kreeg een bijzondere band met een blind meisje. “Ze besloot, zoals veel vrijwilligers na hun tijd in Griekenland, extra voor haar te zorgen. Ze vloog twee keer terug om een peetmoeder voor haar te vinden en ervoor te zorgen dat ze werd gedoopt, zodat ze naar school kon. Met dat meisje gaat het nu goed. Ze is gelukkig en een doorzetter, precies zoals Suzanne. We zeiden wel eens: ‘Je hebt een koekje van eigen deeg gecreëerd.’”Het tekent een meisje dat weigerde in een hoekje te zitten. Dat mee wilde doen in de gewone, valide, wereld. Maar tijdens een stage voor haar hbo-studie cultureel maatschappelijke vorming merkte ze dat het werk haar te veel energie kostte. “Ze vond het prachtig met mensen te werken, maar ze moest het meer van haar bolletje hebben. Na haar propedeuse, maakte ze de afweging: wat kan ik doen dat het minst van mijn lichaam kost?” Suzanne besloot dat ze wilde studeren. “Ze bezocht een groot aantal universiteiten, vertelde wat ze had, wat ze nodig had en vroeg: kunnen jullie mij kansen bieden? Bij Groningen had ze een goed gevoel.”En dus kwam ze.Aanvankelijk ging alles goed. Suzanne had een eigen huis, vrienden en vooral een zelfstandig leven. “Het was niet gemakkelijk om haar te laten gaan. Maar ze wilde een zelfstandige vrouw zijn. Dus zeiden wij: ‘Als jij je toekomst wilt opbouwen, dan moet je dat doen. Je moet gaan waar je kansen liggen.’”Na haar eerste dag in Groningen belde ze haar ouders al met brakke stem. Ze had mensen van de bewonersvereniging ontmoet en tot diep in de nacht zitten praten. Suzanne bezocht het theater en lezingen met haar studiegroep en sloot zich aan bij de toneelvereniging. “Ze had net drie rolletjes gekregen in een stuk over Terry Pratchett, dat vond ze fantastisch.”En ook in haar woning had ze het naar haar zin. Een mooie en prettige buurt, vond ze. Hoewel ze haar buurman, die nu verdacht wordt van de moord, wel vaak door de muren heen ruzie hoorde maken met z’n vriendin. “Dat was vervelend. Maar ze had verder weinig contact met hem. En ze had vrienden die haar hielpen als ze ziek was.”Maar toen kwam november en ineens hoorde niemand meer iets van Suzanne. Studiegenoten en vrienden vertellen dat ze opeens niet meer op telefoontjes en sms’jes reageerde. Ook verscheen ze sinds 3 november niet meer op colleges. “Suzanne meldde zich altijd ziek, als ze ziek was.

Wij hadden ook gemerkt dat ze niet opnam”, zegt haar moeder. “We vonden het raar, maar ze is een volwassen vrouw en ze had het druk. En ik wilde niet als bezorgde moeder direct iedereen waarschuwen als ik twee dagen niets van haar hoorde. Dat heb ik een keer eerder gedaan en dat nam ze me toen niet in dank af.”“Maar ik werd bang”, geeft haar moeder toe. “En toen zeiden we: ‘Als ze zaterdagavond niet belt, gaan we ernaartoe.” Ze belden nog een vriend van Suzanne in de flat. “De rolstoel stond netjes in het hok, de deur en gordijnen waren dicht. Het zag eruit alsof ze een paar dagen weg was. Maar ’s middags is hij nog een keer gaan kijken en haar tuintje ingegaan en zag de sporen. En toen verscheen ’s avonds bij ons de politie.”De familie ging direct naar Groningen en werd daar gehoord door agenten. “Maar we waren zo geschokt, dat alles langs ons heen ging”, zegt Suzannes vader.Nu houden ze vast aan de foto’s van Suzanne in Griekenland. Aan herinneringen aan haar jeugd. Maar ze ontkomen niet aan de realiteit. Vandaag (donderdag) is een laatste pro-forma zitting in de rechtbank in Groningen. “Ik mis haar ontzettend. Het is toch niet te geloven dat ze er niet meer is”, zegt haar moeder plotseling huilend. “Ons meisje, die zo d’r best deed om te leven en er wat van te maken. Die daar zoveel energie in stak en zoveel overwonnen heeft. Dat is nu zomaar afgelopen, omdat er een gek op haar pad kwam. Het is toch niet normaal dat je aan het graf van je dochter moet staan?”

Door Peter Keizer

Door: Familie Martens
i.m. Suzanne Martens

Nadine Beemsterboer

Ik wil mijn gedachten (toespraak die ik hield in de tuin van de Nieuwe Kerk) graag met lotgenoten delen die het in de gauwigheid niet hebben meegekregen en met de mensen die niet aanwezig zijn geweest in Den Haag. Waarom? Misschien voelen velen dit ook zo, of ben ik één van de weinigen, Jacques Beemsterboer.OoitOoit was er een tijd dat moord en doodslag voor mij een ‘ver van je bed show’ was. Door die vreselijke misdaad van Gerold O. in 2006 werd het begrip MOORD voor mij vanaf die dag HARDE WERKELIJKHEID. De enorme dreun die ik moest incasseren, de moord op onze dochter Nadine, heeft diepe sporen in ons gezin achtergelaten. Ik besef echter, uit zelfbescherming denk ik, dat het maar voor een deel doordringt wat mij is overkomen. Een soort van ‘het kan niet waar zijn gevoel’ maakte zich sindsdien van mij meester. Ik ben door de klap zo verdoofd dat ik niet eens in staat ben om te haten, hetgeen voor iedereen logisch is als ik dat zou doen. Het dagelijks missen van Nadine, de vele berichten in de media naar aanleiding van de moord en de rechtszaak en de alsmaar verdrietige blikken van mijn familieleden en alle mensen om mij heen, brengen mij maar nauwelijks terug in het HIER EN NU. Het blijft bij mist, mist, mist. Kennelijk is de werkelijkheid te erg om te bevatten.

Lint
In Enschede, we schrijven september 2007, zag ik voor het eerst haar naam, NADINE BEEMSTERBOER, in koeienletters op een onmetelijk lang lint dat op straat lag, in afwachting van een mars die zou volgen. Daar gingen we dan; stap voor stap met 350 diepbedroefde mensen op pad naar het Volkspark, waar na aankomst lieden in uniformen en ander soortige hoogwaardigheidsbekleders het woord voerden. Ook werden er rozen gelegd bij een gedenksteen, ballonnen opgelaten, muziek gemaakt en gedichten voorgelezen. Ik had het gevoel in een slechte B film terecht te zijn gekomen. Ik hoor hier niet bij, hield ik mezelf voor.
In 2008 mocht ik in Hoorn de Dag Herdenken mede organiseren en terwijl ik samen met Jack Keijzer, vader van de eveneens vermoorde Pascal, het - 500 meter lange - lint aan het oprollen was, gleed, één voor één de namen lezend, de vreselijke werkelijkheid door mijn handen en stukje bij beetje boorde het openingetjes in mijn wattige hoofd, ZOU HET ÉCHT WAAR ZIJN? IS NADINE ECHT VERMOORD?
Het jaarlijks terugkerende oprollen van dat enorme lint met de honderden namen van slachtoffers van geweld en het daarmee in gedachten meeleven met de families van deze ‘namen’ hebben mij geholpen uit de B-film te stappen en beetje bij beetje te beseffen dat onze Nadine er niet meer is en nooit meer terug zal komen.Dit jaar is er tijdens de Dag Herdenken Geweldslachtoffers te Den Haag, naast de tocht met het lint, een uitgebreide fotopresentatie op een groot scherm te zien geweest. Ik vond het een mooie taak om het te helpen opzetten. Bij de vele namen die ik al kende van het jaarlijks oprollen van het lint, zag ik nu ook de gezichten die er bij hoorden. Achter het beeldscherm van mijn computer zat ik soms in tranen en besefte voor het eerst ECHT, wat een enorm leed ons als lotgenoten is aangedaan. Ik las de meegestuurde verhalen over wat er allemaal had plaatsgevonden, wat tot die vreselijke moorden had geleid, wat nabestaanden allemaal hebben moeten doormaken in de aanloop naar de moord, de tijd er na, de nasleep en alle dagen tot nu toe.Voor mezelf, maar daarmee voor alle nabestaanden van slachtoffers van
zinloos geweld schreef ik een gedicht:

Als je kapot bent van verdriet.

Je omgeving begrijpt je………….
als het even niet gaat
als je even niet praat
als je ‘t niet hebt gehoord
als je ‘t fout hebt verwoord
als je ‘t wat anders ziet
als je er naast giet
als je niet komt
als je ‘t verdomt
als je ‘t niet deed
als je ‘t niet weet
als je ‘t niet kunt
als je ‘t niet gunt
als je helemaal niets meer doet
als je niet meer weet waar je het zoeken moet
als je……………
je omgeving niet begrijpt.

Door: Wanda en Jacques Beemsterboer
i.m. Nadine Beemsterboer

Beste Lotgenoten

Ik ben nu een tijdje lid van jullie
vereniging. Graag wil ik jullie bij deze laten weten dat eindelijk
de uitspraak is geweest van Pascal Voorhorst, mijn pleegbroer, die
22 juni 2009 om het leven is gebracht door zijn partner. ik zal er
een artikel bij doen wat is geschreven door de redactie van Peter R
de Vries.
Moord
Pascal moest wurgseks lijken
De 32-jarige Henk H. uit Nijmegen is woensdag 17 februari 2010
veroordeeld tot 13 jaar cel voor het wurgen van zijn vriend Pascal
in juni 2009. De Arnhemse rechtbank is er van overtuigd dat Henk
zijn 37-jarige geliefde in de nacht van 21 juni heeft vermoord en
het overlijden daarna deed lijken op een zelfmoord. Henk geeft toe
kunstig een zelfmoord in scène te hebben gezet, maar dat hij Pascal
zou hebben vermoord doet hij af als ‘volslagen onzin’. Volgens
Henk was het een ongeluk tijdens een potje uit de hand gelopen
wurgseks.

Alarmcentrale
Het is 22 juni 2009, even na zes uur ’s ochtends, als op de meldkamer van 112 een paniektelefoontje binnenkomt van Henk H. Hevig geëmotioneerd vertelt hij zojuist zijn vriend te hebben gevonden, die zichzelf heeft opgehangen in de badkamer. Het gaat om de 37-jarige Pascal Voorhorst, al zeven jaar de liefdespartner van Henk. Als de politie ter plaatse komt treffen ze Pascal dood aan in de douchecabine, half tegen de achterwand, half liggend op de vloer. Om zijn hals zit een brede riem met ijzeren ringen.

Ongeluk of opzet?
Twee jaar daarvoor experimenteerde Henk al een enkele keer met wurgseks.
Toen vonden hij en Pascal het volgens hem allebei maar niets. Maar
op 21 juni 2009, zo verklaart Henk, drinken de mannen samen wat rosé
en oppert Pascal om het eenmalige avontuurtje nog eens dunnetjes
over te doen. Henk grist in het donker een riem uit de kast en bindt
deze in een lus om Pascals nek. “Op zijn verzoek heb ik hem flink
aangetrokken. In mijn beleving nam hij de riem toen over”,
verklaarde Henk tijdens de zitting twee weken geleden.In de vrijpartij die volgt maakt Henk een terloopse opmerking, maar Pascal reageert niet. Als Henk het licht aanknipt, krijgt hij de
schrik van zijn leven. Pascal ligt dood, met het hoofd onder zijn
kussen: hij is letterlijk verwurgd. Volgens Henk kan het niet anders
of zijn ‘minnaar’ heeft zichzelf per ongeluk gewurgd met de
riem, want zelf had hij niets gemerkt, zo hield hij de rechter voor.

Begrafeniskleding
Hevig in paniek sleept Henk daarop zijn dode vriend naar de badkamer en
bindt hem met de riem vast aan de kraan. Het bebloede beddengoed
propt hij in een vuilniszak en moffelt hij weg in de berging van het
flatgebouw. De bril van Pascal pakt hij van het nachtkastje uit de
slaapkamer en legt hij als zogenaamd stille getuige naast het
lichaam. In de logeerkamer legt hij een net pak neer, met de
bedoeling dat ‘men zou veronderstellen dat hij dat had klaargelegd
voor zijn uitvaart’. Vlak voordat Henk 112 belt, maakt hij nog
1000 euro van Pascals rekening over naar zijn eigen rekening. ‘Love
you voor altijd, Pas xxx’, schrijft hij erbij.

Bewijs

Volgens Henk deed hij het allemaal uit angst voor het ontdekken van zijn bijzondere bedgeheimen,uit schaamte, dat dingen die je privé doet op straat komen te liggen. Maar voor de rechtbank is het klip en klaar dat Henk zijn vriend met voorbedachten rade heeft vermoord. Uit forensisch onderzoek blijkt dat de langdurige wurging zeer krachtig was en niet door Pascal zelf kan zijn veroorzaakt. Verder komt tijdens de zitting naar voren dat Henk H.enkele dagen voor de moord op Internet zocht naar ‘zelfmoord’ en ‘jezelf ophangen’. En dan is er nog het telefoontje dat Pascal de avond voor zijn dood met zijn moeder had, waarin hij zegt dat hij weg zou gaan ‘als het zo zou doorgaan’.

Motief
Voor de rechtbank voldoende bewijs om Henk tot dertien jaar cel teveroordelen. De rechter neemt het Henk extra kwalijk dat hij geeninzicht in de precieze toedracht of het motief heeft gegeven,waardoor er geen duidelijkheid komt over de laatste uren van Pascal.Ook wordt het hem zwaar aangerekend dat hij het voor de nabestaandennog moeilijker maakt door zelfmoord te suggereren en hem pikantebedtaferelen toe te schrijven, aldus de rechter. Motief zou volgens de aanklager een ordinaire crime passionel zijn: Henk
zou het niet kunnen verkroppen dat Pascal hem na zeven jaar zou verlaten.

Door: Mieke de Boer
i.m. Pascal Voorhorst

VIERVOUDIG MOORDENAAR WERKT AAN KORTERE CELSTRAF VIA OMSTREDEN FOKKENSREGELING

Justitie wilde de viervoudig moordenaar levenslang
opbergen, maar de rechter vond twintig jaar en tbs wel
zwaar genoeg. Nog geen zeven jaar na het bloedbad dat
heel Nederland schokte, mag de Limburger mogelijk al de
bajes verlaten. Zijn advocate eist namelijk bij de Raad
voor Strafrechttoepassing dat haar cliënt in aanmerking
komt voor de zogenoemde Fokkensregeling, die inhoudt dat
hij al na een derde van de gevangenisstraf aan de tbs
behandeling mag beginnen. De nabestaanden van de
slachtoffers zijn woedend. „Dat betekent dat hij straks
per moord maar een jaar en zeven maanden heeft hoeven
zitten en ook nog eens eerder op verlof mag.”

Nabestaanden zijn verbijsterd en woedend
Paul S. van W. was die ochtend boos. Boos zoals hij nog nooit was geweest, zou hij later verklaren. Nadat hij eerst nog even de kinderen van zijn nieuwe vriendin naar school had gebracht, hees hij zich, vloekend en tierend op zijn ex-schoonfamilie, in een zwart gevechtstenue. Zwaarbewapend stapte hij in zijn Mercedes en scheurde de straat uit, op weg naar zijn ex-vriendin Daniëla (29), haar ouders Lei (60) en José (56) en haar broer Patrick (34). Even later lagen de vier, doorzeefd met kogels, in hun bloed.

’Waar zijn de rechten van slachtoffers?’

Toen de Limburgse politie Paul S. van W. na zijn slachtpartij aanhield, wisten de agenten niet wat ze zagen. Hier stond, met een ijskoude blik in de kale schedel, een regelrechte moordmachine. Tot zijn ondergoed aan toe had het voormalige lid van het elitekorps BBE, de Bijzondere Bijstands Eenheid, zich gekleed in combat-outfit. De Cambodja-veteraan had zich in zijn eigen wapenkamer omhangen met schietijzers en munitie, alsof hij het in zijn eentje niet tegen zijn weerloze schoonfamilie, maar tegen een compleet leger moest opnemen. De dood droeg die dag een zwarte inzetoverall, een zwarte muts, een inzethelm, kniebeschermers, legerkistjes, handschoenen, een communicatieoortje, een koppel met pistoolholster, een kogelwerend vest met het opschrift POLITIE, een aanvalsvest, een Glock 17-pistool, een Steyr-geweer, een groot aantal patronen en een mes. De 37-jarige Paul S. van W. was de Vromens helemaal zat, die ochtend. Weer was het uitgeraakt met Daniëla, weer was er gezeur geweest over zijn uitgaven. Natuurlijk, schoonvader Lei had de ex-marinier, die zijn carrière bij defensie had zien stranden door een knieblessure, financieel geholpen bij het opzetten van een sportschool. Maar die schuld gaf hen niet het recht om hem op de vingers te kijken. Toen Daniëla de spullen uit de voormalige gemeenschappelijke woning had gehaald, ontstak hij in een ontembare woede. Boos stuurde hij zijn Mercedes de straat uit, naar de woning van Vromen. Daar trapte hij de deur in. Daniëla, José en Patrick hadden geen schijn van kans. De hond Spikey spaarde hij nog in het bloedbad. Even later stormde hij schreeuwend – ’motherfucker!’ – de sportschool binnen. Daar belde Lei – in allerijl gewaarschuwd door de broer van S. van W. die al onraad rook – met 1-1-2. De telefonist hoorde vier knallen. „Mijn jongen, wat doe je nou?”, murmelde Lei nog in het Limburgs. S. van W., die in totaal zestien kogels afvuurde en geen enkele maal miste, werd overmeesterd door zijn broer en omstanders. Het viel de officieren van justitie op hoe vriendelijk, charmant en welbespraakt de meervoudig moordenaar overkwam. Uit psychiatrisch onderzoek kwam S. van W. naar voren als ’bovengemiddeld intelligent’ en als ’een enorm rationeel ingestelde man die op een rigide wijze voortdurend bezig is met het inschatten, plannen, beredeneren en anticiperen om op die manier altijd een paar stappen op zijn omgeving vooruit te lopen’. Zowel voor de rechtbank als voor het gerechtshof eiste het OM levenslang, maar de rechters oordeelden telkens dat twintig jaar met tbs de enig passende straf is.Het OM vond het vonnis van de rechtbank ’maatschappelijk onverkoopbaar’, verklaarde zaaksofficier Chaira Ament later. „Iemand met een lange straf en tbs kan relatief snel, dan wel door proefverlof of door een voorwaardelijke vrijlating, op straat staan, oog in oog met de nabestaanden.”Die mogelijkheid lijkt inderdaad reëel, nu Paul S. van W. – inmiddels in de bajes getrouwd met zijn jeugdliefde Petra – aanspraak probeert te maken op de zogenoemde Fokkensregeling uit 1997. Die houdt in dat een tbs-gestrafte na het uitzitten van een derde van de gevangenisstraf naar de tbs-kliniek mag verhuizen. Gedachte achter de regeling is dat de behandeling meer effect heeft als die snel begint. Anders gesteld: als een moordenaar de straf zou uitzitten die de rechter hem heeft opgelegd, heeft tbs niet zoveel zin meer. Voor S. van W. zou dit betekenen dat hij in juni van dit jaar de gevangenis mag verlaten. Hij had die toezegging al op zak, tot staatssecretaris Albayrak onlangs aankondigde de Fokkensregeling af te schaffen, uit pieteit met slachtoffers en nabestaanden. Volgens zijn advocate mr. Françoise Landerloo is S. van W. er nu slecht aan toe. „Hij had verwacht dat hij de komende maanden naar de tbs-kliniek zou vertrekken.” Landerloo vindt dat het terugdraaien van de regeling niet door de beugel kan en vecht dat aan. Ze heeft een bezwaar ingediend bij de Raad voor Strafrechttoepassing, waarin ze eist dat haar cliënt alsnog deze zomer zijn bajescel mag verlaten. „De uitspraak was in 2005, dus voor het bevriezen van de regeling. Nu moet mijn client tot 2017 wachten totdat tweederde van zijn straf erop zit.”Marlies Heuts, zus van de doodgeschoten gezinsmoeder José Vromen, is ’laaiend’ dat S. van W. mogelijk deze zomer al de gevangenis mag verlaten. „Die moordenaar heeft mijn arme zus, zwager, neef en nicht gewoon afgeslacht en als beesten, als hompen vlees achtergelaten”, briest Heuts in haar woonkamer in het Zuid-Limburgse Voerendaal, waar ze de naam van Paul S. van W. geen enkele keer over de lippen krijgt. „Hij nam het recht in eigen hand en wordt daar gewoon voor beloond. Hij heeft ze opgejaagd in hun eigen huis en afgeknald.”

’Dat hij elke dag daglicht ziet, is nog te veel’

Mevrouw Heuts eist dat de opgelegde straf ten uitvoer wordt gebracht. „Ik heb geëist partij te zijn bij de Raad voor Strafrechttoepassing, maar krijg te horen dat ik geen rechten heb”, zegt ze. „Maar zo’n smeerlap heeft wel rechten. Die eist dat hij sneller in de tbs komt. Hij heeft niets te eisen! Dat hij elke dag daglicht ziet, is nog te veel. Hij krijgt pro Deo-advocaten, psychologen, psychiaters, hij mag op kosten van de samenleving psychologie en rechten studeren in de gevangenis. Maar waar zijn de rechten van de slachtoffers? Ik moet het allemaal zelf doen, zonder betaalde advocaat. Het is een ongelijke strijd. Niet het recht, maar de sterkste wint. Als ik uit was op wraak, had ik zijn familie overhoop geschoten, zodat hij hetzelfde voelt. Maar ik wil gerechtigheid. Een van zijn advocaten zei me: ’Mevrouw, mijn cliënt moet ook verder leven met deze vreselijke tragedie’.” „Die moordenaar heeft voor dat bloedbad het gezin jarenlang respectloos behandeld, vernederd. Twee keer heeft mijn zwager een extra hypotheek voor hem geregeld om zijn schulden te saneren. Ze werden verdomme belogen en bedrogen, maar bewaarden de lieve vrede omdat Daniëla van hem bleef houden. Ze hadden niets meer. Alles ging op aan hem. Dan had hij weer een dure Mercedes gekocht van de hypotheeksom van zijn schoonvader, of liet hij op maat gemaakte vuurwapens leveren. En als ze het waagden iets te zeggen over zijn uitgaven, kregen ze het te verduren.

Hij heeft Lei mishandeld, de kapsalon van Daniëla tot twee keer toe kort en klein geslagen, maar hun onderlinge liefde kreeg hij niet kapot. En dat kon hij niet hebben. Laffe hond. Waarom joeg hij niet een kogel door zijn eigen kop?” „Deze man mag nooit meer worden vrijgelaten. Waarom geef je twintig jaar als er toch tweederde van af gaat? Hij krijgt straks niet zeven, maar veertien jaar cadeau. Zomaar, als een soort bonus. De vergelding staat in geen enkele vergelijking tot het misdrijf. Die vier hebben geen recht gekregen. Die liggen, de mond gesnoerd, onder een twee meter dikke laag klei.”Marlies Heuts voelt zich in haar eenzame strijd in de steek gelaten. Door de politiek, door de rechtspraak, door mensen die zich vrienden noemden. „Na zo’n bloedbad ligt er opeens een bloemenzee voor de deur. Er worden stille tochten gehouden. Maar een week later hoor je helemaal niets meer. Dan is de hele rouwstoet, al die duizenden mensen, als een reizend sensatiecircus naar een ander drama getrokken om kaarsjes te branden. Je bent totaal vergeten.Nagenoeg alle politieke partijen in Den Haag wensten me het beste en veel sterkte.

De PvdA meldde me dat ze er niet zijn om privéproblemen op te lossen. Alsof dit niet te maken heeft met een falend systeem. Als zelfs de politiek de schouders al ophaalt, waar kun je dan nog terecht? Balkenende met zijn normen en waarden, roept zijn afschuw uit over de dood van Milly Boele, omdat die zaak zo in het nieuws was. Nooit iets van hem gehoord. Die vindt sms’jes van Jan Smit belangrijk, niet die vier gekken uit Limburg. Ze kletsen over een boerka verbod, maar zouden zelf een nikab moeten dragen om het schaamrood te verbergen.”Er gaat geen dag voorbij zonder dat Marlies denkt aan de afslachting van haar familie. „Ik ga wekelijks naar de begraafplaats. Ik praat dan met ze en neem ze mee naar huis. Mijn gevoel zegt soms dat ik zelf een einde aan zijn leven moet maken zodra die moordenaar op vrije voeten komt.”

Door: Marlies Heuts
i.m. Fam Vromen